De voorzitter opent de zitting op 25/10/2021 om 20:00.
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 32.
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 277 en 278.
Elk gemeenteraadslid heeft het recht tijdens de vergadering opmerkingen te maken over de redactie van de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering. Als die opmerkingen door de gemeenteraad worden aangenomen, worden de notulen en het zittingsverslag in die zin aangepast.
Als er geen opmerkingen worden gemaakt over de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering worden de notulen en het zittingsverslag als goedgekeurd beschouwd en worden ze ondertekend door de voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur.
Art. 1: |
De notulen van de zitting van de gemeenteraad van 13 september 2021 goed te keuren. |
Art. 2: |
Het verslag van de zitting van de gemeenteraad van 13 september 2021 goed te keuren. |
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 38 en 39.
De gemeenteraad kan ervoor opteren om in uitzonderlijke omstandigheden hybride te vergaderen. In voorkomend geval neemt de gemeenteraad in zijn huishoudelijk reglement de wijze waarop er hybride vergaderd wordt op, alsook de uitzonderlijke omstandigheden waaronder de gemeenteraad hybride kan vergaderen.
De aanwezigheden worden bijgehouden in een register dat door de raadsleden wordt ondertekend. De aanwezigheden worden door de algemeen directeur hoedanook opgetekend in het notuleringspakket; het is niet noodzakelijk dat de raadsleden het register individueel ondertekenen.
Zolang een gemeenteraadscommissie niet is samengesteld, beschikt ze evenmin over een voorzitter. De voorzitter van de gemeenteraad kan in die gevallen optreden als waarnemend voorzitter tot de commissie zelf een voorzitter heeft aangeduid.
|
VERGADERWIJZE |
Art. 1: |
§1. De gemeenteraad vergadert zo dikwijls als de zaken die tot zijn bevoegdheid behoren het vereisen en ten minste tienmaal per jaar. §2. De gemeenteraad vergadert in principe op maandag om 20 uur. §3. De gemeenteraad vergadert in beginsel fysiek, doch vergadert in de volgende omstandigheden hybride:
Om hybride te vergaderen dienen de volgende voorwaarden vervuld te zijn:
|
|
BIJEENROEPING EN AGENDA |
Art. 2: |
De voorzitter van de gemeenteraad beslist tot bijeenroeping van de gemeenteraad en stelt de agenda van de vergadering op. De agenda bevat in ieder geval de punten die door het college van burgemeester en schepenen aan de voorzitter worden meegedeeld. De voorzitter is verplicht de gemeenteraad bijeen te roepen op verzoek van een derde van de zittinghebbende leden of van het college van burgemeester en schepenen. De voorzitter is ook verplicht de gemeenteraad bijeen te roepen op verzoek van een vijfde van de zittinghebbende leden als zes weken na de datum van de vorige gemeenteraad de gemeenteraadsleden nog niet bijeengeroepen zijn. De periode van zes weken wordt geschorst van 11 juli tot en met 15 augustus. Bij een verplichte bijeenroeping als vermeld in het tweede en het derde lid, roept de voorzitter de gemeenteraad bijeen op de aangewezen dag en het aangewezen uur en met de voorgestelde agenda. Daarvoor bezorgen de gemeenteraadsleden en het college van burgemeester en schepenen voor elk punt op de agenda hun voorstel van beslissing met een toelichting aan de algemeen directeur, die de voorstellen bezorgt aan de voorzitter van de gemeenteraad. |
Art. 3: |
Behalve in spoedeisende gevallen en behalve in geval van toepassing van artikel 6 §1 van het decreet lokaal bestuur, wordt de oproeping ten minste acht dagen vóór de dag van de vergadering aan het raadslid bezorgd. De oproeping wordt op de volgende wijze verzonden aan het raadslid: elektronisch, per e-mail. |
Art. 4: |
De oproeping vermeldt in elk geval de plaats, de dag, het tijdstip en de agenda van de vergadering en bevat een toegelicht voorstel van beslissing. De agendapunten moeten voldoende duidelijk omschreven zijn. |
Art. 5: |
Voor elk agendapunt wordt het dossier dat erop betrekking heeft, ter beschikking van de raadsleden gesteld vanaf de verzending van de agenda. De dossiers worden op de volgende wijze ter beschikking gesteld: elektronisch, via de toepassing eNotulen. Het elektronisch dossier omvat minstens de ontwerpbeslissing, de beschikbare elektronische bijlagen. Het gemeenteraadslid kan slechts om de elektronische omzetting van de analoge bijlagen verzoeken indien die vraag fysiek en materieel mogelijk is en zonder dat die omzetting tot een onredelijke werklast voor het personeel leidt. |
Art. 6: |
Elk ontwerp van beleidsrapport wordt op zijn minst 14 dagen vóór de vergadering waarop het wordt besproken aan ieder lid van de gemeenteraad bezorgd. Vanaf het ogenblik dat het ontwerp van het beleidsrapport bezorgd is aan de raadsleden, wordt aan hen ook de bijhorende documentatie ter beschikking gesteld. |
Art. 7: |
De algemeen directeur of de door hem aangewezen personeelsleden verstrekken aan de gemeenteraadsleden die erom verzoeken, technische inlichtingen over stukken die in het dossier voorkomen. Onder technische inlichtingen worden begrepen inlichtingen ter verduidelijking van de feitelijke gegevens die in de dossiers voorkomen en van het verloop van de procedure. De aanwijzing van de personeelsleden gebeurt door de algemeen directeur. De gemeenteraadsleden kunnen zonder tussenkomst van de algemeen directeur rechtstreeks deze aangewezen personeelsleden contacteren om met hen een afspraak dienaangaande te maken. De duur van de afspraak mag geen obstructie veroorzaken van de normale werking van de dienst en dient tot de hoogst noodzakelijk tijd beperkt te worden. |
Art. 8: |
Gemeenteraadsleden kunnen uiterlijk vijf dagen vóór de vergadering punten aan de agenda toevoegen. De gemeenteraadsleden bezorgen daarvoor hun toegelicht voorstel van beslissing aan de algemeen directeur, die de voorstellen bezorgt aan de voorzitter van de gemeenteraad. Een lid van het college van burgemeester en schepenen kan niet gebruikmaken van de mogelijkheid, vermeld in het eerste lid. De algemeen directeur deelt de aanvullende agendapunten zoals vastgesteld door de voorzitter van de gemeenteraad onmiddellijk mee aan de gemeenteraadsleden, samen met de bijbehorende toegelichte voorstellen. |
Art. 9: |
§1. Behalve in spoedeisende gevallen worden de plaats, de dag, het tijdstip en de agenda van de vergaderingen van de gemeenteraad uiterlijk acht dagen voor de vergadering openbaar gemaakt, zodat het publiek ervan kan kennisnemen op elk moment. De agenda wordt openbaar gemaakt op de volgende wijzen:
Als agendapunten aan de agenda worden toegevoegd overeenkomstig artikel 21 van het decreet lokaal bestuur, wordt de aangepaste agenda uiterlijk 24 uur nadat hij is vastgesteld, openbaar gemaakt overeenkomstig het eerste lid. In spoedeisende gevallen wordt de agenda uiterlijk 24 uur nadat hij is vastgesteld, en uiterlijk vóór de aanvang van de vergadering openbaar gemaakt overeenkomstig het eerste lid. §2. Een exemplaar van de agenda van de gemeenteraad wordt ter beschikking gesteld aan iedereen die de zitting van de gemeenteraad bijwoont. |
|
VOORZITTERSCHAP |
Art. 10: |
De voorzitter zit de vergaderingen van de gemeenteraad voor, en opent en sluit de vergaderingen. |
Art. 11: |
De voorzitter is belast met de handhaving van de orde in de (hybride) vergadering. Hij kan, na een voorafgaande waarschuwing, elke toehoorder die openlijk tekens van goedkeuring of van afkeuring geeft of die op enigerlei wijze wanorde veroorzaakt, uit de zaal doen verwijderen. De voorzitter kan bovendien een proces-verbaal opmaken tegen die persoon en dat proces-verbaal bezorgen aan het openbaar ministerie met het oog op de eventuele vervolging van de betrokkene. |
Art. 12: |
De voorzitter neemt protocollair de plaats in na de burgemeester en voor de schepenen. De voorzitter draagt als ambtskledij een sjerp naar model van de schepenen, weliswaar met tweekleurig lint in rood en zilver. |
|
AANWEZIGHEDEN |
Art. 13: |
De algemeen directeur tekent de aanwezigheid van de leden op in een register. Wie niet aanwezig was vóór het sluiten van de openbare zitting, kan geen recht laten gelden op presentiegeld. |
Art. 14: |
De gemeenteraad kan enkel beraadslagen of beslissen als de meerderheid van de zittinghebbende gemeenteraadsleden aanwezig is. Indien een kwartier na het vastgestelde uur niet voldoende leden aanwezig zijn om geldig te kunnen beraadslagen, stelt de voorzitter vast dat de vergadering niet kan doorgaan. De algemeen directeur maakt hiervan melding in de notulen. De gemeenteraad kan echter, als hij eenmaal bijeengeroepen is zonder dat het vereiste aantal leden aanwezig is, na een tweede oproeping, ongeacht het aantal aanwezige leden, op geldige wijze beraadslagen of beslissen over de onderwerpen die voor de tweede maal op de agenda voorkomen. In die oproeping wordt vermeld dat het om een tweede oproeping gaat. In de tweede oproeping worden de bepalingen van artikel 26 van het decreet lokaal bestuur overgenomen. |
|
BERAADSLAGING |
Art. 15: |
De voorzitter kan, na het openen van de zitting, mededelingen doen die de gemeenteraad aanbelangen. De gemeenteraad vat daarna de behandeling aan van de punten die vermeld staan op de agenda, in de daarop bepaalde volgorde tenzij de gemeenteraad er anders over beslist. |
Art. 16: |
Nadat een agendapunt eventueel door de indiener werd toegelicht, vraagt de voorzitter welk gemeenteraadslid het woord wenst te nemen over het agendapunt. Indien het agendapunt een advies van een gemeentelijke adviesraad betreft, kan de voorzitter van de gemeenteraad de voorzitter van adviesraad uitnodigen om het agendapunt toe te lichten. De voorzitter verleent het woord naar de volgorde van de aanvragen en, ingeval van gelijktijdige aanvraag, naar rangorde van de gemeenteraadsleden. Indien de gemeenteraad deskundigen wenst te horen, bepaalt de voorzitter wanneer deze aan het woord komen. De voorzitter kan aan de algemeen directeur vragen om toelichting te geven. |
Art. 17: |
Het woord kan door de voorzitter niet geweigerd worden voor een rechtzetting van beweerde feiten. In de navermelde gevallen en volgorde wordt het woord verleend bij voorrang op de hoofdvraag, waarvan de bespreking wordt geschorst:
|
Art. 18: |
Niemand mag onderbroken worden wanneer hij spreekt, behalve voor een verwijzing naar het reglement of voor een terugroeping tot de orde. Als een gemeenteraadslid, aan wie het woord werd verleend, afdwaalt van het agendapunt, kan alleen de voorzitter hem tot de behandeling van het agendapunt terugbrengen. Indien na een eerste verwittiging het gemeenteraadslid van het agendapunt blijft afdwalen, kan hem het woord door de voorzitter worden ontnomen. Elk gemeenteraadslid, dat in weerwil van de beslissing van de voorzitter, probeert aan het woord te blijven wordt geacht de orde te verstoren. Dit geldt eveneens voor de gemeenteraadsleden, die het woord nemen zonder het te hebben gevraagd en bekomen en die aan het woord blijven in weerwil van het bevel van de voorzitter. Elk scheldwoord, elke beledigende uitdrukking en elke persoonlijke aantijging wordt geacht de orde te verstoren. Elk gemeenteraadslid dat de orde verstoort, wordt door de voorzitter tot de orde teruggeroepen. Elk gemeenteraadslid dat tot de orde wordt teruggeroepen, mag zich verantwoorden, waarna de voorzitter beslist of de terugroeping tot de orde gehandhaafd blijft of ingetrokken wordt. |
Art. 19: |
Geen enkel gemeenteraadslid mag meer dan tweemaal het woord nemen over hetzelfde agendapunt, tenzij de voorzitter er anders over beslist. |
Art. 20: |
Wanneer de vergadering rumoerig wordt, zodat het normale verloop van de vergadering in het gedrang wordt gebracht, kondigt de voorzitter aan dat hij, bij voortduring van het rumoer, de vergadering zal schorsen of sluiten. Indien het rumoer aanhoudt, schorst of sluit de voorzitter de vergadering. De leden van de gemeenteraad moeten dan onmiddellijk de raadzaal verlaten. |
Art. 21: |
Nadat de leden voldoende aan het woord zijn geweest en indien de voorzitter oordeelt dat het agendapunt voldoende werd besproken, sluit de voorzitter de bespreking. |
Art. 22: |
§1. Het is voor een gemeenteraadslid verboden deel te nemen aan de bespreking en de stemming over:
Het eerste lid is niet van toepassing op het gemeenteraadslid dat zich in de omstandigheden, vermeld in het eerste lid, bevindt louter op grond van het feit dat hij als vertegenwoordiger van de gemeente is aangewezen in andere rechtspersonen. §2. Het gemeenteraadslid dat zich in situatie bevindt zoals bedoeld in voorgaande paragraaf, meldt dit aan de voorzitter alvorens het punt in bespreking wordt genomen. §3. Dit artikel is eveneens van toepassing op de vertrouwenspersoon, bedoeld in artikel 16 van het decreet lokaal bestuur. §4. Als een gemeenteraadslid in de situatie verkeert vermeld in §1, moet dat punt op de vergadering behandeld worden, en kan de vergadering niet gesloten worden voor het punt in kwestie is behandeld of voor beslist is om het punt uit te stellen. |
Art. 23: |
§1. De vergaderingen van de gemeenteraad zijn openbaar, behalve als:
De vergaderingen over de beleidsrapporten zijn in elk geval openbaar. §2. De besloten vergadering kan enkel plaatsvinden na de openbare vergadering, uitgezonderd in tuchtzaken. Als tijdens de openbare vergadering blijkt dat de behandeling van een punt in besloten vergadering moet worden voortgezet, kan de openbare vergadering, enkel met dit doel, worden onderbroken. Als tijdens de besloten vergadering blijkt dat de behandeling van een punt in openbare vergadering moet worden behandeld, wordt dat punt opgenomen op de agenda van de eerstvolgende gemeenteraad. In geval van dringende noodzakelijkheid van het punt kan de besloten vergadering, enkel met dat doel, worden onderbroken. |
Art. 24: |
Een punt dat niet op de agenda voorkomt, mag niet in bespreking worden gebracht, behalve in spoedeisende gevallen. De voorzitter deelt bij aanvang van de openbare zitting mee dat dergelijke punten zich aandienen. Hij doet hierbij tevens een voorstel inzake de volgorde van behandeling. Tot spoedbehandeling kan enkel worden besloten door ten minste twee derde van de aanwezige leden. De namen van die leden en de motivering van de spoedeisendheid worden in de notulen vermeld. |
|
PREROGATIEVEN |
Art. 25: |
§1. De gemeenteraadsleden hebben het recht van inzage in alle dossiers, stukken en akten, ongeacht de drager, die het bestuur van de gemeente betreffen. De gemeenteraadsleden kunnen een afschrift verkrijgen van die dossiers, stukken en akten. Deze bepalingen gelden niet voor dossiers, stukken en akten die geen betrekking hebben op het bestuur van de gemeente zoals bv. register en akten van de burgerlijke stand, bevolkingsregisters, strafregister, … § 2. Zonder voorafgaande aanvraag kunnen worden ingezien tijdens de openingsuren van het gemeentehuis:
Alle andere documenten dan deze hierboven vermeld en die het bestuur van de gemeente betreffen kunnen door de gemeenteraadsleden worden ingezien tijdens de openingsuren van het administratief centrum. Om het college van burgemeester en schepenen in de mogelijkheid te stellen te onderzoeken of de gevraagde documenten het bestuur van de gemeente betreffen, delen de gemeenteraadsleden aan het college van burgemeester en schepenen schriftelijk mee welke documenten zij wensen te raadplegen. Aan de gemeenteraadsleden wordt uiterlijk binnen de 8 werkdagen na de ontvangst van de aanvraag meegedeeld wanneer de documenten kunnen worden ingezien. In het geval van een weigeringsbeslissing bezorgt het college van burgemeester en schepenen zijn motivatie aan het betrokken gemeenteraadslid binnen dezelfde termijn. Het gemeenteraadslid dat de documenten niet is komen inzien tijdens de week volgend op het tijdstip waarop hem/haar is meegedeeld dat ze ter inzage liggen, wordt geacht af te zien van de inzage. §3.De gemeenteraadsleden kunnen van de documenten die het bestuur van de gemeente betreffen een afschrift krijgen. Afschriften van door de diensten opgemaakte documenten zijn kosteloos. Wanneer het verzoek om afschriften onredelijk of overdreven is, kan steeds toepassing gemaakt worden van het aangaande geldende retributiereglement. In geval van betwisting oordeelt het college van burgemeester en schepenen of een verzoek onredelijk of overdreven is. Afschriften van niet door de diensten opgemaakte documenten kunnen, indien daarvoor in hoofde van de auteur geen bezwaar bestaat, tegen kostprijs bekomen worden. Om het college van burgemeester en schepenen in de mogelijkheid te stellen te onderzoeken of de gevraagde documenten het bestuur van de gemeente betreffen, delen de gemeenteraadsleden aan het college van burgemeester en schepenen schriftelijk mee van welke documenten zij een afschrift wensen. Aan de gemeenteraadsleden wordt uiterlijk binnen de 8 werkdagen na de ontvangst van de aanvraag een afschrift van de gevraagde documenten. In het geval van een weigeringsbeslissing bezorgt het college van burgemeester en schepenen zijn motivatie aan het betrokken gemeenteraadslid binnen dezelfde termijn. Alle informatie aan de gemeenteraadsleden wordt ten persoonlijken titel en in functie van de uitoefening van het mandaat verstrekt. De gemeenteraadsleden kunnen de informatie enkel met dit doel aanwenden. §4. De briefwisseling gericht aan de voorzitter van de gemeenteraad en die bestemd is voor de gemeenteraad, wordt meegedeeld aan de gemeenteraadsleden. §5. De gemeenteraadsleden mogen alle instellingen en diensten bezoeken die de gemeente opricht en beheert. Om het college van burgemeester en schepenen in de mogelijkheid te stellen het bezoek praktisch te organiseren, delen de gemeenteraadsleden minstens 8 werkdagen vooraf schriftelijk mee welke inrichting/dienst zij wensen te bezoeken en op welke dag en uur. Tijdens het bezoek van een inrichting moeten de gemeenteraadsleden passief optreden. §6. De gemeenteraadsleden, alsook alle andere personen die krachtens de wet of het decreet de besloten vergaderingen van de gemeenteraad bijwonen, zijn tot geheimhouding verplicht. Dit artikel doet geen afbreuk aan de mogelijkheid van strafrechtelijke vervolging van de gemeenteraadsleden, alsook van alle andere personen vermeld in het eerste lid, wegens schending van het beroepsgeheim, overeenkomstig artikel 458 van het Strafwetboek. |
Art. 26: |
§ 1. De gemeenteraadsleden hebben het recht aan de burgemeester en aan het college van burgemeester en schepenen mondelinge en schriftelijke vragen te stellen. Voor het stellen van een vraag als vermeld in het eerste lid, is geen toegelicht voorstel van beslissing vereist. §2. De gemeenteraadsleden kunnen schriftelijke vragen stellen. Het gemeenteraadslid dient de vraag ten minste drie dagen vóór de vergadering in bij de algemeen directeur. De algemeen directeur maakt de vraag over aan de voorzitter van de gemeenteraad en aan het college van burgemeester en schepenen. Het college van burgemeester en schepenen beantwoordt de ontvankelijke schriftelijke vragen vóór het sluiten van de openbare zitting van de eerstvolgende vergadering. Wanneer dit niet mogelijk is, wordt in elk geval uiterlijk de volgende zitting geantwoord. §3. De gemeenteraadsleden kunnen mondelinge vragen stellen. Elke fractie kan vóór het sluiten van de openbare zitting maximaal 4 vragen stellen. De vragen dienen een actueel en hoogdringend karakter te hebben, uitgezonderd wanneer de vraag de herhaling betreft van een schriftelijk vraag waarop niet toereikend of tijdig is geantwoord. De vragen mogen geen operationeel karakter hebben en mogen niet peilen naar statistische of cijfergegevens. Het college van burgemeester en schepenen beantwoordt de ontvankelijke mondelinge vragen onmiddellijk. Wanneer dit niet mogelijk is, wordt in elk geval uiterlijk de volgende zitting geantwoord. §4. Om ontvankelijk te zijn dient de vraag:
§5. De voorzitter oordeelt over de ontvankelijkheid van de vragen. Een beslissing tot onontvankelijkverklaring dient gemotiveerd te worden. |
Art. 27: |
De notulen van het college van burgemeester en schepenen worden uiterlijk op dezelfde dag als de vergadering van het college van burgemeester en schepenen die volgt op de vergadering van het college van burgemeester en schepenen waarop de notulen zijn goedgekeurd ter beschikking gesteld van de gemeenteraadsleden. De notulen worden op de volgende wijze ter beschikking gesteld: elektronisch, via de toepassing eNotulen. |
|
STEMMEN |
Art. 28: |
Voor elke stemming omschrijft de voorzitter het voorwerp van de bespreking waarover de vergadering zich moet uitspreken. |
Art. 29: |
De besluiten worden genomen bij volstrekte meerderheid van stemmen. In het eerste lid wordt verstaan onder volstrekte meerderheid van stemmen: meer dan de helft van de geldig uitgebrachte stemmen, onthoudingen niet meegerekend. Bij staking van stemmen is het voorstel verworpen. |
Art. 30: |
De gemeenteraad stemt telkens over het geheel van zijn deel van het beleidsrapport. In afwijking daarvan kan elk raadslid de afzonderlijke stemming eisen over een of meer onderdelen die hij aanwijst. In dat geval mag de gemeenteraad pas over het geheel van zijn deel van het beleidsrapport stemmen na de afzonderlijke stemming. Als deze afzonderlijke stemming tot gevolg heeft dat het ontwerp van beleidsrapport moet worden gewijzigd, wordt de stemming over het geheel verdaagd tot een volgende vergadering van de raad. Als de andere raad voordien zijn deel van het beleidsrapport al had vastgesteld, vervalt die vaststelling en stelt die raad het gewijzigde ontwerp van beleidsrapport vast op een volgende vergadering. |
Art. 31: |
De amendementen worden voor de hoofdvraag en de subamendementen voor de amendementen ter stemming gelegd. |
Art. 32: |
§1. De stemmingen in de gemeenteraad zijn niet geheim. Ieder lid dat aan de vergadering deelneemt, maakt uitdrukkelijk zijn stem kenbaar. De voorzitter controleert de authenticiteit van de uitgebrachte stem en maakt de uitslag onmiddellijk bekend. §2. In afwijking van §1 wordt over de volgende aangelegenheden geheim gestemd:
Bij geheime stemming, stemmen de gemeenteraadsleden ja, neen of onthouding. In het geval van een hybride vergadering wordt de geheime stemming op zodanige digitale wijze georganiseerd dat de voorzitter de authenticiteit van de uitgebrachte stem kan controleren, waarbij een geheime stem niet herleid kan worden tot het lid dat de stem heeft uitgebracht. De voorzitter maakt de uitslag onmiddellijk bekend. De voorzitter en de algemeen directeur zijn belast met de stemopneming. Ieder gemeenteraadslid is gemachtigd de regelmatigheid van de stemopnemingen na te gaan. Vooraleer tot de stemopneming over te gaan, wordt het aantal stembiljetten geteld. Stemt dit aantal niet overeen met het aantal gemeenteraadsleden die aan de stemming hebben deelgenomen, dan worden de stembiljetten, zonder deze te ontvouwen, door het bureau vernietigd en wordt elk gemeenteraadslid uitgenodigd opnieuw te stemmen. §3. Onder voorbehoud van §2 stemmen de leden van de gemeenteraad mondeling. De stemming begint met het college van burgemeester en schepenen in de volgorde van hun verkiezing waarna de raadsleden stemmen in tegenwijzerzin ten opzichte van de voorzitter. De gemeenteraadsleden stemmen ja, neen of onthouding. De gemeenteraadsleden kunnen hun stem herroepen vóór het volgende gemeenteraadslid zijn stem heeft uitgebracht. Van de herroeping wordt melding gemaakt in de notulen. Op verzoek van de voorzitter kan de mondelinge stemming vervangen worden door stemming bij handopsteking. Er wordt echter steeds mondeling gestemd als een derde van de aanwezige gemeenteraadsleden daarom verzoekt. §4. De voorzitter stemt het laatst, behalve bij geheime stemming |
Art. 33: |
Voor elke benoeming in ambten, elke contractuele aanstelling, elke verkiezing en elke voordracht van kandidaten wordt een afzonderlijke stemming gehouden. Als bij de benoeming, de contractuele aanstelling, de verkiezing of de voordracht van kandidaten de vereiste meerderheid niet wordt verkregen bij de eerste stemming, wordt opnieuw gestemd over de twee kandidaten die de meesten stemmen hebben behaald. Als bij de eerste stemming sommige kandidaten een gelijk aantal stemmen behaald hebben, wordt de jongste kandidaat tot de herstemming toegelaten. Bij staking van stemmen heeft de jongste kandidaat de voorkeur. |
|
NOTULEN EN ZITTINGSVERSLAG |
Art. 34: |
De notulen en het zittingsverslag van de vergadering van de gemeenteraad worden onder de verantwoordelijkheid van de algemeen directeur opgesteld overeenkomstig artikelen 277 en 278 van het decreet lokaal bestuur. Behalve in spoedeisende gevallen, worden de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering ten minste acht dagen voor de dag van de vergadering ter beschikking gesteld van de gemeenteraadsleden. De notulen en het zittingsverslag worden op de volgende wijze ter beschikking gesteld: elektronisch, via de toepassing eNotulen. De goedkeuring van de notulen en het zittingsverslag wordt geagendeerd als 1e punt op de agenda in openbare zitting. Elk gemeenteraadslid heeft het recht tijdens de behandeling van het agendapunt opmerkingen te maken over de redactie van de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering. Als die opmerkingen door de gemeenteraad worden aangenomen, worden de notulen en het zittingsverslag in die zin aangepast. Als er geen opmerkingen worden gemaakt over de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering, worden de notulen als goedgekeurd beschouwd en worden ze ondertekend door de voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur. Als de gemeenteraad bij spoedeisendheid is samengeroepen, kan de gemeenteraad beslissen om opmerkingen toe te laten op de eerstvolgende vergadering. Telkens als de gemeenteraad het wenselijk acht, worden de notulen staande de vergadering opgemaakt en door de meerderheid van de gemeenteraadsleden en de algemeen directeur ondertekend. |
Art. 35: |
De notulen van de vergaderingen van de gemeenteraad vermelden, in chronologische volgorde, alle besproken onderwerpen, alsook het gevolg dat is gegeven aan de punten waarover de gemeenteraad geen beslissing heeft genomen. Ze maken melding van alle beslissingen en het resultaat van de stemmingen. Behalve bij geheime stemming, vermelden de notulen hoe elk lid gestemd heeft. Van die laatste verplichting kan worden afgeweken voor beslissingen die genomen zijn met unanimiteit. Een gemeenteraadslid kan, vóór de stemming over het agendapunt, vragen om in de notulen de rechtvaardiging van zijn stemgedrag op te nemen. |
Art. 36: |
De zittingsverslagen van de vergaderingen van de gemeenteraad vermelden, in chronologische volgorde, alle besproken onderwerpen, de essentie van de tussenkomsten en van de mondeling en schriftelijk gestelde vragen en antwoorden. Van de agendapunten die in de besloten vergadering van de gemeenteraad behandeld worden, wordt geen zittingsverslag opgesteld. |
Art. 37: |
De reglementen, verordeningen, beslissingen, akten van de gemeenteraad en alle andere stukken of briefwisseling die specifiek betrekking hebben op de gemeenteraad worden ondertekend door de voorzitter van de gemeenteraad en medeondertekend door de algemeen directeur. |
|
TOEZICHT EN BEKENDMAKING |
Art. 38: |
§1. De burgemeester maakt via de webtoepassing van de gemeente, binnen de 10 dagen nadat ze aangenomen zijn, een lijst met de besluiten van de gemeenteraad bekend. De lijst bevat een beknopte omschrijving van de aangelegenheden die geregeld zijn in die besluiten. §2. Op dezelfde dag als de bekendmaking op de webtoepassing van de gemeente van de lijst, vermeld in §1, brengt de gemeenteoverheid de toezichthoudende overheid op de hoogte van de bekendmaking ervan. |
|
FRACTIEWERKING |
Art. 39: |
Behoudens de uitzonderingen vermeld in artikel 36 §§ 2 en 3 van het decreet lokaal bestuur, vormen de gemeenteraadsleden die op eenzelfde lijst verkozen zijn één fractie. |
Art. 40: |
Elke fractie duidt een fractieleider aan die het aanspreekpunt is van zijn/haar fractie. |
Art. 41: |
De aanduiding van de fractieleiders of de vertegenwoordiger(s) van de fracties gebeurt op basis van de schriftelijke voordrachten ingediend door de fracties gericht aan de voorzitter van de gemeenteraad. Indien een fractie meerdere voordrachten indient voor dezelfde functie, wordt voorrang verleend aan het gemeenteraadslid die de steun geniet van de meerderheid van de leden van de fractie. De regels, zoals beschreven in artikel 35 van het decreet lokaal bestuur, dienen desgevallend toegepast te worden binnen de fractie. |
Art. 42: |
De fractieleiders of de vertegenwoordiger(s) van de fractie ontvangen, behoudens de gemeenteraads(commissies), als enige namens de fractie de uitnodigingen en bijhorende bijlagen van vergaderingen van adviesraden, commissies, … De andere gemeenteraadsleden worden op elektronische wijze van de verzending van de uitnodigingen in kennis gesteld. |
|
COMMISSIEWERKING |
Art. 43: |
De gemeenteraad kan commissies oprichten die zijn samengesteld uit gemeenteraadsleden. De commissies hebben als taak de besprekingen in de gemeenteraadszittingen voor te bereiden, advies te verlenen en voorstellen te formuleren over de wijze waarop vorm wordt gegeven aan de inspraak van de bevolking telkens als dat voor de beleidsvoering wenselijk wordt geacht. De commissies kunnen altijd deskundigen en belanghebbenden horen. De gemeenteraad richt de volgende gemeenteraadscommissies op:
|
Art. 44: |
Artikelen 28 en 34 van het decreet lokaal bestuur zijn van overeenkomstige toepassing op de vergaderingen en de stemmingen in de commissies. De regels die betrekking hebben op de werking van de gemeenteraad zijn mutatis mutandis van toepassing op de gemeenteraadscommissies, behoudens afwijkende bepalingen. |
Art. 45: |
De mandaten in iedere commissie worden door de gemeenteraad evenredig verdeeld over de fracties waaruit de gemeenteraad is samengesteld. Elke fractie wijst de mandaten toe door middel van een schriftelijke voordracht gericht aan de voorzitter van de gemeenteraad. Als de voorzitter van de gemeenteraad voordrachten ontvangt voor meer kandidaten dan er mandaten te begeven zijn voor een fractie, dan worden de mandaten toegewezen volgens de volgorde van voorkomen op de akte van voordracht. Tot de eerstvolgende volledige vernieuwing van de gemeenteraad wordt een fractie geacht eenzelfde aantal leden in de commissies te behouden. Indien een of meerdere leden verklaren niet meer te behoren tot de fractie kan dit lid niet meer zetelen, noch als lid van deze fractie, noch als lid van een andere fractie. Niettemin behouden deze fracties het oorspronkelijke aantal leden in de commissie. Om ontvankelijk te zijn moet de akte van voordracht voor elk van de kandidaat-commissieleden ten minste ondertekend zijn door een meerderheid van de leden van de fractie waarvan het kandidaat-commissielid deel van uitmaakt. Indien de fractie van het kandidaat-commissielid slechts uit twee verkozenen bestaat, volstaat de handtekening van een van hen. Niemand kan meer dan een akte ondertekenen per beschikbaar mandaat voor de fractie. Als ten gevolge van de toepassing van de evenredige vertegenwoordiging overeenkomstig het eerste lid een fractie niet vertegenwoordigd is in een commissie, kan de fractie een raadslid aanwijzen dat als lid met raadgevende stem in de commissie zetelt. |
Art. 46: |
Elke gemeenteraadscommissie bestaat uit negen stemgerechtigde leden die op de volgende wijze evenredig verdeeld worden over de fracties
|
Art. 47: |
De gemeenteraadscommissie kiest onder de stemgerechtigde leden een voorzitter. In afwachting van de verkiezing van de voorzitter treedt de voorzitter van de gemeenteraad op als voorzitter van de gemeenteraadscommissie. De burgemeester of schepenen kunnen geen voorzitter zijn van een gemeenteraadscommissie. |
Art. 48: |
§1. De gemeenteraadscommissies worden door de voorzitter van de gemeenteraadscommissie bijeengeroepen. Op verzoek van een derde van de leden van de gemeenteraadscommissie is de voorzitter verplicht de gemeenteraadscommissie bij een te roepen. De agenda van de gemeenteraadscommissie wordt bekend gemaakt door:
§2. De gemeenteraadscommissie "algemeen beleid" vergadert minstens 2 maal per jaar.
|
Art. 49: |
De gemeenteraadscommissies kunnen geldig vergaderen, ongeacht het aantal aanwezige leden. De gemeenteraadsleden kunnen de gemeenteraadscommissies waarvan ze geen deel uitmaken zonder stemrecht bijwonen. |
Art. 50: |
De algemeen directeur wijst een personeelslid aan dat het secretariaat van de gemeenteraadscommissie waarneemt. |
|
VERZOEKSCHRIFTEN |
Art. 51: |
Ieder heeft het recht verzoekschriften, door een of meer personen ondertekend, schriftelijk bij de organen van de gemeente in te dienen. Het verzoekschrift dient aangetekend verstuurd te worden en bevat minstens een toelichtende nota die omstandig het verzoek schetst. De algemeen directeur maakt het verzoekschrift over aan de voorzitter van het orgaan van de gemeente die beslist over de ontvankelijkheid. Ontvankelijke verzoekschriften worden door de voorzitter op de agenda geplaatst, in het geval van de gemeenteraad als laatste agendapunt van de openbare zitting. De voorzitter deelt eveneens mee dat hij onontvankelijke verzoekschriften heeft ontvangen en motiveert de onontvankelijkheid. Verzoekschriften die een onderwerp betreffen dat niet tot de bevoegdheid van de gemeente behoort, zijn onontvankelijk. Een schriftelijke vraag wordt niet als verzoekschrift beschouwd als:
De voorzitter kan de indiener desgevallend om een herformulering van het verzoekschrift verzoeken opdat het als ontvankelijk zou beschouwd kunnen worden. |
Art. 52: |
De gemeenteraad kan de bij hem ingediende verzoekschriften naar het college van burgemeester en schepenen of naar een gemeenteraadscommissie verwijzen met het verzoek om over de inhoud ervan uitleg te verstrekken. De verzoeker of, indien het verzoekschrift door meer personen ondertekend is, de eerste ondertekenaar van het verzoekschrift, kan worden gehoord door een orgaan van de gemeente. In dat geval heeft de verzoeker of de eerste ondertekenaar van een verzoekschrift het recht zich te laten bijstaan door een persoon naar keuze. |
Art. 53: |
De gemeente verstrekt, binnen drie maanden na de indiening van het verzoekschrift, een gemotiveerd antwoord aan de verzoeker of, indien het verzoekschrift door meer personen ondertekend is, aan de eerste ondertekenaar van het verzoekschrift. |
|
DEONTOLOGISCHE CODE |
|
I. Definities en toepassingsgebied |
Art. 54: |
De deontologische code omvat het geheel van beginselen, gedragsregels, richtlijnen en principes dat de lokale mandatarissen tot leidraad dient bij de uitoefening van hun mandaat en bij dienstverlenende activiteiten ten behoeve van de bevolking. Onder "lokale mandatarissen" moeten worden begrepen:
|
Art. 55: |
Lokale mandatarissen die krachtens een beslissing van de gemeenteraad andere mandaten bekleden, zijn er in die hoedanigheid eveneens toe gehouden de bepalingen van de deontologische code na te leven. Zij zullen er tevens over waken dat zij, ook buiten het kader van deze mandaten, geen dienstverlenende activiteiten ontplooien die afbreuk doen aan de eer en de waardigheid van hun ambt. |
Art. 56: |
De in de onderhavige code gehanteerde begrippen "burger" en "bevolking" moeten aldus begrepen worden dat zij ook slaan op groepen, verenigingen, bedrijven, en andere organisaties of entiteiten die particuliere belangen nastreven of behartigen. |
|
II. Algemene plichten, uitgangspunten en doelstellingen |
Art. 57: |
De lokale mandatarissen zullen voor de omschrijving van hun dienstverlenende activiteiten geen termen gebruiken die verwarring kunnen scheppen met officiële, door de overheden ingestelde instanties belast met het verstrekken van informatie of met de behandeling van klachten. Het gebruik van de termen "ombudsdienst", "klachtendienst" en andere afleidingen of samenstellingen is verboden. |
Art. 58: |
Bij hun optreden op en buiten het lokale bestuursniveau (gemeente) en in hun contacten met individuen, groepen, instellingen en bedrijven, geven de lokale mandatarissen ten allen tijde en principieel voorrang aan het algemeen boven het particulier belang. Zij zien er in het bijzonder op toe elke vorm of schijn van belangenvermenging te vermijden. |
Art. 59: |
Iedere vorm van dienstverlening, informatiebemiddeling, doorverwijzing of begeleiding gebeurt zonder enige materiële of financiële tegenprestatie van welke aard of omvang ook en mag geen enkele vorm van cliëntelisme inhouden. |
Art. 60: |
De lokale mandatarissen staan op dezelfde gewetensvolle manier ten dienste van alle burgers die op hun dienstverlening een beroep wensen te doen, zonder onderscheid naar geslacht, ras, afstamming, sociale status, nationaliteit, filosofische en/of religieuze overtuiging, ideologische of politieke voorkeur of persoonlijke gevoelens. |
|
III. Specifieke bepalingen |
|
1. De lokale mandataris als informatiebemiddelaar |
Art. 61: |
Het behoort tot de wezenlijke taken van de lokale mandataris informatie te ontvangen en te verstrekken, in het bijzonder over de diensten die instaan voor informatieverstrekking en over de manier waarop de burger zelf informatie kan opvragen in het kader van de openbaarheid van bestuur. |
Art. 62: |
De lokale mandatarissen stellen informatie ter beschikking van de burger met betrekking tot de werking van de ombudsdiensten en van de diensten die instaan voor de behandeling van klachten over het optreden of het stilzitten van de overheid. |
Art. 63: |
Bepaalde informatie mag door de lokale mandatarissen niet worden verstrekt. Het betreft o.m.:
|
|
2. De lokale mandataris als vertrouwenspersoon |
Art. 64: |
In het kader van hun publiek mandaat kunnen lokale mandatarissen de rol van vertrouwenspersoon vervullen. Zij nemen daarbij de nodige discretie in acht. |
|
3. De lokale mandataris als doorverwijzer |
Art. 65: |
De lokale mandatarissen verwijzen de vragensteller, waar mogelijk, naar de bevoegde administratieve dienst(en). Waar het gaat om de behandeling van klachten en/of conflicten, worden de belanghebbenden in eerste instantie doorverwezen naar de bevoegde klachten- of ombudsdienst. |
|
4. De lokale mandataris als doorverwijzer |
Art. 66: |
De lokale mandatarissen kunnen de burgers ondersteunen en begeleiden in hun relatie met de administratie of met de betrokken instanties. Zij kunnen de burgers helpen om, via de daartoe geëigende kanalen en procedures, een aanvraag te richten tot de overheid, informatie te verkrijgen nopens de stand van zaken in een dossier, daarover nadere uitleg en toelichting te vragen en vragen te stellen over de administratieve behandeling van dossiers. |
Art. 67: |
Bij de administratieve begeleiding en ondersteuning van de burgers respecteren de lokale mandatarissen de onafhankelijkheid van de diensten en van de ambtenaren, de objectiviteit van de procedures en de termijnen die als redelijk moeten worden beschouwd voor de afhandeling van soortgelijke dossiers. |
Art. 68: |
De briefwisseling met de overheid, gevoerd in het kader van de administratieve begeleiding en ondersteuning, wordt uitsluitend op naam van de burger gesteld. Er wordt op geen enkele wijze melding gemaakt van de begeleidende en ondersteunende rol van de lokale mandataris. |
|
IV. Tussenkomsten |
|
1. Bespoedigingstussenkomsten |
Art. 69: |
Bespoedigingstussenkomsten zijn tussenkomsten via dewelke lokale mandatarissen een administratieve procedure proberen te bespoedigen in gevallen of in dossiers die zonder die tussenkomst een regelmatige afloop of resultaat zouden krijgen, maar dan na verloop van een langere verwerkings- of behandelingstermijn. Dergelijke tussenkomsten, die een ongelijke behandeling van de betrokken burgers inhouden, zijn verboden. |
Art. 70: |
Worden niet beschouwd als bespoedigingstussenkomsten en zijn derhalve toegestaan:
|
|
2. Begunstigingstussenkomsten |
Art. 71: |
Begunstigingstussenkomsten zijn tussenkomsten waarbij de lokale mandataris zijn voorspraak aanwendt teneinde de afloop of het resultaat van een zaak of van een dossier te beïnvloeden in de door de belanghebbende burger gewenste zin. Dergelijke tussenkomsten zijn verboden. |
Art. 72: |
Tussenkomsten bij selectievoerende instanties, die tot doel hebben het verhogen van kansen op benoeming, aanstelling en bevordering in de administratie, zijn verboden. Lokale mandatarissen die om steun gevraagd worden door of voor kandidaten die een functie, aanstelling of bevordering ambiëren, delen betrokkene mee dat de aanstelling, de benoeming of de bevordering gebeurt op basis van de geldende normen en procedures. Zij verwijzen de belanghebbende naar de bevoegde dienst of instantie. |
Art. 73: |
Lokale mandatarissen mogen occasioneel en op eigen initiatief personen aanbevelen bij werkgevers in de particuliere sector. Ze mogen geen enkele tegenprestatie, van welke aard ook, beloven of leveren aan de betrokken werkgevers. |
Art. 74: |
Worden niet beschouwd als begunstigingstussenkomsten en zijn derhalve toegestaan:
|
|
V. Onrechtmatige en onwettige voordelen |
Art. 75: |
Iedere bevoordeling of poging tot bevoordeling, waarbij een burger door toedoen, bemiddeling of voorspraak van een lokale mandataris een resultaat poogt te bereiken dat onrechtmatig of onwettig is, is verboden. |
Art. 76: |
Tussenkomsten van lokale mandatarissen met de bedoeling de toewijzing en/of de uitvoering van contractuele verbintenissen met de lokale overheid te beïnvloeden, zijn verboden. |
|
VI. Schijndienstbetoon en ongevraagd dienstbetoon |
Art. 77: |
Alle vormen van schijndienstbetoon, waarbij lokale mandatarissen bewust maar onterecht de indruk wekken dat zij bij de goede afloop van een dossier daadwerkelijk tussenbeide gekomen zijn, zijn verboden. Wanneer een burger daar niet om heeft gevraagd, zal de lokale mandataris hem niet aanschrijven of contacteren teneinde hem, in plaats van of naast de officiële kennisgeving, in kennis te stellen van de beslissing die betreffende het dossier genomen werd. |
Art. 78: |
Alle vormen van ongevraagd dienstbetoon, waarbij lokale mandatarissen wel degelijk daadwerkelijk optreden teneinde een gunstige afloop van een dossier te bewerkstelligen, maar zonder dat de betrokken burger daarom heeft gevraagd, zijn verboden. |
|
VII. Bekendmaking van de dienstverlening |
Art. 79: |
Het is de lokale mandatarissen verboden publiciteit te maken voor dienstverlenende activiteiten. Ze kunnen bekendheid geven aan hun bereikbaarheid voor de bevolking. Die informatieverstrekking wordt beperkt tot het bekendmaken van een of meer contactadressen, naam en mandaat van de lokale mandataris, spreekuren, telefoon- en faxnummer en e-mailadres. Eventueel kan een foto van bescheiden afmetingen worden gepubliceerd. Het eerste lid is niet van toepassing op bladen van politieke partijen of op eigen politieke publicaties. |
Art. 80: |
De lokale mandatarissen maken in hun verkiezingspropaganda en -mailings, die individueel geadresseerd zijn, geen melding van diensten die zij desgevallend voor de betrokkenen hebben verricht. |
|
VIII. Bedrijfsbezoeken |
Art. 81: |
Volgende richtlijnen gelden bij bedrijfsbezoeken, op uitnodiging van de betrokken bedrijven, en dit met het oog op mogelijke overeenkomsten, met het gemeente- en/of OCMW-bestuur, inzake werken, leveringen en diensten : 1. lokale mandatarissen brengen enkel bezoeken aan bedrijven of realisaties vanuit :
3. het is de lokale mandatarissen in het kader van hun mandaat verboden deel te nemen aan door bedrijven gefinancierde reizen of verblijven, welke ook de doelstellingen of oogmerken van de reis of van het verblijf in kwestie zijn; 4. het is de lokale mandatarissen verboden dure geschenken te aanvaarden; giften en geschenken van geringe of symbolische waarde mogen aanvaard worden. |
|
IX. Naleving, controle en sanctionering |
Art. 82: |
De burgemeester en het college van burgemeester en schepenen nemen de nodige maatregelen opdat de dossierbehandelende ambtenaren alle tussenkomsten, welke ook de aard van de tussenkomst of de hoedanigheid van de interveniënt zij, opnemen in het desbetreffende administratieve dossier. De behandelende ambtenaar deelt de interveniënt mee dat de tussenkomst bij het dossier zal worden gevoegd. |
Art. 83: |
Worden niet beschouwd als tussenkomsten die in het administratief dossier dienen te worden opgenomen:
|
Art. 84: |
De lokale mandatarissen verbinden zich ertoe onderhavige deontologische code na te leven. |
|
X. Deontologische commissie |
|
1. Opdracht |
Art. 85: |
De deontologische commissie:
|
|
2. Samenstelling |
Art. 86: |
§1. De deontologische commissie wordt samengesteld overeenkomstig artikel 45 en 46. §2. Het lid van de deontologische commissie dat het voorwerp uit maakt van een melding over een inbreuk kan zich door een lid van dezelfde fractie laten vervangen. Indien de fractie uit slechts één lid bestaat, kan het lid zich laten vervangen door een lid uit een andere fractie. De vervanging geldt voor de volledige duur van de behandeling van de melding. |
|
3. Werking van de commissie |
Art. 87: |
De deontologische commissie vergadert achter gesloten deuren tenzij wanneer bij de behandeling van een melding de betrokken lokale mandataris om de openbaarheid van de vergadering verzoekt. |
|
4. Behandeling van inbreuken |
Art. 88: |
Meldingen over inbreuken worden binnen de 30 dagen volgend op de vermeende inbreuk medegedeeld aan de algemeen directeur. |
Art. 89: |
De algemeen directeur maakt de melding over aan de voorzitter. Een kopie van de melding wordt onverwijld ter kennis gebracht van de betrokken lokale mandataris. |
Art. 90: |
De voorzitter roept de deontologische commissie bij elkaar binnen de 30 dagen na ontvangst van de melding om te oordelen over de ontvankelijkheid van de melding. De termijn vermeld in vorig lid, wordt opgeschort tijdens de maanden juli en augustus. Minstens de volgende meldingen zijn onontvankelijk:
De beslissing over de ontvankelijkheid wordt met een gewone meerderheid genomen. |
Art. 91: |
Indien de deontologische commissie de melding ontvankelijk vindt, roept de voorzitter de deontologische commissie bij elkaar binnen de 30 dagen na de ontvankelijkheidsverklaring om te oordelen over de gegrondheid van de melding. De beslissing over de gegrondheid van de melding wordt met een tweederde meerderheid genomen. Indien de deontologische commissie de melding gegrond vindt, spreekt zij een publieke afkeuring van de handelswijze van de betrokken lokale mandataris uit. Die uitspraak wordt medegedeeld aan de gemeenteraad. |
Art. 92: |
De betrokken lokale mandataris heeft tijdens de behandeling van de melding recht op verdediging. |
|
VERGOEDINGEN EN TERUGBETALING VAN KOSTEN |
Art. 93: |
§1. De gemeenteraadsleden, met uitzondering van burgemeester en schepenen, ontvangen ten laste van de gemeente een presentiegeld voor hun aanwezigheid op de vergaderingen. De voorzitter van de gemeenteraad ontvangt voor de vergaderingen van de gemeenteraad een dubbel presentiegeld. Het presentiegeld bedraagt € 124,98 (gekoppeld aan de spilindex 138,01) voor de vergaderingen vermeld in het besluit van de Vlaamse regering van 6 juli 2018 houdende het statuut van de lokale mandataris, met uitzondering van:
Indien verschillende vergaderingen plaatsvinden op dezelfde dag, wordt slechts één presentiegeld gegeven. §2. De gemeenteraadsleden, inclusief burgemeester en schepenen, kunnen, middels voorlegging van een schuldvordering, om terugbetaling verzoeken van de volgende specifieke kosten die verband houden met hun mandaat: - reiskosten: §3. Aan de leden van het college van burgemeester en schepenen en aan de voorzitter van de gemeenteraad kunnen de volgende werkingsmiddelen ter beschikking gesteld worden:
§4. Aan de leden van het college van burgemeester en schepenen en aan de voorzitter van de gemeenteraad die persoonlijke middelen gebruiken voor de uitoefening van hun mandaat, worden de volgende vergoeding toegekend:
§5. Aan de leden van de gemeenteraad die persoonlijke middelen gebruiken voor de uitoefening van hun mandaat, worden de volgende vergoeding toegekend:
|
|
ERETITELS |
Art. 94: |
Een aftredend gemeenteraadslid, die zijn mandaat gedurende ten minste 10 jaar in Gavere heeft uitgeoefend, kan de gemeenteraad verzoeken hem de eretitel van zijn mandaat te verlenen. Een aftredend schepen, die zijn mandaat gedurende ten minste 10 jaar in Gavere heeft uitgeoefend, kan de gemeenteraad verzoeken hem de eretitel van zijn mandaat te verlenen. |
Art. 95: |
De uitoefening van een mandaat in de vroegere gemeenten Asper, Baaigem, Dikkelvenne, Semmerzake en Vurste, wordt beschouwd als een mandaat uitgeoefend in Gavere. |
Art. 96: |
Het verzoek tot verlening van een eretitel wordt door de betrokkene schriftelijk ingediend bij de voorzitter van de gemeenteraad. Met instemming van de betrokkene kan het verzoek ook worden ingediend door minstens 2 leden van de gemeenteraad. Als de betrokkene overleden is, kan het verzoek worden ingediend door de rechtsopvolgers van de betrokkene of door minstens 2 leden van de gemeenteraad, met instemming van de rechtsopvolgers. |
Art. 97: |
Bij het verzoek wordt, behoudens in het geval de betrokkene overleden is, een verklaring op eer gevoegd waarbij de betrokkene verklaart dat hij voldoet aan de in onderhavig reglement genoemde toekenningsvoorwaarden. |
Art. 98: |
De eretitel van gemeenteraadslid of schepen mag niet gevoerd worden: 1° gedurende de periode dat het mandaat van gemeenteraadslid werkelijk wordt uitgeoefend; 2° door een door een provincie, gemeente of openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn bezoldigde persoon. Voorgaande tekst wordt opgenomen in de akte tot verlening van de eretitel. |
Art. 99: |
De gemeenteraad kan de eretitel intrekken. Hij kan dit alleszins doen als na de toekenning van de eretitel de betrokkene niet blijkt te voldoen aan de in onderhavig reglement genoemde toekenningsvoorwaarden. |
|
OPHEFFINGS- EN OVERGANGSBEPALINGEN |
Art. 100: |
Worden met ingang van heden opgeheven:
|
Art. 101: |
Onderhavig reglement treedt in werking met ingang van heden. |
Art. 102: |
Een afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt de afdeling interne zaken (administratieve organisatie) en elk individueel gemeenteraadslid. |
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 177 en 178.
De financieel directeur rapporteert in volle onafhankelijkheid aan de gemeenteraad en aan het college van burgemeester en schepenen over het debiteurenbeheer, in het bijzonder de invordering van de fiscale en niet-fiscale ontvangsten en het verlenen van kwijting.
In het eerste managementrapport van 2021 werd onder meer uitvoerig gerapporteerd over de organisatiebeheersing, het algemeen kader van het organisatiebeheersingssysteem en de voorafgaande krediet- en wetmatigheidscontrole uitgevoerd door de financieel directeur in 2020.
In dit tweede managementrapport 2021 komt de rapportering over het debiteurenbeheer, de beheerscontrole en de evolutie van de budgetten aan bod.
De rapportering over het debiteurenbeheer 2020 werd uitzonderlijk enkele maanden uitgesteld om de vergelijking van de behaalde resultaten over de jaren heen mogelijk te maken. Een van de genomen maatregelen ter bestrijding van de nadelige effecten van de coronapandemie was namelijk een aangepast debiteurenbeheer in 2020. Belastingplichtigen en klanten van het lokaal bestuur kregen daarbij uitzonderlijk langer betaaluitstel en genoten een meer in de tijd gespreide opvolging van de openstaande belastingaanslagen en facturen. Door het tijdstip van de rapportering over het debiteurenbeheer éénmalig met drie maanden op te schuiven van begin april naar 30 juni, worden de effecten van de toegestane betalingsfaciliteiten omwille van de uitzonderlijke coronapandemie geneutraliseerd in de resultaten van het debiteurenbeheer over de jaren heen.
Tegelijk voegen we een aantal recent ontvangen documenten in bijlage aan dit tweede managementrapport en brengen we deze ter kennis aan de raadsleden. Waaronder de eerste semestriële rapportering over de verledding van de openbare verlichting, de meeste recente Riofinrapportering en het geactualiseerd financieel meerjarenplan 2022-2026 van Hulpverleningszone Centrum.
Wat betreft de rapportering over de financiële risico's wordt verwezen naar de beleidsrapporten van het meerjarenplan 2020-2025 en de jaarrekening 2020. Wat betreft de evolutie van de budgetten wordt verwezen naar de opvolgingsrapportering over het eerste semester van 2021.
De financieel directeur maakt deze rapportering tevens over aan de algemeen directeur.
Art. 1: | Kennis te nemen van het managementrapport 2021-2, zoals gezien in bijlage. |
Art. 2: | Kennis te nemen van de rapportering over het debiteurenbeheer, in het bijzonder de invordering van de fiscale en niet-fiscale ontvangsten, de beheerscontrole en de evolutie van de budgetten, zoals vermeld in het managementrapport 2021-2, gezien in bijlage. |
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 432.
De deelnemende gemeenten worden uitgenodigd om een vertegenwoordiging af te vaardigen in de algemene vergadering van Westlede.
Op de gemeenteraad van 28 januari 2019 werd mevrouw Peggy Demoor, schepen, aangeduid als vertegenwoordiger en de heer Denis Dierick, burgemeester, aangeduid als plaatsvervangend vertegenwoordiger voor de volledige legislatuur.
De agenda van de algemene vergadering van 7 december 2021 bevat de volgende punten:
1. Goedkeuring verslag van de Algemene Vergadering van 1 juni 2021
2. Goedkeuring Activiteiten en Strategie 2022
3. Goedkeuring Begroting 2022
Ter voorbereiding zijn de beschikbare bijlagen en stavingsstukken toegevoegd aan het dossier.
Art. 1: |
De gemeenteraad neemt kennis van de agenda die zal behandeld worden op de algemene vergadering van Intergemeentelijke samenwerking (IGS) Westlede op 7 december 2021 en hecht zijn goedkeuring aan de punten die dit vereisen: 1. Goedkeuring verslag van de Algemene Vergadering van 1 juni 2021 |
Art. 2: |
De vertegenwoordiger en/of zijn plaatsvervanger die zal deelnemen aan de algemene vergadering wordt opgedragen zijn stemgedrag af te stemmen op de beslissing genomen in de gemeenteraad van heden inzake onderhavige aangelegenheid. |
Art. 3: |
Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van de hierbij genomen beslissing en zal onder meer kennis hiervan verrichten aan het secretariaat van Westlede, Smalle Heerweg 60, 9080 Lochristi. |
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 432.
De deelnemende gemeenten worden uitgenodigd om een vertegenwoordiging af te vaardigen in de algemene vergadering van TMVS dv op 14 december 2021.
Op de gemeenteraad van 25 februari 2019 werd mevrouw Christine De Cooman, gemeenteraadslid, aangeduid als vertegenwoordiger en de heer Paul Carion, gemeenteraadslid, als plaatsvervangend vertegenwoordiger in de algemene vergadering.
Op de gemeenteraad van 17 mei 2021 werd gemeenteraadslid Nathalie Vermassen aangeduid als plaatsvervangend vertegenwoordiger in de algemene vergadering.
De agenda van de algemene vergadering van 14 december 2021 bevat de volgende agendapunten:
1. Toetreding van deelnemers
2. Actualisering van bijlagen 1 en 2 aan de statuten ingevolge toetredingen
3. Evaluatie 2021, te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie 2022 (cfr. artikel 432 DLB)
4. Begroting 2022 (cfr. artikel 432 DLB)
5. Actualisering presentievergoeding ingevolge indexaanpassing
6. Statutaire benoemingen
Varia
Ter voorbereiding zijn de beschikbare bijlagen en stavingsstukken toegevoegd aan het dossier.
Cfr. artikel 432, alinea 3 van het decreet over het lokaal bestuur dient het mandaat van de vertegenwoordiger te worden herhaald voor elke algemene vergadering.
Art. 1: |
Gemeenteraadslid Christine De Cooman, wonende te Steenweg 6, 9890 Gavere te bevestigen als vertegenwoordiger in aan de algemene vergadering van TMVS dv van 14 december 2021. |
Art. 2: |
Gemeenteraadslid Nathalie Vermassen, wonende te Arboretumstraat 55, 9890 Gavere te bevestigen als plaatsvervangend vertegenwoordiger in de algemene vergadering van TMVS dv van 14 december 2021. |
Art. 3: |
Kennis te nemen van de agenda die zal behandeld worden op de algemene vergadering van TMVS dv die plaatsvindt op 14 december 2021 en zijn goedkeuring te hechten aan de punten die dit vereisen: 1. Toetreding van deelnemers |
Art. 4: |
De raad draagt de aangeduide vertegenwoordiger/plaatsvervangend vertegenwoordiger op om namens het bestuur alle akten en bescheiden met betrekking tot de algemene vergadering van TMVS dv vastgesteld op 14 december 2021, te onderschrijven en haar/zijn stemgedrag af te stemmen op het in de beslissing van de gemeenteraad van heden bepaalde standpunt met betrekking tot de agendapunten van voormelde algemene vergadering. |
Art. 5: |
Het college van burgemeester en schepenen te gelasten met de uitvoering van voormelde beslissingen en onder meer kennisgeving hiervan te verrichten aan TMVS dv, hetzij per post p/a TMVW, Stropstraat 1 te 9000 Gent, hetzij per e-mail op 20211214BAVTMVS@farys.be. |
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 41 2e lid 4°.
Gemeente Gavere is aangesloten bij de opdrachthoudende vereniging Gaselwest en werd per aangetekend schrijven van 23 september 2021 opgeroepen om deel te nemen aan de algemene vergadering tevens jaarvergadering van Gaselwest op 21 december 2021 met de volgende agenda:
1. Bespreking in het kader van artikel 432 van het Vlaams decreet lokaal bestuur van de te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie voor het boekjaar 2022 alsook van de door de Raad van Bestuur opgestelde begroting 2022.
2. Vaststelling van de uitkering overeenkomstig artikel 6:114 ev WVV.
3. (Neven)activiteiten – Aanvaarding wijziging deelnemerschap.
4. Statutaire benoemingen.
5. Statutaire mededelingen.
Op de gemeenteraad van 25 februari 2019 en 29 april 2019 werd de heer Denis Dierick, burgemeester, aangeduid als vertegenwoordiger en de heer Jean-Pierre Sprangers, gemeenteraadslid, als plaatsvervangend vertegenwoordiger in de algemene vergadering.
Het artikel 432, alinea 3 van het decreet over het lokaal bestuur bepaalt dat de vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger dient te worden herhaald voor elke algemene vergadering.
Door het coronavirus COVID-19, staat het op heden niet vast onder welke vorm deze buitengewone algemene vergadering zal kunnen plaatsvinden.
Gelet op de huidige federale richtlijnen alsook de politiebesluiten van de gouverneurs en de informatie via het Agentschap Binnenlands Bestuur omtrent het coronavirus COVID-19 (en de mogelijke evolutie in en aanpassing van deze richtlijnen en informatie) en de impact hiervan op onderhavige bijeenkomst kan desgevallend overgegaan worden tot het houden van een digitale buitengewone algemene vergadering indien dit noodzakelijk mocht blijken.
Art. 1: |
Denis Dierick, burgemeester, wonende te Muntekouter 3, 9890 Gavere, te bevestigen als vertegenwoordiger in de algemene vergadering van Gaselwest op 21 december 2021. |
Art. 2: |
Jean-Pierre Sprangers, gemeenteraadslid, wonende te Hofkouterstraat 35, 9890 Gavere, te bevestigen als plaatsvervangend vertegenwoordiger in de algemene vergadering van Gaselwest op 21 december 2021. |
Art. 3: |
Zijn goedkeuring te hechten aan de agenda van de algemene vergadering van Gaselwest op 21 december 2021:
|
Art. 4: |
De vertegenwoordiger van de gemeente Gavere die zal deelnemen aan de fysieke of digitale algemene vergadering van Gaselwest op 21 december 2021 (of iedere andere datum waarop deze uitgesteld of verdaagd zou worden) op te dragen zijn/haar stemgedrag af te stemmen op de beslissingen genomen in de gemeenteraad van heden. |
Art. 5: |
Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van voormelde beslissingen en onder meer kennisgeving hiervan te verrichten aan de opdrachthoudende vereniging Gaselwest, uitsluitend op het e-mailadres vennootschapssecretariaat@fluvius.be. |
Wet van 5 augustus 1992 op het politieambt, artikel 25/4.
De politiediensten zijn belast met de zeven basisfunctionaliteiten, waaronder verkeer. De politie staat daarbij in voor het ontplooien van politionele activiteiten van preventieve en repressieve aard met als einddoel veilig en vlot verkeer op alle wegen. Verkeersveiligheid is tevens één van de tien veiligheidsclusters in het nationaal veiligheidsplan en één van de prioriteiten in het zonaal veiligheidsplan 2020-2025.
De politiezone Schelde-Leie analyseert voor het opmaken van het zonale veiligheidsplan de veiligheid en leefbaarheid steeds objectief en subjectief. Uit de analyses van de verkeerscontroles blijkt dat het globale aantal snelheidsovertreders binnen de politiezone met 3% steeg t.a.v. de vorige beleidscyclus. Uit de laatste veiligheidsenquête bij de lokale bevolking, georganiseerd in het najaar 2018, staat “meer snelheidscontroles” in de top drie van de verbeterpunten voor de politiezone.
Er werden door de politiezone Schelde-Leie op dit vlak al heel wat extra inspanningen geleverd, waarbij doelstellingen op korte, middellange en lange termijn werden bepaald. Het ging daarbij onder meer over: de voorbeeldfunctie van de politie zelf, de heroriëntering van de verkeerscontroles naar plaats, tijdstip en wijze van uitvoering, afgestemd op de onveiligheidsfenomenen, het verstrekken van informatie aan de overtreders tijdens de vaststelling van overtredingen waardoor tijdens de controles de aandacht werd gevestigd op de bewustwording over de gevaren van dergelijke overtreding bij de overtreder. Daarnaast werden ook de wijkpolitie en de scholen betrokken voor resp. aandacht voor lokale fenomenen en verkeersopvoeding. Ten slotte werd de administratieve werklast van de verkeersdienst vereenvoudigd zodat de focus kon verlegd worden naar de kern van hun opdrachten.
Door de inzet van meer mensen en middelen, zoals ook camera’s, wordt de pakkans van overtreders vergroot. De politiezone beschikt nu reeds over twee onbemande snelheidscamera’s die hun nut al hebben bewezen. Op de N60 tussen kilometerpalen 11,3 en 14,0 (grondgebied Gavere en Nazareth) werd door het Agentschap Wegen en Verkeer in beide richtingen trajectcontrole ingericht, d.m.v. ANPR-camera’s, een intelligente vorm van cameratoezicht waarbij het systeem automatisch kentekenplaten kan lezen. In tegenstelling tot klassieke flitscamera’s, hebben ANPR-camera’s een hoge preventieve waarde maar kunnen zij tegelijk ook de heterdaadkracht van de politie vergroten.
Deze camera’s kunnen als technisch hulpmiddel en als onderdeel van een groter pakket aan maatregelen, de politiezone ondersteunen in haar kernopdrachten. De korpschef acht het dan ook opportuun de camera’s zo efficiënt mogelijk in te zetten en deze bijgevolg, naast het gebruik van de trajectcontrole, eveneens aan te wenden ter ondersteuning van opdrachten van bestuurlijke of gerechtelijke politie. Uit de eerder vernoemde veiligheidsenquête blijkt immers ook dat het onveiligheidsgevoel in de politiezone is toegenomen.
Voor de doeleinden van bestuurlijke en gerechtelijke politie, worden de camera’s ingezet conform de voorwaarden zoals bepaald in de WPA en met respect voor de beperkingen gesteld in art. 25/3, §2 en §3 WPA en de beginselen en verplichtingen inzake gegevensbescherming zoals bepaald in de wetgeving terzake.
Art. 25/4, §1, 1° WPA bepaalt dat de gemeenteraad voorafgaandelijk principiële toestemming moet verlenen om aan de politiediensten toe te laten camera’s te gebruiken op het grondgebied dat onder zijn bevoegdheid valt. De toestemmingsaanvraag van de korpschef aan de gemeenteraad dient daarbij:
De korpschef wil met zijn toestemmingsaanvraag de leden van de gemeenteraad transparant en volledig informeren van de huidige stand van zaken van de (beoogde) inzet van camera’s door de politiezone zodat zij met kennis van zaken hun democratische rol kunnen vervullen bij de afweging van het al dan niet verlenen van hun geïnformeerde toestemming. De toestemmingsaanvraag bevat dan ook alle vereiste punten, zoals hierboven omschreven.
Overwegingen:
Art. 1: | Aan de politiezone Schelde-Leie toestemming te verlenen tot het gebruik van zichtbare, intelligente vaste camera’s (ANPR), overeenkomstig de wettelijke bepalingen en overeenkomstig de gebruiksmodaliteiten zoals omschreven in de toestemmingsaanvraag, op volgende plaatsen:
|
Art. 2: | Een afschrift van deze beslissing over te maken aan:
|
Art. 3: | De politiezone Schelde-Leie staat in voor de bekendmaking overeenkomstig artikel 25/4 §4 3e lid van de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt. |
Elke gemeenteraad dient de dotatie vast te stellen die aan de politiezone zal worden toegekend. Deze dotatie wordt opgenomen in het gemeentelijk budget en dient overeen te stemmen met het bedrag in de politiebegroting. Het aandeel van de gemeente Gavere bedraagt 25,78%.
Op 21 oktober 2021 stelde de politieraad haar begrotingswijziging nummer 1 en 2 van boekjaar 2021 vast. De gewone dotatie 2021 ten laste van de gemeente Gavere daalt ten opzichte van de oorspronkelijke begroting 2021 met € 277.639,79 en bedraagt € 947.305,21. De hoofdreden van deze vermindering is de opname en verwerking van het positieve resultaat uit de jaarrekening 2020 van de politiezone. De aanpassing van de gewone dotatie 2021 wordt opgenomen in de eerstvolgende meerjarenplanaanpassing 2020-2025 van lokaal bestuur Gavere.
De buitengewone dotatie 2021 ten laste van de gemeente Gavere blijft ongewijzigd en bedraagt nog steeds € 53.622,40. De buitengewone dotatie 2021 wordt door de politiezone pas afgerekend na opmaak van de jaarrekening 2021 begin boekjaar 2022. De buitengewone dotatie 2021 wordt dan ook gebudgetteerd in het gemeentelijk meerjarenplan op boekjaar 2022.
Art. 1: |
De exploitatiedotatie van de gemeente Gavere aan Politiezone Schelde-Leie voor het dienstjaar 2021 wordt vastgesteld op € 947.305,21 en opgenomen op beleidsitem 0400-00 en algemene rekening 649300 “toelagen aan andere overheidsinstellingen” van boekjaar 2021 van het gemeentelijk meerjarenplan 2020-2025. |
Art. 2: |
De investeringsdotatie van de gemeente Gavere aan Politiezone Schelde-Leie voor het dienstjaar 2021 wordt vastgesteld op het bedrag van € 53.622,40 en opgenomen op beleidsitem 0400-00 en algemene rekening 664300 “toegestane investeringssubsidies aan andere overheidsinstellingen” van boekjaar 2022 van het gemeentelijk meerjarenplan 2020-2025. |
Art. 3: |
Bovenstaande kredieten worden opgenomen in de eerstvolgende meerjarenplanaanpassing 2020-2025 van de gemeente Gavere. |
Art. 4: |
Een eensluidend afschrift van deze beslissing wordt, overeenkomstig artikel 71 van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst op twee niveaus, binnen de twintig dagen bezorgd aan de provinciegouverneur van Oost-Vlaanderen en voor goedkeuring aan de Federale directie politiezaken en wapens. Een eensluidend afschrift wordt eveneens bezorgd aan de voorzitter van het politiecollege met het oog op de kennisgeving aan de politieraad. |
De dotaties van de gemeenten voor de hulpverleningszone worden jaarlijks vastgelegd door de gemeenteraad op basis van een akkoord bereikt tussen de verschillende betrokken gemeenten. De bijdrage van de gemeente Gavere bedraagt voor het 2022 0,81% van de te verdelen dotaties.
In functie van de ontwerpbegroting 2022 en door de gemeenten aanvaarde verdeelsleutel, dient de gemeente Gavere onderstaande dotaties te betalen voor 2022:
De begroting 2022 verwerkt het resultaat van de rekening 2020 van Hulpverleningszone Centrum. Een andere voorname bijsturing is de toename van de federale dotaties aan de hulpverleningszones. Samen genomen leiden de bijgestelde prognoses voor komend boekjaar tot een daling van de gemeentelijke exploitatiedotatie 2022 van € 12.758,37 ten opzichte van het eerder opgemaakt financieel meerjarenplan van Hulpverleningszone Centrum. De investeringen dalen met € 117,02 ten opzichte van dit eerder opgemaakt financieel meerjarenplan. Een detail van de prognoses per economische rubriek van de ontvangsten en de uitgaven, zowel voor de gewone als de buitengewone dienst, zit in bijlage aan dit besluit.
Het totaal aan gemeentelijke dotaties bedraagt voor 2022 € 427.282,11. De dotaties 2022 worden opgenomen in de eerstvolgende meerjarenplanaanpassing.
De financieel directeur verleende op 10 september 2021 zijn visum voor de dotaties aan Hulpverleningszone Centrum.
Art. 1: |
De exploitatiedotatie van de gemeente Gavere aan Hulpverleningszone Centrum voor het dienstjaar 2022 wordt vastgesteld op € 383.442,63 en opgenomen op beleidsitem 0410-00 en algemene rekening 649300 “toelagen aan andere overheidsinstellingen” van boekjaar 2022. De bijdrage voor de pensioenen van de gemeente Gavere aan Hulpverleningszone Centrum voor het dienstjaar 2022 wordt vastgesteld op € 1.312,50 en opgenomen op beleidsitem 0410-00 en algemene rekening 649300 “toelagen aan andere overheidsinstellingen” van boekjaar 2022. |
Art. 2: |
De investeringsdotatie van de gemeente Gavere aan Hulpverleningszone Centrum voor het dienstjaar 2022 wordt vastgesteld op het bedrag van € 42.526,98 en opgenomen op beleidsitem 0410-00 en algemene rekening 664300 “toegestane investeringssubsidies aan andere overheidsinstellingen” van boekjaar 2023. |
Art. 3: |
Bovenstaande kredieten worden opgenomen in de eerstvolgende meerjarenplanaanpassing. |
Art. 4: |
Een eensluidend afschrift wordt bezorgd aan Hulpverleningszone Centrum, Roggestraat 70 te 9000 Gent, en de toezichthoudende overheid t.a.v. Federale diensten van de gouverneur, Kalandeberg 1 te 9000 Gent. |
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 40 §1 en §2.
Tegen 1 januari 2023 moeten sociale huisvestingsmaatschappijen (SHM’s) en sociale verhuurkantoren (SVK’s) één woonactor vormen met maar één speler per gemeente,
de "woonmaatschappij". Elke woonmaatschappij opereert in een uniek, niet-overlappend en aaneensluitend werkingsgebied binnen de vastgelegde regio en verenigt alle sociale huur- én koopactiviteiten in de gemeente of in een cluster van gemeente.
Met de vorming van de woonmaatschappij wenst de Vlaamse regering de dienstverlening te verhogen, de complementaire werking van het sociaal verhuurkantoor en de sociale huisvestingmaatschappij te verenigen, de transparantie te verhogen, de regierol van het lokaal bestuur te doen primeren en de lokale betrokkenheid en zeggenschap te waarborgen.
In een eerste stap in het proces tot oprichting van de woonmaatschappij moet het werkingsgebied worden vastgelegd. De Vlaamse regering wenst dat deze nieuwe werkingsgebieden lokaal gedragen zijn en kent een uitdrukkelijke rol toe aan de lokale besturen. De Vlaamse regering roept daarbij lokale besturen op om een voorstel te doen om de werkingsgebieden voor de nieuwe woonmaatschappijen af te bakenen.
De keuze van de gemeente voor het werkingsgebied van de woonmaatschappij dient vast te liggen tegen ten laatste 31 oktober 2021.
Om de gesprekken tussen de besturen te bemiddelen stelde Wonen-Vlaanderen facilitatoren ter beschikking. Vanuit lokaal bestuur Merelbeke werd op 12 april 2021 een aanvraag voor een facilitatieopdracht geïnitieerd die meer werd onderschreven door de lokale besturen van De Pinte, Destelbergen, Deinze, Gavere, Merelbeke, Melle, Nazareth, Sint-Martens-Latem en Zulte. Doorheen de traject sloten ook de gemeenten Aalter en Lievegem aan.
Er werd een akkoord gevonden met deze besturen om een werkingsgebied te vormen en de stemmen te verdelen. Dit akkoord werd vormgegeven in een afsprakenkader waar een aantal bijkomende afspraken werden gemaakt waartoe de gemeenten zich gezamenlijk engageren waarbij verwachtingen naar de woonmaatschappij werden geuit:
Met dit voorstel van afbakening ontstaat een werkingsgebied met 2490 sociale huurwoningen van de sociale huisvestingsmaatschappijen en 283 woningen die op de private markt worden ingehuurd, de huidige SVK-woningen (data d.d. 31 december 2020) en werden alle andere verwachtingen en randvoorwaarden zoals zijn opgenomen in de brief van de minister vervuld:
De regelgeving schrijft voor dat de gemeenten die samen het werkingsgebied vormen over minimaal 50 % +1 van de stemrechten beschikken en dat de overige stemrechten (= max. 50%-1) worden verdeeld over de publieke (Vlaams gewest, provincie) en private aandeelhouders. Wat de stemverdeling tussen de gemeenten onderling betreft stellen de betrokken gemeenten een eerder eenvoudig systeem te hanteren. Hierbij wordt rekening gehouden met het aantal sociale huurwoningen in de gemeenten en met het aantal huishoudens. Aan de eerste indicator (aantal sociale huurwoningen) wordt een gewicht van 50/100ste toegekend, aan de tweede (aantal huishoudens) een gewicht van 50/100ste. Omdat de betrokken gemeenten de woonmaatschappij als een samenwerking van partners-gemeenten beschouwen wordt in deze onderlinge verdeling van stemrechten de correctie ingebouwd dat een gemeente of stad nooit minder dan 5% van de stemrechten van de publieke sector kan bekomen. In deze situatie wordt dit opgetrokken tot 5%.
Op het bovenlokaal woonoverleg van 23 september 2021 werden alle lokale besturen die samen het werkingsgebied zullen vormen samengebracht en werd advies gevraagd aan de woonactoren met betrekking tot de afbakening van het werkingsgebied.
De woonactoren die aanwezig waren en actief zijn op het grondgebied van de gemeente zijn gaven onderstaand advies:
Art. 1: | Adviseert om lokaal bestuur Gavere tot een werkingsgebied met volgende gemeenten te laten behoren:
|
Art. 2: | Het afsprakenkader en het aanvraagformulier goed te keuren, zoals gezien in bijlage. |
Art. 3: | De gemeenteraad uit zijn ongenoegen over het proces met betrekking tot de afbakening van het werkingsgebied. |
Art. 4: | Deze beslissing in toepassing van artikel 330 e.v. van het decreet lokaal bestuur bekend te maken aan de toezichthoudende overheid. |
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 41 2e lid 11° en 293.
Op de site "Vertronics" is reeds enkele jaren een woonproject in voorbereiding door een projectontwikkelaar.
Om in het aanpalende binnengebied een volwaardig en aaneengesloten park te kunnen aanleggen (ca 8.000 m²) was het aangewezen en zelfs noodzakelijk om percelen eigendom van de gemeente en van de aanpalende eigenaar (site Vertronics) te herschikken.
Veneco onderhandelde met de private partij om tot een publiek-private samenwerking te komen. Het doel van de samenwerking is dat de private partij delen van percelen van de gemeente verwerft om deze samen te voegen bij zijn percelen om zo een waardevol woonproject van 48 woonentiteiten te realiseren. Omgekeerd zullen private percelen overgedragen worden aan de gemeente om zo een aaneengesloten park te kunnen realiseren.
De onderhandelingen resulteerden in een samenwerkingsovereenkomst die op 25 mei 2020 door de gemeenteraad werd goedgekeurd en op 5 juni 2020 werd ondertekend.
De private partij bekwam een definitieve omgevingsvergunning op 28 april 2021.
In het addendum worden de volgende wijzigingen aangebracht in de oorspronkelijke overeenkomst:
Art. 1: | Het addendum aan de samenwerkingsovereenkomst, met bijhorende bijlagen, goed te keuren, zoals gezien in bijlage. |
Art. 2: | Het college van burgemeester en schepenen te gelasten met de uitvoering van deze beslissing. |
Art. 3: | Een afschrift van deze beslissing over te maken aan:
|
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 41 2e lid 11° en 293.
Op de site "Vertronics" is reeds enkele jaren een woonproject in voorbereiding door een projectontwikkelaar.
Om in het aanpalende binnengebied een volwaardig en aaneengesloten park te kunnen aanleggen (ca 8.000 m²) was het aangewezen en zelfs noodzakelijk om percelen eigendom van de gemeente en van de aanpalende eigenaar (site Vertronics) te herschikken.
Veneco onderhandelde met de private partij om tot een publiek-private samenwerking te komen. Het doel van de samenwerking is dat de private partij delen van percelen van de gemeente verwerft om deze samen te voegen bij zijn percelen om zo een waardevol woonproject van 48 woonentiteiten te realiseren. Omgekeerd zullen private percelen overgedragen worden aan de gemeente om zo een aaneengesloten park te kunnen realiseren. Door de aard van de vastgoedtransactie is een afwijking van de basisprincipes van transparantie en mededinging verantwoord.
De onderhandelingen resulteerden in een samenwerkingsovereenkomst. De gemeenteraad keurde de samenwerkingsovereenkomst goed op 25 mei 2020 en keurde het addendum goed op 25 oktober 2021. De ontwerpakte geeft uitvoering aan de samenwerkingsovereenkomst en het addendum.
Art. 1: | De ontwerpakte, opgemaakt door de geassocieerde notarissen De Wulf, Verbist, Van Poucke, Vanderlinden & Balliere uit Gent (Oostakker), in het kader van de publiek-private samenwerking woonproject Onderstraat en gemeentelijk park, goed te keuren, zoals gezien in bijlage, meer bepaald:
|
Art. 2: | De voorzitter en de algemeen directeur te machtigen de akte te ondertekenen. |
Art. 3: | Een afschrift van deze beslissing over te maken aan:
|
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 41 2e lid 11°.
De woning Molenstraat 3 sluit aan bij het privaat domein van de gemeente in de Warandeklim en bij de voortuin van het administratief centrum. De woning heeft een interessante ligging voor de verdere ontwikkeling van het kerngebied van Gavere.
De woning is kadastraal gekend als Gavere, 1e afdeling, sectie A, nrs. 315/K, 349/K en 349/L en heeft een totale kadastrale oppervlakte van 843 m².
De eigenaars hebben op 23 september een verkoopbelofte ondertekend. Er is een recent schattingsverslag dat de waarde van de woning schat op € 390.000.
Art. 1: |
De gemeente Gavere licht de koopoptie die haar werd verleend in de verkoopbelofte van 23 september 2021 ondertekend, zoals gezien in bijlage. De gemeenteraad gaat principieel akkoord met de onderhandse aankoop van de woning (kadastraal bekend als Gavere, 1e afdeling, sectie A, nrs. 315/K, 349/K en 349/L) gelegen Molenstraat 3 te Gavere, met een totale kadastrale oppervlakte van 843 m², onder de voorwaarden vermeld in de verkoopbelofte. |
Art. 2: |
Het college van burgemeester en schepenen te gelasten met de uitvoering van de onderhavige beslissing. |
Art. 3: |
Een afschrift van deze beslissing over te maken aan de afdeling interne zaken (dienst administratieve organisatie en dienst financiële organisatie). |
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 41 2e lid 11°.
Tussen het perceel kadastraal gekend Gavere 1e afdeling, sectie A, nr. 17V en de Donkstraat ligt een spievormig perceel met oppervlakte 585 m² dat deels is bebost. Dit perceel maakte samen met de Donkstraat deel uit van het openbaar domein van de gemeente en is in die vorm ontstaan ingevolge verplaatsingen van de weg in 1924 en 1936 en ingevolge de ruilverkaveling Ouwegem van 11 augustus 1978 (deels gelegen in de gemeenten Kruishoutem, Gavere en Zingem).
De gemeenteraad besloot tot de verkoop van het perceel met toepassing van de principes van transparantie en mededinging. De gemeenteraad heeft de minimale verkoopprijs vastgelegd op € 20.475. Het college van burgemeester en schepenen heeft besloten tot een openbare verkoop, via het platform Biddit.
Het college van burgemeester en schepenen heeft de geassocieerde notarissen Brigitte Vermeersch & Maniola Spitaels aangeduid als instrumenterend ambtenaar. De raad dient de ontwerpakte goed te keuren voor het plaatsvinden van de verkooptransactie.
Art. 1: |
De ontwerpakte (verkoopsvoorwaarden) met betrekking tot de verkoop van het perceel, zoals in paars afgebeeld op het proces-verbaal van opmeting, opsplitsing & afbakening van 18 december 2019, geprekadastreerd als Gavere 1e afdeling Sie A nr. 1122A, goed te keuren, zoals gezien in bijlage. |
Art. 2: |
De voorzitter en de algemeen directeur zullen de akte namens de gemeente ondertekenen. |
Art. 3: |
Een afschrift van deze beslissing over te maken aan de afdeling interne zaken (dienst administratieve organisatie en dienst financiële organisatie), de afdeling grondgebiedszaken en geassocieerde notarissen Brigitte Vermeersch & Maniola Spitaels. |
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 41 2e lid 11°.
De parochiekerk Sint-Bavo wordt sinds februari 2017 niet langer gebruikt voor de eredienst. In het addendum 1 van het kerkenbeleidsplan (2021) werd de parochiekerk Sint-Bavo aangewezen om op de korte termijn (2020-2025) herbestemd te worden. In het addendum 1 van het kerkenbeleidsplan werden over de wijze waarop de herbestemming tot stand kan komen afspraken gemaakt tussen de burgerlijke overheid (gemeente Gavere) en de kerkelijke overheid (bisdom Gent).
De pastorij van Baaigem wordt niet langer gebruikt als woning van de bedienaar van de eredienst. De pastorij werd door het bisdom Gent op 6 juni 2017 gedesaffecteerd en kan een nieuwe functie krijgen.
Gezien hun configuratie worden beide goederen in één uitgiftedossier aangeboden. De parochiekerk kan samen met de pastorij of zonder de pastorij herbestemd worden.
Het uitgiftedossier kwam tot stand in samenspraak met verschillende partners (kerkfabriek Sint-Bavo Baaigem, bisdom Gent, Agentschap Onroerend Erfgoed, de Intergemeentelijke Onroerend ErfgoedDienst (IOED) Leie-Schelde en Veneco) en bevat:
Het uitgiftedossier voorziet in meerdere mogelijke zakelijke rechten, waarvoor een geldig en recent schattingsverslag aanwezig is die de waarde van de onroerende goederen bepaalt.
Overeenkomstig artikel 293 van het decreet over het lokaal bestuur worden onroerende goederen van de gemeente altijd vervreemd volgens de principes van mededinging en transparantie, behalve als er een motivering wordt gegeven voor een afwijking daarvan. Er zijn geen redenen om af te wijken van het principe van mededinging en transparantie: het uitgiftedossier bevat hiertoe voldoende garanties.
Art. 1: | Het uitgiftedossier voor herbestemming "Sint-Bavo-site Baaigem (Gavere)", goed te keuren zoals gezien in bijlage. |
Art. 2: | Het college van burgemeester en schepenen te gelasten met de uitvoering van onderhavige beslissing. |
Art. 3: | Een afschrift van deze beslissing over te maken aan de kerkfabriek Sint-Bavo Baaigem. |
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 41 2e lid 11°.
De concessieovereenkomst tussen de gemeente en DH-Cleaning nv voor de uitbating van café Club werd stopgezet met ingang van 15 oktober 2020. Het is aangewezen om voor het café een nieuwe uitbater te vinden zodat het café terug kan openen na de huidige lock down maatregelen.
Het college van burgemeester en schepenen stelt voor om onder vorm van een concessie op de uitbating van het betrokken pand een nieuwe marktbevraging te lanceren.
Op basis van eerdere aanvaringen is het aangewezen om in de volgende overeenkomst geen conciërgetaken meer op te nemen met betrekking tot het aanpalende gemeentelijk ontmoetingscentrum Racing. Wel blijft het opportuun om de concessieovereenkomst af te sluiten voor de duur van minstens drie jaar met een proefperiode van 12 maanden en de overeenkomst verlengbaar te stellen zonder dat de totale termijn langer kan zijn dan 9 jaar.
Een eerste aankondiging dit voorjaar leverde slechts één inschrijving op die naderhand werd ingetrokken. De onzekerheid rond de heropening van de horeca na de maatregelen ter bestrijding van de coronapandemie speelden hierbij beslist een rol.
Inmiddels werd verder werk gemaakt van een grondige renovatie en opfrissing van de lokalen en privé ruimten van het pand. Een nieuwe aankondiging kan nu in een gunstiger perspectief worden gelanceerd.
In bijlage is toegevoegd:
Art. 1: | De uitbating van het pand café Club met adres te Markt 22, 9890 Gavere wordt aangeboden onder de vorm van een concessie. |
Art. 2: | Het model van concessieovereenkomst en het bijhorend inschrijvingsformulier worden vastgesteld, zoals gezien in bijlage. |
Art. 3: | Over te gaan tot bekendmaking van deze opdracht. Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met het uitvoeren van een marktbevraging. |
Art. 4: | Een afschrift van deze beslissing over te maken aan de afdeling interne zaken (dienst financiële organisatie) en de afdeling vrijetijdszaken (dienst cultuur). |
Het meerjarenplan 2020-2025 voorziet onder beleidsdoelstelling 1 (Gavere, een aantrekkelijke gemeente) actieplan 129 "duurzame en kwaliteitsvolle invulling van het ruimtelijk beleid".
Met dit actieplan wenst het bestuur in te zetten op een verhoging van de ruimtelijke kwaliteit. Hiervoor zijn 3 acties voorzien:
De doelstelling van actie 265 is:
Onderhavige stedenbouwkundige verordening kadert in actie 265 en heeft volgende doelstellingen:
De procesaanpak van deze stedenbouwkundige verordening is gebaseerd op de procedure zoals voorzien in de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO), artikels 2.3.2 §2, §2/1 en §2/2 en het Besluit van de Vlaamse Regering houdende regeling van het openbaar onderzoek over stedenbouwkundige verordeningen.
Het voorontwerp van de verordening "kwalitatieve meergezinswoningen" werd vastgesteld door het college van burgemeester en schepenen op 29 maart 2021.
Er werd advies gevraagd over dit voorontwerp aan de gemeentelijke commissie ruimtelijke ordening (gecoro) op 20 april 2021.
Dit voorontwerp werd vervolgens toegelicht aan de gemeenteraadscommissie algemeen beleid op 27 april 2021.
Het ontwerp van de verordening "kwalitatieve meergezinswoningen" werd vastgesteld door het college van burgemeester en schepenen op 31 mei 2021.
Er werd een openbaar onderzoek georganiseerd over dit ontwerp van 14 juni 2021 tot en met 13 juli 2021, na voorafgaande (9 juni 2021) bekendmaking in het Belgisch staatsblad , op de gemeentelijke website , in het lokaal weekblad "Etalage".
Er werd advies gevraagd over de ontwerp-verordening aan het departement omgeving, het provinciebestuur Oost-Vlaanderen en de gecoro.
De resultaten van het openbaar onderzoek en adviesronde zijn terug te vinden in bijgevoegde nota.
Er werd ontheffing van de plan-MER plicht bekomen door het departement omgeving, afdeling gebiedsontwikkeling, omgevingsplanning en -projecten, dienst milieueffectrapportage op 28 september 2021.
Voorliggende ontwerp-verordening "kwalitatieve meergezinswoningen" werd gewijzigd t.o.v. de voorontwerp-verordening, op basis van de resultaten van het openbaar onderzoek en de uitgebrachte adviezen:
Art. 1: |
De ontwerp-stedenbouwkundige verordening "kwalitatieve meergezinswoningen" (definitief) vast te stellen, zoals gezien in bijlage. |
Art. 2: |
De gemeentelijke stedenbouwkundige verordening "kwalitatieve meergezinswoningen" binnen de tien dagen te bezorgen aan de deputatie van de provincie Oost-Vlaanderen en het departement omgeving van de Vlaamse overheid. |
Art. 3: |
Een afschrift van deze beslissing over te maken aan de ontwerper van de verordening (Veneco) en de afdeling grondgebiedszaken. |
De laatste jaren zijn er in onze gemeente veel meergezinswoningen bijgebouwd.
Ondanks het huidig aanbod aan appartementen blijft onze gemeente aantrekkelijk voor nieuwe ontwikkelingen. Wanneer deze trend zich doorzet, dreigt het karakter van onze kernen verloren te gaan.
Het bestuur wenst de "appartementiseringsdruk" te beheersen door het herzien van het RUP "Markt en omgeving" en het invoeren van een stedenbouwkundige verordening "kwalitatieve meergezinswoningen".
Deze instrumenten zullen ervoor zorgen dat er een beter localisatiebeleid is rond meergezinswoningen, dat er m.a.w. enkel nog meergezinswoningen kunnen komen op plaatsen waar ruimtelijke kwaliteit kan gegarandeerd worden.
Ondanks deze ruimtelijke instrumenten verhogen inbreiding en verdichtingsprojecten de druk op het bestaande bebouwde weefsel, o.a. door toename van verharding, parkeervraag e.d.
Om te vermijden dat de ruimtelijke draagkracht van de omgeving wordt overschreden, moeten compenserende maatregelen genomen worden die een meerwaarde genereren voor de omgeving, zoals de aanleg van publieke groene ruimte, langzaam verkeersverbindingen, ...
Deze (voor de omgeving) compenserende maatregelen beperken zich niet tot het privaat domein van de ontwikkelingen zelf, maar dienen vaak gerealiseerd op het openbaar domein. Bijgevolg is het opportuun om een reserve aan te leggen die aangewend kan worden voor de ontwikkeling van kwalitatieve publieke ruimtes. Deze reserve wordt gefinancierd met middelen uit een gemeentelijke belasting op nieuwe ontwikkelingen van meergezinswoningen (inclusief herbouw en uitbreiding).
Het is evenwel aangewezen om van deze belasting vrij te stellen:
Het tarief van de belasting dient voldoende hoog te zijn, maar nog steeds in verhouding tot de beoogde doelstelling. Daarom wordt een bedrag van € 2.000 voor elke bijkomende woonentiteit voorgesteld.
Art. 1: | Voor de aanslagjaren 2022 tot en met 2025 wordt een belasting gevestigd op het bouwen, herbouwen en uitbreiden van meergezinswoningen en stapelwoningen. |
Art. 2: | Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:
|
Art. 3: | De belasting is verschuldigd door de titularis van de omgevingsvergunning met betrekking tot het bouwen, herbouwen en uitbreiden van meergezinswoningen of stapelwoningen. De titularis van de omgevingsvergunning blijft steeds het volledige bedrag van de belasting verschuldigd, ook bij gehele of gedeeltelijke verkoop. |
Art. 4: | De kohierbelasting wordt bepaald op:
Bij het oprichten van een nieuwe meergezinswoning op een nog onbebouwd perceel of bij herbouw, dienen alle woonentiteiten in rekening gebracht te worden bij de bepaling van de belasting. |
Art. 5: | Van de belasting wordt vrijgesteld:
|
Art. 6: | De belasting wordt ingevorderd bij wijze van een kohier dat wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen. |
Art. 7: | De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet. |
Art. 8: | De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen dat handelt als administratieve overheid. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of van de kennisgeving van de aanslag. Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstbewijs afgegeven, binnen vijftien dagen na de indiening ervan. |
Art. 9: | De vestiging en de invordering van de belasting, alsook de regeling van de geschillen ter zake, gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen. |
Art. 10: | Dit besluit wordt van kracht op 1 januari 2022 en wordt bekend gemaakt overeenkomstig de bepalingen van het decreet lokaal bestuur. |
In het meerjarenplan 2020-2025 is invulling gegeven aan het streven naar een duurzame en kwaliteitsvolle invulling van het ruimtelijk beleid in beleidsdoelstelling 1, actieplan 129 (duurzame en kwaliteitsvolle invulling van het ruimtelijk beleid), actie 264 (evaluatie/bijsturing ruimtelijke plannen).
Het ruimtelijk uitvoeringsplan "Markt en omgeving" werd opgemaakt in de periode 2011-2013 en werd bij besluit van de deputatie van de provincie Oost-Vlaanderen goedgekeurd op 1 augustus 2013. Ondanks dat dit RUP van een relatief recente datum is dringt een herziening zich op. Met de herziening wil ons bestuur de visie op de gewenste ontwikkelingen in het centrumgebied bijstellen, rekening houdende met actuele tendensen, opportuniteiten en behoeften.
Op de Markt en in de centrumstraten zijn de afgelopen jaren verschillende appartementen opgericht en op basis van de stedenbouwkundige voorschriften van het (huidig) RUP kan deze evolutie zich in de toekomst ongeremd verderzetten. Met de herziening van het RUP wordt er een restrictiever bouwbeleid gevoerd in het centrumgebied, met als doel de identiteit en het historisch karakter van de Markt en de centrumstraten te bewaren.
De voornaamste ambities in deze herziening zijn:
De procesaanpak van het RUP is gebaseerd op de procedure zoals voorzien in de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO), artikels 2.2.18 t.e.m.2.2.25 en bestaat uit vijf fasen:
De startnota werd goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen op 19 oktober 2020. Er werd over deze startnota een publieke raadpleging georganiseerd vanaf 26 oktober 2020 t.e.m. 24 december 2020, met een participatiemoment op 9 november 2020. Er werd over deze startnota advies gevraagd aan het departement omgeving van de Vlaamse overheid, de adviserende instanties van de Vlaamse overheid, de provincie Oost-Vlaanderen en de gemeentelijke commissie ruimtelijke ordening (gecoro).
De resultaten van de publieke raadpleging en adviesronde over de startnota zijn terug te vinden in bijgevoegde scopingnota, goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen op 1 februari 2021.
Er werd ontheffing van de plan-MER plicht bekomen door het departement omgeving, afdeling gebiedsontwikkeling, omgevingsplanning en -projecten, dienst milieueffectrapportage op 29 september 2021.
Op basis van de "ruimtelijk veiligheidsrapport-toets (RVR-toets)" werd door het departement omgeving (Team Externe Veiligheid) beslist dat er geen ruimtelijk veiligheidsrapport dient opgemaakt te worden (zie pag. 90 scopingnota).
Na de scopingnota werd het voorontwerp-RUP opgemaakt en goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen op 30 augustus 2021.
Er werd over het voorontwerp-RUP advies gevraagd aan de gecoro en de andere bevoegde instanties op 02 september 2021.
Alle adviezen zijn gunstig en zijn bijgevoegd bij dit besluit.
Voorliggend ontwerp-RUP werd t.o.v. het voorontwerp-RUP, en op basis van de uitgebrachte adviezen, gewijzigd als volgt: toevoeging artikel 0.4 "werken van openbaar nut".
Art. 1: |
Het ontwerp-ruimtelijk uitvoeringsplan "Herziening RUP Markt en omgeving", omvattende
|
Art. 2: |
Het college van burgemeester te gelasten met de organisatie van het openbaar onderzoek en de adviesvraag over dit ontwerp-RUP. |
Art. 3: |
Een afschrift van deze beslissing over te maken aan de ontwerper van het RUP (Veneco) en de afdeling grondgebiedszaken. |
In het kader van de opdracht “Asper scouts - bouwen van een lokaal” werd een bestek voor de realisatie van een gesloten ruwbouw opgemaakt.
De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 297.479,04 excl. btw of € 359.949,64 incl. 21% btw (€ 62.470,60 Btw medecontractant).
Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking.
De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2021, op budgetcode 0752-00/221007/BESTUUR/CBS/0/IP-311 (ACT-311).
Art. 1: |
Het bestek en de raming voor de opdracht “Asper scouts - bouwen van een lokaal”, worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt € 297.479,04 excl. btw of € 359.949,64 incl. 21% btw (€ 62.470,60 btw medecontractant). |
Art. 2: |
Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking. |
Art. 3: |
De aankondiging van de opdracht wordt ingevuld en bekendgemaakt op nationaal niveau. |
Art. 4: |
De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2021, op budgetcode 0752-00/221007/BESTUUR/CBS/0/IP-311 (ACT-311). |
Een organisator moet vanaf 1 januari 2022 een opportuniteitsadvies aanvragen bij het lokaal bestuur voor:
De regelgeving voorzag vroeger al dat een organisator een advies moest vragen aan het lokaal bestuur over de vergunningsaanvraag voor een kinderopvanglocatie. De adviesrol wordt nu versterkt. Het lokaal bestuur zal, als antwoord op de adviesvraag, een advies geven over de opportuniteit van de opvang en dit advies moet aan de vergunningsaanvraag toegevoegd worden. De organisator moet in de vergunningsaanvraag ook aangeven hoe hij met de opmerkingen in het advies van het lokaal bestuur zal omgaan.
Het lokaal bestuur moet een procedure vastleggen voor het opstellen van het advies. Bij het opstellen van het advies moet rekening gehouden worden met vooraf bepaalde criteria die transparant, objectief en relevant zijn om de opportuniteit te beoordelen.
De criteria zijn:
Algemeen | |
Art. 1: | Onderhavig reglement geeft invulling aan de adviestaak van het lokaal bestuur zoals bedoeld in artikel 7 van besluit van de Vlaamse regering van 24 mei 2013 houdende het lokaal beleid kinderopvang. |
Criteria | |
Art. 2: | Het college van burgemeester en schepenen formuleert het opportuniteitsadvies op basis van de volgende criteria: Ruimtelijke ordening Het lokaal bestuur gaat na of de locatie inzake ruimtelijke bestemming geschikt is voor opvang. Behoefte
Spreiding (enkel bij opstart) en locatie
Het lokaal bestuur bewaakt de evenwichtige spreiding van het aanbod in de gemeente en maakt de behoefte aan opvang concreet per deelgemeente op basis van:
Het lokaal bestuur beoordeelt de locatie van de kinderopvanglocatie op basis van:
|
Procedure | |
Art. 3: | De organisator vraagt het opportuniteitsadvies schriftelijk (brief of e-mail) aan bij het college van burgemeester en schepenen. De aanvraag bevat minstens de volgende gegevens:
Het college van burgemeester en schepenen bevestigt de ontvangst van de aanvraag binnen de 15 dagen na ontvangst van de aanvraag.
|
Art. 4: | Het college van burgemeester en schepenen formuleert het opportuniteitsadvies op basis van de criteria bepaald in artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen bezorgt het opportuniteitsadvies uiterlijk binnen de 30 dagen na ontvangst van de adviesvraag aan de organisator. |
Art. 5: | De organisator kan binnen de 30 dagen na ontvangst van het opportuniteitsadvies opmerkingen formuleren. De organisator dient deze opmerkingen schriftelijk (brief of e-mail) in bij het college van burgemeester en schepenen. Het college van burgemeester en schepenen nodigt binnen de 30 dagen na ontvangst van de opmerkingen de organisator uit op een hoorzitting. Het college van burgemeester en schepenen neemt vervolgens zo snel mogelijk een nieuwe gemotiveerde beslissing waarin het college van burgemeester en schepen het oorspronkelijke opportuniteitsadvies hetzij handhaaft, hetzij aanpast. |
Slotbepalingen | |
Art. 6: | Onderhavige beslissing bekend te maken overeenkomstig artikel 286 en 287 van het decreet lokaal bestuur. |
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 40 en 41.
De gemeente Gavere heeft er in 2010 voor geopteerd om de materiële geschenken bij jubilea te vervangen door waardebonnen. De bedoeling was tweeledig: de jubilarissen zelf de besteding van hun geschenk laten kiezen én de lokale handelaars ondersteunen. In 2020 werd tevens de mogelijkheid voorzien om de waardebon als relatiegeschenk of cadeau te gebruiken bij andere gelegenheden en om derden de gelegenheid te geven om de waardebonnen aan te kopen.
De wijziging van het reglement beoogt een verduidelijking van het toepassingsgebied.
Algemene bepalingen |
|
Art. 1: | De gemeente Gavere geeft waardebonnen uit met een waarde van € 10,00 per waardebon. |
Art. 2: | De waardebon is herkenbaar aan het gemeentelijk logo en voorzien van een afscheurstrook voor de handelaar. Elke waardebon heeft een uniek nummer. |
Toepassingsgebied |
|
Art. 3: | § 1. Zowel de gemeente als derden kunnen de waardebonnen aanwenden als relatiegeschenk of cadeau. Derden kunnen waardebonnen bestellen en ze, na betaling van de factuur, afhalen § 2. De gemeente wendt de waardebonnen aan als cadeau bij jubilea. Ze reikt aan beide jubilarissen samen het volgende aantal waardebonnen uit:
§ 3. De gemeente wendt de waardebonnen aan als cadeau bij vieringen van honderdjarigen. Ze reikt aan de honderdjarige het volgende aantal waardebonnen uit: 5 waardebonnen. § 4. In de gevallen vermeld in §§ 2 en 3 worden de waardebonnen slechts uitgereikt ter gelegenheid van de viering van de begunstigde(n), hetzij bij ontvangst op het gemeentehuis, hetzij bij ontvangst van (een delegatie van) het college door de begunstigde(n). |
Inruiling van de waardebon bij de handelaar. |
|
Art. 4: | De waardebon kan door de houder worden ingeruild bij elke handelaar gevestigd op het grondgebied van de gemeente Gavere. De aankoop is minstens gelijk aan of groter dan de waarde van de bon. De waardebon kan niet gebruikt worden voor aankopen met een mindere waarde. Het is ook niet toegelaten om de ontvangen waardebonnen in te wisselen tegen cash geld. |
Inruiling van de waardebon bij de gemeente. |
|
Art. 5: | De handelaar scheurt voorafgaand het afscheurstrookjes af voor boekhoudkundige of andere doeleinden. De handelaar ruilt de waardebonnen in bij de gemeente Gavere. Enkel volledige waardebonnen zonder afscheurstrookje worden aanvaard. De handelaar ontvangt bij de inruiling van de waardebonnen een ontvangstbewijs. De gemeente stort de tegenwaarde van de ontvangen waardebonnen op het door de handelaar opgegeven rekeningnummer. |
Slotbepalingen | |
Art. 6: | Onderhavig reglement treedt in werking op 1 november 2021 en vervangt het gemeenteraadsbesluit van 25 januari 2021 houdende afgifte van waardebonnen - vaststellen reglement (vervangen gemeenteraadsbesluit van 25 mei 2020). |
Art. 7: | Een afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan het Handelscentrum Gavere, de afdeling vrijetijdszaken en de afdeling interne zaken (dienst communicatie en dienst financiële organisatie). Onderhavig reglement wordt bekend gemaakt overeenkomstig de bepalingen in het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 286 en 287. |
Gemeenteraadsbesluit van 25 februari 2019 houdende huishoudelijk reglement en deontologische code van de gemeenteraad (vervangen gemeenteraadsbesluit van 28 januari 2019).
De briefwisseling gericht aan de voorzitter van de gemeenteraad en die bestemd is voor de gemeenteraad, wordt meegedeeld aan de gemeenteraadsleden.
De verslagen en de einddocumenten van de gemeentelijke adviesraden en overlegstructuren worden ter kennisname voorgelegd aan de gemeenteraad.
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 31.
Gemeenteraadsbesluit van 25 februari 2019 houdende huishoudelijk reglement en deontologische code van de gemeenteraad (vervangen gemeenteraadsbesluit van 28 januari 2019).
De gemeenteraadsleden hebben het recht aan de burgemeester en aan het college van burgemeester en schepenen mondelinge en schriftelijke vragen te stellen.
De voorzitter sluit de zitting op 25/10/2021 om 22:50.
Namens Gemeenteraad,
Serge Ronsse
algemeen directeur
Dieter De Mets
voorzitter van de gemeenteraad