De voorzitter opent de zitting op 13/10/2025 om 20:00.
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 32.
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 277 en 278.
Elk gemeenteraadslid heeft het recht tijdens de vergadering opmerkingen te maken over de redactie van de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering. Als die opmerkingen door de gemeenteraad worden aangenomen, worden de notulen en het zittingsverslag in die zin aangepast.
Als er geen opmerkingen worden gemaakt over de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering worden de notulen en het zittingsverslag als goedgekeurd beschouwd en worden ze ondertekend door de voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur.
| Art. 1: |
De notulen van de zitting van de gemeenteraad van 8 september 2025 goed te keuren. |
| Art. 2: |
Het verslag van de zitting van de gemeenteraad van 8 september 2025 goed te keuren. |
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 13.
Het gemeenteraadslid dat ontslag wil nemen, deelt dat schriftelijk mee aan de voorzitter van de gemeenteraad. Het ontslag is definitief zodra de voorzitter van de gemeenteraad de kennisgeving ontvangt. Het lid van de gemeenteraad blijft zijn mandaat uitoefenen tot zijn opvolger is geïnstalleerd, behalve als het ontslag het gevolg is van een onverenigbaarheid.
Het ontslag houdt van rechtswege het ontslag van lid van de raad voor maatschappelijk welzijn in.
Mevrouw Christine De Cooman deelde haar ontslag schriftelijk mee aan de voorzitter van de gemeenteraad op 12 september 2025. De voorzitter van de gemeenteraad heeft op 15 september 2025 kennis genomen van het ontslag, waardoor het ontslag definitief geworden is.
| Art. 1: | Kennis te nemen van het ontslag van gemeenteraadslid Christine De Cooman. Het gemeenteraadslid blijft zijn mandaat uitoefenen tot zijn opvolger is geïnstalleerd. |
| Art. 2: | Een afschrift van deze beslissing over te maken aan
De algemeen directeur opdracht te geven de noodzakelijke aanpassingen te verrichten in de Mandatendatabank. |
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 14.
Het gemeenteraadslid dat ontslag heeft genomen, wordt vervangen door zijn opvolger, die wordt aangewezen overeenkomstig artikel 169 van het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet van 8 juli 2011. De geloofsbrieven worden onderzocht overeenkomstig artikel 6 §3. De vervanger legt de eed af in openbare vergadering in de handen van de voorzitter van de gemeenteraad.
De opvolgers van Team Burgemeester zijn:
Mevrouw Thaïsa Maenhout diende op 22 september 2025 haar geloofsbrieven in.
De gemeenteraad heeft de geloofsbrieven van mevrouw Thaïsa Maenhout onderzocht en er zijn geen beletsels om die goed te keuren.
De voorzitter van de gemeenteraad heeft mevrouw Thaïsa Maenhout uitgenodigd om, alvorens het mandaat te aanvaarden, de volgende eed in zijn handen af te leggen: "Ik zweer de verplichtingen van mijn mandaat trouw na te komen." Van deze eedaflegging wordt een individuele en afzonderlijke akte opgemaakt.
De opvolgers die na de installatievergadering als gemeenteraadslid worden geïnstalleerd, nemen in volgorde van hun eedaflegging een rang in.
| Art. 1: | Kennis te nemen van de afstand van mandaat van mevrouw Sabrina Van den Broecke. Kennis te nemen van de afstand van mandaat ingevolge onverenigbaarheid van mevrouw Fleur Vanden Berghe. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Art. 2: | De geloofsbrieven van mevrouw Thaïsa Maenhout goed te keuren. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Art. 3: | Akte te nemen van de eedaflegging van mevrouw Thaïsa Maenhout en vervolgens mevrouw Thaïsa Maenhout met ingang van 13 oktober 2025 te installeren als gemeenteraadslid. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Art. 4: | De rangorde van de gemeenteraadsleden als volgt vast te stellen:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Art. 5: | Tegen deze beslissing is beroep mogelijk bij de Raad voor Verkiezingsbetwistingen. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Art. 6: | Een afschrift van deze beslissing over te maken aan:
De algemeen directeur opdracht te geven de noodzakelijke aanpassingen te verrichten in de Mandatendatabank. |
Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, artikel 43.
Tussen het centraal kerkbestuur en de gemeente werden na overleg afspraken gemaakt voor de bestuursperiode 2026-2031. Deze afspraken zijn bepalend voor de relaties tussen de kerkbesturen en de gemeente en de afspraken zijn bindend voor elke kerkfabriek.
De afsprakennota tussen het centraal kerkbestuur en de gemeente werd goedgekeurd bij gemeenteraadsbesluit van 28 april 2025 en ondertekend door alle partijen op 29 april 2025.
Het centraal kerkbestuur dient de meerjarenplannen van de kerkfabrieken gecoördineerd in bij de gemeente nadat het advies van het erkend representatief orgaan werd ontvangen.
Het meerjarenplan 2026-2031 en de strategische nota bij het meerjarenplan werden digitaal ontvangen op 5 september 2025.
Het advies van het bisdom werd digitaal ontvangen op 9 september 2025.
De gemeente dient zich over het meerjarenplan uit te spreken en haar advies te geven uiterlijk 100 dagen na ontvangst van het advies van het bisdom, deze termijn verstrijkt 19 december 2025.
| KF Asper | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | 2031 | totaal |
| Exploitatietoelage | € 2.485,74 | € 12.407,43 | € 12.724,14 | € 12.947,89 | € 13.278,78 | € 12.433,97 | € 66.277,95 |
| Investeringstoelage | € 1.098.930,21 | € 945.612,75 | € 7.346,42 | € 2.051.889,38 |
| Art. 1: |
Het meerjarenplan 2026-2031 van de kerkfabriek Sint-Martinus Asper goed te keuren, zoals gezien in bijlage. |
| Art. 2: |
Een afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan:
|
Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, artikel 48.
Het centraal kerkbestuur dient de budgetten van de kerkfabrieken gecoördineerd in te dienen bij de gemeente nadat het advies van het erkend representatief orgaan werd ontvangen. De gemeente beschikt over een termijn van 50 dagen om zich uit te spreken over het ingediend budget. Deze termijn vangt met betrekking tot het budget 2026 van de kerkfabriek Sint-Martinus Asper aan op 12 september 2025 en eindigt op 1 november 2025.
De gemeentelijke exploitatietoelage bedraagt volgens het meerjarenplan € 2.485,74. De door de kerkfabriek gebudgetteerde gemeentelijke bijdrage voor 2026 bedraagt € 2.485,74. De gemeentelijke exploitatietoelage blijft bijgevolg binnen het bedrag van het goedgekeurd meerjarenplan.
De gebudgetteerde gemeentelijke investeringstoelage bedraagt € 1.098.930,21. Deze toelage is in overeenstemming met het meerjarenplan.
| Art. 1: | Kennis te nemen van het budget 2026 van de kerkfabriek Sint-Martinus Asper, zoals gezien in bijlage. |
| Art. 2: | Een afschrift van deze beslissing zal overgemaakt worden aan:
|
Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, artikel 43.
Tussen het centraal kerkbestuur en de gemeente werden na overleg afspraken gemaakt voor de bestuursperiode 2026-2031. Deze afspraken zijn bepalend voor de relaties tussen de kerkbesturen en de gemeente en de afspraken zijn bindend voor elke kerkfabriek.
De afsprakennota tussen het centraal kerkbestuur en de gemeente werd goedgekeurd bij gemeenteraadsbesluit van 28 april 2025 en ondertekend door alle partijen op 29 april 2025.
Het centraal kerkbestuur dient de meerjarenplannen van de kerkfabrieken gecoördineerd in bij de gemeente nadat het advies van het erkend representatief orgaan werd ontvangen.
Het meerjarenplan 2026-2031 en de strategische nota bij het meerjarenplan werden digitaal ontvangen op 17 juli 2025.
Het advies van het bisdom werd ontvangen op 19 augustus 2025 met de volgende opmerking:
"De exploitatiebegroting van het privaat patrimonium (MAR 23 versus MAR 13) is niet in overeenstemming met de rendementsvereiste als vastgelegd in het Eredienstendecreet (art. 52/1 § 2)."
Art. 52/1 § 2 bepaalt:
"De roerende en onroerende eigendommen en financiële beleggingen van de kerkfabriek, met uitzondering van de erkende gebouwen van de eredienst, vormen de reserves van de kerkfabriek en worden beheerd met het oog op het realiseren van een zo hoog mogelijk jaarlijks rendement tenzij in het overleg, vermeld in artikel 33, andere afspraken gemaakt worden. Wat betreft de financiële beleggingen zijn enkel beleggingsvormen in euro met volledige kapitaalsgarantie bij erkende instellingen toegestaan.
De gemeente kan de kerkfabriek niet verplichten om die reserves te gebruiken voor investeringen in het kerkgebouw."
| KF Dikkelvenne | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | 2031 | totaal |
| Exploitatietoelage | € 4.047,14 | € 17.566,04 | € 17.932,27 | € 18.305,86 | € 18.686,91 | € 19.075,64 | € 95.613,86 |
| Investeringstoelage | € 42.075,00 | € 25.000,00 | € 67.075,00 |
| Art. 1: |
Het meerjarenplan 2026-2031 van de kerkfabriek Sint-Petrus Dikkelvenne goed te keuren, zoals gezien in bijlage. |
| Art. 2: |
Een afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan:
|
Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, artikel 48.
Het centraal kerkbestuur dient de budgetten van de kerkfabrieken gecoördineerd in te dienen bij de gemeente nadat het advies van het erkend representatief orgaan werd ontvangen. De gemeente beschikt over een termijn van 50 dagen om zich uit te spreken over het ingediend budget. Deze termijn vangt met betrekking tot het budget 2026 van de kerkfabriek Sint-Petrus Dikkelvenne aan op 12 september 2025 en eindigt op 1 november 2025.
De gemeentelijke exploitatietoelage bedraagt volgens het meerjarenplan € 4.047,14. De door de kerkfabriek gebudgetteerde gemeentelijke bijdrage voor 2026 bedraagt € 4.047,14. De gemeentelijke exploitatietoelage blijft bijgevolg binnen het bedrag van het goedgekeurd meerjarenplan.
De gebudgetteerde gemeentelijke investeringstoelage bedraagt € 42.075,00. Deze toelage is in overeenstemming met het meerjarenplan.
| Art. 1: | Kennis te nemen van het budget 2026 van de kerkfabriek Sint-Petrus Dikkelvenne, zoals gezien in bijlage. |
| Art. 2: | Een afschrift van deze beslissing zal overgemaakt worden aan
|
Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, artikel 43.
Tussen het centraal kerkbestuur en de gemeente werden na overleg afspraken gemaakt voor de bestuursperiode 2026-2031. Deze afspraken zijn bepalend voor de relaties tussen de kerkbesturen en de gemeente en de afspraken zijn bindend voor elke kerkfabriek.
De afsprakennota tussen het centraal kerkbestuur en de gemeente werd goedgekeurd bij gemeenteraadsbesluit van 28 april 2025 en ondertekend door alle partijen op 29 april 2025.
Het centraal kerkbestuur dient de meerjarenplannen van de kerkfabrieken gecoördineerd in bij de gemeente nadat het advies van het erkend representatief orgaan werd ontvangen.
Het meerjarenplan 2026-2031 en de strategische nota bij het meerjarenplan werden digitaal ontvangen op 17 juli 2025.
Het advies van het bisdom werd ontvangen op 25 juli 2025.
De gemeente dient zich over het meerjarenplan uit te spreken en haar advies te geven uiterlijk 100 dagen na ontvangst van het advies van het bisdom, deze termijn verstrijkt 4 november 2025.
| KF Gavere | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | 2031 | totaal |
| Exploitatietoelage | € 0,00 | € 35.025,02 | € 36.485,50 | € 36.676,23 | € 37.491,61 | € 38.323,85 | € 184.002,21 |
| Investeringstoelage | € 0,00 | € 0,00 | € 0,00 | € 0,00 | € 0,00 | € 0,00 | € 0,00 |
| Art. 1: |
Het meerjarenplan 2026-2031 van de kerkfabriek Sint-Amandus Gavere goed te keuren, zoals gezien in bijlage. |
| Art. 2: |
Een afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan
|
Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, artikel 48.
Het centraal kerkbestuur dient de budgetten van de kerkfabrieken gecoördineerd in te dienen bij de gemeente nadat het advies van het erkend representatief orgaan werd ontvangen. De gemeente beschikt over een termijn van 50 dagen om zich uit te spreken over het ingediend budget. Deze termijn vangt met betrekking tot het budget 2026 van de kerkfabriek Sint-Amandus Gavere aan op 25 juli 2025 en eindigt op 17 september 2025.
De gemeentelijke exploitatietoelage bedraagt volgens het meerjarenplan € 0,00. De door de kerkfabriek gebudgetteerde gemeentelijke bijdrage voor 2026 bedraagt € 0,00. De gemeentelijke exploitatietoelage blijft bijgevolg binnen het bedrag van het goedgekeurd meerjarenplan.
De gebudgetteerde gemeentelijke investeringstoelage bedraagt € 0,00. Deze toelage is in overeenstemming met het meerjarenplan.
| Art. 1: | Kennis te nemen van het budget 2026 van de kerkfabriek Sint-Amandus Gavere, zoals gezien in bijlage. |
| Art. 2: | Een afschrift van deze beslissing zal overgemaakt worden aan:
|
Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, artikel 43.
Tussen het centraal kerkbestuur en de gemeente werden na overleg afspraken gemaakt voor de bestuursperiode 2026-2031. Deze afspraken zijn bepalend voor de relaties tussen de kerkbesturen en de gemeente en de afspraken zijn bindend voor elke kerkfabriek.
De afsprakennota tussen het centraal kerkbestuur en de gemeente werd goedgekeurd bij gemeenteraadsbesluit van 28 april 2025 en ondertekend door alle partijen op 29 april 2025.
Het centraal kerkbestuur dient de meerjarenplannen van de kerkfabrieken gecoördineerd in bij de gemeente nadat het advies van het erkend representatief orgaan werd ontvangen.
Het meerjarenplan 2026-2031 en de strategische nota bij het meerjarenplan werden digitaal ontvangen op 17 juli 2025.
Het advies van het bisdom werd digitaal ontvangen op 25 juli 2025.
De gemeente dient zich over het meerjarenplan uit te spreken en haar advies te geven uiterlijk 100 dagen na ontvangst van het advies van het bisdom, deze termijn verstrijkt 4 november 2025.
| KF Semmerzake | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | 2031 | totaal |
| Exploitatietoelage | € 9.920,76 | € 18.479,20 | € 18.845,67 | € 19.219,57 | € 19.601,02 | € 19.990,23 | € 106.056,45 |
| Investeringstoelage | € 184.011,50 | € 0,00 | € 0,00 | € 0,00 | € 0,00 | € 0,00 | € 184.011,50 |
| Art. 1: |
Het meerjarenplan 2026-2031 van de kerkfabriek Sint-Pietersbanden Semmerzake goed te keuren, zoals gezien in bijlage. |
| Art. 2: |
Een afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan:
|
Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, artikel 48.
Het centraal kerkbestuur dient de budgetten van de kerkfabrieken gecoördineerd in te dienen bij de gemeente nadat het advies van het erkend representatief orgaan werd ontvangen. De gemeente beschikt over een termijn van 50 dagen om zich uit te spreken over het ingediend budget. Deze termijn vangt met betrekking tot het budget 2026 van de kerkfabriek Sint-Pietersbanden Semmerzake aan op 25 juli 2025 en eindigt op 17 september 2025.
De gemeentelijke exploitatietoelage bedraagt volgens het meerjarenplan € 9.920,76. De door de kerkfabriek gebudgetteerde gemeentelijke bijdrage voor 2026 bedraagt € 9.920,76. De gemeentelijke exploitatietoelage blijft bijgevolg binnen het bedrag van het goedgekeurd meerjarenplan.
De gebudgetteerde gemeentelijke investeringstoelage bedraagt € 184.011,50. Deze toelage is in overeenstemming met het meerjarenplan.
| Art. 1: | Kennis te nemen van het budget 2026 van de kerkfabriek Sint-Pietersbanden Semmerzake, zoals gezien in bijlage. |
| Art. 2: | Een afschrift van deze beslissing zal overgemaakt worden aan:
|
Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, artikel 43.
Tussen het centraal kerkbestuur en de gemeente werden na overleg afspraken gemaakt voor de bestuursperiode 2026-2031. Deze afspraken zijn bepalend voor de relaties tussen de kerkbesturen en de gemeente en de afspraken zijn bindend voor elke kerkfabriek.
De afsprakennota tussen het centraal kerkbestuur en de gemeente werd goedgekeurd bij gemeenteraadsbesluit van 28 april 2025 en ondertekend door alle partijen op 29 april 2025.
Het centraal kerkbestuur dient de meerjarenplannen van de kerkfabrieken gecoördineerd in bij de gemeente nadat het advies van het erkend representatief orgaan werd ontvangen.
Het meerjarenplan 2026-2031 en de strategische nota bij het meerjarenplan werden digitaal ontvangen op 17 juli 2025.
het advies van het bisdom werd digitaal ontvangen op 25 juli 2025.
De gemeente dient zich over het meerjarenplan uit te spreken en haar advies te geven uiterlijk 100 dagen na ontvangst van het advies van het bisdom, deze termijn verstrijkt 4 november 2025.
| KF Vurste | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | 2031 | totaal |
| Exploitatietoelage | € 11.014,84 | € 12.036,85 | € 12.292,47 | € 12.553,47 | € 12.819,95 | € 13.092,02 | € 73.809,60 |
| Investeringstoelage | € 7.842,20 | € 28.365,00 | € 0,00 | € 0,00 | € 0,00 | € 0,00 | € 36.207,20 |
| Art. 1: |
Het meerjarenplan 2026-2031 van de kerkfabriek Sint-Martinus Vurste goed te keuren, zoals gezien in bijlage. |
| Art. 2: |
Een afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan:
|
Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, artikel 48.
Het centraal kerkbestuur dient de budgetten van de kerkfabrieken gecoördineerd in te dienen bij de gemeente nadat het advies van het erkend representatief orgaan werd ontvangen. De gemeente beschikt over een termijn van 50 dagen om zich uit te spreken over het ingediend budget. Deze termijn vangt met betrekking tot het budget 2026 van de kerkfabriek Sint-Martinus Vurste aan op 25 juli 2025 en eindigt op 17 september 2025.
De gemeentelijke exploitatietoelage bedraagt volgens het meerjarenplan € 11.014,84. De door de gebudgetteerde gemeentelijke bijdrage voor 2026 bedraagt € 11.014,84. De gemeentelijke exploitatietoelage blijft bijgevolg binnen het bedrag van het goedgekeurd meerjarenplan.
De gebudgetteerde gemeentelijke investeringstoelage bedraagt € 7.842,20. Deze toelage is in overeenstemming met het meerjarenplan.
| Art. 1: | Kennis te nemen van het budget 2026 van de kerkfabriek Sint-Martinus Vurste, zoals gezien in bijlage. |
| Art. 2: | Een afschrift van deze beslissing zal overgemaakt worden aan:
|
De dotaties van de gemeenten voor de hulpverleningszone worden jaarlijks vastgelegd door de gemeenteraad op basis van een akkoord bereikt tussen de verschillende betrokken gemeenten. De bijdrage van de gemeente Gavere bedraagt voor het 2025 0,75% van de te verdelen dotaties.
In functie van het ontwerp van de begrotingswijziging 2025 van Hulpverleningszone Centrum en de door de gemeenten aanvaarde verdeelsleutel, dient de gemeente Gavere onderstaande dotaties te betalen voor 2025:
De begrotingswijziging 2025 verwerkt het resultaat van de rekening 2024 van Hulpverleningszone Centrum. Een detail van de prognoses per economische rubriek van de ontvangsten en de uitgaven, zowel voor de gewone als de buitengewone dienst, zit in bijlage aan dit besluit.
Het totaal aan dotaties bedraagt voor 2025 € 483.410,00. Hulpverleningszone Centrum voorziet ook een ristorno aan de gemeenten uit het positieve resultaat van de jaarrekening 2024. Voor de gemeente Gavere bedraagt dit ristorno € 19.932,00.
| Art. 1: |
De exploitatiedotatie van de gemeente Gavere aan Hulpverleningszone Centrum voor het dienstjaar 2025 wordt vastgesteld op € 436.917,00 en opgenomen op beleidsitem 0410-00 en algemene rekening 649300 “toelagen aan andere overheidsinstellingen” van boekjaar 2025. De bijdrage voor de pensioenen van de gemeente Gavere aan Hulpverleningszone Centrum voor het dienstjaar 2019 wordt vastgesteld op € 2.950,00 en opgenomen op beleidsitem 0410-00 en algemene rekening 649300 “toelagen aan andere overheidsinstellingen” van boekjaar 2025. |
| Art. 2: |
De investeringsdotatie van de gemeente Gavere aan Hulpverleningszone Centrum voor het dienstjaar 2025 wordt vastgesteld op het bedrag van € 43.543,00 en opgenomen op beleidsitem 0410-00 en algemene rekening 664300 “toegestane investeringssubsidies aan andere overheidsinstellingen” van boekjaar 2026. |
| Art. 3: |
Bovenstaande exploitatiedotaties zijn opgenomen in meerjarenplanaanpassing 7 2020-2027. Het krediet voor de investeringsdotatie 2025 wordt opgenomen in het meerjarenplan 2026-2031 van de gemeente Gavere. |
| Art. 4: |
Een eensluidend afschrift wordt bezorgd aan
|
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 41 2e lid 4°.
Gemeente Gavere is aangesloten bij de opdrachthoudende vereniging Fluvius West en werd per aangetekend schrijven van 17 september 2025 opgeroepen om deel te nemen aan de algemene vergadering op 16 december 2025 met de volgende agenda:
Op de gemeenteraad van 24 februari 2025 werd gemeenteraadslid Hugo Leroy, aangeduid als vertegenwoordiger en gemeenteraadslid Luc Goemaere, als plaatsvervangend vertegenwoordiger in de algemene vergadering.
Het artikel 432, alinea 3 van het decreet over het lokaal bestuur bepaalt dat de vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger dient te worden herhaald voor elke algemene vergadering.
| Art. 1: |
Zijn goedkeuring te hechten aan de agenda van de algemene vergadering van Fluvius West op 16 december 2025:
|
| Art. 2: |
De vertegenwoordiger van de gemeente die zal deelnemen aan de Buitengewone Algemene Vergadering van de opdrachthoudende vereniging Fluvius West op 16 december 2025 (of iedere andere datum waarop deze uitgesteld of verdaagd zou worden), op te dragen zijn/haar stemgedrag af te stemmen op de beslissingen genomen in de gemeenteraad van heden inzake voormelde artikelen. |
| Art. 3: |
Het college van burgemeester en schepenen te gelasten met de uitvoering van voormelde beslissingen en onder meer kennis hiervan te geven aan de opdrachthoudende vereniging Fluvius West, ter attentie van het secretariaat (in pdf-versie), uitsluitend op het e-mailadres vennootschapssecretariaat@fluvius.be. |
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.
Het lokaal materialenplan van IVM ov legt een intercommunale restafvaldoelstelling op van 90 kg per inwoner per jaar in 2030.
De doelstelling is duidelijk: via een gezamenlijk actieplan werken de 14 steden en gemeenten die bij IVM zijn aangesloten samen een gestandaardiseerde dienstverlening uit waardoor het restafval tegen 2030 daalt naar een gemiddelde van maximaal 90 kg per inwoner.
Voor het halen van deze ambitieuze doelstelling is een plan van aanpak vereist waar alle deelnemende gemeenten zich achter scharen.
Het plan omvat een aantal structurele, organisatorische, financiële en communicatieve acties die de gemeenten in staat moeten stellen om het restafvalcijfer te doen dalen naar 2030 toe.
De 9 uitgeschreven acties in het plan zijn geformuleerd als engagementen en streefdoelen :
Aangezien het een intercommunale doelstelling is, is het engagement van elke gemeente van belang.
Met het 90 kg plan nemen de aangesloten steden en gemeenten van IVM het engagement om de nodige beleidsbeslissingen te nemen en de uitwerking van deze beslissingen en maatregelen – die voor een deel aan IVM zal worden toevertrouwd – te steunen en te faciliteren.
De gestandaardiseerde dienstverlening wordt – na beheersoverdracht – door IVM uitgevoerd in opdracht van de aangesloten steden en gemeenten.
Voor die taken/dienstverlening waarvoor er géén beheersoverdracht aan IVM is gegeven, zullen de aangesloten steden en gemeenten van IVM evenwel ook samenwerken via een gestandaardiseerde aanpak, waar nodig zelfs gecoördineerd door IVM.
Dit plan van aanpak moet dit najaar aan OVAM bezorgd worden teneinde het engagement van de gemeenten bevestigd te krijgen.
| Art. 1: | Het "Lokaal materialenplan max. 90 kg restafval per inwoner in 2030" van afvalintercommunale IVM ov goed te keuren, zoals gezien in bijlage. |
| Art. 2: | Afschrift van dit besluit over te maken aan afvalintercommunale IVM ov. |
Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, artikel 21.
Het college ontving de vraag van de Vlaamse Waterweg om een deel van buurtweg 13, die al 100 jaar in onbruik is door de verplaatsing van de Schelde, op te heffen.
In 1920 werd ter hoogte van de Tragelstraat gestart met de werken van een sluis. Hierbij verdween een deel van buurtweg 13 in de bedding van Boven-Schelde. De Vlaamse Waterweg plant vernieuwingswerken aan het sluis en wil daarom de juridische toestand van de buurtweg correct aanpassen.
Op vraag van de Vlaamse Waterweg werd een grafisch plan en motiveringsnota opgesteld voor de gedeeltelijk opheffing van buurtweg 13 te Asper.
De opheffing van een gemeenteweg kan aanleiding geven tot een waardevermindering of een waardevermeerdering van de gronden waarop de gemeenteweg gesitueerd is. Artikel 28 van het decreet houdende de gemeentewegen stelt over de berekening het volgende:
Op het grafisch plan is duidelijk te zien dan de gemeenteweg opgenomen is in de bedding van de Boven-Schelde. Conform artikel 28 §2 van het decreet houdende de gemeentewegen wordt de waardevermeerdering wegens de feitelijke verdwijning geacht nihil te zijn.
De gemeenteraad stelt het grafisch plan van de voorgestelde opheffing van de gemeenteweg voorlopig vast, waarna gedurende 30 dagen een openbaar onderzoek wordt georganiseerd. Tijdens deze periode worden ook de nodige adviezen opgevraagd bij het provinciebestuur Oost-Vlaanderen en het departement MOW. Na deze periode komt het aan de gemeenteraad toe om de opheffing definitief vast te stellen.
| Art. 1: |
Het grafisch plan van de voorgestelde opheffing van gemeenteweg nr. 13 voorlopig vast te stellen, zoals aangeduid op bijgevoegd plan van 25 april 2025 opgemaakt door landmeter-expert Christof Lambrecht. |
| Art. 2: |
Het college van burgemeester en schepenen te gelasten met het voorgeschreven openbaar onderzoek. |
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 40 en 41.
De gemeente Gavere heeft er in 2010 voor geopteerd om de materiële geschenken bij jubilea te vervangen door waardebonnen. De bedoeling was tweeledig: de jubilarissen zelf de besteding van hun geschenk laten kiezen én de lokale handelaars ondersteunen. In 2020 werd tevens de mogelijkheid voorzien om de waardebon als relatiegeschenk of cadeau te gebruiken bij andere gelegenheden en om derden de gelegenheid te geven om de waardebonnen aan te kopen.
De wijziging van het reglement beoogt een aanpassing van het toepassingsgebied waarbij begunstigde(n) de waardebonnen ontvangen bij hun ontvangst op het gemeentehuis of bij ontvangst van (een delegatie van) het college door de begunstigde(n). Indien er geen ontvangst is op het gemeentehuis of geen ontvangst van (een delegatie) van het college door de begunstigde(n), dan kunnen de begunstigde(n) de waardebonnen ophalen bij de gemeentelijke diensten.
| Algemene bepalingen |
|
| Art. 1: | De gemeente Gavere geeft waardebonnen uit met een waarde van € 10,00 per waardebon. |
| Art. 2: | De waardebon is herkenbaar aan het gemeentelijk logo en voorzien van een afscheurstrook voor de handelaar. Elke waardebon heeft een uniek nummer. |
| Toepassingsgebied |
|
| Art. 3: | § 1. Zowel de gemeente als derden kunnen de waardebonnen aanwenden als relatiegeschenk of cadeau. Derden kunnen waardebonnen bestellen en ze, na betaling van de factuur, afhalen § 2. De gemeente wendt de waardebonnen aan als cadeau bij jubilea. Ze reikt aan beide jubilarissen samen het volgende aantal waardebonnen uit:
§ 3. De gemeente wendt de waardebonnen aan als cadeau bij vieringen van honderdjarigen. Ze reikt aan de honderdjarige het volgende aantal waardebonnen uit: 5 waardebonnen. § 4. In de gevallen vermeld in §§ 2 en 3 worden de waardebonnen uitgereikt ter gelegenheid van de viering van de begunstigde(n). |
| Inruiling van de waardebon bij de handelaar. |
|
| Art. 4: | De waardebon kan door de houder worden ingeruild bij elke handelaar gevestigd op het grondgebied van de gemeente Gavere. De aankoop is minstens gelijk aan of groter dan de waarde van de bon. De waardebon kan niet gebruikt worden voor aankopen met een mindere waarde. Het is ook niet toegelaten om de ontvangen waardebonnen in te wisselen tegen cash geld. |
| Inruiling van de waardebon bij de gemeente. |
|
| Art. 5: | De handelaar scheurt voorafgaand het afscheurstrookjes af voor boekhoudkundige of andere doeleinden. De handelaar ruilt de waardebonnen in bij de gemeente Gavere. Enkel volledige waardebonnen zonder afscheurstrookje worden aanvaard. De handelaar ontvangt bij de inruiling van de waardebonnen een ontvangstbewijs. De gemeente stort de tegenwaarde van de ontvangen waardebonnen op het door de handelaar opgegeven rekeningnummer. |
| Slotbepalingen | |
| Art. 6: | Onderhavig reglement treedt in werking op 1 januari 2026 en vervangt het gemeenteraadsbesluit van 25 oktober 2021 houdende afgifte van waardebonnen - vaststellen reglement (vervangen gemeenteraadsbesluit van 25 januari 2021). |
| Art. 7: | Onderhavig reglement wordt bekend gemaakt overeenkomstig de bepalingen in het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 286 en 287. |
| Art. 8: | Een afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan:
|
Vlaamse codex ruimtelijke ordening, artikel 1.3.3 §3.
De gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening bestaat uit volgende stemgerechtigde leden:
Overeenkomstig artikel 1.3.3 §3 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening heeft elk stemgerechtigd lid, behoudens de voorzitter, een plaatsvervanger.
Het college van burgemeester en schepenen ontving de volgende kandidaturen:
| Categorie | Effectieve kandidaten | Plaatsvervangende kandidaten |
| Deskundigen | Tydgat Trui Jacobs Luc De Clippele Matheus Leyman Tom Vercruysse Bernard Battiau Tom Foré Pieter De Keukeleire Frederik Albrecht Veerle Faelens Guy Vieren Katleen Waedemon Florence |
|
| Milieu- en natuurverenigingen | Natuurpunt Van Garsse Joris Milieufront Omer Wattez Van Garsse Joris |
Lion Veronique
De Muynck Trees |
| Landbouwverenigingen | Bedrijfsgilde Gavere & Boerenbond Schollier Luc |
Van Lierde Kathleen |
| Bedrijfsverenigingen | Bedrijvenplatform Gavere Vanheuverswyn Caroline Unizo Gavere Vanderschueren Michiel |
De Coninck Geert
Peckstadt Barbara |
| Handelaarsverenigingen | Handelscentrum Gavere Vanderschueren Wim |
Van Der Heggen Thérèse |
| Werknemersvereniging | ABVV De Keukeleire Frederik |
Els Caluwé |
De gemeenteraad is bevoegd om te beslissen over wie als effectief lid en wie als plaatsvervangend lid zal zetelen. Bij de keuze van de leden dient rekening te worden gehouden met de graad van deskundigheid. De deskundigheid dient niet noodzakelijk te worden aangetoond aan de hand van titels en diploma's, ook de kennis van en ervaring met de feitelijke lokale toestand is een waardevol criterium.
Schepen Tim Renshofer verzoekt om bijstand bij de stemverrichtingen. De gemeenteraad stemt ermee in dat de algemeen directeur deze bijstand verleent.
DESKUNDIGEN
Er zijn 12 kandidaat-deskundigen. Er zijn 4 plaatsen beschikbaar als effectief lid en 3 plaatsen beschikbaar als plaatsvervanger.
De gemeenteraad gaat over tot de geheime stemming voor de benoeming van de effectieve leden-deskundigen: er nemen 23 raadsleden deel aan de stemming; elk raadslid heeft 4 stemmen; er worden 23 stembiljetten aangetroffen in de stembus.
De uitkomst van de stemming is als volgt:
Uit de benoemde effectieve leden-deskundigen wordt overeenkomstig art. 1.3.3 §3 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening de voorzitter van de GECORO gekozen. Het college van burgemeester en schepenen dient hiertoe een voordracht te doen. Het college van burgemeester en schepenen draagt mevrouw Trui Tydgat voor als kandidaat-voorzitter van de GECORO.
De gemeenteraad gaat over tot de geheime stemming voor de benoeming van de voorzitter: er nemen 23 raadsleden deel aan de stemming; elk raadslid heeft 1 stem; er worden 23 stembiljetten aangetroffen in de stembus.
De uitkomst van de stemming is als volgt: 23 ja-stemmen op naam van Trui Tydgat, 0 neen-stemmen en 0 onthoudingen.
Voor de niet tot voorzitter benoemde effectieve leden-deskundigen, dient een plaatsvervanger benoemd te worden.
De gemeenteraad gaat over tot de geheime stemming voor de benoeming van de plaatsvervangende leden-deskundigen; elk raadslid heeft 3 stemmen; er worden 23 stembiljetten aangetroffen in de stembus.
De uitkomst van de stemming is als volgt:
MAATSCHAPPELIJKE GELEDINGEN
De gemeenteraad gaat over tot de geheime stemming over de benoeming van de effectieve leden van de maatschappelijke geledingen, behalve de maatschappelijke geleding vertegenwoordigd door één of meer verenigingen van landbouwers en de maatschappelijke geleding vertegenwoordigd door één of meer verenigingen van werknemers: er nemen 23 raadsleden deel aan de stemming; elk raadslid heeft 1 stem per geleding; er worden 23 stembiljetten aangetroffen in de stembus.
De uitkomst van de stemming is als volgt:
De gemeenteraad gaat over tot de geheime stemming over de benoeming van de plaatsvervangende leden van de maatschappelijke geledingen, behalve de maatschappelijke geleding vertegenwoordigd door één of meer verenigingen van landbouwers en de maatschappelijke geleding vertegenwoordigd door één of meer verenigingen van werknemers: er nemen 23 raadsleden deel aan de stemming; elk raadslid heeft 1 stem per geleding; er worden 23 stembiljetten aangetroffen in de stembus.
De uitkomst van de stemming is als volgt:
De gemeenteraad gaat over tot de geheime stemming over de benoeming van het effectief lid van de maatschappelijke geleding vertegenwoordigd door één of meer verenigingen van landbouwers: er nemen 22 raadsleden deel aan de stemming; raadslid Steven Notebaert kan bij toepassing van artikel 27 §1 1° DLB niet deelnemen aan de beraadslaging en de stemming; elk raadslid heeft 1 stem; er worden 22 stembiljetten aangetroffen in de stembus.
De uitkomst van de stemming is als volgt:
De gemeenteraad gaat over tot de geheime stemming over de benoeming van het plaatsvervangend lid van de maatschappelijke geleding vertegenwoordigd door één of meer verenigingen van landbouwers: er nemen 22 raadsleden deel aan de stemming; raadslid Steven Notebaert kan bij toepassing van artikel 27 §1 1° DLB niet deelnemen aan de beraadslaging en de stemming; elk raadslid heeft 1 stem; er worden 22 stembiljetten aangetroffen in de stembus.
De uitkomst van de stemming is als volgt:
De gemeenteraad gaat over tot de geheime stemming over de benoeming van het effectief lid van de maatschappelijke geleding vertegenwoordigd door één of meer verenigingen van werknemers: er nemen 22 raadsleden deel aan de stemming; raadslid Peggy Demoor kan bij toepassing van artikel 27 §1 1° DLB niet deelnemen aan de beraadslaging en de stemming; elk raadslid heeft 1 stem; er worden 22 stembiljetten aangetroffen in de stembus.
De uitkomst van de stemming is als volgt:
De gemeenteraad gaat over tot de geheime stemming over de benoeming van het plaatsvervangend lid van de maatschappelijke geleding vertegenwoordigd door één of meer verenigingen van werknemers: er nemen 22 raadsleden deel aan de stemming; raadslid Peggy Demoor kan bij toepassing van artikel 27 §1 1° DLB niet deelnemen aan de beraadslaging en de stemming; elk raadslid heeft 1 stem; er worden 22 stembiljetten aangetroffen in de stembus.
De uitkomst van de stemming is als volgt:
De algemene vergadering van de gemeentelijke adviesraden of overlegstructuren mogen voor ten hoogste twee derden uit leden van hetzelfde geslacht bestaan. Voor de berekening wordt enkel rekening gehouden met de effectieve stemgerechtigde leden, dus niet met plaatsvervangende stemgerechtigde of waarnemende leden.
In zijn huidige samenstelling bestaat de adviesraad of overlegstructuur uit: 6 mannen en 3 vrouwen. Er is bijgevolg aan de opgelegde genderverhoudingen voldaan.
In zijn huidige samenstelling bedraagt het aantal stemgerechtigde leden in totaal 9.
Het college van burgemeester en schepenen draagt de heer Didier De Beck voor als vaste secretaris van de GECORO.
| Art. 1: | Onderstaande personen te benoemen tot effectief deskundig lid van de GECORO:
|
| Art. 2: | Mevrouw Trui Tydgat wordt benoemd tot voorzitter van de GECORO. |
| Art. 3: | Onderstaande personen te benoemen tot plaatsvervangend deskundig lid van de GECORO:
|
| Art. 4: |
Mevrouw Veronique Lion en mevrouw Trees De Muynck worden voor de geleding "milieu- en natuurverenigingen" benoemd tot respectievelijk effectief en plaatsvervangend lid van de GECORO. |
| Art. 5: | De heer Luc Schollier en mevrouw Kathleen Van Lierde worden voor de geleding "landbouwverenigingen" benoemd tot respectievelijk effectief en plaatsvervangend lid van de GECORO. |
| Art. 6: | Mevrouw Caroline Vanheuverswyn en mevrouw Barbara Peckstadt worden voor de geleding "verenigingen van werkgevers of zelfstandigen met uitsluiting van verenigingen van handelaars of landbouwers" benoemd tot respectievelijk effectief en plaatsvervangend lid van de GECORO. |
| Art. 7: | De heer Wim Vanderschueren en mevrouw Thérèse Vanderheggen worden voor de geleding "verenigingen van handelaars" benoemd tot respectievelijk effectief en plaatsvervangend lid van de GECORO. |
| Art. 8: | De heer Frederik De Keukeleire en mevrouw Els Caluwé worden voor de geleding "verenigingen van werknemers" benoemd tot respectievelijk effectief en plaatsvervangend lid van de GECORO. |
| Art. 9: | De heer Didier De Beck wordt benoemd tot vaste secretaris van de GECORO. |
| Art. 10: | Dit besluit zal ter goedkeuring worden voorgelegd aan de Deputatie van de provincieraad Oost-Vlaanderen. |
| Art. 11: | Een afschrift van deze beslissing over te maken aan
De samenstelling van de GECORO te publiceren op de website van het lokaal bestuur. |
Gemeenteraadsbesluit van 20 januari 2025 houdende huishoudelijk reglement en deontologische code van de gemeenteraad (vervangen gemeenteraadsbesluit van 4 september 2023), artikel 26.
De briefwisseling gericht aan de voorzitter van de gemeenteraad en die bestemd is voor de gemeenteraad, wordt meegedeeld aan de gemeenteraadsleden.
De verslagen en de einddocumenten van de gemeentelijke adviesraden en overlegstructuren worden ter kennisname voorgelegd aan de gemeenteraad.
De schriftelijke vragen aan de burgemeester en aan het college van burgemeester en schepenen worden ter kennisname voorgelegd aan de gemeenteraad.
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 31.
Gemeenteraadsbesluit van 20 januari 2025 houdende huishoudelijk reglement en deontologische code van de gemeenteraad (vervangen gemeenteraadsbesluit van 4 september 2023), artikel 26.
De gemeenteraadsleden hebben het recht aan de burgemeester en aan het college van burgemeester en schepenen mondelinge vragen te stellen.
De voorzitter sluit de zitting op 13/10/2025 om 21:20.
Namens Gemeenteraad,
Serge Ronsse
algemeen directeur
Wim Malfroot
voorzitter van de gemeenteraad