Op 30 mei 2022 wees het college van burgemeester en schepenen de opdracht tot het leveren van de schoolmaaltijden toe. De leverancier zal daarbij volgende eenheidsprijzen hanteren:
|
incl. btw |
Kleutermaaltijd |
€ 2,35 |
Maaltijd lager |
€ 2,60 |
Soep |
€ 0,22 |
De huidige tarieven van de retributie op schoolmaaltijden van 23 juni 2014 bedragen:
|
retributie |
Kleutermaaltijd |
€ 2,00 |
Maaltijd lager |
€ 2,50 |
Soep |
€ 0,35 |
Deze retributietarieven zijn conform het schoolreglement en ongewijzigd sinds 2014. Het retributietarief voor soep ligt momenteel hoger dan de kostprijs. Het retributietarief voor de maaltijden ligt lager dan de nieuwe prijzen van de leverancier. Rekening houdend met de vermoedelijke hoeveelheden resulteert dit in een verlies van ruim € 8.000 zonder de te verwachten indexeringen die opgenomen zijn in het bestek met nr. 2021-227 dat opgesteld werd voor de opdracht “Leveren van warme maaltijden aan de gemeentelijke basisscholen” en vastgesteld werd door de gemeenteraad op 21 februari 2022.
Bijgevolg is het aangewezen om de retributietarieven voor het nuttigen van schoolmaaltijden niet langer vast te houden, maar te laten evolueren met de prijszetting van de externe leverancier. Zoals bijvoorbeeld bij de tariefbepaling van de toeristische producten die in De Poort worden verkocht is het om efficiëntieredenen nuttig om de het tarief van de schoolmaaltijden door het college van burgemeester en schepenen te laten vast te stellen.
Volgens artikel 41, tweede lid, 14°, van het decreet lokaal bestuur kan de bevoegdheid tot het vaststellen van gemeentebelastingen en het vaststellen van de machtiging tot het heffen van retributies en de voorwaarden ervan, inclusief verminderingen en vrijstellingen, niet worden gedelegeerd aan het college van burgemeester en schepenen. De gemeenteraad kan aan het college van burgemeester en schepenen wel machtiging verlenen om het tarief van de retributies vast te stellen. Zo kan het college bijvoorbeeld tarieven vaststellen voor producten en prestaties van de toeristische dienst, van de bibliotheken of van andere uitleendiensten en voor de volgende diensten en producten van de basisscholen: schoolreizen, abonnementen, maaltijden en dranken, uitstappen en activiteiten en leerlingenvervoer.
Ingeval weigering of nalatigheid in hoofde van de debiteur om het verschuldigd bedrag te betalen, zal de invordering van de retributie ingeval van onbetwiste niet-fiscale ontvangsten gebeuren bij dwangbevel, en ingeval van betwiste niet-fiscale ontvangsten overeenkomstig de wetsbepalingen betreffende de burgerlijke rechtsprocedure.
Art. 1: | Met ingang van 1 september 2022 en dit voor onbepaalde duur wordt een retributie geheven op het nuttigen van schoolmaaltijden. |
Art. 2: | Het bedrag van de retributie op het nuttigen van schoolmaaltijden wordt bepaald door het college van burgemeester en schepenen. Dit bedrag volgt de prijszetting van de leverancier van de schoolmaaltijden. Het college van burgemeester en schepenen wordt niet gemachtigd om verminderingen en vrijstellingen toe te staan. |
Art. 3: | De retributie is verschuldigd door de ouder of voogd van de verbruiker of de verbruiker zelf van de schoolmaaltijd. |
Art. 4: | De retributie wordt betaald na ontvangst van een factuur of contant via betalingsbewijs. |
Art. 5: | Bij weigering of nalatigheid om het verschuldigd recht te betalen geschiedt de invordering overeenkomstig de burgerlijke rechtspleging voor zover de schuld ten aanzien van de gemeente betwist wordt. Ingeval de verschuldigde retributie niet betwist wordt zal de invordering gebeuren bij dwangbevel na goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen. |
Art. 6: | Het gemeenteraadsbesluit van 23 juni 2014 houdende vaststellen van een retributie op schoolmaaltijden wordt opgeheven met ingang van 1 september 2022. |
Art. 7: | Afschrift van dit besluit te bezorgen aan de dienst administratieve organisatie, de dienst financiële organisatie en de directie en het schoolsecretariaat van de gemeentelijke basisschool De Vierklaver. Dit besluit zal bekend gemaakt worden volgens de bepalingen van artikel 285 en 286 §1 1° van het decreet over het lokaal bestuur. De toezichthoudende overheid zal in kennis worden gesteld volgens de bepalingen van artikel 330 van het decreet over het lokaal bestuur. |