Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, artikel 43.
Tussen het centraal kerkbestuur en de gemeente werden na overleg afspraken gemaakt voor de bestuursperiode 2026-2031. Deze afspraken zijn bepalend voor de relaties tussen de kerkbesturen en de gemeente en de afspraken zijn bindend voor elke kerkfabriek.
De afsprakennota tussen het centraal kerkbestuur en de gemeente werd goedgekeurd bij gemeenteraadsbesluit van 28 april 2025 en ondertekend door alle partijen op 29 april 2025.
Het centraal kerkbestuur dient de meerjarenplannen van de kerkfabrieken gecoördineerd in bij de gemeente nadat het advies van het erkend representatief orgaan werd ontvangen.
Het meerjarenplan 2026-2031 en de strategische nota bij het meerjarenplan werden digitaal ontvangen op 17 juli 2025.
Het advies van het bisdom werd ontvangen op 19 augustus 2025 met de volgende opmerking:
"De exploitatiebegroting van het privaat patrimonium (MAR 23 versus MAR 13) is niet in overeenstemming met de rendementsvereiste als vastgelegd in het Eredienstendecreet (art. 52/1 § 2)."
Art. 52/1 § 2 bepaalt:
"De roerende en onroerende eigendommen en financiële beleggingen van de kerkfabriek, met uitzondering van de erkende gebouwen van de eredienst, vormen de reserves van de kerkfabriek en worden beheerd met het oog op het realiseren van een zo hoog mogelijk jaarlijks rendement tenzij in het overleg, vermeld in artikel 33, andere afspraken gemaakt worden. Wat betreft de financiële beleggingen zijn enkel beleggingsvormen in euro met volledige kapitaalsgarantie bij erkende instellingen toegestaan.
De gemeente kan de kerkfabriek niet verplichten om die reserves te gebruiken voor investeringen in het kerkgebouw."
| KF Dikkelvenne | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | 2031 | totaal |
| Exploitatietoelage | € 4.047,14 | € 17.566,04 | € 17.932,27 | € 18.305,86 | € 18.686,91 | € 19.075,64 | € 95.613,86 |
| Investeringstoelage | € 42.075,00 | € 25.000,00 | € 67.075,00 |
| Art. 1: |
Het meerjarenplan 2026-2031 van de kerkfabriek Sint-Petrus Dikkelvenne goed te keuren, zoals gezien in bijlage. |
| Art. 2: |
Een afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan:
|