Het gemeenteraadsbesluit van 18 november 2019 houdende vaststellen van een belasting op het niet optimaal afkoppelen van hemelwater en afvalwater en het illegaal aansluiten op de openbare riolering vervalt op 31 december 2025 en moet vervangen worden.
Een optimale afkoppeling van het afvalwater en het hemelwater, afkomstig van dakvlakken en grondvlakken, is voor bestaande gebouwen verplicht op het ogenblik dat een gescheiden riolering wordt aangelegd of heraangelegd, of zoals bepaald in het gebiedsdekkend uitvoeringsplan (GUP). Deze afkoppeling is een vereiste om als gemeentebestuur in aanmerking te komen voor de subsidiëring van de gemeentelijke rioleringen. Het is aannemelijk dat wanneer een overheid investeert in een (duur) gescheiden rioleringsstelsel en zuiveringsinfrastructuur, ze daarbij garanties inbouwt zodat de burger op een correcte wijze zijn privéwaterafvoer(en) aansluit op de openbare infrastructuur.
De afkoppeling van het hemelwater is een eerste stap om infiltratie, buffering en hergebruik van hemelwater op particulier domein te realiseren. De afkoppeling van het hemelwater voorkomt dat rioleringsstelsels onnodig worden belast en zorgt ervoor dat overstorten minder in werking treden. De aanvoer van onvervuild hemelwater naar rioolwaterzuiveringsinstallaties moet bijgevolg zoveel mogelijk beperkt worden om deze installaties naar behoren te laten werken.
Deze optimale afkoppeling is tevens verplicht bij nieuwbouw en grote verbouwingen en wordt opgelegd in de omgevingsvergunning, maar wordt niet altijd gerealiseerd in overeenstemming met de verleende vergunning.
Daarnaast wordt door rioolbeheerder Farys vaak vastgesteld dat nieuwe rioolaansluitingen (= huisaansluitingen) niet conform de regels van het algemeen en bijzonder waterverkoopreglement van Farys welke ook in de gemeente Gavere van toepassing is - worden aangevraagd en dat de vigerende wetgeving m.b.t. de keuring van de privéwaterafvoer niet steeds correct wordt nageleefd. Er worden nog steeds nieuwe of gewijzigde rioolaansluitingen op illegale wijze uitgevoerd en dus niet aangevraagd bij Farys, maar eigenhandig (zelf of door aannemer) gerealiseerd.
Wanneer wordt vastgesteld dat
Met het gemeenteraadsbesluit van 20 november 2023 gebruikt de gemeente het KPR-opvolgsysteem van Vlario waarbij de keuringen op een gescheiden rioleringssysteem van particulieren beter kan worden opgevolgd. Tevens is de gemeente verantwoordelijk voor het toezicht en de naleving van de Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening inzake Hemelwater (GSVH).
De belasting van 18 november 2019 betreffende het niet optimaal afkoppelen van hemelwater en afvalwater en het illegaal aansluiten op de openbare riolering vervalt op 31 december 2025 en dient te worden vervangen. Er wordt voorgesteld om de belastingtarieven te verhogen met € 250.
| Art. 1: | Voor de aanslagjaren 2026 tot en met 2031 wordt een belasting geheven op het niet optimaal afkoppelen van hemelwater en afvalwater, het niet afleveren van een conform keuringsattest en het illegaal aansluiten op de openbare riolering. |
| Art. 2: | De belasting is verschuldigd door de eigenaar van het gebouw:
De belasting is verschuldigd indien één van de bovenstaande voorwaarden is vervuld. Voor de verplichte afkoppelingen ingevolge de aanleg van een nieuw gescheiden rioleringsstelsel is de belasting van toepassing op alle nieuwe projecten. |
| Belastingsplichtige |
|
| Art. 3: | §1. De belasting slaat op de eigendom en is verschuldigd door wie op 1 januari van het belastingjaar eigenaar, erfpachter, opstalhouder of vruchtgebruiker is van het belastbaar goed. §2. Ingeval er een recht van opstal, erfpacht of van vruchtgebruik bestaat, is respectievelijk de opstalgever, de erfpachtgever en naakte eigenaar hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting. §3. Indien het belastbaar goed in onverdeeldheid toebehoort aan verschillende personen, wordt de belasting op naam van de onverdeeldheid gevestigd, terwijl de leden hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de betaling van de volledige belasting. |
| Procedure |
|
| Art. 4: | §1. De belasting wordt vastgesteld per 1 januari volgend op:
De belasting voor de situaties 1 en 3 is een forfaitair bedrag dat het eerste jaar € 1.000 bedraagt, het tweede jaar € 1.250 en vanaf het derde jaar € 1.500, elk jaar terugkerend zolang de afkoppeling op privéterrein door de eigenaar niet wordt uitgevoerd, te rekenen vanaf de datum zoals hierboven bepaald. De belasting voor situatie 2 is een éénmalig forfaitair bedrag van € 750, onverminderd de kosten welke door de rioolbeheerder nog worden aangerekend voor de controle, de eventuele aanpassing van de rioolaansluiting en de aansluitingsvergoeding. §2. Indien de controle wordt geweigerd door de betrokken eigenaar, wordt er vanuit gegaan dat de eigenaar niet in orde is met onderhavig reglement en wordt de belasting geheven. §3. De belasting in de situatie 1 en 3 blijft verschuldigd zolang de eigenaar geen conform keuringsattest bezorgt aan het gemeentebestuur. |
| Vrijstellingen |
|
| Art. 5: | §1. Aanvraag vrijstelling: De aanvraag voor vrijstelling van de belasting moet worden ingediend, op straffe van verval, binnen 30 dagen vanaf de verzending van het aanslagbiljet, via beveiligde zending. De houder van het zakelijk recht die gebruik wenst te maken van een vrijstelling zoals hierna in dit reglement beschreven, dient hiervoor zelf de nodige bewijsstukken voor te leggen aan de administratie. §2. Vrijstelling voor een nieuwe eigenaar zoals bedoeld in art. 4 §1: De nieuwe eigenaar, die op 1 januari minder dan één jaar eigenaar is, wordt vrijgesteld van de belasting. Deze vrijstelling geldt voor één belastingjaar volgend op de datum van de notariële akte. §3. Vrijstelling voor woningen en/of gebouwen volledig gelegen binnen een onteigeningsplan: De eigenaar, zoals bedoeld in art. 4 §1, van woningen en/of gebouwen die op 1 januari van het belastingjaar binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan liggen of waarvoor geen omgevingsvergunning meer wordt afgeleverd omdat een onteigening wordt voorbereid. |
| Inning |
|
| Art. 6: | De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen. De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet. |
| Bezwaarprocedure |
|
| Art. 7: | De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstbewijs afgegeven, binnen vijftien dagen na de indiening ervan. |
| Art. 8: | De vestiging en de invordering van de belasting, alsook de regeling van de geschillen ter zake, gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen. |
| Slotbepalingen | |
| Art. 9: | Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2026. |
| Art. 10: | Onderhavige beslissing wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 285, 286 §1 1 en 287 van het decreet lokaal bestuur. De toezichthoudende overheid wordt in kennis gesteld overeenkomstig de bepalingen van artikel 330 van het decreet lokaal bestuur. |