Terug
Gepubliceerd op 18/11/2025

Besluit  OCMW-raad

ma 17/11/2025 - 20:00

Verlenen van aanvullende financiële steunverlening - vaststellen reglement

Aanwezig: Wim Malfroot, voorzitter van de OCMW-raad
Karel Hubau, Ankie D'Hollander, Davy Tuytens, Tim Renshofer, Jef Vermaere, leden van het vast bureau
Nadine De Stercke, voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst
Hugo Leroy, Denis Dierick, Luc Goemaere, Christophe De Boever, Veronique Dedeyne, Jean-Pierre Sprangers, Peggy Demoor, Roland De Bosscher, Isabelle Tuypens, Peter De Rycke, Stany Schamp, Pascale Bottequin, Karolien De Smet, Steven Notebaert, Tom Vandepitte, Thaïsa Maenhout, raadsleden
Serge Ronsse, algemeen directeur
bevoegdheid
  • Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 77.
juridisch kader
  • Wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.
  • Organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.
  • Wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke Integratie.
  • Koninklijk besluit van 11 juli 2002 houdende het algemeen reglement betreffende het recht op maatschappelijke integratie.
  • OCMW-raadsbesluit van 14 maart 2018 houdende financiële steun voor kosten voor verblijf in een woon- en zorgcentrum - vaststellen reglement.
  • OCMW-raadsbesluit van 13 oktober 2025 houdende lokaal opvanginitiatief - vaststellen huishoudelijk reglement (vervangen OCMW-raadsbesluit van 26 mei 2025).
  • OCMW-raadsbesluit van 17 november 2025 houdende huursubsidie - opheffen reglement.
  • OCMW-raadsbesluit van 17 november 2025 houdende medico-farmaceutische kosten - opheffen reglement.
  • OCMW-raadsbesluit van 17 november 2025 houdende tussenkomst in de eerste leeftijdsmelk - opheffen reglement.
  • OCMW-raadsbesluit van 17 november 2025 houdende tussenkomst voor participatie en sociale activering - opheffen reglement. 
  • OCMW-raadsbesluit van 17 november 2025 houdende tussenkomst in het kader van het gas- en elektriciteitsfonds - vaststellen reglement (vervangen OCMW-raadsbesluit van 21 februari 2022). 
  • OCMW-raadsbesluit van 17 november 2025 houdende verwarmingstoelage - vaststellen reglement (vervangen OCMW-raadsbesluit van 21 januari 2016).
  • OCMW-raadsbesluit van 17 november 2025 houdende doorgangswoningen - vaststellen bezettingsvergoeding (vervangen OCMW-raadsbesluit van 25 maart 2019). 
  • Inspiratierapport van thema-audit niet terugvorderbare steunen van Audit Vlaanderen van 15 juni 2023.
  • Evaluatie van REMI bij het toekennen van aanvullende financiële steun in België, finaal rapport van oktober 2024.
  • Afsprakenkaders inzake aanvullende steunverlening van het OCMW Gavere.
motivering

Missie

Elke persoon heeft recht op maatschappelijke dienstverlening die tot doel heeft eenieder in de mogelijkheid te stellen een leven te leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid. De openbare centra voor maatschappelijk welzijn (OCMW's) hebben als opdracht deze dienstverlening te verzekeren volgens de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

Elke persoon heeft recht op maatschappelijke integratie. De OCMW's hebben tot opdracht dit recht te verzekeren volgens de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie.

Visie

Het OCMW Gavere vertaalt de wettelijke opdracht in haar aanpak, in de lijn met de Vlaamse beleidsprioriteiten 2026-2031 in het kader van het lokaal sociaal beleid. De focus ligt op geïntegreerde zorg en ondersteuning en toegankelijke hulp- en dienstverlening met aandacht voor onderbescherming.

Doelstelling

De kosten van essentiële levensbehoeften zoals huisvesting, energie, voeding en gezondheidszorg blijven toenemen. Basisuitkeringen en minimumlonen groeien trager, waardoor mensen moeite hebben om rond te komen. Voor veel mensen zijn basisuitkeringen of lage inkomens net voldoende om in dagelijkse basisbehoeften te voorzien, waarbij een onverwachte uitgave – zoals een kapotte koelkast, medische kosten of een huurwaarborg – kan leiden tot financiële instabiliteit.

Het OCMW streeft ernaar zowel curatief als preventief op te treden om financiële en sociale problemen bij inwoners aan te pakken. Om die menselijke waardigheid te garanderen kunnen OCMW’s verschillende soorten steun aanbieden waaronder sociale, medische en financiële steun. Als lokaal bestuur beschikken wij over een grote beleidsvrijheid om ons sociaal beleid vorm te geven. Deze vrijheid laat ons toe om steun te koppelen aan inspanningsverbintenissen en zo inwoners te stimuleren stappen te zetten naar meer zelfredzaamheid. Dit creëert een wederkerige relatie waarin mensen worden ondersteund én gestimuleerd om actief bij te dragen aan hun situatie.

Kleine gerichte steuninterventies kunnen hier een aanzienlijk verschil maken en een grote maatschappelijke meerwaarde opleveren. Een beperkte financiële tussenkomst kan immers vermijden dat inwoners hun woning verliezen, hun werk niet kunnen behouden of geconfronteerd worden met een zware mentale belasting. Aanvullende steun creëert ademruimte en opent kansen, zoals de mogelijkheid om een kind naar de opvang te brengen, dringende medische kosten te betalen of een huurwaarborg te voldoen en zo woonzekerheid te garanderen. Een relatief kleine financiële steun kan met andere woorden een groter probleem verhelpen, vaak met een veel hogere maatschappelijke kost.

Aanvullende financiële steunverlening beschouwen wij als een strikt residuaire maatregel. Steun wordt pas geboden na uitputting van alle mogelijke rechten en na optimalisatie van inkomsten en uitgaven. Dit garandeert dat de hulp gericht is op de meest dringende situaties en dat er efficiënt met middelen wordt omgegaan. Aanvullende financiële steunverlening door het OCMW is aldus niet alleen een kwestie van solidariteit, maar ook van efficiëntie en verantwoordelijkheid. Door een evenwichtige combinatie van curatieve en preventieve maatregelen ondersteunen we onze inwoners op een duurzame manier en verhogen we de maatschappelijke meerwaarde. 

Handelingskader

Tussen oktober 2021 en maart 2023 voerde Audit Vlaanderen de thema-audit niet-terugvorderbare steun uit bij lokale besturen. Audit Vlaanderen bundelde de belangrijkste bevindingen, die relevant zijn voor alle lokale besturen, in een globaal rapport. Door de aanbevelingen te toetsen aan de werking in eigen bestuur bouwt het bestuur aan een handelingskader voor maatschappelijk werkers en mandatarissen.

  • Beleidsvisie en kader: de organisatie formuleert een duidelijke visie op aanvullende financiële steun, al dan niet terugvorderbaar. Het reglement omschrijft het doel van de steunverlening, de beoogde doelgroepen, de soorten steun en de nagestreefde maatschappelijke doelstellingen.
  • Criteria en voorwaarden: de organisatie hanteert transparante criteria op basis van behoeftigheid en de sociale situatie van de aanvrager.
  • Sociaal onderzoek: het sociaal onderzoek omvat standaardelementen, de nodige bewijsstukken worden systematisch opgevraagd. Huisbezoeken worden uitgevoerd wanneer dit relevant is. Er wordt gewerkt met uniforme sjablonen voor dossieropbouw.
  • Uniformiteit en gelijke behandeling: alle maatschappelijk werkers en leden van het bijzonder comité volgen dezelfde richtlijnen. Er worden opleidingen en ondersteunende hulpmiddelen voorzien om een consistente aanpak te garanderen.
  • Beslissing en communicatie: de beslissingsprocedure is duidelijk omschreven en de procedure verloopt conform de geldende wetgeving. Aanvragers worden transparant geïnformeerd over de beslissing, de motieven en de termijn waarbinnen ze een antwoord mogen verwachten.
  • Betalingsproces en controle: er zijn interne procedures om fouten en misbruik te voorkomen. Er wordt gecontroleerd op bankrekeningnummers en bewijsstukken. Functiescheiding tussen sociale en financiële dienst wordt strikt toegepast. 
  • Informatiebeheer en IT-systemen: de organisatie werkt met gestandaardiseerde dossiers en uniforme cliëntnummers.
  • Monitoring en evaluatie: er wordt periodiek gerapporteerd over het aantal dossiers, toegekende bedragen, types steun, doorlooptijden en evolutie van cliënten. De organisatie evalueert de effectiviteit van het beleid en stuurt bij waar nodig.
  • Regelmatige herziening: het reglement en het beleidskader worden regelmatig aangepast aan maatschappelijke evoluties.

Het OCMW beschikt over verschillende, verouderde reglementen die niet meer beantwoorden aan de complexe noden van vandaag. Daarnaast hanteert het OCMW een aantal interne afsprakenkaders bv. inzake huurwaarborgen of therapiekosten. Het is wenselijk om zowel formele als informele kaders te herdenken cfr. huidige maatschappelijk uitdagingen zodat ze de juiste doelgroepen bereiken én te integreren tot één overzichtelijk geheel. 

Er wordt voorgesteld om een algemeen geïntegreerd reglement voor aanvullende financiële steunverlening in gebruik te nemen.

De volgende reglementen worden per OCMW-raadsbesluit van 17 november 2025 uit gebruik genomen: 

  • OCMW-raadsbesluit van 18 februari 2013 houdende reglement inzake huursubsidie - herziening princiepsbeslissing.
  • OCMW-raadsbesluit van 18 februari 2013 houdende tussenkomst medico-farmaceutische kosten - verlenging princiepsbeslissing.
  • OCMW-raadsbesluit van 24 oktober 2022 houdende tussenkomst in de eerste leeftijdsmelk - vaststellen reglement.
  • OCMW-raadsbesluit van 27 mei 2024 houdende verlenen tussenkomsten voor participatie, sociale activering en bestrijding van kinderarmoede - vaststellen reglement (vervangen OCMW-raadsbesluit van 24 oktober 2022).

De volgende reglementen worden afzonderlijk herzien gelet op de federale subsidiëring: 

  • OCMW-raadsbesluit van 17 november 2025 houdende tussenkomst in het kader van het gas- en elektriciteitsfonds - vaststellen reglement (vervangen OCMW-raadsbesluit van 21 februari 2022).
  • OCMW-raadsbesluit van 17 november 2025 houdende verwarmingstoelage - vaststellen reglement (vervangen OCMW-raadsbesluit van 21 januari 2016).

De volgende reglementen vallen buiten de scope van aanvullende financiële steunverlening wegens specifieke thematiek: 

  • OCMW-raadsbesluit van 14 maart 2018 houdende financiële steun voor kosten voor verblijf in een woon- en zorgcentrum - vaststellen reglement.
  • OCMW-raadsbesluit van 13 oktober 2025 houdende lokaal opvanginitiatief - vaststellen huishoudelijk reglement (vervangen OCMW-raadsbesluit van 26 mei 2025).
  • OCMW-raadsbesluit van 17 november 2025 houdende doorgangswoningen - vaststellen bezettingsvergoeding (vervangen OCMW-raadsbesluit van 25 maart 2019).

Budgettaire impact

Er wordt geen substantiële budgetimpact verwacht door de hervorming van de reglementen an sich, aangezien de principes op heden al informeel worden toegepast. Het uitgavenbudget wordt wel sterk beïnvloed door maatschappelijke ontwikkelingen extern aan het lokaal bestuur (denk bv. aan energiecrisis), wordt nauwgezet gemonitord en kan bijgestuurd worden bij elke meerjarenplanaanpassing.

Publieke stemming
Aanwezig: Wim Malfroot, Karel Hubau, Ankie D'Hollander, Davy Tuytens, Tim Renshofer, Jef Vermaere, Nadine De Stercke, Hugo Leroy, Denis Dierick, Luc Goemaere, Christophe De Boever, Veronique Dedeyne, Jean-Pierre Sprangers, Peggy Demoor, Roland De Bosscher, Isabelle Tuypens, Peter De Rycke, Stany Schamp, Pascale Bottequin, Karolien De Smet, Steven Notebaert, Tom Vandepitte, Thaïsa Maenhout, Serge Ronsse
Voorstanders: Wim Malfroot, Karel Hubau, Ankie D'Hollander, Davy Tuytens, Tim Renshofer, Jef Vermaere, Nadine De Stercke, Hugo Leroy, Denis Dierick, Luc Goemaere, Christophe De Boever, Veronique Dedeyne, Jean-Pierre Sprangers, Peggy Demoor, Roland De Bosscher, Isabelle Tuypens, Peter De Rycke, Stany Schamp, Pascale Bottequin, Karolien De Smet, Steven Notebaert, Tom Vandepitte, Thaïsa Maenhout
Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
besluit

 

Doel

Art. 1:

Dit reglement beoogt kansen op menswaardig leven te verhogen door toekenning van een aanvullende financiële steunverlening bij ontoereikende bestaansmiddelen, met aandacht voor een uniforme én individuele benadering, waarbij rechten systematisch onderzocht en benut worden. 

Art. 2:

De aanvullende financiële steunverlening is geen onvoorwaardelijke toelage en kan slechts toegepast worden bij hoogstnoodzakelijke basisuitgaven en in situaties waar geen andere perspectieven zijn, zoals het uitputten van sociale rechten en optimaliseren van inkomsten en uitgaven. Hiermee wordt het subsidiair karakter van de aanvullende financiële steunverlening onderstreept.

 

Toepassingsgebied

Art. 3:

Bevoegdheid

De territoriale bevoegdheid van de OCMW's, zoals geregeld door de wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, is van toepassing.

Art. 4:

Behoeftigheid

Om te bepalen of de cliënt in staat is een menswaardig leven te leiden, worden binnen het OCMW referentiekaders gehanteerd:

  • de laatst beschikbare Europese armoedegrens (EU-SILC) voor de aanvullende materiële steunverlening en 
  • Referentiebudgetten voor Menswaardig Inkomen (REMI) voor de aanvullende financiële steunverlening.

Art. 5:

Begunstigden

De volgende personen komen als begunstigde voor de toepassing van onderhavig reglement in aanmerking:

  • personen die het leefloon genieten waarvan uit sociaal onderzoek blijkt dat de financiële situatie precair is;
  • personen die een vorm van maatschappelijke dienstverlening genieten waarvan uit sociaal onderzoek blijkt dat de financiële situatie precair is;
  • personen met een laag inkomen waarvan uit sociaal onderzoek blijkt dat de financiële situatie precair is.
Personen die verblijven in het lokaal opvanginitiatief (LOI) en materiële steun ontvangen komen niet als begunstigde voor de toepassing van onderhavig reglement in aanmerking.

 

Toekenningsmodaliteiten
Art. 6:

Indien de toepassing van de REMI-tool leidt tot een negatief resultaat, dat wil zeggen dat de maandelijkse inkomsten lager zijn dan het overeenstemmend referentiebudget, dan gaat de maatschappelijk werker de volgende elementen onderzoeken:

  • werden alle sociale rechten uitgeput;
  • in welke mate kunnen de inkomsten verhoogd worden;
  • in welke mate kunnen de kosten beperkt worden;
  • in welke mate kan de toekenning van financiële of materiële steun de situatie verbeteren;
  • in welke mate kunnen we spreken van een éénmalige, kortstondige of langdurige situatie en dient er aanvullende steun te worden voorzien;

Het onderzoek moet blijken uit een sociaal verslag waarin een toekenning of weigering van een tussenkomst wordt voorgesteld.

Art. 7:

Het OCMW kan aan de begunstigde een eenmalige financiële tussenkomst verlenen om een dringende, hoogstnoodzakelijke basisuitgave op verschillende levensdomeinen zoals gezondheid, mobiliteit, huisvesting, onderwijs, ... mogelijk te maken. De toegekende eenmalige tussenkomst kan nooit hoger zijn dan de openstaande factuur.

Het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn kan aan de begunstigde een periodieke financiële tussenkomst verlenen ten bedrage van het berekende recht op aanvullende maximale steun volgens REMI-tool met een maximum van 75 euro per maand, verhoogd met 25 euro per kind, met een totaal maximum van 175 euro (= 1 week leefgeld) per maand.

Art. 8:

Een periodieke toekenning kan maximaal 6 maanden lopen. Deze periode kan telkens maximaal met eenzelfde periode verlengd worden na evaluatie en op basis van gegronde argumenten. Hierbij is belangrijk dat, indien bepaalde stappen werden afgesproken in de ruime zin, wordt nagegaan of de cliënt zich hiervoor effectief heeft geëngageerd. Dit moet dan ook weergegeven worden in het sociaal verslag dat wordt opgemaakt voor een eventuele verlenging van de steun.

 

Algemene begeleidingsvoorwaarden

Art. 9:

Voor elke vorm van aanvullende steuntoekenning geldt dat de betrokkene actief meewerkt aan het verbeteren van zijn of haar situatie, door alle rechten uit te putten om het inkomen te verhogen, acties te ondernemen om de leefkosten te verlagen, deel te nemen aan een activeringstraject indien mogelijk, begeleiding te aanvaarden bij het beperken van vaste kosten, zich in te schrijven voor sociale huisvesting zonder beperkende voorwaarden, periodiek financiële inzage te geven en een spaarrekening te openen waarop maandelijks middelen voor toekomstige noden worden gereserveerd, met verantwoording indien dit spaargeld wordt aangesproken.

Deze begeleidingsvoorwaarden gelden voor elk meerderjarig gezinslid.

  Terugvorderbaarheid
Art. 10:

De aanvullende financiële steunverlening is in regel terugvorderbaar. 

In bepaalde gevallen kan het OCMW afzien van de terugvordering van de betrokkene:

  • wanneer de REMI-tool aangeeft dat er geen terugbetalingscapaciteit is en ook niet zal zijn in de nabije toekomst bv. door verhoging van inkomsten of eenmalige inkomsten (vakantiegeld, verkoop van een onroerend goed enz.);
  • indien de kosten of inspanningen van het OCMW niet opwegen tegen het verwachte resultaat bv. kleine bedragen.
In bepaalde gevallen kan het OCMW overgaan tot een terugvordering van de betrokkene:
  • verzuim, onvolledige en onjuiste verklaringen afgelegd zijn door betrokkene;
  • wanneer er bij de aanvraag zicht is op grote eenmalige inkosten zoals verkoop van een onroerend goed.  

 

Sancties

Art. 11:

Het niet nakomen van deze voorwaarden wordt voorgelegd aan het bijzonder comité voor de sociale dienst en kan aanleiding geven tot stopzetting.

De toekenning van de aanvullende financiële steunverlening wordt beëindigd indien er:

  • gewijzigde omstandigheden zijn die een invloed hebben op de rechten van de betrokkene; 
  • verzuim, onvolledige en onjuiste verklaringen afgelegd zijn door betrokkene.

Met het oog op een eventuele herziening moet de betrokkene onmiddellijk aangifte doen van elk nieuw gegeven dat een weerslag kan hebben op het hem toegekende bedrag of op zijn situatie als rechthebbende.

Met hetzelfde oogmerk controleert het OCMW geregeld, en minstens om de 6 maanden of de toekenningsvoorwaarden vervuld blijven.

De beslissing van de herziening heeft uitwerking op de eerste dag van de maand waarin de reden is ontstaan die aanleiding heeft gegeven tot de herziening.

 

Slotbepalingen

Art. 12:

Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2026.

Art. 13:

Onderhavige beslissing wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 285, 286 §1 1 en 287 van het decreet lokaal bestuur.

De toezichthoudende overheid wordt in kennis gesteld overeenkomstig de bepalingen van artikel 330 van het decreet lokaal bestuur.

Art. 14: Een afschrift van deze beslissing over te maken aan:
  • de afdeling Interne Zaken (dienst Financiële Organisatie), en
  • de afdeling Burger (Sociaal Huis).