De raad voor maatschappelijk welzijn voert een beleid op het vlak van de betrokkenheid en de inspraak van de burgers of van de doelgroepen, met inbegrip van een regeling over het recht van de inwoners om voorstellen en vragen op de agenda van de raad voor maatschappelijk welzijn te zetten.
Overeenkomstig artikel 28 van de Grondwet, heeft iedereen het recht verzoekschriften in te dienen bij de organen van de gemeente en bij de organen van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn.
De raad voor maatschappelijk welzijn kan ook andere initiatieven nemen om de inspraak van de burgers te bevorderen.
De raad voor maatschappelijk welzijn bepaalt bij reglement de wijze waarop concreet vorm gegeven wordt aan de inspraak, vermeld voorgaande paragrafen, voor het centrum voor maatschappelijk welzijn en haar organen.
Adviesbureau Levuur nam de participatie in de gemeente Gavere onder loep. Levuur organiseerde een bevraging en lichtte de resultaten daarvan toe aan de gemeenteraadscommissie algemeen beleid van 2 september 2024.
Levuur lichtte zijn eindadvies toe aan het college van burgemeester en schepenen op 12 december 2024. Dit eindadvies luidt:
Dit reglement tracht een antwoord te bieden op dit advies:
Hoofdstuk 1 - Toepassingsgebied | |
Art. 1: |
Dit reglement geeft concrete invulling aan de organisatie van de betrokkenheid en de inspraak van burgers of van doelgroepen, zoals bedoeld in artikel 304 Decreet Lokaal Bestuur, verder 'participatie' genoemd. |
Art. 2: |
Dit reglement is niet limitatief: indien nodig kan het vast bureau, naast de instrumenten die uitdrukkelijk in dit reglement worden genoemd, ook andere instrumenten inzetten om concrete invulling aan de organisatie van de participatie. |
Hoofdstuk 2 - Visie en kader |
|
Art. 3: | Het lokaal bestuur streeft ernaar om participatie op een professionele en kwalitatieve manier te organiseren. |
Art. 4: | Het lokaal bestuur hanteert de zogenaamde 'participatieladder' die, in toenemende mate van invloed, de volgende 'trappen' kent:
De volgende trappen vallen niet onder het toepassingsgebied van dit reglement:
|
Art. 5: | Het lokaal bestuur vertaalt de visie naar een participatiekader waarin onder meer wordt uitgewerkt:
|
Art. 6: | Het lokaal bestuur informeert de burgers en doelgroepen minstens over alle instrumenten die in dit reglement zijn opgenomen, en dit via verschillende informatiekanalen. Het lokaal bestuur zet het digitaal platform ikdenkmee.gavere.be in om participatieve trajecten vorm te geven. |
CONSULTEREN |
|
Hoofdstuk 3 - Platformen |
|
3.1. Inrichting en doel |
|
Art. 7: | Voor de toepassing van dit hoofdstuk begrijpen we onder:
|
Art. 8: | Een platform kan op eender welk moment ingericht worden door:
De inrichting van een platform door een of meerdere adviesraden is onderworpen aan de voorafgaande goedkeuring van het vast bureau. |
Art. 9: | En platform heeft een of meerdere van de volgende doelstellingen:
|
3.2. Samenstelling | |
Art. 10: | Een platform kan bestaan uit:
|
Art. 11: | Minstens na de beslissing tot inrichting van een platform, wordt er een oproep tot kandidaat-leden gedaan. Kandidaat-leden kunnen zich op elk moment aanmelden door het invullen van een webformulier op www.gavere.be. |
3.3. Consultatie | |
Art. 12: | Een platform komt minstens 1 keer per jaar samen. |
Art. 13: | Een of meerdere adviesraden kunnen een platform consulteren in het kader van participatie-initiatieven vanuit het lokaal bestuur en/of in het kader van de adviesvorming. |
Hoofdstuk 4 - Verzoekschriften |
|
4.1. Doelgroep en toepassing | |
Art. 14: | Voor de toepassing van dit hoofdstuk begrijpen we onder:
|
Art. 15: | Iedere burger heeft het recht om een verzoekschrift in te dienen bij de organen van het lokaal bestuur. |
4.2. Ontvankelijkheid |
|
Art. 161: | Het verzoekschrift kan uitsluitend betrekking hebben op onderwerpen waarvoor het lokaal bestuur bevoegd is. Wanneer dit niet het geval is verwijst het lokaal bestuur de verzoeker, indien mogelijk, door naar de bevoegde instantie. |
Art. 17: | Het verzoekschrift is niet ontvankelijk als:
|
Art. 18: |
Het verzoekschrift moet de volgende gegevens bevatten:
Het verzoekschrift bevat minstens een toelichtende nota die omstandig het verzoek schetst.
|
4.3. Procedure |
|
Art. 19: |
De verzoeker dient het verzoekschrift in op één van de volgende wijzen:
|
Art. 20: |
De algemeen directeur maakt het verzoekschrift over aan de voorzitter van het orgaan van de gemeente, die beslist over de ontvankelijkheid. |
Art. 21: |
§1. De voorzitter van het orgaan kan bij onontvankelijkheid de verzoeker om een aanpassing van het verzoekschrift verzoeken opdat het alsnog ontvankelijk zou beschouwd kunnen worden. §2. De voorzitter van het orgaan plaatst ontvankelijke verzoekschriften op de agenda van de eerstvolgende zitting van het orgaan. De verzoeker wordt hiervan op de hoogte gebracht. De voorzitter brengt onontvankelijke verzoekschriften, samen met de reden van niet-ontvankelijkheid, ter kennis van de leden van het orgaan. |
Art. 22: |
De raad voor maatschappelijk welzijn kan de bij hem ingediende verzoekschriften overmaken aan het college van burgemeester en schepenen of aan een gemeenteraadscommissie met het verzoek om bijkomende informatie te verstrekken over de inhoud van het verzoekschrift. |
Art. 23: |
Het orgaan van het lokaal bestuur kan de verzoeker horen. De verzoeker heeft het recht zich te laten bijstaan door een persoon naar keuze. |
Art. 24: |
Het lokaal bestuur verstrekt, binnen drie maanden na de indiening van het verzoekschrift, een gemotiveerd antwoord aan de verzoeker. |
ADVISEREN |
|
Hoofdstuk 5 - Adviesraden |
|
Art. 25 t.e.m. 34: | Niet van toepassing op het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn. |
COPRODUCEREN |
|
Hoofdstuk 6 - Werkgroepen |
|
6.1. Inrichting en doel |
|
Art. 35: | Het vast bureau kan werkgroepen inrichten:
De activiteiten of de evenementen die de werkgroep ontplooit moeten voldoen aan de volgende voorwaarden:
|
Art. 36: | Een werkgroep heeft tot doel door middel van coproductie uitvoering te geven aan het beleid en de dienstverlening van het lokaal bestuur. |
Art. 37: | Het vast bureau stelt met de werkgroep een afsprakennota op die minstens de volgende bepalingen bevat
|
6.2. Samenstelling |
|
Art. 38: | Iedere inwoner, inclusief de mandatarissen van het lokaal bestuur, kan deelnemen aan een werkgroep. Een personeelslid kan slechts deelnemen aan een werkgroep, indien het beroepshalve andere taken uitoefent bij het lokaal bestuur. |
Hoofdstuk 7 - Voorstellen en vragen op de agenda van de gemeenteraad plaatsen |
|
7.1. Doelgroep en toepassing |
|
Art. 39: | Voor de toepassing van dit hoofdstuk begrijpen we onder:
|
Art. 40: | Iedere inwoner, die 16 jaar of ouder is, heeft het recht om voorstellen en vragen over het beleid en/of de dienstverlening van het lokaal bestuur op de agenda van de raad voor maatschappelijk welzijn te plaatsen en om die punten te komen toelichten. |
7.2. Ontvankelijkheid | |
Art. 41: | De voorstellen en vragen kunnen uitsluitend betrekking hebben op onderwerpen waarvoor het lokaal bestuur bevoegd is. |
Art. 42: | De voorstellen en vragen zijn niet ontvankelijk als:
|
Art. 43: | De voorstellen en vragen moeten gesteund worden door minstens 225 inwoners die 16 jaar of ouder zijn. |
7.3. Procedure | |
Art. 44: | De initiatiefnemer die voorstellen en vragen op de agenda van de raad voor maatschappelijk welzijn wil plaatsen dient de volgende documenten in:
|
Art. 45: | De algemeen directeur maakt de voorstellen en vragen over aan de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn, die beslist over de ontvankelijkheid. |
Art. 46: | §1. De voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn kan bij onontvankelijkheid de initiatiefnemer om een aanpassing van de voorstellen en vragen verzoeken opdat het alsnog ontvankelijk zou beschouwd kunnen worden.
§2. De voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn plaatst ontvankelijke voorstellen en vragen op de agenda van de eerstvolgende zitting. De initiatiefnemer wordt hiervan op de hoogte gebracht.
De voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn brengt onontvankelijke voorstellen en vragen, samen met de reden van niet-ontvankelijkheid, ter kennis van de gemeenteraad. |
Art. 47: | De voorzitter van de gemeenraad voor maatschappelijk welzijn nodigt de initiatiefnemer uit op de zitting zodat eventueel bijkomende informatie kan worden gegeven aan de leden van de gemeenteraad. De initiatiefnemer heeft het recht zich te laten bijstaan door een persoon naar keuze. |
Art. 48: | De raad voor maatschappelijk welzijn neemt, binnen de 3 maanden na de indiening van de voorstellen en vragen, een gemotiveerde beslissing en brengt de initiatiefnemer hiervan op de hoogte. |
Hoofdstuk 8 - Slotbepalingen |
|
Art. 49: |
Onderhavig reglement treedt in werking op 1 juni 2025. |
Art. 50: |
Onderhavige beslissing wordt bekend gemaakt met toepassing van artikel 285 tot en met 287 van het Decreet Lokaal Bestuur. |
Art. 51: |
Een afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan de betrokken OCMW-diensten. |