Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 182 2e lid.
Voortaan zijn de functiebeschrijvingen beknopter en bevatten ze alleen nog de kerntaken. Instellingsgebonden taken, persoons- en ontwikkelingsgerichte doelstellingen en dergelijke worden dus niet meer opgenomen. Het personeelslid ontvangt niet langer een individuele functiebeschrijving, maar een standaard functiebeschrijving die de kerntaken van het ambt bevat.
De evaluatie blijft haar positief karakter behouden: ze dient in de eerste plaats om personeelsleden te waarderen. Enkel waar personeelsleden (blijvend) onvoldoende functioneren, moet er aan een evaluatie ‘onvoldoende’ gedacht worden. De eerste evaluator is in de eerste plaats een coach en begeleider.
Het is niet langer verplicht met ieder personeelslid formele functioneringsgesprekken te houden en hen om de vier jaar te evalueren. Daardoor krijgen evaluatoren meer ruimte voor hun begeleidende en coachende rol. Zij houden regelmatig informele functioneringsgesprekken met hun personeelsleden. Formele functioneringsgesprekken, waarvan een verslag wordt opgesteld, zijn aangewezen voor personeelsleden die niet voldoende functioneren. Voor zulke personeelsleden kan de eerste evaluator een evaluatieprocedure opstarten.
Art. 1: | De directeur wordt aangeduid als eerste evaluator voor alle gesubsidieerde personeelsleden aangesteld in een wervingsambt in zijn instelling. De algemeen directeur wordt aangeduid als tweede evaluator voor alle gesubsidieerde personeelsleden in wervingsambten. De directeur wordt aangeduid als eerste evaluator voor alle gesubsidieerde personeelsleden aangesteld in een ander bevorderingsambt of in een selectieambt. De algemeen directeur wordt aangeduid als tweede evaluator voor alle gesubsidieerde personeelsleden in een ander bevorderingsambt dan dat van directeur of in een selectieambt. De algemeen directeur wordt aangeduid als de evaluator van de directeur(s). |
Art. 2: | De tweede evaluator bewaakt het proces, bewaakt de kwaliteit en waakt over de objectiviteit en de eenvormigheid van de evaluaties over de personeelsleden heen. |
Art. 3: | Voor de evaluatoren wordt in het kader van het voeren van functionerings- en evaluatiegesprekken een opleiding voorzien zodat de evaluator voldoende competent is om met kennis van zaken en op een objectieve evenwichtige manier een oordeel uit te spreken over het presteren van het personeelslid. Daartoe wordt bij OVSG+ ingeschreven voor de opleiding voor evaluatoren. |
Art. 4: | De eerste evaluator nodigt het personeelslid per e-mail uit voor een eerste formeel functioneringsgesprek. Hij kondigt dit minimaal 10 werkdagen op voorhand aan. Het personeelslid kan per e-mail een functioneringsgesprek vragen bij de 1ste evaluator. Het gesprek vindt plaats binnen een redelijke termijn na de vraag. De datum van het gesprek wordt bepaald door de eerste evaluator. Van het eerste formeel functioneringsgesprek wordt door de eerste evaluator een verslag opgemaakt conform het model van OVSG. In dit verslag worden persoons- en ontwikkelingsgerichte doelstellingen opgenomen. Dit verslag wordt ondertekend door de eerste evaluator en ter ondertekening voor ontvangst aan het personeelslid voorgelegd. Het verslag wordt bewaard in het evaluatiedossier dat beheerd wordt door de eerste evaluator. De eerste evaluator houdt de coachingshistoriek bij conform het model van OVSG. |
Art. 5: | De eerste evaluator stelt een schriftelijke evaluatie op, op basis van de taken binnen de functiebeschrijving en persoons- en ontwikkelingsgerichte doelstellingen die opgenomen werden in het formeel functioneringsgesprek. Het evaluatieverslag bevat steeds een eindconclusie: voldoende of onvoldoende. De eerste evaluator bepaalt het tijdstip van het evaluatiegesprek en deelt dit minimaal 10 werkdagen op voorhand per mail mee. De eerste evaluator stelt het evaluatieverslag op conform het model van OVSG. Dit verslag wordt bewaard in het evaluatiedossier. Het personeelslid kan op vraag een kopie bekomen. |
Art. 6: | De eerste evaluator zorgt voor de informatiedoorstroming naar het schoolbestuur en desgevallend naar de tweede evaluator. |
Art. 7: | Een afschrift van deze beslissing over te maken aan de dienst administratieve organisatie en de directie van de gemeentelijke basisscholen. Onderhavige beslissing bekend te maken overeenkomstig artikel 285-287 van het decreet lokaal bestuur. |