Mon 28/01/2019 - 20:00 Raadzaal
De raad voor maatschappelijk welzijn stelt zijn huishoudelijk reglement en deontologische code vast.
De voorgenomen financiële verbintenissen die resulteren in een uitgaande nettokasstroom zijn onderworpen aan een voorafgaand visum van de financieel directeur, voordat enige verbintenis kan worden aangegaan. De raad bepaalt welke verrichtingen er aan de visumplicht zijn onderworpen en welke verrichtingen er van de visumverplichting zijn uitgesloten.
Het OCMW wordt in de Lokaal Adviescommissie vertegenwoordigd door een lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst.
Het OCMW wordt in de organen van de welzijnsvereniging vertegenwoordigd door leden van de OCMW-raad. Conform artikel 10 van de statuten wordt elk OCMW vertegenwoordigd in de algemene vergadering door 3 stemgerechtigde leden. Eén van hen zetelt ook in de raad van bestuur.
De ontwerper heeft op 10 december 2018 een proces-verbaal van voorlopige oplevering opgemaakt. Er blijven echter nog steeds algemene en specifieke opmerkingen open staan. De belangrijkste algemene opmerking is dat het gebouw niet in gebruik kan genomen worden vooraleer alle maatregelen zijn toegepast die in het brandpreventieverslag zijn vermeld. De voorlopige oplevering wordt om die reden geweigerd.
De werken zijn uitgevoerd conform de contractuele bepalingen. De vorderingsstaat, tevens eindstaat, ten bedrage van € 24.052,50 inclusief BTW kan goedgekeurd en betaald worden.
Raadslid Jef Vermaere (Groen) stelt voor om het reglement m.b.t. de mantelzorgpremie aan te passen op de volgende punten: de leeftijdsvoorwaarden, de adresvoorwaarden, de definitie van zorgbehoevende, de invoering van een engagementsverklaring en de afschaffing van de kredietbeperking.
De gemeenteraad neemt kennis van het voornemen van de bevoegde schepen om binnen het meerjarenplan een actieplan mantelzorg op te maken.
De briefwisseling gericht aan de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn en die bestemd is voor de raad voor maatschappelijk welzijn, wordt meegedeeld aan de leden voor de raad voor maatschappelijk welzijn.
De leden van de raad voor maatschappelijk welzijn hebben het recht aan de voorzitter van het vast bureau en aan het vast bureau mondelinge en schriftelijke vragen te stellen.