Terug
Gepubliceerd op 27/05/2025

Besluit  OCMW-raad

ma 26/05/2025 - 20:00

Participatie - vaststellen reglement

Aanwezig: Wim Malfroot, voorzitter van de OCMW-raad
Karel Hubau, Ankie D'Hollander, Davy Tuytens, Tim Renshofer, Jef Vermaere, leden van het vast bureau
Nadine De Stercke, voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst
Hugo Leroy, Denis Dierick, Luc Goemaere, Christophe De Boever, Veronique Dedeyne, Jean-Pierre Sprangers, Peggy Demoor, Roland De Bosscher, Isabelle Tuypens, Christine De Cooman, Peter De Rycke, Stany Schamp, Pascale Bottequin, Karolien De Smet, Tom Vandepitte, raadsleden
Serge Ronsse, algemeen directeur
Verontschuldigd: Steven Notebaert, OCMW-raadslid
bevoegdheid
  • Grondwet, artikel 28.
  • Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur (Decreet Lokaal Bestuur), artikel 304.
juridisch kader
  • Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 286, 287 en 288.
  • Decreet van 9 februari 2018 betreffende het lokaal sociaal beleid, artikel 5.
motivering

De raad voor maatschappelijk welzijn voert een beleid op het vlak van de betrokkenheid en de inspraak van de burgers of van de doelgroepen, met inbegrip van een regeling over het recht van de inwoners om voorstellen en vragen op de agenda van de raad voor maatschappelijk welzijn te zetten.

Overeenkomstig artikel 28 van de Grondwet, heeft iedereen het recht verzoekschriften in te dienen bij de organen van de gemeente en bij de organen van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn.

De raad voor maatschappelijk welzijn kan ook andere initiatieven nemen om de inspraak van de burgers te bevorderen.

De raad voor maatschappelijk welzijn bepaalt bij reglement de wijze waarop concreet vorm gegeven wordt aan de inspraak, vermeld voorgaande paragrafen, voor het centrum voor maatschappelijk welzijn en haar organen.

Adviesbureau Levuur nam de participatie in de gemeente Gavere onder loep. Levuur organiseerde een bevraging en lichtte de resultaten daarvan toe aan de gemeenteraadscommissie algemeen beleid van 2 september 2024. 

Levuur lichtte zijn eindadvies toe aan het college van burgemeester en schepenen op 12 december 2024. Dit eindadvies luidt:

  1. Ontwikkel een gedragen visie op participatie
  2. Verhoog betrokkenheid door koppeling participatie aan (M)JP
  3. Versterk communicatie en transparantie 
  4. Experimenteer
  5. Laat inhoud primeren op vorm

Dit reglement tracht een antwoord te bieden op dit advies:

  1. Het reglement bevat de kern van de visie, doch dient nog verder uitgewerkt te worden in een participatiekader.
  2. Het reglement laat ruimte voor andere participatie-initiatieven.
  3. Het reglement introduceert een aantal nieuwe participatie-instrumenten, die na evaluatie bijgestuurd kunnen worden.
Publieke stemming
Aanwezig: Wim Malfroot, Karel Hubau, Ankie D'Hollander, Davy Tuytens, Tim Renshofer, Jef Vermaere, Nadine De Stercke, Hugo Leroy, Denis Dierick, Luc Goemaere, Christophe De Boever, Veronique Dedeyne, Jean-Pierre Sprangers, Peggy Demoor, Roland De Bosscher, Isabelle Tuypens, Christine De Cooman, Peter De Rycke, Stany Schamp, Pascale Bottequin, Karolien De Smet, Tom Vandepitte, Serge Ronsse
Voorstanders: Wim Malfroot, Karel Hubau, Ankie D'Hollander, Davy Tuytens, Tim Renshofer, Jef Vermaere, Nadine De Stercke, Hugo Leroy, Denis Dierick, Luc Goemaere, Christophe De Boever, Veronique Dedeyne, Jean-Pierre Sprangers, Peggy Demoor, Roland De Bosscher, Isabelle Tuypens, Christine De Cooman, Peter De Rycke, Stany Schamp, Pascale Bottequin, Karolien De Smet, Tom Vandepitte
Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
besluit
  Hoofdstuk 1 - Toepassingsgebied

Art. 1:

Dit reglement geeft concrete invulling aan de organisatie van de betrokkenheid en de inspraak van burgers of van doelgroepen, zoals bedoeld in artikel 304 Decreet Lokaal Bestuur, verder 'participatie' genoemd.

Art. 2:

Dit reglement is niet limitatief: indien nodig kan het vast bureau, naast de instrumenten die uitdrukkelijk in dit reglement worden genoemd, ook andere instrumenten inzetten om concrete invulling aan de organisatie van de participatie.
 

Hoofdstuk 2 - Visie en kader

Art. 3:

Het lokaal bestuur streeft ernaar om participatie op een professionele en kwalitatieve manier te organiseren.

Art. 4:

Het lokaal bestuur hanteert de zogenaamde 'participatieladder' die, in toenemende mate van invloed, de volgende 'trappen' kent:

  • informeren: burgers en doelgroepen op de hoogte houden.
  • consulteren: burgers en doelgroepen om feedback/meningen vragen.
  • adviseren: burgers en doelgroepen om advies vragen en dat advies in overweging nemen bij het besluitvormingsproces.
  • coproduceren: samen met burgers en doelgroepen verantwoordelijkheid delen.
  • meebeslissen: burgers en doelgroepen als gelijkwaardige partners betrekken bij het besluitvormingsproces.
De volgende trappen vallen niet onder het toepassingsgebied van dit reglement:
  • informeren: het lokaal bestuur ziet het informeren van burgers en doelgroepen als een noodzakelijke, voorafgaande voorwaarde voor participatie.
  • meebeslissen: het lokaal bestuur behoudt het recht om te beslissen.
Art. 5:

Het lokaal bestuur vertaalt de visie naar een participatiekader waarin onder meer wordt uitgewerkt:

  • onder welke omstandigheden er kan worden overgegaan tot een participatief traject, 
  • welke instrumenten er kunnen worden ingezet, 
  • hoe er gecommuniceerd en geëvalueerd zal worden. 
Art. 6:

Het lokaal bestuur informeert de burgers en doelgroepen minstens over alle instrumenten die in dit reglement zijn opgenomen, en dit via verschillende informatiekanalen.

Het lokaal bestuur zet het digitaal platform ikdenkmee.gavere.be in om participatieve trajecten vorm te geven.

 

CONSULTEREN

 

Hoofdstuk 3 - Platformen

 

3.1. Inrichting en doel

Art. 7:

Voor de toepassing van dit hoofdstuk begrijpen we onder:

  • platform: een netwerk van verenigingen, organisaties, instellingen en andere mogelijke lokale partners, die rond een bepaald onderwerp actief zijn op het grondgebied van het lokaal bestuur.
Art. 8:

Een platform kan op eender welk moment ingericht worden door:

  • het vast bureau
  • een adviesraad
  • meerdere adviesraden samen.

De inrichting van een platform door een of meerdere adviesraden is onderworpen aan de voorafgaande goedkeuring van het vast bureau.

Art. 9:

En platform heeft een of meerdere van de volgende doelstellingen:

  • informeren van de leden over alle materies die hen aanbelangen.
  • optreden als een netwerk van partners van het lokaal bestuur en van elkaar.
  • meewerken aan een overzicht van het lokale aanbod en desgevallend maximale afstemming met elkaar na te streven.
  • faciliteren van uitwisseling van ervaring en kennis onder de leden.
  • zoeken naar kansen tot samenwerking, zowel met het lokaal bestuur als met elkaar.
  • ondersteunen van adviesraden bij hun adviesverlening.
  • zelf initiatief nemen om bepaalde thema’s die vanuit hun sector naar boven komen te signaleren.
  • signaleren of bevragen van de nood aan ondersteuning, opleiding en/of vorming voor verenigingen, organisaties, instellingen en lokale partners.
  3.2. Samenstelling
Art. 10:

Een platform kan bestaan uit:

  • zowel private als publieke actoren, die met vrijwilligers werken of met professionele beroepskrachten;
  • mandatarissen van het lokaal bestuur;
  • deskundigen en/of geïnteresseerde burgers.
Art. 11:

Minstens na de beslissing tot inrichting van een platform, wordt er een oproep tot kandidaat-leden gedaan.

Kandidaat-leden kunnen zich op elk moment aanmelden door het invullen van een webformulier op www.gavere.be.

  3.3. Consultatie
Art. 12: Een platform komt minstens 1 keer per jaar samen.
Art. 13: Een of meerdere adviesraden kunnen een platform consulteren in het kader van participatie-initiatieven vanuit het lokaal bestuur en/of in het kader van de adviesvorming.
 

Hoofdstuk 4 - Verzoekschriften

  4.1. Doelgroep en toepassing
Art. 14:

Voor de toepassing van dit hoofdstuk begrijpen we onder:

  • verzoek: een vraag om iets te doen of te laten. 
  • verzoeker: de persoon die het verzoekschrift ondertekende. 
    Indien het verzoekschrift door meerdere personen ondertekend is, is de 'verzoeker' de eerste ondertekenaar van het verzoekschrift.
Art. 15: Iedere burger heeft het recht om een verzoekschrift in te dienen bij de organen van het lokaal bestuur.
 

4.2. Ontvankelijkheid

Art. 161:

Het verzoekschrift kan uitsluitend betrekking hebben op onderwerpen waarvoor het lokaal bestuur bevoegd is.

Wanneer dit niet het geval is verwijst het lokaal bestuur de verzoeker, indien mogelijk, door naar de bevoegde instantie.

Art. 17:

Het verzoekschrift is niet ontvankelijk als:

  • het verzoek niet duidelijk af te leiden is uit de tekst van het verzoekschrift;
  • het verzoek onredelijk is; 
  • het een loutere mening is en geen concreet verzoek betreft; 
  • het taalgebruik beledigend is.  
Art. 18:

Het verzoekschrift moet de volgende gegevens bevatten:

  • naam, voornaam, adres, e-mailadres en handtekening van de eerste (en enige) ondertekenaar;
  • naam, voornaam en handtekening van alle andere ondertekenaars, in voorkomend geval.
Het verzoekschrift bevat minstens een toelichtende nota die omstandig het verzoek schetst.
 

4.3. Procedure

Art. 19:

De verzoeker dient het verzoekschrift in op één van de volgende wijzen:

  • invullen van een webformulier op www.gavere.be;
  • e-mailen naar info@gavere.be.
Art. 20:

De algemeen directeur maakt het verzoekschrift over aan de voorzitter van het orgaan van de gemeente, die beslist over de ontvankelijkheid.

Art. 21:

§1. De voorzitter van het orgaan kan bij onontvankelijkheid de verzoeker om een aanpassing van het verzoekschrift verzoeken opdat het alsnog ontvankelijk zou beschouwd kunnen worden.

§2. De voorzitter van het orgaan plaatst ontvankelijke verzoekschriften op de agenda van de eerstvolgende zitting van het orgaan. De verzoeker wordt hiervan op de hoogte gebracht.

De voorzitter brengt onontvankelijke verzoekschriften, samen met de reden van niet-ontvankelijkheid, ter kennis van de leden van het orgaan. 

Art. 22:

De raad voor maatschappelijk welzijn kan de bij hem ingediende verzoekschriften overmaken aan het college van burgemeester en schepenen of aan een gemeenteraadscommissie met het verzoek om bijkomende informatie te verstrekken over de inhoud van het verzoekschrift.

Art. 23:

Het orgaan van het lokaal bestuur kan de verzoeker horen. De verzoeker heeft het recht zich te laten bijstaan door een persoon naar keuze. 

Art. 24:

Het lokaal bestuur verstrekt, binnen drie maanden na de indiening van het verzoekschrift, een gemotiveerd antwoord aan de verzoeker. 

 

ADVISEREN

 

Hoofdstuk 5 - Adviesraden

Art. 25 t.e.m. 34:

Niet van toepassing op het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn.

 

COPRODUCEREN

 

Hoofdstuk 6 - Werkgroepen

 

6.1. Inrichting en doel

Art. 35:

Het vast bureau kan werkgroepen inrichten:

  • hetzij tijdelijk, hetzij voor onbepaalde duur;
  • hetzij op eigen initiatief, hetzij op voorstel van een adviesraad.

De activiteiten of de evenementen die de werkgroep ontplooit moeten voldoen aan de volgende voorwaarden:

  • aansluiten bij het beleid van het lokaal bestuur, bv. via een link met een beleidsdoelstelling, actieplan of actie uit het meerjarenplan;
  • tegemoetkomen aan een collectieve lokale behoefte;
  • niet concurreren met het aanbod van verenigingen, organisaties, instellingen en andere lokale partners.
Art. 36:

Een werkgroep heeft tot doel door middel van coproductie uitvoering te geven aan het beleid en de dienstverlening van het lokaal bestuur.

Art. 37:

Het vast bureau stelt met de werkgroep een afsprakennota op die minstens de volgende bepalingen bevat

  • het doel en de opdracht
  • de ondersteuning (ambtelijk, logistiek en/of financieel).
De afsprakennota wordt jaarlijks hernieuwd en geëvalueerd.
 

6.2. Samenstelling

Art. 38:

Iedere inwoner, inclusief de mandatarissen van het lokaal bestuur, kan deelnemen aan een werkgroep.

Een personeelslid kan slechts deelnemen aan een werkgroep, indien het beroepshalve andere taken uitoefent bij het lokaal bestuur.

 

Hoofdstuk 7 - Voorstellen en vragen op de agenda van de gemeenteraad plaatsen

 

7.1. Doelgroep en toepassing 

Art. 39:

Voor de toepassing van dit hoofdstuk begrijpen we onder:

  • initiatiefnemer: de persoon die de voorstellen en vragen initieerde. 
    Bij gebrek aan duidelijkheid, is de 'initiatiefnemer' de eerste ondertekenaar vermeld op de lijst van handtekeningen.
Art. 40: Iedere inwoner, die 16 jaar of ouder is, heeft het recht om voorstellen en vragen over het beleid en/of de dienstverlening van het lokaal bestuur op de agenda van de raad voor maatschappelijk welzijn te plaatsen en om die punten te komen toelichten.
  7.2. Ontvankelijkheid
Art. 41: De voorstellen en vragen kunnen uitsluitend betrekking hebben op onderwerpen waarvoor het lokaal bestuur bevoegd is.
Art. 42:

De voorstellen en vragen zijn niet ontvankelijk als:

  • de voorstellen of vragen niet duidelijk omschreven zijn;
  • de voorstellen of vragen onredelijk zijn; 
  • het een loutere mening betreft die geen concrete voorstellen of vragen bevat; 
  • het taalgebruik beledigend is;
  • het gaat om verzoeken om informatie of toegang tot bestuursdocumenten;
  • het gaat om aanvragen, bezwaren of beroepen waarvoor een specifieke procedure bestaat.
Art. 43: De voorstellen en vragen moeten gesteund worden door minstens 225 inwoners die 16 jaar of ouder zijn.
  7.3. Procedure
Art. 44:

De initiatiefnemer die voorstellen en vragen op de agenda van de raad voor maatschappelijk welzijn wil plaatsen dient de volgende documenten in:

  • een formulier met een omschrijving van de voorstellen en vragen (te downloaden van de website);
  • een standaarddocument met een lijst van handtekeningen van de inwoners die de voorstellen en vragen steunen (te downloaden van de website);
  • eventueel andere documenten die nuttig kunnen zijn om de gemeenteraad te informeren over de voorstellen en vragen.
op één van de volgende wijzen:
  • versturen naar de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn, Markt 1 te 9890 Gavere;
  • e-mailen naar info@gavere.be.
Art. 45: De algemeen directeur maakt de voorstellen en vragen over aan de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn, die beslist over de ontvankelijkheid.
Art. 46:

§1. De voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn kan bij onontvankelijkheid de initiatiefnemer om een aanpassing van de voorstellen en vragen verzoeken opdat het alsnog ontvankelijk zou beschouwd kunnen worden.

§2. De voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn plaatst ontvankelijke voorstellen en vragen op de agenda van de eerstvolgende zitting. De initiatiefnemer wordt hiervan op de hoogte gebracht.

De voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn brengt onontvankelijke voorstellen en vragen, samen met de reden van niet-ontvankelijkheid, ter kennis van de gemeenteraad.

Art. 47: De voorzitter van de gemeenraad voor maatschappelijk welzijn nodigt de initiatiefnemer uit op de zitting zodat eventueel bijkomende informatie kan worden gegeven aan de leden van de gemeenteraad. De initiatiefnemer heeft het recht zich te laten bijstaan door een persoon naar keuze.
Art. 48: De raad voor maatschappelijk welzijn neemt, binnen de 3 maanden na de indiening van de voorstellen en vragen, een gemotiveerde beslissing en brengt de initiatiefnemer hiervan op de hoogte.
 

Hoofdstuk 8 - Slotbepalingen

Art. 49:

Onderhavig reglement treedt in werking op 1 juni 2025.

Art. 50:

Onderhavige beslissing wordt bekend gemaakt met toepassing van artikel 285 tot en met 287 van het Decreet Lokaal Bestuur.

Art. 51:

Een afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan de betrokken OCMW-diensten.