De voorzitter opent de zitting op 04/09/2023 om 20:00.
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 32.
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 277 en 278.
Elk gemeenteraadslid heeft het recht tijdens de vergadering opmerkingen te maken over de redactie van de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering. Als die opmerkingen door de gemeenteraad worden aangenomen, worden de notulen en het zittingsverslag in die zin aangepast.
Als er geen opmerkingen worden gemaakt over de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering worden de notulen en het zittingsverslag als goedgekeurd beschouwd en worden ze ondertekend door de voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur.
Art. 1: |
De notulen van de zitting van de gemeenteraad van 27 juni 2023 goed te keuren. |
Art. 2: |
Het verslag van de zitting van de gemeenteraad van 27 juni 2023 goed te keuren. |
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 38 en 39.
Het decreet van 3 februari 2023 stelt de oprichting van een deontologische commissie verplicht. Lokaal bestuur Gavere beschikt reeds over een deontologische commissie, doch voor gemeente en OCMW samen. Uit de parlementaire voorbereiding blijkt dat de gemeente en het OCMW elk een deontologische commissie moeten oprichten, die weliswaar op dezelfde wijze kan samengesteld zijn.
|
VERGADERWIJZE |
Art. 1: |
§1. De gemeenteraad vergadert zo dikwijls als de zaken die tot zijn bevoegdheid behoren het vereisen en ten minste tienmaal per jaar. §2. De gemeenteraad vergadert in principe op maandag om 20 uur. §3. De gemeenteraad vergadert in beginsel fysiek, doch vergadert in de volgende omstandigheden hybride:
Om hybride te vergaderen dienen de volgende voorwaarden vervuld te zijn:
|
|
BIJEENROEPING EN AGENDA |
Art. 2: |
De voorzitter van de gemeenteraad beslist tot bijeenroeping van de gemeenteraad en stelt de agenda van de vergadering op. De agenda bevat in ieder geval de punten die door het college van burgemeester en schepenen aan de voorzitter worden meegedeeld. De voorzitter is verplicht de gemeenteraad bijeen te roepen op verzoek van een derde van de zittinghebbende leden of van het college van burgemeester en schepenen. De voorzitter is ook verplicht de gemeenteraad bijeen te roepen op verzoek van een vijfde van de zittinghebbende leden als zes weken na de datum van de vorige gemeenteraad de gemeenteraadsleden nog niet bijeengeroepen zijn. De periode van zes weken wordt geschorst van 11 juli tot en met 15 augustus. Bij een verplichte bijeenroeping als vermeld in het tweede en het derde lid, roept de voorzitter de gemeenteraad bijeen op de aangewezen dag en het aangewezen uur en met de voorgestelde agenda. Daarvoor bezorgen de gemeenteraadsleden en het college van burgemeester en schepenen voor elk punt op de agenda hun voorstel van beslissing met een toelichting aan de algemeen directeur, die de voorstellen bezorgt aan de voorzitter van de gemeenteraad. |
Art. 3: |
Behalve in spoedeisende gevallen en behalve in geval van toepassing van artikel 6 §1 van het decreet lokaal bestuur, wordt de oproeping ten minste acht dagen vóór de dag van de vergadering aan het raadslid bezorgd. De oproeping wordt op de volgende wijze verzonden aan het raadslid: elektronisch, per e-mail. |
Art. 4: |
De oproeping vermeldt in elk geval de plaats, de dag, het tijdstip en de agenda van de vergadering en bevat een toegelicht voorstel van beslissing. De agendapunten moeten voldoende duidelijk omschreven zijn. |
Art. 5: |
Voor elk agendapunt wordt het dossier dat erop betrekking heeft, ter beschikking van de raadsleden gesteld vanaf de verzending van de agenda. De dossiers worden op de volgende wijze ter beschikking gesteld: elektronisch, via de toepassing eNotulen. Het elektronisch dossier omvat minstens de ontwerpbeslissing, de beschikbare elektronische bijlagen. Het gemeenteraadslid kan slechts om de elektronische omzetting van de analoge bijlagen verzoeken indien die vraag fysiek en materieel mogelijk is en zonder dat die omzetting tot een onredelijke werklast voor het personeel leidt. |
Art. 6: |
Elk ontwerp van beleidsrapport wordt op zijn minst 14 dagen vóór de vergadering waarop het wordt besproken aan ieder lid van de gemeenteraad bezorgd. Vanaf het ogenblik dat het ontwerp van het beleidsrapport bezorgd is aan de raadsleden, wordt aan hen ook de bijhorende documentatie ter beschikking gesteld. |
Art. 7: |
De algemeen directeur of de door hem aangewezen personeelsleden verstrekken aan de gemeenteraadsleden die erom verzoeken, technische inlichtingen over stukken die in het dossier voorkomen. Onder technische inlichtingen worden begrepen inlichtingen ter verduidelijking van de feitelijke gegevens die in de dossiers voorkomen en van het verloop van de procedure. De aanwijzing van de personeelsleden gebeurt door de algemeen directeur. De gemeenteraadsleden kunnen zonder tussenkomst van de algemeen directeur rechtstreeks deze aangewezen personeelsleden contacteren om met hen een afspraak dienaangaande te maken. De duur van de afspraak mag geen obstructie veroorzaken van de normale werking van de dienst en dient tot de hoogst noodzakelijk tijd beperkt te worden. |
Art. 8: |
Gemeenteraadsleden kunnen uiterlijk vijf dagen vóór de vergadering punten aan de agenda toevoegen. De gemeenteraadsleden bezorgen daarvoor hun toegelicht voorstel van beslissing aan de algemeen directeur, die de voorstellen bezorgt aan de voorzitter van de gemeenteraad. Een lid van het college van burgemeester en schepenen kan niet gebruikmaken van de mogelijkheid, vermeld in het eerste lid. De algemeen directeur deelt de aanvullende agendapunten zoals vastgesteld door de voorzitter van de gemeenteraad onmiddellijk mee aan de gemeenteraadsleden, samen met de bijbehorende toegelichte voorstellen. |
Art. 9: |
§1. Behalve in spoedeisende gevallen worden de plaats, de dag, het tijdstip en de agenda van de vergaderingen van de gemeenteraad uiterlijk acht dagen voor de vergadering openbaar gemaakt, zodat het publiek ervan kan kennisnemen op elk moment. De agenda wordt openbaar gemaakt op de volgende wijzen:
Als agendapunten aan de agenda worden toegevoegd overeenkomstig artikel 21 van het decreet lokaal bestuur, wordt de aangepaste agenda uiterlijk 24 uur nadat hij is vastgesteld, openbaar gemaakt overeenkomstig het eerste lid. In spoedeisende gevallen wordt de agenda uiterlijk 24 uur nadat hij is vastgesteld, en uiterlijk vóór de aanvang van de vergadering openbaar gemaakt overeenkomstig het eerste lid. §2. Een exemplaar van de agenda van de gemeenteraad wordt ter beschikking gesteld aan iedereen die de zitting van de gemeenteraad bijwoont. |
|
VOORZITTERSCHAP |
Art. 10: |
De voorzitter zit de vergaderingen van de gemeenteraad voor, en opent en sluit de vergaderingen. |
Art. 11: |
De voorzitter is belast met de handhaving van de orde in de (hybride) vergadering. Hij kan, na een voorafgaande waarschuwing, elke toehoorder die openlijk tekens van goedkeuring of van afkeuring geeft of die op enigerlei wijze wanorde veroorzaakt, uit de zaal doen verwijderen. De voorzitter kan bovendien een proces-verbaal opmaken tegen die persoon en dat proces-verbaal bezorgen aan het openbaar ministerie met het oog op de eventuele vervolging van de betrokkene. |
Art. 12: |
De voorzitter neemt protocollair de plaats in na de burgemeester en voor de schepenen. De voorzitter draagt als ambtskledij een sjerp naar model van de schepenen, weliswaar met tweekleurig lint in rood en zilver. |
|
AANWEZIGHEDEN |
Art. 13: |
De algemeen directeur tekent de aanwezigheid van de leden op in een register. Wie niet aanwezig was vóór het sluiten van de openbare zitting, kan geen recht laten gelden op presentiegeld. |
Art. 14: |
De gemeenteraad kan enkel beraadslagen of beslissen als de meerderheid van de zittinghebbende gemeenteraadsleden aanwezig is. Indien een kwartier na het vastgestelde uur niet voldoende leden aanwezig zijn om geldig te kunnen beraadslagen, stelt de voorzitter vast dat de vergadering niet kan doorgaan. De algemeen directeur maakt hiervan melding in de notulen. De gemeenteraad kan echter, als hij eenmaal bijeengeroepen is zonder dat het vereiste aantal leden aanwezig is, na een tweede oproeping, ongeacht het aantal aanwezige leden, op geldige wijze beraadslagen of beslissen over de onderwerpen die voor de tweede maal op de agenda voorkomen. In die oproeping wordt vermeld dat het om een tweede oproeping gaat. In de tweede oproeping worden de bepalingen van artikel 26 van het decreet lokaal bestuur overgenomen. |
|
BERAADSLAGING |
Art. 15: |
De voorzitter kan, na het openen van de zitting, mededelingen doen die de gemeenteraad aanbelangen. De gemeenteraad vat daarna de behandeling aan van de punten die vermeld staan op de agenda, in de daarop bepaalde volgorde tenzij de gemeenteraad er anders over beslist. |
Art. 16: |
Nadat een agendapunt eventueel door de indiener werd toegelicht, vraagt de voorzitter welk gemeenteraadslid het woord wenst te nemen over het agendapunt. Indien het agendapunt een advies van een gemeentelijke adviesraad betreft, kan de voorzitter van de gemeenteraad de voorzitter van adviesraad uitnodigen om het agendapunt toe te lichten. De voorzitter verleent het woord naar de volgorde van de aanvragen en, ingeval van gelijktijdige aanvraag, naar rangorde van de gemeenteraadsleden. Indien de gemeenteraad deskundigen wenst te horen, bepaalt de voorzitter wanneer deze aan het woord komen. De voorzitter kan aan de algemeen directeur vragen om toelichting te geven. |
Art. 17: |
Het woord kan door de voorzitter niet geweigerd worden voor een rechtzetting van beweerde feiten. In de navermelde gevallen en volgorde wordt het woord verleend bij voorrang op de hoofdvraag, waarvan de bespreking wordt geschorst:
|
Art. 18: |
Niemand mag onderbroken worden wanneer hij spreekt, behalve voor een verwijzing naar het reglement of voor een terugroeping tot de orde. Als een gemeenteraadslid, aan wie het woord werd verleend, afdwaalt van het agendapunt, kan alleen de voorzitter hem tot de behandeling van het agendapunt terugbrengen. Indien na een eerste verwittiging het gemeenteraadslid van het agendapunt blijft afdwalen, kan hem het woord door de voorzitter worden ontnomen. Elk gemeenteraadslid, dat in weerwil van de beslissing van de voorzitter, probeert aan het woord te blijven wordt geacht de orde te verstoren. Dit geldt eveneens voor de gemeenteraadsleden, die het woord nemen zonder het te hebben gevraagd en bekomen en die aan het woord blijven in weerwil van het bevel van de voorzitter. Elk scheldwoord, elke beledigende uitdrukking en elke persoonlijke aantijging wordt geacht de orde te verstoren. Elk gemeenteraadslid dat de orde verstoort, wordt door de voorzitter tot de orde teruggeroepen. Elk gemeenteraadslid dat tot de orde wordt teruggeroepen, mag zich verantwoorden, waarna de voorzitter beslist of de terugroeping tot de orde gehandhaafd blijft of ingetrokken wordt. |
Art. 19: |
Geen enkel gemeenteraadslid mag meer dan tweemaal het woord nemen over hetzelfde agendapunt, tenzij de voorzitter er anders over beslist. |
Art. 20: |
Wanneer de vergadering rumoerig wordt, zodat het normale verloop van de vergadering in het gedrang wordt gebracht, kondigt de voorzitter aan dat hij, bij voortduring van het rumoer, de vergadering zal schorsen of sluiten. Indien het rumoer aanhoudt, schorst of sluit de voorzitter de vergadering. De leden van de gemeenteraad moeten dan onmiddellijk de raadzaal verlaten. |
Art. 21: |
Nadat de leden voldoende aan het woord zijn geweest en indien de voorzitter oordeelt dat het agendapunt voldoende werd besproken, sluit de voorzitter de bespreking. |
Art. 22: |
§1. Het is voor een gemeenteraadslid verboden deel te nemen aan de bespreking en de stemming over:
Het eerste lid is niet van toepassing op het gemeenteraadslid dat zich in de omstandigheden, vermeld in het eerste lid, bevindt louter op grond van het feit dat hij als vertegenwoordiger van de gemeente is aangewezen in andere rechtspersonen. §2. Het gemeenteraadslid dat zich in situatie bevindt zoals bedoeld in voorgaande paragraaf, meldt dit aan de voorzitter alvorens het punt in bespreking wordt genomen. §3. Dit artikel is eveneens van toepassing op de vertrouwenspersoon, bedoeld in artikel 16 van het decreet lokaal bestuur. §4. Als een gemeenteraadslid in de situatie verkeert vermeld in §1, moet dat punt op de vergadering behandeld worden, en kan de vergadering niet gesloten worden voor het punt in kwestie is behandeld of voor beslist is om het punt uit te stellen. |
Art. 23: |
§1. De vergaderingen van de gemeenteraad zijn openbaar, behalve als:
De vergaderingen over de beleidsrapporten zijn in elk geval openbaar. §2. De besloten vergadering kan enkel plaatsvinden na de openbare vergadering, uitgezonderd in tuchtzaken. Als tijdens de openbare vergadering blijkt dat de behandeling van een punt in besloten vergadering moet worden voortgezet, kan de openbare vergadering, enkel met dit doel, worden onderbroken. Als tijdens de besloten vergadering blijkt dat de behandeling van een punt in openbare vergadering moet worden behandeld, wordt dat punt opgenomen op de agenda van de eerstvolgende gemeenteraad. In geval van dringende noodzakelijkheid van het punt kan de besloten vergadering, enkel met dat doel, worden onderbroken. |
Art. 24: |
Een punt dat niet op de agenda voorkomt, mag niet in bespreking worden gebracht, behalve in spoedeisende gevallen. De voorzitter deelt bij aanvang van de openbare zitting mee dat dergelijke punten zich aandienen. Hij doet hierbij tevens een voorstel inzake de volgorde van behandeling. Tot spoedbehandeling kan enkel worden besloten door ten minste twee derde van de aanwezige leden. De namen van die leden en de motivering van de spoedeisendheid worden in de notulen vermeld. |
|
PREROGATIEVEN |
Art. 25: |
§1. De gemeenteraadsleden hebben het recht van inzage in alle dossiers, stukken en akten, ongeacht de drager, die het bestuur van de gemeente betreffen. De gemeenteraadsleden kunnen een afschrift verkrijgen van die dossiers, stukken en akten. Deze bepalingen gelden niet voor dossiers, stukken en akten die geen betrekking hebben op het bestuur van de gemeente zoals bv. register en akten van de burgerlijke stand, bevolkingsregisters, strafregister, … § 2. Zonder voorafgaande aanvraag kunnen worden ingezien tijdens de openingsuren van het gemeentehuis:
Alle andere documenten dan deze hierboven vermeld en die het bestuur van de gemeente betreffen kunnen door de gemeenteraadsleden worden ingezien tijdens de openingsuren van het administratief centrum. Om het college van burgemeester en schepenen in de mogelijkheid te stellen te onderzoeken of de gevraagde documenten het bestuur van de gemeente betreffen, delen de gemeenteraadsleden aan het college van burgemeester en schepenen schriftelijk mee welke documenten zij wensen te raadplegen. Aan de gemeenteraadsleden wordt uiterlijk binnen de 8 werkdagen na de ontvangst van de aanvraag meegedeeld wanneer de documenten kunnen worden ingezien. In het geval van een weigeringsbeslissing bezorgt het college van burgemeester en schepenen zijn motivatie aan het betrokken gemeenteraadslid binnen dezelfde termijn. Het gemeenteraadslid dat de documenten niet is komen inzien tijdens de week volgend op het tijdstip waarop hem/haar is meegedeeld dat ze ter inzage liggen, wordt geacht af te zien van de inzage. §3.De gemeenteraadsleden kunnen van de documenten die het bestuur van de gemeente betreffen een afschrift krijgen. Afschriften van door de diensten opgemaakte documenten zijn kosteloos. Wanneer het verzoek om afschriften onredelijk of overdreven is, kan steeds toepassing gemaakt worden van het aangaande geldende retributiereglement. In geval van betwisting oordeelt het college van burgemeester en schepenen of een verzoek onredelijk of overdreven is. Afschriften van niet door de diensten opgemaakte documenten kunnen, indien daarvoor in hoofde van de auteur geen bezwaar bestaat, tegen kostprijs bekomen worden. Om het college van burgemeester en schepenen in de mogelijkheid te stellen te onderzoeken of de gevraagde documenten het bestuur van de gemeente betreffen, delen de gemeenteraadsleden aan het college van burgemeester en schepenen schriftelijk mee van welke documenten zij een afschrift wensen. Aan de gemeenteraadsleden wordt uiterlijk binnen de 8 werkdagen na de ontvangst van de aanvraag een afschrift van de gevraagde documenten. In het geval van een weigeringsbeslissing bezorgt het college van burgemeester en schepenen zijn motivatie aan het betrokken gemeenteraadslid binnen dezelfde termijn. Alle informatie aan de gemeenteraadsleden wordt ten persoonlijken titel en in functie van de uitoefening van het mandaat verstrekt. De gemeenteraadsleden kunnen de informatie enkel met dit doel aanwenden. §4. De briefwisseling gericht aan de voorzitter van de gemeenteraad en die bestemd is voor de gemeenteraad, wordt meegedeeld aan de gemeenteraadsleden. §5. De gemeenteraadsleden mogen alle instellingen en diensten bezoeken die de gemeente opricht en beheert. Om het college van burgemeester en schepenen in de mogelijkheid te stellen het bezoek praktisch te organiseren, delen de gemeenteraadsleden minstens 8 werkdagen vooraf schriftelijk mee welke inrichting/dienst zij wensen te bezoeken en op welke dag en uur. Tijdens het bezoek van een inrichting moeten de gemeenteraadsleden passief optreden. §6. De gemeenteraadsleden, alsook alle andere personen die krachtens de wet of het decreet de besloten vergaderingen van de gemeenteraad bijwonen, zijn tot geheimhouding verplicht. Dit artikel doet geen afbreuk aan de mogelijkheid van strafrechtelijke vervolging van de gemeenteraadsleden, alsook van alle andere personen vermeld in het eerste lid, wegens schending van het beroepsgeheim, overeenkomstig artikel 458 van het Strafwetboek. |
Art. 26: |
§ 1. De gemeenteraadsleden hebben het recht aan de burgemeester en aan het college van burgemeester en schepenen mondelinge en schriftelijke vragen te stellen. Voor het stellen van een vraag als vermeld in het eerste lid, is geen toegelicht voorstel van beslissing vereist. §2. De gemeenteraadsleden kunnen schriftelijke vragen stellen. Het gemeenteraadslid dient de vraag ten minste drie dagen vóór de vergadering in bij de algemeen directeur. De algemeen directeur maakt de vraag over aan de voorzitter van de gemeenteraad en aan het college van burgemeester en schepenen. Het college van burgemeester en schepenen beantwoordt de ontvankelijke schriftelijke vragen vóór het sluiten van de openbare zitting van de eerstvolgende vergadering. Wanneer dit niet mogelijk is, wordt in elk geval uiterlijk de volgende zitting geantwoord. §3. De gemeenteraadsleden kunnen mondelinge vragen stellen. Elke fractie kan vóór het sluiten van de openbare zitting maximaal 4 vragen stellen. De vragen dienen een actueel en hoogdringend karakter te hebben, uitgezonderd wanneer de vraag de herhaling betreft van een schriftelijk vraag waarop niet toereikend of tijdig is geantwoord. De vragen mogen geen operationeel karakter hebben en mogen niet peilen naar statistische of cijfergegevens. Het college van burgemeester en schepenen beantwoordt de ontvankelijke mondelinge vragen onmiddellijk. Wanneer dit niet mogelijk is, wordt in elk geval uiterlijk de volgende zitting geantwoord. §4. Om ontvankelijk te zijn dient de vraag:
§5. De voorzitter oordeelt over de ontvankelijkheid van de vragen. Een beslissing tot onontvankelijkverklaring dient gemotiveerd te worden. |
Art. 27: |
De notulen van het college van burgemeester en schepenen worden uiterlijk op dezelfde dag als de vergadering van het college van burgemeester en schepenen die volgt op de vergadering van het college van burgemeester en schepenen waarop de notulen zijn goedgekeurd ter beschikking gesteld van de gemeenteraadsleden. De notulen worden op de volgende wijze ter beschikking gesteld: elektronisch, via de toepassing eNotulen. |
|
STEMMEN |
Art. 28: |
Voor elke stemming omschrijft de voorzitter het voorwerp van de bespreking waarover de vergadering zich moet uitspreken. |
Art. 29: |
De besluiten worden genomen bij volstrekte meerderheid van stemmen. In het eerste lid wordt verstaan onder volstrekte meerderheid van stemmen: meer dan de helft van de geldig uitgebrachte stemmen, onthoudingen niet meegerekend. Bij staking van stemmen is het voorstel verworpen. |
Art. 30: |
De gemeenteraad stemt telkens over het geheel van zijn deel van het beleidsrapport. In afwijking daarvan kan elk raadslid de afzonderlijke stemming eisen over een of meer onderdelen die hij aanwijst. In dat geval mag de gemeenteraad pas over het geheel van zijn deel van het beleidsrapport stemmen na de afzonderlijke stemming. Als deze afzonderlijke stemming tot gevolg heeft dat het ontwerp van beleidsrapport moet worden gewijzigd, wordt de stemming over het geheel verdaagd tot een volgende vergadering van de raad. Als de andere raad voordien zijn deel van het beleidsrapport al had vastgesteld, vervalt die vaststelling en stelt die raad het gewijzigde ontwerp van beleidsrapport vast op een volgende vergadering. |
Art. 31: |
De amendementen worden voor de hoofdvraag en de subamendementen voor de amendementen ter stemming gelegd. |
Art. 32: |
§1. De stemmingen in de gemeenteraad zijn niet geheim. Ieder lid dat aan de vergadering deelneemt, maakt uitdrukkelijk zijn stem kenbaar. De voorzitter controleert de authenticiteit van de uitgebrachte stem en maakt de uitslag onmiddellijk bekend. §2. In afwijking van §1 wordt over de volgende aangelegenheden geheim gestemd:
Bij geheime stemming, stemmen de gemeenteraadsleden ja, neen of onthouding. In het geval van een hybride vergadering wordt de geheime stemming op zodanige digitale wijze georganiseerd dat de voorzitter de authenticiteit van de uitgebrachte stem kan controleren, waarbij een geheime stem niet herleid kan worden tot het lid dat de stem heeft uitgebracht. De voorzitter maakt de uitslag onmiddellijk bekend. De voorzitter en de algemeen directeur zijn belast met de stemopneming. Ieder gemeenteraadslid is gemachtigd de regelmatigheid van de stemopnemingen na te gaan. Vooraleer tot de stemopneming over te gaan, wordt het aantal stembiljetten geteld. Stemt dit aantal niet overeen met het aantal gemeenteraadsleden die aan de stemming hebben deelgenomen, dan worden de stembiljetten, zonder deze te ontvouwen, door het bureau vernietigd en wordt elk gemeenteraadslid uitgenodigd opnieuw te stemmen. §3. Onder voorbehoud van §2 stemmen de leden van de gemeenteraad mondeling. De stemming begint met het college van burgemeester en schepenen in de volgorde van hun verkiezing waarna de raadsleden stemmen in tegenwijzerzin ten opzichte van de voorzitter. De gemeenteraadsleden stemmen ja, neen of onthouding. De gemeenteraadsleden kunnen hun stem herroepen vóór het volgende gemeenteraadslid zijn stem heeft uitgebracht. Van de herroeping wordt melding gemaakt in de notulen. Op verzoek van de voorzitter kan de mondelinge stemming vervangen worden door stemming bij handopsteking. Er wordt echter steeds mondeling gestemd als een derde van de aanwezige gemeenteraadsleden daarom verzoekt. §4. De voorzitter stemt het laatst, behalve bij geheime stemming |
Art. 33: |
Voor elke benoeming in ambten, elke contractuele aanstelling, elke verkiezing en elke voordracht van kandidaten wordt een afzonderlijke stemming gehouden. Als bij de benoeming, de contractuele aanstelling, de verkiezing of de voordracht van kandidaten de vereiste meerderheid niet wordt verkregen bij de eerste stemming, wordt opnieuw gestemd over de twee kandidaten die de meesten stemmen hebben behaald. Als bij de eerste stemming sommige kandidaten een gelijk aantal stemmen behaald hebben, wordt de jongste kandidaat tot de herstemming toegelaten. Bij staking van stemmen heeft de jongste kandidaat de voorkeur. |
|
NOTULEN EN ZITTINGSVERSLAG |
Art. 34: |
De notulen en het zittingsverslag van de vergadering van de gemeenteraad worden onder de verantwoordelijkheid van de algemeen directeur opgesteld overeenkomstig artikelen 277 en 278 van het decreet lokaal bestuur. Behalve in spoedeisende gevallen, worden de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering ten minste acht dagen voor de dag van de vergadering ter beschikking gesteld van de gemeenteraadsleden. De notulen en het zittingsverslag worden op de volgende wijze ter beschikking gesteld: elektronisch, via de toepassing eNotulen. De goedkeuring van de notulen en het zittingsverslag wordt geagendeerd als 1e punt op de agenda in openbare zitting. Elk gemeenteraadslid heeft het recht tijdens de behandeling van het agendapunt opmerkingen te maken over de redactie van de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering. Als die opmerkingen door de gemeenteraad worden aangenomen, worden de notulen en het zittingsverslag in die zin aangepast. Als er geen opmerkingen worden gemaakt over de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering, worden de notulen als goedgekeurd beschouwd en worden ze ondertekend door de voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur. Als de gemeenteraad bij spoedeisendheid is samengeroepen, kan de gemeenteraad beslissen om opmerkingen toe te laten op de eerstvolgende vergadering. Telkens als de gemeenteraad het wenselijk acht, worden de notulen staande de vergadering opgemaakt en door de meerderheid van de gemeenteraadsleden en de algemeen directeur ondertekend. |
Art. 35: |
De notulen van de vergaderingen van de gemeenteraad vermelden, in chronologische volgorde, alle besproken onderwerpen, alsook het gevolg dat is gegeven aan de punten waarover de gemeenteraad geen beslissing heeft genomen. Ze maken melding van alle beslissingen en het resultaat van de stemmingen. Behalve bij geheime stemming, vermelden de notulen hoe elk lid gestemd heeft. Van die laatste verplichting kan worden afgeweken voor beslissingen die genomen zijn met unanimiteit. Een gemeenteraadslid kan, vóór de stemming over het agendapunt, vragen om in de notulen de rechtvaardiging van zijn stemgedrag op te nemen. |
Art. 36: |
De zittingsverslagen van de vergaderingen van de gemeenteraad vermelden, in chronologische volgorde, alle besproken onderwerpen, de essentie van de tussenkomsten en van de mondeling en schriftelijk gestelde vragen en antwoorden. Van de agendapunten die in de besloten vergadering van de gemeenteraad behandeld worden, wordt geen zittingsverslag opgesteld. |
Art. 37: |
De reglementen, verordeningen, beslissingen, akten van de gemeenteraad en alle andere stukken of briefwisseling die specifiek betrekking hebben op de gemeenteraad worden ondertekend door de voorzitter van de gemeenteraad en medeondertekend door de algemeen directeur. |
|
TOEZICHT EN BEKENDMAKING |
Art. 38: |
§1. De burgemeester maakt via de webtoepassing van de gemeente, binnen de 10 dagen nadat ze aangenomen zijn, een lijst met de besluiten van de gemeenteraad bekend. De lijst bevat een beknopte omschrijving van de aangelegenheden die geregeld zijn in die besluiten. §2. Op dezelfde dag als de bekendmaking op de webtoepassing van de gemeente van de lijst, vermeld in §1, brengt de gemeenteoverheid de toezichthoudende overheid op de hoogte van de bekendmaking ervan. |
|
FRACTIEWERKING |
Art. 39: |
Behoudens de uitzonderingen vermeld in artikel 36 §§ 2 en 3 van het decreet lokaal bestuur, vormen de gemeenteraadsleden die op eenzelfde lijst verkozen zijn één fractie. |
Art. 40: |
Elke fractie duidt een fractieleider aan die het aanspreekpunt is van zijn/haar fractie. |
Art. 41: |
De aanduiding van de fractieleiders of de vertegenwoordiger(s) van de fracties gebeurt op basis van de schriftelijke voordrachten ingediend door de fracties gericht aan de voorzitter van de gemeenteraad. Indien een fractie meerdere voordrachten indient voor dezelfde functie, wordt voorrang verleend aan het gemeenteraadslid die de steun geniet van de meerderheid van de leden van de fractie. De regels, zoals beschreven in artikel 35 van het decreet lokaal bestuur, dienen desgevallend toegepast te worden binnen de fractie. |
Art. 42: |
De fractieleiders of de vertegenwoordiger(s) van de fractie ontvangen, behoudens de gemeenteraads(commissies), als enige namens de fractie de uitnodigingen en bijhorende bijlagen van vergaderingen van adviesraden, commissies, … De andere gemeenteraadsleden worden op elektronische wijze van de verzending van de uitnodigingen in kennis gesteld. |
|
COMMISSIEWERKING |
Art. 43: |
De gemeenteraad kan commissies oprichten die zijn samengesteld uit gemeenteraadsleden. De gemeenteraad richt de volgende commissies op:
|
Art. 44: |
Artikelen 28 en 34 van het decreet lokaal bestuur zijn van overeenkomstige toepassing op de vergaderingen en de stemmingen in de commissies. De regels die betrekking hebben op de werking van de gemeenteraad zijn mutatis mutandis van toepassing op de gemeenteraadscommissies, behoudens afwijkende bepalingen. |
Art. 45: |
De mandaten in iedere commissie worden door de gemeenteraad evenredig verdeeld over de fracties waaruit de gemeenteraad is samengesteld. Elke fractie wijst de mandaten toe door middel van een schriftelijke voordracht gericht aan de voorzitter van de gemeenteraad. Als de voorzitter van de gemeenteraad voordrachten ontvangt voor meer kandidaten dan er mandaten te begeven zijn voor een fractie, dan worden de mandaten toegewezen volgens de volgorde van voorkomen op de akte van voordracht. Tot de eerstvolgende volledige vernieuwing van de gemeenteraad wordt een fractie geacht eenzelfde aantal leden in de commissies te behouden. Indien een of meerdere leden verklaren niet meer te behoren tot de fractie kan dit lid niet meer zetelen, noch als lid van deze fractie, noch als lid van een andere fractie. Niettemin behouden deze fracties het oorspronkelijke aantal leden in de commissie. Om ontvankelijk te zijn moet de akte van voordracht voor elk van de kandidaat-commissieleden ten minste ondertekend zijn door een meerderheid van de leden van de fractie waarvan het kandidaat-commissielid deel van uitmaakt. Indien de fractie van het kandidaat-commissielid slechts uit twee verkozenen bestaat, volstaat de handtekening van een van hen. Niemand kan meer dan een akte ondertekenen per beschikbaar mandaat voor de fractie. Als ten gevolge van de toepassing van de evenredige vertegenwoordiging overeenkomstig het eerste lid een fractie niet vertegenwoordigd is in een commissie, kan de fractie een raadslid aanwijzen dat als lid met raadgevende stem in de commissie zetelt. |
Art. 46: |
Elke commissie bestaat uit negen stemgerechtigde leden die op de volgende wijze evenredig verdeeld worden over de fracties
|
Art. 47: |
De commissie kiest onder de stemgerechtigde leden een voorzitter. In afwachting van de verkiezing van de voorzitter treedt de voorzitter van de gemeenteraad op als voorzitter van de commissie. De burgemeester of schepenen kunnen geen voorzitter zijn van een commissie. |
Art. 48: |
§1. De commissies worden door de voorzitter van de commissie bijeengeroepen. Op verzoek van een derde van de leden van de commissie is de voorzitter verplicht de commissie bij een te roepen. De agenda van de commissie wordt bekend gemaakt door:
§2. De gemeenteraadscommissie "algemeen beleid" vergadert minstens 2 maal per jaar.
|
Art. 49: |
De commissies kunnen geldig vergaderen, ongeacht het aantal aanwezige leden. De gemeenteraadsleden kunnen de commissies waarvan ze geen deel uitmaken zonder stemrecht bijwonen. |
Art. 50: |
De algemeen directeur wijst een personeelslid aan dat het secretariaat van de commissie waarneemt. |
|
VERZOEKSCHRIFTEN |
Art. 51: |
Ieder heeft het recht verzoekschriften, door een of meer personen ondertekend, schriftelijk bij de organen van de gemeente in te dienen. Het verzoekschrift dient aangetekend verstuurd te worden en bevat minstens een toelichtende nota die omstandig het verzoek schetst. De algemeen directeur maakt het verzoekschrift over aan de voorzitter van het orgaan van de gemeente die beslist over de ontvankelijkheid. Ontvankelijke verzoekschriften worden door de voorzitter op de agenda geplaatst, in het geval van de gemeenteraad als laatste agendapunt van de openbare zitting. De voorzitter deelt eveneens mee dat hij onontvankelijke verzoekschriften heeft ontvangen en motiveert de onontvankelijkheid. Verzoekschriften die een onderwerp betreffen dat niet tot de bevoegdheid van de gemeente behoort, zijn onontvankelijk. Een schriftelijke vraag wordt niet als verzoekschrift beschouwd als:
De voorzitter kan de indiener desgevallend om een herformulering van het verzoekschrift verzoeken opdat het als ontvankelijk zou beschouwd kunnen worden. |
Art. 52: |
De gemeenteraad kan de bij hem ingediende verzoekschriften naar het college van burgemeester en schepenen of naar een gemeenteraadscommissie verwijzen met het verzoek om over de inhoud ervan uitleg te verstrekken. De verzoeker of, indien het verzoekschrift door meer personen ondertekend is, de eerste ondertekenaar van het verzoekschrift, kan worden gehoord door een orgaan van de gemeente. In dat geval heeft de verzoeker of de eerste ondertekenaar van een verzoekschrift het recht zich te laten bijstaan door een persoon naar keuze. |
Art. 53: |
De gemeente verstrekt, binnen drie maanden na de indiening van het verzoekschrift, een gemotiveerd antwoord aan de verzoeker of, indien het verzoekschrift door meer personen ondertekend is, aan de eerste ondertekenaar van het verzoekschrift. |
|
DEONTOLOGISCHE CODE |
|
I. Definities en toepassingsgebied |
Art. 54: |
De deontologische code omvat het geheel van beginselen, gedragsregels, richtlijnen en principes dat de lokale mandatarissen tot leidraad dient bij de uitoefening van hun mandaat en bij dienstverlenende activiteiten ten behoeve van de bevolking. Onder "lokale mandatarissen" moeten worden begrepen:
|
Art. 55: |
Lokale mandatarissen die krachtens een beslissing van de gemeenteraad andere mandaten bekleden, zijn er in die hoedanigheid eveneens toe gehouden de bepalingen van de deontologische code na te leven. Zij zullen er tevens over waken dat zij, ook buiten het kader van deze mandaten, geen dienstverlenende activiteiten ontplooien die afbreuk doen aan de eer en de waardigheid van hun ambt. |
Art. 56: |
De in de onderhavige code gehanteerde begrippen "burger" en "bevolking" moeten aldus begrepen worden dat zij ook slaan op groepen, verenigingen, bedrijven, en andere organisaties of entiteiten die particuliere belangen nastreven of behartigen. |
|
II. Algemene plichten, uitgangspunten en doelstellingen |
Art. 57: |
De lokale mandatarissen zullen voor de omschrijving van hun dienstverlenende activiteiten geen termen gebruiken die verwarring kunnen scheppen met officiële, door de overheden ingestelde instanties belast met het verstrekken van informatie of met de behandeling van klachten. Het gebruik van de termen "ombudsdienst", "klachtendienst" en andere afleidingen of samenstellingen is verboden. |
Art. 58: |
Bij hun optreden op en buiten het lokale bestuursniveau (gemeente) en in hun contacten met individuen, groepen, instellingen en bedrijven, geven de lokale mandatarissen ten allen tijde en principieel voorrang aan het algemeen boven het particulier belang. Zij zien er in het bijzonder op toe elke vorm of schijn van belangenvermenging te vermijden. |
Art. 59: |
Iedere vorm van dienstverlening, informatiebemiddeling, doorverwijzing of begeleiding gebeurt zonder enige materiële of financiële tegenprestatie van welke aard of omvang ook en mag geen enkele vorm van cliëntelisme inhouden. |
Art. 60: |
De lokale mandatarissen staan op dezelfde gewetensvolle manier ten dienste van alle burgers die op hun dienstverlening een beroep wensen te doen, zonder onderscheid naar geslacht, ras, afstamming, sociale status, nationaliteit, filosofische en/of religieuze overtuiging, ideologische of politieke voorkeur of persoonlijke gevoelens. |
|
III. Specifieke bepalingen |
|
1. De lokale mandataris als informatiebemiddelaar |
Art. 61: |
Het behoort tot de wezenlijke taken van de lokale mandataris informatie te ontvangen en te verstrekken, in het bijzonder over de diensten die instaan voor informatieverstrekking en over de manier waarop de burger zelf informatie kan opvragen in het kader van de openbaarheid van bestuur. |
Art. 62: |
De lokale mandatarissen stellen informatie ter beschikking van de burger met betrekking tot de werking van de ombudsdiensten en van de diensten die instaan voor de behandeling van klachten over het optreden of het stilzitten van de overheid. |
Art. 63: |
Bepaalde informatie mag door de lokale mandatarissen niet worden verstrekt. Het betreft o.m.:
|
|
2. De lokale mandataris als vertrouwenspersoon |
Art. 64: |
In het kader van hun publiek mandaat kunnen lokale mandatarissen de rol van vertrouwenspersoon vervullen. Zij nemen daarbij de nodige discretie in acht. |
|
3. De lokale mandataris als doorverwijzer |
Art. 65: |
De lokale mandatarissen verwijzen de vragensteller, waar mogelijk, naar de bevoegde administratieve dienst(en). Waar het gaat om de behandeling van klachten en/of conflicten, worden de belanghebbenden in eerste instantie doorverwezen naar de bevoegde klachten- of ombudsdienst. |
|
4. De lokale mandataris als doorverwijzer |
Art. 66: |
De lokale mandatarissen kunnen de burgers ondersteunen en begeleiden in hun relatie met de administratie of met de betrokken instanties. Zij kunnen de burgers helpen om, via de daartoe geëigende kanalen en procedures, een aanvraag te richten tot de overheid, informatie te verkrijgen nopens de stand van zaken in een dossier, daarover nadere uitleg en toelichting te vragen en vragen te stellen over de administratieve behandeling van dossiers. |
Art. 67: |
Bij de administratieve begeleiding en ondersteuning van de burgers respecteren de lokale mandatarissen de onafhankelijkheid van de diensten en van de ambtenaren, de objectiviteit van de procedures en de termijnen die als redelijk moeten worden beschouwd voor de afhandeling van soortgelijke dossiers. |
Art. 68: |
De briefwisseling met de overheid, gevoerd in het kader van de administratieve begeleiding en ondersteuning, wordt uitsluitend op naam van de burger gesteld. Er wordt op geen enkele wijze melding gemaakt van de begeleidende en ondersteunende rol van de lokale mandataris. |
|
IV. Tussenkomsten |
|
1. Bespoedigingstussenkomsten |
Art. 69: |
Bespoedigingstussenkomsten zijn tussenkomsten via dewelke lokale mandatarissen een administratieve procedure proberen te bespoedigen in gevallen of in dossiers die zonder die tussenkomst een regelmatige afloop of resultaat zouden krijgen, maar dan na verloop van een langere verwerkings- of behandelingstermijn. Dergelijke tussenkomsten, die een ongelijke behandeling van de betrokken burgers inhouden, zijn verboden. |
Art. 70: |
Worden niet beschouwd als bespoedigingstussenkomsten en zijn derhalve toegestaan:
|
|
2. Begunstigingstussenkomsten |
Art. 71: |
Begunstigingstussenkomsten zijn tussenkomsten waarbij de lokale mandataris zijn voorspraak aanwendt teneinde de afloop of het resultaat van een zaak of van een dossier te beïnvloeden in de door de belanghebbende burger gewenste zin. Dergelijke tussenkomsten zijn verboden. |
Art. 72: |
Tussenkomsten bij selectievoerende instanties, die tot doel hebben het verhogen van kansen op benoeming, aanstelling en bevordering in de administratie, zijn verboden. Lokale mandatarissen die om steun gevraagd worden door of voor kandidaten die een functie, aanstelling of bevordering ambiëren, delen betrokkene mee dat de aanstelling, de benoeming of de bevordering gebeurt op basis van de geldende normen en procedures. Zij verwijzen de belanghebbende naar de bevoegde dienst of instantie. |
Art. 73: |
Lokale mandatarissen mogen occasioneel en op eigen initiatief personen aanbevelen bij werkgevers in de particuliere sector. Ze mogen geen enkele tegenprestatie, van welke aard ook, beloven of leveren aan de betrokken werkgevers. |
Art. 74: |
Worden niet beschouwd als begunstigingstussenkomsten en zijn derhalve toegestaan:
|
|
V. Onrechtmatige en onwettige voordelen |
Art. 75: |
Iedere bevoordeling of poging tot bevoordeling, waarbij een burger door toedoen, bemiddeling of voorspraak van een lokale mandataris een resultaat poogt te bereiken dat onrechtmatig of onwettig is, is verboden. |
Art. 76: |
Tussenkomsten van lokale mandatarissen met de bedoeling de toewijzing en/of de uitvoering van contractuele verbintenissen met de lokale overheid te beïnvloeden, zijn verboden. |
|
VI. Schijndienstbetoon en ongevraagd dienstbetoon |
Art. 77: |
Alle vormen van schijndienstbetoon, waarbij lokale mandatarissen bewust maar onterecht de indruk wekken dat zij bij de goede afloop van een dossier daadwerkelijk tussenbeide gekomen zijn, zijn verboden. Wanneer een burger daar niet om heeft gevraagd, zal de lokale mandataris hem niet aanschrijven of contacteren teneinde hem, in plaats van of naast de officiële kennisgeving, in kennis te stellen van de beslissing die betreffende het dossier genomen werd. |
Art. 78: |
Alle vormen van ongevraagd dienstbetoon, waarbij lokale mandatarissen wel degelijk daadwerkelijk optreden teneinde een gunstige afloop van een dossier te bewerkstelligen, maar zonder dat de betrokken burger daarom heeft gevraagd, zijn verboden. |
|
VII. Bekendmaking van de dienstverlening |
Art. 79: |
Het is de lokale mandatarissen verboden publiciteit te maken voor dienstverlenende activiteiten. Ze kunnen bekendheid geven aan hun bereikbaarheid voor de bevolking. Die informatieverstrekking wordt beperkt tot het bekendmaken van een of meer contactadressen, naam en mandaat van de lokale mandataris, spreekuren, telefoon- en faxnummer en e-mailadres. Eventueel kan een foto van bescheiden afmetingen worden gepubliceerd. Het eerste lid is niet van toepassing op bladen van politieke partijen of op eigen politieke publicaties. |
Art. 80: |
De lokale mandatarissen maken in hun verkiezingspropaganda en -mailings, die individueel geadresseerd zijn, geen melding van diensten die zij desgevallend voor de betrokkenen hebben verricht. |
|
VIII. Bedrijfsbezoeken |
Art. 81: |
Volgende richtlijnen gelden bij bedrijfsbezoeken, op uitnodiging van de betrokken bedrijven, en dit met het oog op mogelijke overeenkomsten, met het gemeente- en/of OCMW-bestuur, inzake werken, leveringen en diensten : 1. lokale mandatarissen brengen enkel bezoeken aan bedrijven of realisaties vanuit :
3. het is de lokale mandatarissen in het kader van hun mandaat verboden deel te nemen aan door bedrijven gefinancierde reizen of verblijven, welke ook de doelstellingen of oogmerken van de reis of van het verblijf in kwestie zijn; 4. het is de lokale mandatarissen verboden dure geschenken te aanvaarden; giften en geschenken van geringe of symbolische waarde mogen aanvaard worden. |
|
IX. Naleving, controle en sanctionering |
Art. 82: |
De burgemeester en het college van burgemeester en schepenen nemen de nodige maatregelen opdat de dossierbehandelende ambtenaren alle tussenkomsten, welke ook de aard van de tussenkomst of de hoedanigheid van de interveniënt zij, opnemen in het desbetreffende administratieve dossier. De behandelende ambtenaar deelt de interveniënt mee dat de tussenkomst bij het dossier zal worden gevoegd. |
Art. 83: |
Worden niet beschouwd als tussenkomsten die in het administratief dossier dienen te worden opgenomen:
|
Art. 84: |
De lokale mandatarissen verbinden zich ertoe onderhavige deontologische code na te leven. |
|
X. Deontologische commissie |
|
1. Opdracht |
Art. 85: |
De deontologische commissie:
|
|
2. Samenstelling |
Art. 86: |
§1. De deontologische commissie wordt samengesteld overeenkomstig artikel 45 en 46. §2. Het lid van de deontologische commissie dat het voorwerp uit maakt van een melding over een inbreuk kan zich door een lid van dezelfde fractie laten vervangen. Indien de fractie uit slechts één lid bestaat, kan het lid zich laten vervangen door een lid uit een andere fractie. De vervanging geldt voor de volledige duur van de behandeling van de melding. |
|
3. Werking van de commissie |
Art. 87: |
De deontologische commissie vergadert achter gesloten deuren tenzij wanneer bij de behandeling van een melding de betrokken lokale mandataris om de openbaarheid van de vergadering verzoekt. |
|
4. Behandeling van inbreuken |
Art. 88: |
Meldingen over inbreuken worden binnen de 30 dagen volgend op de vermeende inbreuk medegedeeld aan de algemeen directeur. |
Art. 89: |
De algemeen directeur maakt de melding over aan de voorzitter. Een kopie van de melding wordt onverwijld ter kennis gebracht van de betrokken lokale mandataris. |
Art. 90: |
De voorzitter roept de deontologische commissie bij elkaar binnen de 30 dagen na ontvangst van de melding om te oordelen over de ontvankelijkheid van de melding. De termijn vermeld in vorig lid, wordt opgeschort tijdens de maanden juli en augustus. Minstens de volgende meldingen zijn onontvankelijk:
De beslissing over de ontvankelijkheid wordt met een gewone meerderheid genomen. |
Art. 91: |
Indien de deontologische commissie de melding ontvankelijk vindt, roept de voorzitter de deontologische commissie bij elkaar binnen de 30 dagen na de ontvankelijkheidsverklaring om te oordelen over de gegrondheid van de melding. De beslissing over de gegrondheid van de melding wordt met een tweederde meerderheid genomen. Indien de deontologische commissie de melding gegrond vindt, spreekt zij een publieke afkeuring van de handelswijze van de betrokken lokale mandataris uit. Die uitspraak wordt medegedeeld aan de gemeenteraad. |
Art. 92: |
De betrokken lokale mandataris heeft tijdens de behandeling van de melding recht op verdediging. |
|
VERGOEDINGEN EN TERUGBETALING VAN KOSTEN |
Art. 93: |
§1. De gemeenteraadsleden, met uitzondering van burgemeester en schepenen, ontvangen ten laste van de gemeente een presentiegeld voor hun aanwezigheid op de vergaderingen. De voorzitter van de gemeenteraad ontvangt voor de vergaderingen van de gemeenteraad een dubbel presentiegeld. Het presentiegeld bedraagt € 124,98 (gekoppeld aan de spilindex 138,01) voor de vergaderingen vermeld in het besluit van de Vlaamse regering van 6 juli 2018 houdende het statuut van de lokale mandataris, met uitzondering van:
Indien verschillende vergaderingen plaatsvinden op dezelfde dag, wordt slechts één presentiegeld gegeven. §2. De gemeenteraadsleden, inclusief burgemeester en schepenen, kunnen, middels voorlegging van een schuldvordering, om terugbetaling verzoeken van de volgende specifieke kosten die verband houden met hun mandaat: - reiskosten: §3. Aan de leden van het college van burgemeester en schepenen en aan de voorzitter van de gemeenteraad kunnen de volgende werkingsmiddelen ter beschikking gesteld worden:
§4. Aan de leden van het college van burgemeester en schepenen en aan de voorzitter van de gemeenteraad die persoonlijke middelen gebruiken voor de uitoefening van hun mandaat, worden de volgende vergoeding toegekend:
§5. Aan de leden van de gemeenteraad die persoonlijke middelen gebruiken voor de uitoefening van hun mandaat, worden de volgende vergoeding toegekend:
|
|
ERETITELS |
Art. 94: |
Een aftredend gemeenteraadslid, die zijn mandaat gedurende ten minste 10 jaar in Gavere heeft uitgeoefend, kan de gemeenteraad verzoeken hem de eretitel van zijn mandaat te verlenen. Een aftredend schepen, die zijn mandaat gedurende ten minste 10 jaar in Gavere heeft uitgeoefend, kan de gemeenteraad verzoeken hem de eretitel van zijn mandaat te verlenen. |
Art. 95: |
De uitoefening van een mandaat in de vroegere gemeenten Asper, Baaigem, Dikkelvenne, Semmerzake en Vurste, wordt beschouwd als een mandaat uitgeoefend in Gavere. |
Art. 96: |
Het verzoek tot verlening van een eretitel wordt door de betrokkene schriftelijk ingediend bij de voorzitter van de gemeenteraad. Met instemming van de betrokkene kan het verzoek ook worden ingediend door minstens 2 leden van de gemeenteraad. Als de betrokkene overleden is, kan het verzoek worden ingediend door de rechtsopvolgers van de betrokkene of door minstens 2 leden van de gemeenteraad, met instemming van de rechtsopvolgers. |
Art. 97: |
Bij het verzoek wordt, behoudens in het geval de betrokkene overleden is, een verklaring op eer gevoegd waarbij de betrokkene verklaart dat hij voldoet aan de in onderhavig reglement genoemde toekenningsvoorwaarden. |
Art. 98: |
De eretitel van gemeenteraadslid of schepen mag niet gevoerd worden: 1° gedurende de periode dat het mandaat van gemeenteraadslid werkelijk wordt uitgeoefend; 2° door een door een provincie, gemeente of openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn bezoldigde persoon. Voorgaande tekst wordt opgenomen in de akte tot verlening van de eretitel. |
Art. 99: |
De gemeenteraad kan de eretitel intrekken. Hij kan dit alleszins doen als na de toekenning van de eretitel de betrokkene niet blijkt te voldoen aan de in onderhavig reglement genoemde toekenningsvoorwaarden. |
|
OPHEFFINGS- EN OVERGANGSBEPALINGEN |
Art. 100: |
Worden met ingang van heden opgeheven:
|
Art. 101: |
Onderhavig reglement treedt in werking met ingang van heden. |
Art. 102: |
Een afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt de afdeling interne zaken (administratieve organisatie) en elk individueel gemeenteraadslid. |
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 263.
De gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn bepalen wanneer hen een opvolgingsrapportering, met een stand van zaken van de uitvoering van het meerjarenplan, wordt voorgelegd.
Er wordt minstens voor het einde van het derde kwartaal een opvolgingsrapportering over het eerste semester van het boekjaar voorgelegd.
Dit opvolgingsrapport omvat:
De informatie die vervat zit in dit opvolgingsrapport dateert van 30 juni 2023.
De financiële realisaties in de schema's betreffen de effectieve aanrekeningen van de uitgave- en ontvangstkredieten. Vastgelegde kredieten die nog niet aangerekend zijn (lees: gefactureerd door de leverancier/opdrachtnemer), worden niet opgenomen in de realisatiegraad van de kredieten. Vastgelegde verbintenissen die door de leveranciers bijgevolg wel reeds uitgevoerd zijn, maar (nog) niet op 30 juni aan de gemeente of het OCMW gefactureerd werden, zijn dus niet opgenomen in de financiële schema's vermits aanrekeningen van uitgaven in de boekhouding geregistreerd worden na ontvangst van de factuur.
Er zijn geen nieuwe of bijkomende financiële risico's die nog niet gerapporteerd werden in de laatst vastgestelde meerjarenplanaanpassing (nr. 3 2020-2025) en/of in de laatst vastgestelde jaarrekening (boekjaar 2022).
Art. 1: | Kennis te nemen van het opvolgingsrapport 2023, zoals gezien in bijlage. |
Art. 2: | Het opvolgingsrapport 2023 omvat op datum van 30 juni 2023:
|
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 41 2e lid 7°, 171, 177, 178 en 219.
Collegebesluit van 21 augustus 2023 houdende managementrapport 2023-1 - kennisname rapportering.
De algemeen directeur rapporteert jaarlijks aan de gemeenteraad en aan het college van burgemeester en schepenen over de organisatiebeheersing. Het algemene kader van het organisatiebeheersingssysteem en de elementen daarin die raken aan de rol en de bevoegdheden van de gemeenteraad zijn onderworpen aan de goedkeuring van de gemeenteraad.
De financieel directeur rapporteert in volle onafhankelijkheid aan de gemeenteraad en aan het college van burgemeester en schepenen over:
Wat betreft de rapportering van de financiële risico's wordt verwezen naar de beleidsrapporten van de meerjarenplanaanpassing 2020-2025 en de jaarrekening 2022.
De financieel directeur dient die rapportering tevens over te maken aan de algemeen directeur.
De algemeen en financieel directeur opteren ervoor om de rapportering in een geïntegreerd rapport, dat de structuur van het organisatiebeheersingssysteem volgt, aan te bieden.
Art. 1: | Kennis te nemen van het managementrapport 2023-1, zoals gezien in bijlage. |
Art. 2: | Kennis te nemen van de rapportering over de organisatiebeheersing, zoals vermeld in het managementrapport 2023-1, gezien in bijlage. |
Art. 3: | Het algemeen kader van het organisatiebeheersingssysteem goed te keuren, zoals vermeld in het managementrapport 2023-1, gezien in bijlage. |
Art. 4: | Kennis te nemen van de rapportering over de voorafgaande krediet- en wetmatigheidscontrole, het debiteurenbeheer, de thesaurietoestand, de liquiditeitsprognose, de beheerscontrole en de evolutie van de budgetten, zoals vermeld in het managementrapport 2023-1, gezien in bijlage. |
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 432.
De deelnemende gemeenten worden uitgenodigd om een vertegenwoordiging af te vaardigen in de buitengewone algemene vergadering van Westlede.
Op de gemeenteraad van 28 januari 2019 werd mevrouw Peggy Demoor, schepen, aangeduid als vertegenwoordiger en de heer Denis Dierick, burgemeester, aangeduid als plaatsvervangend vertegenwoordiger voor de volledige legislatuur.
De agenda van de buitengewone algemene vergadering van 10 oktober 2023 bevat de volgende punten:
Ter voorbereiding zijn de beschikbare bijlagen en stavingsstukken toegevoegd aan het dossier.
Art. 1: |
De gemeenteraad neemt kennis van de agenda die zal behandeld worden op de buitengewone algemene vergadering van Intergemeentelijke samenwerking (IGS) Westlede op 10 oktober 2023 en hecht zijn goedkeuring aan de punten die dit vereisen:
|
Art. 2: |
De vertegenwoordiger en/of zijn plaatsvervanger die zal deelnemen aan de algemene vergadering wordt opgedragen zijn stemgedrag af te stemmen op de beslissing genomen in de gemeenteraad van heden inzake onderhavige aangelegenheid. |
Art. 3: |
Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van de hierbij genomen beslissing en zal onder meer kennis hiervan verrichten aan het secretariaat van Westlede, Smalle Heerweg 60, 9080 Lochristi (via e-mail aan BAV20231010@westlede.be). |
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 34, 40 en 41 2e lid 4°.
De gemeente Gavere is vennoot van de coöperatieve vennootschap (met beperkte aansprakelijkheid) Zefier, met zetel te Koning Albert II-laan 37, 1030 Schaarbeek en geregistreerd bij de Kruispuntbank van Ondernemingen (RPR Brussel, Nederlandstalige afdeling) 0680.832.904 (“Zefier”).
De deelnemende gemeenten worden uitgenodigd om vertegenwoordiging af te vaardigen in de algemene vergadering van Zefier cvba op 19 december 2023.
Op de gemeenteraad van 23 mei 20221 werd de heer Jean-Pierre Sprangers, gemeenteraadsvoorzitter, aangeduid als vertegenwoordiger en mevrouw Pascale Bottequin, gemeenteraadslid, als plaatsvervangend vertegenwoordiger in de algemene vergaderingen van Zefier cvba voor de volledige legislatuur.
De agenda van de jaarvergadering van 19 december 2023 bevat de volgende punten:
Ter voorbereiding zijn de beschikbare bijlagen en stavingsstukken toegevoegd aan het dossier.
Zefier dient uiterlijk tegen 1 januari 2024 haar statuten in overeenstemming dient te brengen met de dwingende bepalingen van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen (het “WVV”). De raad van bestuur van Zefier heeft een ontwerp van statutenwijziging voorbereid, waarvan de ontwerptekst samen met een artikelsgewijze toelichting, een verslag betreffende de soorten van aandelen en een verslag betreffende coöperatieve finaliteit werden overgemaakt. Daarin stelt de raad van bestuur onder meer voor Zefier te laten voortbestaan als een coöperatieve vennootschap, aangezien Zefier kan worden geacht een coöperatieve finaliteit te hebben.
De wijzigingen aan de statuten van Zefier dienen notarieel te worden vastgesteld op een buitengewone algemene vergadering van Zefier. Deze algemene vergadering strekt er louter toe de wijzigingen zoals die zijn voorgesteld door de raad van bestuur goed te keuren. Om die reden en teneinde de praktische implementatie van de statutenwijziging te vereenvoudigen, stelt de raad van bestuur aan de vennoten van Zefier voor om een volmacht te verlenen teneinde de gemeente te vertegenwoordigen op deze buitengewone algemene vergadering.
Art. 1: |
De tijdige ontvangst te bevestigen van de oproeping voor de buitengewone algemene vergadering van Zefier op 19 december 2023 met bijhorende agenda en stukken. |
Art. 2: |
Kennis te nemen van de agendapunten van de buitengewone algemene vergadering van Zefier op 19 december 2023 en van de bijhorende stukken. De in deze stukken opgenomen motivering wordt bijgetreden. |
Art. 3: |
De statutenwijziging van Zefier zoals zij werd voorgelegd integraal goed te keuren. |
Art. 4: |
De heer Philippe Rossie, secretaris van Zefier, iedere advocaat of medewerker van het advocatenkantoor Stibbe (met zetel te Loksumstraat 25, 1000 Brussel) en iedere medewerker van het notariskantoor Berquin (met zetel te Lloyd Georgelaan 11, 1000 Brussel), alleen handelend en met mogelijkheid tot indeplaatsstelling, als afgevaardigde aan te duiden op de buitengewone algemene vergadering van Zefier, waarbij de afgevaardigde handelt volgens de steminstructies van de gemeenteraad. |
Art. 5: |
Opdracht te geven aan de afgevaardigde om op de buitengewone algemene vergadering van Zefier alle punten van de agenda goed te keuren. Eveneens opdracht te geven aan de afgevaardigde om alle overige handelingen en/of transacties te stellen die nodig zijn of nuttig kunnen zijn in het kader van de voorgenomen buitengewone algemene vergadering. |
Art. 6: |
Een afschrift van deze beslissing te bezorgen aan Zefier cvba, p/a info@zefier.be. |
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, 40 §3 en 41 2e lid 2°.
Eind juni 2023 vormden alle sociale huisvestingsmaatschappijen (SHM’s) en sociale verhuurkantoren (SVK’s) één woonactor met maar één speler per gemeente: de woonmaatschappij, meer bepaald Dimensa Woonmaatschappij voor regio Gent-Zuid.
Om een aanpak op maat te realiseren bij de toewijzing van sociale huurwoningen nemen de woonmaatschappijen het initiatief om een toewijzingsraad op te richten. De sociale verhuurders, lokale besturen en relevante welzijnsactoren kunnen op die manier in dialoog gaan met elkaar en afspraken maken, om een geïntegreerd en gedragen toewijzingsbeleid te realiseren. Dimensa koos voor een oprichting van een politieke en een administratieve werkgroep die de bovenstaande opdracht waarnamen.
In het Besluit Vlaamse Codex Wonen (BVCW) wordt ruimte gelaten om bij het vastleggen van de toewijzingsregels lokale accenten te leggen, uitgedrukt in een eigen toewijzingsreglement.
Het BVCW voorziet vier opties inzake toewijzing:
Het BVCW bepaalt dat het in twee gevallen verantwoord is passende maatregelen uit te werken in een toewijsreglement, waar men kan afwijken van de standaardtoewijzingsregels. Een eigen toewijzingsbeleid kan worden ontwikkeld als men rekening wil houden met de langdurige woonbinding van de kandidaat-huurders of met de woonbehoeftigheid van specifieke doelgroepen.
Het maatwerk met betrekking tot de versnelde toewijzingen, de interne mutaties en bijzondere toewijzingsregels maakt geen deel uit van het toewijsreglement. Die afspraken worden in het intern huurreglement van de verhuurder opgenomen.
De toewijzingsraad van Dimensa Woonmaatschappij bereidt momenteel een ontwerp van toewijsreglement voor. Zoals hierboven geschetst, kunnen hierin bepalingen over de verstrenging van de langdurige woonbinding en bepalingen voor specifieke doelgroepen worden opgenomen.
Voorafgaand aan de opmaak van dit toewijsreglement, vraagt Dimensa Woonmaatschappij aan de betrokken gemeenteraden om reeds een beslissing te maken over de strengere woonbinding, de woonbinding met het werkingsgebied en de doelgroepenplannen.
Strengere woonbinding
De gemeente kan voorafgaand aan de langdurige woonbinding (= tien jaar voor de toewijzing minstens vijf jaar ononderbroken in de gemeente wonen of gewoond hebben) een woonbinding toepassen die strenger is. De gemeente voegt in dat geval een voorrangsbepaling toe in het toewijsreglement. De voorrangsbepaling bepaalt het aantal jaar dat de kandidaat-huurder in de gemeente woont of gewoond heeft.
De gemeenten uit het werkingsgebied van Dimensa Woonmaatschappij stellen voor om geen strengere woonbinding voorafgaand aan de langdurige woonbinding toe te passen.
Woonbinding met het werkingsgebied
De gemeenten uit het werkingsgebied van een woonmaatschappij kunnen bij consensus beslissen dat voorafgaand aan de toepassing van de binding voor mantelzorg in het volledige werkingsgebied rekening wordt gehouden met de langdurige woonbinding van kandidaat-huurders met het werkingsgebied van de woonmaatschappij. De gemeenten voegen in dat geval een voorrangsbepaling toe in het toewijsreglement. In alle gemeenten in het werkingsgebied zal vervolgens voorrang worden gegeven aan kandidaat-huurders die de afgelopen 10 jaar minstens 5 jaar ononderbroken wonen of gewoond hebben in een gemeente in het werkingsgebied.
De gemeenten uit het werkingsgebied van Dimensa Woonmaatschappij stellen voor om de voorrangsbepaling ‘woonbinding met het werkingsgebied’ toe te voegen in het toewijsreglement. In alle gemeenten in het werkingsgebied zal vervolgens voorrang worden gegeven aan kandidaat-huurders die de afgelopen 10 jaar minstens 5 jaar ononderbroken wonen of gewoond hebben in een gemeente in het werkingsgebied.
Doelgroepenplannen
1/3 van het patrimonium kan worden voorbehouden voor specifieke doelgroepen (op gemeenteniveau). De Vlaamse Overheid laat de woonmaatschappij toe om autonoom doelgroepenplannen op te maken voor volgende doelgroepen:
De woonmaatschappij kan voor andere doelgroepen een plan uitwerken mits verdere onderbouwing.
Op dit moment zijn er geen doelgroepenplannen actief in Gavere, en er is momenteel geen behoefte om een nieuw doelgroepenplan op te stellen.
Art. 1: | De gemeenteraad gaat akkoord om geen strengere woonbinding voorafgaand aan de langdurige woonbinding op te nemen in het toewijsreglement. |
Art. 2: | De gemeenteraad gaat akkoord met de toevoeging van ‘woonbinding met het werkingsgebied’ in het toewijsreglement. |
Art. 3: | De gemeenteraad gaat akkoord met het niet opmaken van doelgroepenplannen. |
Art. 4: | Een afschrift van deze beslissing over te maken aan:
|
Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, artikelen 43, 48 en 50.
Het centraal kerkbestuur dient de meerjarenplanwijzigingen van de kerkfabrieken gecoördineerd in bij de gemeente nadat het advies van het erkend representatief orgaan werd ontvangen.
De meerjarenplanwijziging werd bij de gemeente ingediend op 20 juli 2023. Het advies van het bisdom werd digitaal ontvangen op 4 juli 2023.
De gemeente dient zich over de meerjarenplanwijziging uit te spreken binnen een termijn van 100 dagen na ontvangst van het advies van het bisdom. Deze termijn verstrijkt op 12 oktober 2023.
In deze meerjarenplanwijziging wordt een investeringstoelage gevraagd voor de voorfinanciering van de eindafrekeningen vanwege het VEB eind 2022 ten bedrage van € 4.726,13 die door de kerkfabriek werden betaald vanuit de patrimoniumrekening en nu aan de gemeente worden teruggevraagd.
De gemeentelijke exploitatietoelage bedraagt volgens het meerjarenplan van kerkfabriek Sint-Martinus Asper € 18.019,44. De door de gemeente gebudgetteerde gemeentelijke bijdrage voor 2023 bedraagt € 16.138,92, de gemeentelijke exploitatietoelage in de voorliggende meerjarenplanwijziging 2023 stijgt tot € 27.565,05. De geraamde exploitatietoelagen in de volgende jaren (2024 en 2025) wijzigen niet.
De gebudgetteerde gemeentelijke investeringstoelage bedraagt volgens het meerjarenplan van kerkfabriek Sint-Martinus Asper € 440.074,20. De door de gemeente gebudgetteerde gemeentelijke investeringstoelage voor 2023 bedraagt € 4.347,53. De gemeentelijke investeringstoelage in de meerjarenplanwijziging 1 2023 stijgt met € 4.726,13 omwille van de voorfinanciering van een energiekost vanuit de patrimoniumrekening van de kerkfabriek. Voorgesteld wordt om deze voorfinanciering in het budget van de gemeente op te nemen als een (aanvullende) exploitatietoelage aan de kerkfabriek.
Art. 1: | De meerjarenplanwijziging 2023 van de kerkfabriek Sint-Martinus Asper goed te keuren, zoals gezien in bijlage. |
Art. 2: | Kennis te nemen van budgetwijziging 1/2023 van de kerkfabriek Sint-Martinus Asper, zoals gezien in bijlage. |
Art. 3: | In de eerstvolgende aanpassing van het gemeentelijk meerjarenplan voorziet de gemeente Gavere overeenkomstig budgetwijziging 1/2023 van de kerkfabriek Sint-Martinus Asper een exploitatietoelage van € 27.565,05 en een aanvullende toelage van € 4.726,13 ter compensatie van de voorfinanciering van de energiekost eind 2022 door de kerkfabriek. |
Art. 4: | Een afschrift van deze beslissing zal overgemaakt worden aan het bisdom Gent, aan de kerkfabriek Sint-Martinus Asper en aan het centraal kerkbestuur. |
Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, artikelen 43, 48 en 50.
Het centraal kerkbestuur dient de meerjarenplanwijzigingen van de kerkfabrieken gecoördineerd in bij de gemeente nadat het advies van het erkend representatief orgaan werd ontvangen.
De meerjarenplanwijziging werd bij de gemeente ingediend op 20 juni 2023. Het advies van het bisdom werd digitaal ontvangen op 4 juli 2023.
De gemeente dient zich over de meerjarenplanwijziging uit te spreken binnen een termijn van 100 dagen na ontvangst van het advies van het bisdom. Deze termijn verstrijkt op 12 oktober 2023.
De gemeentelijke exploitatietoelage bedraagt volgens het meerjarenplan van kerkfabriek Sint-Petrus Dikkelvenne € 18.390,15. De door de gemeente gebudgetteerde gemeentelijke bijdrage voor 2023 bedraagt € 12.009,56, overeenkomstig het gemeenteraadsbesluit van 12 september 2022. De gemeentelijke exploitatietoelage in de voorliggende budgetwijziging 2023 stijgt tot met € 600 tot € 12.609,56 en blijft bijgevolg binnen het bedrag van het goedgekeurd meerjarenplan.
De gebudgetteerde gemeentelijke investeringstoelage 2023 bedraagt volgens het in 2021 goedgekeurd meerjarenplan van kerkfabriek Sint-Petrus Dikkelvenne € 30.800. De door de gemeente gebudgetteerde gemeentelijke investeringstoelage voor 2023 bedraagt € 53.500 omwille van een overdracht van onbenutte investeringskredieten uit 2022. De gemeentelijke investeringstoelagen worden in de tijd herschikt in de nieuwe meerjarenplanwijziging van 2023 en blijven in totaal ongewijzigd ten opzichte van de vorige meerjarenplanwijziging.
Art. 1: | De meerjarenplanwijziging 2023 van de kerkfabriek Sint-Petrus Dikkelvenne goed te keuren, zoals gezien in bijlage. |
Art. 2: | Kennis te nemen van budgetwijziging 2023/1 van de kerkfabriek van Sint-Petrus Dikkelvenne, zoals gezien in bijlage. |
Art. 3: | In de eerstvolgende aanpassing van het gemeentelijk meerjarenplan voorziet de gemeente Gavere overeenkomstig budgetwijziging 2023/1 van de kerkfabriek Sint-Petrus Dikkelvenne een exploitatietoelage van € 12.609,56 in 2023 en een investeringstoelage van € 22.700. De toekomstige investeringstoelagen worden in overeenstemming gebracht met de meerjarenplanwijziging 2023 van de kerkfabriek Sint-Petrus Dikkelvenne. |
Art. 4: | Een afschrift van deze beslissing zal overgemaakt worden aan het bisdom Gent, aan de kerkfabriek Sint-Petrus Dikkelvenne en aan het centraal kerkbestuur. |
Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, artikelen 43, 48 en 50.
Het centraal kerkbestuur dient de meerjarenplanwijzigingen van de kerkfabrieken gecoördineerd in bij de gemeente nadat het advies van het erkend representatief orgaan werd ontvangen.
De meerjarenplanwijziging werd bij de gemeente ingediend op 20 juni 2023. Het advies van het bisdom werd digitaal ontvangen op 4 juli 2023.
De gemeente dient zich over de meerjarenplanwijziging uit te spreken binnen een termijn van 100 dagen na ontvangst van het advies van het bisdom. Deze termijn verstrijkt op 12 oktober 2023.
In deze meerjarenplanwijziging wordt een investeringstoelage gevraagd voor dringende onderhoudswerken aan de Sint-Amanduskerk voor een bedrag van € 60.000.
De gemeentelijke exploitatietoelage bedraagt volgens het meerjarenplan van kerkfabriek Sint-Amandus Gavere zoals gewijzigd in 2022 € 41.273,61. De door de gemeente gebudgetteerde gemeentelijke bijdrage voor 2023 bedraagt € 27.377,01 overeenkomstig het gemeenteraadsbesluit van 12 september 2022. De gemeentelijke exploitatietoelage in de voorliggende meerjarenplanwijziging 2023 stijgt met € 5.300 ten opzichte van het eerder goedgekeurde meerjarenplan tot € 46.573,61 in 2023. De oorzaak van de toename is de hogere budgetraming 2023 vanwege het VEB (raming april). In haar budgetwijziging 1 van 2023 voorziet de kerkfabriek een gemeentelijke exploitatietoelage van € 32.677,01.
De geraamde exploitatietoelagen in de volgende jaren (2024 en 2025) wijzigen niet.
De gebudgetteerde gemeentelijke investeringstoelage bedraagt volgens het meerjarenplan van kerkfabriek Sint-Amandus Gavere zoals gewijzigd in 2022 € 0. De door de gemeente gebudgetteerde gemeentelijke investeringstoelage voor 2023 bedraagt € 50.000. De gemeentelijke investeringstoelage in de meerjarenplanwijziging 1 2023 stijgt naar € 60.000.
Art. 1: | De meerjarenplanwijziging 2023 van de kerkfabriek Sint-Amandus Gavere goed te keuren, zoals gezien in bijlage. |
Art. 2: | Kennis te nemen van budgetwijziging 1 2023 van de kerkfabriek Sint-Amandus Gavere, zoals gezien in bijlage. |
Art. 3: | In de eerstvolgende aanpassing van het meerjarenplan voorziet de gemeente Gavere overeenkomstig budgetwijziging 1/2023 van de kerkfabriek Sint-Amandus Gavere een exploitatiedotatie van € 32.677,01 en een investeringsdotatie van € 60.000 in 2023. |
Art. 4: | Een afschrift van deze beslissing zal overgemaakt worden aan het bisdom Gent, aan de kerkfabriek Sint-Amandus Gavere en aan het centraal kerkbestuur. |
Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, artikel 48 en 50.
Het centraal kerkbestuur dient de budgetten van de kerkfabrieken gecoördineerd in bij de gemeente nadat het advies van het erkend representatief orgaan werd ontvangen. De gemeente beschikt over een termijn van 50 dagen om zich uit te spreken over de ingediende budgetwijziging.
De gemeentelijke exploitatietoelage in de voorliggende budgetwijziging 1 2023 wijzigt niet en blijft bijgevolg binnen het bedrag van het goedgekeurd meerjarenplan.
De gemeentelijke investeringstoelage in deze budgetwijziging 1 2023 stijgt met € 22.831,03 ingevolge een overzetting van een investeringskrediet van 2022 naar boekjaar 2023. Van het betrokken investeringsbudget dat initieel € 35.000 bedroeg werd reeds € 12.168,97 uitgevoerd in 2022 voor dakwerken aan de toren van de kerk. Het beschikbaar saldo van het investeringsbudget bedraagt bijgevolg € 22.831,03 en draagt de kerkfabriek over naar het lopend boekjaar (2023). In het gemeentelijk budget werd dit saldo reeds overgedragen van 2022 naar 2023 waardoor er geen aanpassing meer nodig is aan het gemeentelijk meerjarenplan.
Art. 1: | Kennis te nemen van budgetwijziging 1 2023 van de kerkfabriek Sint-Pietersbanden Semmerzake, zoals gezien in bijlage. |
Art. 2: | Een afschrift van deze beslissing zal overgemaakt worden aan het bisdom Gent, de kerkfabriek Sint-Pietersbanden Semmerzake en het centraal kerkbestuur. |
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 41 2e lid 23°.
Het gemeenteraadsbesluit van 27 april 2015 houdende vaststellen reglement voor toelage voor hemelwatergebruik en infiltratievoorzieningen is aan actualisering toe.
De gewestelijke hemelwaterverordening bepaalt reeds bij (ver)bouwingen en aanleg verhardingen welke buffer- en infiltratievoorzieningen er dienen geplaatst te worden. Ons toelagereglement is niet van toepassing op verplicht aan te leggen installaties maar wil enkel buffer- en infiltratievoorzieningen stimuleren in de gevallen waarbij de gewestelijke hemelwaterverordening niet van toepassing is.
Het huidige subsidiereglement heeft een indeling opgemaakt waarbij de aangesloten dakoppervlakte bepaalt wat de inhoud van de regenwaterput dient te zijn. Deze indeling wordt nu sterk vereenvoudigd. Er wordt enerzijds een min. regenwaterput van 5.000 liter bepaald (voorheen 3.000 liter) om in aanmerking te komen voor subsidie en anderzijds wordt er vanaf een dakoppervlakte van 201 m² een min. regenwaterput van min. 10.000 liter bepaald waar er voorheen dan nog verdere inhoudsvereisten werden gesteld per 50 m² extra aangesloten dakoppervlakte.
De tabel met inhoudsvereisten wordt dan :
horizontale dakoppervlakte |
minimale tankinhoud |
tot en met 100 m2 |
min. 5.000 liter |
101 tot en met 200 m2 |
min. 7.000 liter |
vanaf 201 m² |
min. 10.000 liter |
Definities | |||||||||||||||||||||||||
Art. 1: |
|
||||||||||||||||||||||||
Toelage | |||||||||||||||||||||||||
Art. 2: | §1. Binnen de perken van de jaarlijks op het budget voorziene en goedgekeurde kredieten, verleent het college van burgemeester en schepenen voor een bestaand gebouw of bij verbouwing van een bestaand gebouw, een toelage voor de aanleg van een hemelwaterinstallatie indien gebouwd na 31 december 2008 en indien de hemelwaterinstallatie niet verplicht is volgens een stedenbouwkundige- of milieuvergunning (omgevingsvergunning). Deze hemelwaterinstallatie moet voldoen aan de voorwaarden in artikel 4. §2. Binnen de perken van de jaarlijks op het budget voorziene en goedgekeurde kredieten, verleent het college van burgemeester en schepenen een toelage voor de aanleg van een infiltratievoorziening indien aangelegd na 31 december 2008 en als de infiltratievoorziening niet verplicht is volgens een stedenbouwkundige- of milieuvergunning (omgevingsvergunning). Deze infiltratievoorziening moet voldoen aan de voorwaarden in artikel 4. Deze toelage kan gecumuleerd worden met de toelage voorzien in §1. §3. Voor deze toelage het beschikbare krediet zoals voorzien op beleidsitem 0349-00 en algemene rekening 649200 aan te wenden. |
||||||||||||||||||||||||
Aanvraag | |||||||||||||||||||||||||
Art. 3: | De aanvraag tot het bekomen van een toelage wordt bij voorkeur ingediend vóór de aanleg van de installatie. | ||||||||||||||||||||||||
Toekenningsvoorwaarden | |||||||||||||||||||||||||
Art. 4: | §1. De hemelwaterinstallatie en de infiltratievoorziening zoals bedoeld in artikel 1 dienen te voldoen aan de richtlijnen zoals deze bepaald zijn in art. 7 § 3 van het besluit van de Vlaamse regering houdende bepalingen van rechten en plichten van de exploitanten van een openbaar waterdistributienetwerk en hun klanten met betrekking tot de levering van water bestemd voor menselijke consumptie, de uitvoering van de saneringsverplichting en het algemeen waterverkoopreglement. Hemelwaterinstallaties: a) De minimale inhoud van de hemelwaterput dient in overeenstemming te zijn met de aangesloten dakoppervlakte, met een minimum van 5.000 l, zoals aangegeven in onderstaande tabel.
b) De volledige dakoppervlakte is aangesloten op de hemelwaterput. Een toelage bij een onvolledig aangesloten dakoppervlakte is slechts toegestaan mits grondige motivering. c) Het hergebruik van het in de hemelwaterput gecapteerde water is verplicht door middel van een aangesloten pompinstallatie met een minimale aansluiting van 1 WC of wasmachine. Een pompinstallatie is niet verplicht indien de verschillende aftappunten gravitair gevoed kunnen worden. d) Er mag geen directe verbinding gecreëerd worden tussen het drinkwaternet en het leidingennet aangesloten op de hemelwaterput. Hiertoe dient de hemelwaterput met drinkwater bijgevuld te worden door middel van een bijvulsysteem met onderbreking overeenkomstig de code van goede praktijk, ofwel dient een afzonderlijk leidingencircuit voorzien te worden voor hemelwater en drinkwater. e) De overloop van de hemelwaterput wordt bij voorkeur aangesloten op een infiltratievoorziening op eigen terrein. f) De overloop kan ook aangesloten worden op een openbare infiltratievoorziening, een waterloop, gracht of een ander oppervlaktewater. Wanneer deze afvoermogelijkheden niet aanwezig zijn of aansluiting hierop niet haalbaar is, mag de overloop van de hemelwaterput aangesloten worden op het gedeelte van de openbare riolering bestemd voor de afvoer van hemelwater. Als er geen openbare riolering bestemd voor afvoer van hemelwater aanwezig is, mag het hemelwater op de gemengde openbare riolering aangesloten worden. Wel moeten tot aan het lozingspunt op de openbare riolering het hemelwater en afvalwater gescheiden worden. Infiltratievoorzieningen: g) Infiltratievoorzieningen moeten voldoen aan de volgende eisen:
§2. Op de infiltratievoorziening wordt minstens 50 m2 dakoppervlak of verharding aangesloten. §3. De hemelwaterinstallatie en/of infiltratievoorziening is gebouwd na 31 december 2008 volgens, of in overeenstemming gebracht met, de code van goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen en in tweede instantie met de gewestelijke stedenbouwkundige verordening. §4. Een afschrift van de facturen met vermelding van de inhoud van de hemelwaterinstallatie en/of infiltratievoorziening dient door de bouwheer voorgelegd te worden. |
||||||||||||||||||||||||
Art. 5: | De toelage wordt aan de eigenaar, gebruiker of huurder (mits toestemming van de eigenaar) van een gebouw gelegen op het grondgebied van Gavere slechts éénmalig toegekend. | ||||||||||||||||||||||||
Bedrag | |||||||||||||||||||||||||
Art. 6: | §1. Hemelwaterinstallatie: deze toelage bedraagt maximaal 250 EUR
Aanvragen tot afwijking van de aard van de bovenvermelde aftappunten (WC & wasmachine) worden beslist door het college van burgemeester en schepenen. §2. De toelage voor de aanleg van een infiltratievoorziening bedraagt 1,35 EUR per m² aangesloten dakoppervlak of verharde oppervlakte. |
||||||||||||||||||||||||
Controle | |||||||||||||||||||||||||
Art. 7: | Vooraleer over te gaan tot de uitbetaling van de toelage zal een door de gemeente gemachtigde instantie of ambtenaar zich er van vergewissen dat aan de voorwaarden van het toelagereglement voldaan is. Blijken deze voorwaarden niet nageleefd, dan zal de toelage niet uitgekeerd worden. Het is de eigenaar op alle momenten toegestaan om de nodige aanpassingen door te voeren om alsnog voor de toelage in aanmerking te komen. | ||||||||||||||||||||||||
Slotbepalingen | |||||||||||||||||||||||||
Art. 8: | Onderhavige beslissing vervangt met ingang van 1 oktober 2023 het gemeenteraadsbesluit van 27 april 2015 houdende vaststellen reglement voor toelage voor hemelwatergebruik en infiltratievoorzieningen. | ||||||||||||||||||||||||
Art. 9: | Onderhavig reglement wordt bekend gemaakt overeenkomstig de bepalingen in het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 286 en 287. | ||||||||||||||||||||||||
Art. 10: | Een afschrift deze beslissing over te maken aan de afdeling ruimte en de afdeling interne zaken (financieel directeur/dienst financiële organisatie). |
De laatste jaren zijn er in onze gemeente veel meergezinswoningen bijgebouwd. Ondanks het huidig aanbod aan appartementen blijft onze gemeente aantrekkelijk voor nieuwe ontwikkelingen. Wanneer deze trend zich doorzet, dreigt het karakter van onze kernen verloren te gaan.
Het bestuur wenst de "appartementiseringsdruk" te beheersen door het herzien van het RUP "Markt en omgeving" en het invoeren van een stedenbouwkundige verordening "kwalitatieve meergezinswoningen".
Deze instrumenten zullen ervoor zorgen dat er een beter localisatiebeleid is rond meergezinswoningen, dat er m.a.w. enkel nog meergezinswoningen kunnen komen op plaatsen waar ruimtelijke kwaliteit kan gegarandeerd worden.
Ondanks deze ruimtelijke instrumenten verhogen inbreiding en verdichtingsprojecten de druk op het bestaande bebouwde weefsel, o.a. door toename van verharding, parkeervraag e.d.
Om te vermijden dat de ruimtelijke draagkracht van de omgeving wordt overschreden, moeten compenserende maatregelen genomen worden die een meerwaarde genereren voor de omgeving, zoals de aanleg van publieke groene ruimte, langzaam verkeersverbindingen, ...
Deze (voor de omgeving) compenserende maatregelen beperken zich niet tot het privaat domein van de ontwikkelingen zelf, maar dienen vaak gerealiseerd op het openbaar domein. Bijgevolg is het opportuun om een reserve aan te leggen die aangewend kan worden voor de ontwikkeling van kwalitatieve publieke ruimtes. Deze reserve wordt gefinancierd met middelen uit een gemeentelijke belasting op nieuwe ontwikkelingen van meergezinswoningen (inclusief herbouw en uitbreiding).
Het is evenwel aangewezen om van deze belasting vrij te stellen:
Het tarief van de belasting dient voldoende hoog te zijn en tegelijk in verhouding tot de beoogde doelstelling. Daarom werd op 25 oktober 2021 een bedrag van € 2.000 vastgesteld voor elke bijkomende woonentiteit. Artikel 3 van het belastingreglement van 25 oktober 2021 bepaalt dat de belasting verschuldigd is door de titularis van de omgevingsvergunning met betrekking tot het bouwen, herbouwen en uitbreiden van meergezinswoningen of stapelwoningen. Daarbij kan het echter onduidelijk zijn of de titularis van deze omgevingsvergunning effectief het voorgenomen project heeft gerealiseerd. Men heeft namelijk de mogelijkheid om de toegekende vergunning niet te realiseren waardoor men onnodig een belastingaanslag zou krijgen. Ook kan de omgevingsvergunning (het project) gerealiseerd worden door iemand anders dan de titularis van de vergunning.
Bijgevolg is het aangewezen om artikel 3 te actualiseren en uit te breiden met de bepaling dat het project ook effectief wordt uitgevoerd vooraleer de belasting verschuldigd wordt. Het is wenselijk om hiervoor de startdatum van de uitvoering van de verkregen omgevingsvergunning met betrekking tot het bouwen, herbouwen en uitbreiden van meergezinswoningen of stapelwoningen als referentie te nemen.
Deze aanpassing is in het voordeel van de belastingplichtige vermits deze aanpassing duidelijkheid brengt en de groep van belastingplichtigen inperkt tot enkel de titularissen van een omgevingsvergunning en/of diegene(n) die effectief het betrokken woonproject realiseren.
Alle andere bepalingen blijven behouden. Ook de tarieven blijven ongewijzigd. Bijgevolg kan het vigerend belastingreglement van 25 oktober 2021 opgeheven worden en vervangen door een nieuw reglement met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2023.
Art. 1: | Voor de aanslagjaren 2023 tot en met 2025 wordt een belasting gevestigd op het bouwen, herbouwen en uitbreiden van meergezinswoningen en stapelwoningen. |
Art. 2: | Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:
|
Art. 3: | De belasting is verschuldigd door de titularis van de omgevingsvergunning met betrekking tot het bouwen, herbouwen en uitbreiden van meergezinswoningen of stapelwoningen of diegene(n) die het project realiseert vanaf het ogenblik dat er met de uitvoering van de omgevingsvergunning met betrekking tot het woonproject met betrekking tot de meergezinswoning en/of stapelwoning wordt gestart. De titularis van de omgevingsvergunning blijft steeds het volledige bedrag van de belasting verschuldigd, ook bij gehele of gedeeltelijke verkoop. |
Art. 4: | De kohierbelasting wordt bepaald op:
Bij het oprichten van een nieuwe meergezinswoning op een nog onbebouwd perceel of bij herbouw, dienen alle woonentiteiten in rekening gebracht te worden bij de bepaling van de belasting. |
Art. 5: | Van de belasting wordt vrijgesteld:
|
Art. 6: | De belasting wordt ingevorderd bij wijze van een kohier dat wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen. |
Art. 7: | De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet. |
Art. 8: | De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen dat handelt als administratieve overheid. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of van de kennisgeving van de aanslag. Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstbewijs afgegeven, binnen vijftien dagen na de indiening ervan. |
Art. 9: | De vestiging en de invordering van de belasting, alsook de regeling van de geschillen ter zake, gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen. |
Art. 10: | Het gemeenteraadsbesluit van 25 oktober 2022 houdende vaststelling van een belasting op het bouwen, herbouwen en uitbreiden van meergezinswoningen en stapelwoningen wordt opgeheven met ingang van heden en vervangen door onderhavig reglement. |
Art. 11: | Dit besluit wordt van kracht op 1 januari 2023 en wordt bekend gemaakt overeenkomstig de bepalingen van het decreet lokaal bestuur. |
Er werd op 17 maart 2023 een aanvraag voor een omgevingsvergunning met nummer OMV_2022129847 ingediend voor het bouwen van appartementen met ondergrondse parking op de percelen gelegen te Gavere, Kasteeldreef 45-47, kadastraal gekend 1e afdeling, sectie A, nrs 40P, 35M.
Het project, genaamd "Waterkant", omvat in hoofdzaak:
De aanvraag werd ontvankelijk en volledig verklaard op 12 april 2023.
Zoneringsgegevens - planologische bestemming
De percelen zijn gelegen in woongebied volgens het gewestplan “Oudenaarde”, goedgekeurd bij K.B. van 24.02.1977 en latere wijzigingen.
De woongebieden zijn bestemd voor: “wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf, voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven, en dat deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving” (artikel 5, par.1.0 van het KB van 28.12.1972, betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen + omzendbrief dd. 08.07.1997 terzake).
De percelen zijn gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, meer bepaald het gemeentelijk RUP “Herziening RUP Markt en omgeving”, goedgekeurd bij besluit van de gemeenteraad van 20/06/2022, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 16/08/2022.
Zaak der wegen
Overeenkomstig artikel 31 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning spreekt de gemeenteraad zich uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein. Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt.
De aanvraag gaat gepaard met het verplaatsen, wijzigen en uitrusten van voetweg nr. 34 en de opname van een zone voor bezoekersparkeren in het openbaar domein (9 parkeerplaatsen aansluitend op de Burchtweg).
Voetweg nr. 34
In de atlas der buurtwegen van de gemeente Gavere situeert de (oude) voetweg zich langs de Schelde. Bij de rechttrekking en verplaatsing van de Schelde werd het juridisch tracé nooit in overeenstemming gebracht met de feitelijke toestand.
Er wordt voorgesteld om de oude voetweg te verplaatsen (tracéwijziging), te wijzigen (aanpassing van de breedte) en uit te rusten (verharden) en deze overeenkomstig het masterplan "Waterkant" te bestemmen als publiek wandel- en fietspad doorheen zowel het bestaande project "Gavreau" als het project "Waterkant", waardoor de volledige site doorwaadbaar wordt met verbindingen naar de Kasteeldreef, de Burchtweg en de Schelde-trekweg.
De breedte van het nieuw publiek tracé varieert van 1,5m (tracé langs de linker zijgevel van project Gavreau) tot 2m (project Waterkant).
De nieuwe/gewijzigde voetweg wordt aangelegd in een betonverharding (deels klinkers, deels uitgewassen beton).
Er wordt voorgesteld om het publiek karakter van de nieuwe trage verbinding te garanderen door de vestiging van een eeuwigdurende publiekrechtelijke erfdienstbaarheid van doorgang overeenkomstig artikel 26,§2,tweede lid van het decreet houdende de gemeentewegen.
De aanvraag omvat een voorstel van overeenkomst houdende vestiging van deze erfdienstbaarheid alsook een ontwerp van beheersovereenkomst cf. artikel 34,§3 van het decreet houdende de gemeentewegen.
Zone voor bezoekersparkeren langs de Burchtweg
Op bijgevoegd rooilijnplan zijn 2 zones aangeduid (deel perceel 40P 51 m² en deel perceel 40P 94 m²) welke zullen aangelegd worden als publieke parkeerzone (9 parkeerplaatsen).
De parkeerplaatsen worden aangelegd in grasdallen, met uitzondering van 1 parkeerplaats voor andersvaliden welke in beton wordt aangelegd.
Er wordt voorgesteld om het publiek karakter van deze parkeerzone te garanderen door opname in het openbaar domein.
Het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen heeft tot doel om de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen te vrijwaren en te verbeteren, in het bijzonder om aan de huidige en toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit te voldoen (artikel 3).
Om de doelstelling, vermeld in het eerste lid, te realiseren voeren de gemeenten een geïntegreerd beleid, dat onder meer gericht is op:
1. de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau;
2. de herwaardering en bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen, zowel op recreatief als op functioneel vlak.
Bij elke beslissing over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen wordt rekening gehouden met de doelstelling vermeld in artikel 3 van dit decreet.
Bij beslissingen over wijzigingen van het gemeentelijk wegennet wordt minimaal rekening gehouden met de volgende principes (artikel 4 decreet gemeentewegen):
1° wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang;
2° een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd;
3° de verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen;
4° wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief;
5° bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen.
In het kader van de doelstelling van artikel 3 van het decreet houdende de gemeentewegen draagt het voorstel tot verplaatsing en wijziging van voetweg nr. 34 bij aan een uitbouw van een veilig trage wegennet op lokaal niveau en de herwaardering en bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen, zowel op recreatief (wandelen, fietsen) als op functioneel vlak (veilige bijkomende verbinding Kasteeldreef-Schelde).
Het project waterkant voorziet dat voetweg nr. 34 zoals opgenomen in de atlas der buurtwegen wordt geherwaardeerd zoals voorzien in de doelstellingen van het decreet houdende de gemeentewegen. De gemeenteweg wordt volwaardig uitgerust waardoor er een doorwaadbaarheid ontstaat tussen de kasteeldreef en de Schelde trekweg.
In het kader van artikel 4 van het decreet houdende de gemeentewegen werd rekening gehouden met de vooropgestelde principes, en kan de verplaatsing en wijziging als volgt worden gemotiveerd:
1. Wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang:
Het voorstel om het volledige gebied (project Gavreau en Waterkant) tussen de Kasteeldreef en de Schelde-trekweg doorwaadbaar te maken via deze publiek toegankelijke weg met min breedte van 1,5m is duidelijk ten dienste van het algemeen belang; het gebruik strekt zich verder dan louter de (toekomstige) bewoners van het project en het verdwenen publiek karakter wordt hersteld.
2. Een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd:
De wijziging kadert binnen de doelstelling van het masterplan "Waterkant" om de kern van Gavere opnieuw te verbinden met de Schelde via een fijnmazig netwerk van trage wegen tussen de Markt en de Schelde.
3. De verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen:
De wijziging van de gemeenteweg komt de verkeersveiligheid ten goede, zowel voor het gemotoriseerd verkeer als de fietser.
De voetweg doorkruist een binnengebied dat volledig autovrij is en enkel toegankelijk voor fietsers en wandelaars (behoudens verhuisbewegingen en bij calamiteiten). Het gemotoriseerd verkeer wordt aan de rand van het projectgebied gehouden, waar de inrit naar de ondergrondse parkeergarage en de bovengrondse parkeerplaatsen worden voorzien (Burchtweg). Op die manier is er een maximale scheiding van gemotoriseerd en langzaam verkeer.
4. Wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief:
De voorgestelde wijziging heeft geen impact op het weggennet van naburige gemeenten.
5. Bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen:
Het project "Waterkant" voorziet dat voetweg nr. 34 zoals opgenomen in de atlas der buurtwegen wordt geherwaardeerd zoals voorzien in de doelstellingen van het decreet houdende de gemeentewegen. De gemeenteweg wordt volwaardig uitgerust waardoor er een doorwaadbaarheid ontstaat tussen de kasteeldreef en de Schelde trekweg.
De gevraagde wijziging kadert in een duurzame ruimtelijke ontwikkeling om het trage wegennet verder uit te bouwen i.f.v. een veilige mobiliteit.
Met andere woorden is de wijziging van de gemeenteweg een toekomstgerichte handeling die het wegenbeleid van de gemeente Gavere ten goede komt en geen afbreuk doet aan toekomstige ontwikkelingen van het gebied. Er worden immers door de wijziging geen andere projecten (bouwprojecten of verbindingen) in het gedrang gebracht.
Conform artikel 47 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning neemt de gemeenteraad een besluit over de zaak van de wegen en neemt zij daarbij kennis van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek. Er werd een openbaar onderzoek georganiseerd van 18 april 2023 tot en met 17 mei 2023.
Er werden 22 bezwaren ingediend.
Art. 1: | Het rooilijnplan goed te keuren, zoals gezien in bijlage. |
Art. 2: | De zaak der wegen m.b.t de aanvraag voor omgevingsvergunning voor het bouwen van appartementen met ondergrondse parking op de percelen gelegen te Gavere, Kasteeldreef 45-47, kadastraal gekend 1e afdeling, sectie A, nrs. 40P, 35M goed te keuren onder de volgende voorwaarden en lasten: Voorwaarden:
Lasten:
|
Art. 3: | De gemeenteraad neemt kennis van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek. |
Art. 4: | Afschrift van dit besluit met bijhorende stukken als bijlage bij de omgevingsvergunningsaanvraag te voegen. |
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 40.
Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, artikel 26 §2 2e lid.
Er werd op 17 maart 2023 een aanvraag voor een omgevingsvergunning met nummer OMV 2022129847 ingediend voor het bouwen van appartementen met ondergrondse parking op de percelen gelegen te Gavere, Kasteeldreef 45-47, kadastraal gekend 1e afdeling, sectie A, nrs. 40p, 35m.
Het project, genaamd "Waterkant", omvat in hoofdzaak:
De aanvraag werd ontvankelijk en volledig verklaard op 12 april 2023.
De aanvraag gaat gepaard met het verplaatsen, wijzigen en uitrusten van voetweg nr. 34 op de percelen kadastraal gekend 1e afdeling, sectie A, nrs. 40p, 35m, 35/02p en 35/02s.
In de atlas der buurtwegen van de gemeente Gavere situeert de (oude) voetweg zich langs de Schelde. Bij de rechttrekking en verplaatsing van de Schelde werd het juridisch tracé nooit in overeenstemming gebracht met de feitelijke toestand.
Er wordt voorgesteld om de oude voetweg te verplaatsen (tracéwijziging), te wijzigen (aanpassing van de breedte) en uit te rusten (verharden) en deze overeenkomstig het masterplan "Waterkant" te bestemmen als publiek wandel- en fietspad doorheen zowel het bestaande project "Gavreau" als het project "Waterkant", waardoor de volledige site doorwaadbaar wordt met verbindingen naar de Kasteeldreef, de Burchtweg en de Schelde-trekweg.
De breedte van het nieuw publiek tracé varieert van 1,5m (tracé langs de linkerzijgevel van project Gavreau) tot 2m (project Waterkant).
De nieuwe/gewijzigde voetweg wordt aangelegd in een betonverharding (deels klinkers, deels uitgewassen beton).
Er wordt voorgesteld om het publiek karakter van de nieuwe trage verbinding te garanderen door de vestiging van een eeuwigdurende publiekrechtelijke erfdienstbaarheid van doorgang overeenkomstig artikel 26 §2 tweede lid van het decreet houdende de gemeentewegen.
De aanvraag omvat een voorstel van overeenkomst houdende vestiging van deze erfdienstbaarheid onder de opschortende voorwaarde dat voor het project "Waterkant" (OMV 2022129847) een definitieve en uitvoerbare vergunning wordt bekomen die niet verder aangevochten wordt, en waardoor het rooilijnplan definitief is geworden.
Art. 1: | De overeenkomst voor de vestiging van een eeuwigdurende publiekrechtelijke erfdienstbaarheid van doorgang op de percelen gelegen te Gavere, 1e afdeling, sectie A, nrs. 40 p, 35 m, 35/02p en 35/02s goed te keuren, zoals gezien in bijlage. |
Art. 2: | De voorzitter en de algemeen directeur te machtigen de overeenkomst namens de gemeente te ondertekenen. |
Art. 3: | Afschrift van dit besluit met bijhorende stukken over te maken aan:
|
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 40.
Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, artikel 34 §3.
Er werd op 17 maart 2023 een aanvraag voor een omgevingsvergunning met nummer OMV 2022129847 ingediend voor het bouwen van appartementen met ondergrondse parking op de percelen gelegen te Gavere, Kasteeldreef 45-47, kadastraal gekend 1e afdeling, sectie A, nrs. 40p, 35m.
Het project, genaamd "Waterkant", omvat in hoofdzaak:
De aanvraag werd ontvankelijk en volledig verklaard op 12 april 2023.
De aanvraag gaat gepaard met het verplaatsen, wijzigen en uitrusten van voetweg nr. 34 op de percelen kadastraal gekend 1e afdeling, sectie A, nrs. 40p, 35m, 35/02 p en 35/02s.
In de atlas der buurtwegen van de gemeente Gavere situeert de (oude) voetweg zich langs de Schelde. Bij de rechttrekking en verplaatsing van de Schelde werd het juridisch tracé nooit in overeenstemming gebracht met de feitelijke toestand.
Er wordt voorgesteld om de oude voetweg te verplaatsen (tracéwijziging), te wijzigen (aanpassing van de breedte) en uit te rusten (verharden) en deze overeenkomstig het masterplan "Waterkant" te bestemmen als publiek wandel- en fietspad doorheen zowel het bestaande project "Gavreau" als het project "Waterkant", waardoor de volledige site doorwaadbaar wordt met verbindingen naar de Kasteeldreef, de Burchtweg en de Schelde-trekweg.
De breedte van het nieuw publiek tracé varieert van 1,5m (tracé langs de linker zijgevel van project Gavreau) tot 2m (project Waterkant).
De nieuwe/gewijzigde voetweg wordt aangelegd in een betonverharding (deels klinkers, deels uitgewassen beton).
Overeenkomstig artikel 34 §3 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen ("Gemeentewegendecreet") kunnen gemeenten met derden of met andere overheden een beheerovereenkomst sluiten over de volledige of gedeeltelijke uitvoering van beheerstaken.
De aanvraag omvat een voorstel van beheersovereenkomst waarbij het beheer en het onderhoud van de gemeenteweg exclusief ten laste is van de aanvragers, hun rechtsopvolgers of aangestelden, telkens voor het gedeelte van de gemeenteweg dat over hun respectievelijke eigendom loopt, onder de opschortende voorwaarde dat voor het project "Waterkant" (OMV 2022129847) een definitieve en uitvoerbare vergunning wordt bekomen die niet verder aangevochten wordt, en waardoor het rooilijnplan definitief is geworden.
Art. 1: | De beheersovereenkomst m.b.t. de gemeenteweg waarop een eeuwigdurende publiekrechtelijke erfdienstbaarheid van doorgang wordt gevestigd op de percelen gelegen te Gavere, 1e afdeling, sectie A, nrs. 40 p, 35 m, 35/02 p en 35/02 s goed te keuren, zoals gezien in bijlage. |
Art. 2: | De voorzitter en de algemeen directeur te machtigen de overeenkomst namens de gemeente te ondertekenen. |
Art. 3: | Afschrift van dit besluit met bijhorende stukken over te maken aan:
|
Tijdens de gemeenteraad van 23 maart 2020 werd het stratentracé en de rooilijn voor verkaveling ter hoogte van Kapellestraat te Asper, genaamd Korenwind, goedgekeurd.
Binnen deze verkaveling werd het resterende deel van voetweg 64 opgenomen op het rooilijnplan om in volle eigendom over te dragen naar de gemeente.
Bij de verkaveling Korenwind werd de wegenis zo voorzien dat de achterliggende landbouwgronden bereikbaar zijn via de nieuwe wegenis, het resterende deel voetweg loopt dood op een perceel landbouwgrond. De rest van de voetweg 64 te Asper werd bij de realisatie van ruilverkaveling 'Ouwegem' afgeschaft.
Het proces-verbaal van definitieve oplevering van de wegenis van de verkaveling Korenwind werd door het college goedgekeurd op van 22 mei 2023. De akte tot grondafstand werd nog niet goedgekeurd door de gemeenteraad.
Het voornemen tot het wijzigen van de gemeenteweg geeft uitvoering aan artikel 3 (doelstellingen) en aan artikel 4 (principes) van het decreet houdende de gemeentewegen van 3 mei 2019 en dient te worden getoetst aan deze artikels.
Artikel 3 van het decreet houdende de gemeentewegen bepaalt het volgende:
‘Dit decreet heeft tot doel om de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen te vrijwaren en te verbeteren, in het bijzonder om aan de huidige en toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit te voldoen.
Om de doelstelling, vermeld in het eerste lid, te realiseren voeren de gemeenten een geïntegreerd beleid, dat onder meer gericht is op:
1. de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau;
2. de herwaardering en bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen, zowel op recreatief als op functioneel vlak.’
Binnen de overweging tot afschaffing van voetweg 64 te Asper werd artikel 3 in overweging genomen. Tijdens de uitvoering van de ruilverkaveling 'Ouwegem' werd voetweg 64 gelegen binnen de ruilverkaveling reeds afgeschaft. Hierdoor is enkel het deel voetweg welke zich situeert binnen de verkaveling Korenwind nog bestaande en loopt dood op het perceel landbouwgrond. Deze voetweg maakt dus niet langer deel uit van een netwerk en kan geen openbare, maatschappelijke functie hebben.
Artikel 4 van het decreet houdende de gemeentewegen bepaalt het volgende:
‘Bij beslissingen over wijzigingen van het gemeentelijk wegennet wordt minimaal rekening gehouden met de volgende principes:
1. wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang;
2. een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd;
3. de verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen;
4. wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief;
5. bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen.’
In het kader van artikel 4 van het decreet houdende de gemeentewegen, werd rekening gehouden met de vooropgestelde principes en kan de afschaffing als volgt worden gemotiveerd:
1. Wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang:
Het doodlopend deel voetweg maakt niet langer deel uit van een netwerk. Dit zou betekenen dat de gemeente dit doodlopend deel voetweg dient te onderhouden zonder dat er openbaar, maatschappelijk gebruik mogelijk is. Het valt dus niet te verantwoorden in het kader van het algemeen belang dat de gemeente middelen inzet om dit deel wegenis zonder openbaar, maatschappelijk belang te onderhouden.
2. Een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd:
De afschaffing beoogt een correct inzetten van gemeentelijke middelen in kader van het algemeen belang.
De gemeente voert een duidelijk beleid in kader van trage wegen en bouwt waar mogelijk dit netwerk ook verder uit. Gezien deze voetweg geen deel meer kan uitmaken van een netwerk is de afschaffing ervan te verantwoorden.
3. De verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen:
In de verkaveling Korenwind werd nieuwe wegenis aangelegd. Bij deze nieuwe wegenis is rekening gehouden met de ontsluiting van de achterliggende landbouwpercelen voor landbouwverkeer. De ontsluiting via de voetweg is dus niet langer noodzakelijk.
4. Wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief:
De afschaffing van dit doodlopend deel voetweg heeft geen impact op het wegennet van naburige gemeenten.
5. Bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen:
De ontsluiting van het achterliggende landbouwgebied blijft door de nieuw aangelegde gemeenteweg in de verkaveling Korenwind mogelijk.
Uit bovenstaande overwegingen kan dus geconcludeerd worden dat dit deel voetweg geen enkele publieke, maatschappelijke meerwaarde meer heeft en dat enkel de onderhoudsplicht bij de gemeente zal komen te liggen.
Volgens de Atlas der Buurtwegen blijkt dat deze voetweg gevestigd is door middel van een erfdienstbaarheid, de eigendom van de grond is niet van de gemeente.
Door landmeter Steven Thomas werd een grafisch plan en een schattingsverslag opgemaakt met betrekking tot de afschaffing van de erfdienstbaarheid van dit deel voetweg.
Overeenkomstig artikel 21 van het Gemeentewegendecreet stelt de gemeenteraad het ontwerp van grafisch plan tot opheffing van een gemeenteweg voorlopig vast, waarna het college het aan een openbaar onderzoek onderwerpt en waarna de gemeenteraad het grafisch plan tot opheffing van een gemeenteweg (al dan niet) definitief vaststelt.
Art. 1: |
Het grafisch plan tot afschaffing van het resterende deel van de gemeenteweg 64 te Asper met nummer' Precad 13-2023' wordt voorlopig vastgesteld, zoals gezien in bijlage. |
Art. 2: |
Het college van burgemeester en schepenen te gelasten het openbaar onderzoek op te starten en te doorlopen. Het openbaar onderzoek wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 21 §2 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. |
Art. 3: |
Akkoord te gaan met het schattingsverslag opgemaakt door de heer Steven Thomas, beëdigd landmeter-expert. Hierbij wordt gesteld geen meerwaarde voor de kadastrale percelen toe te kennen ingeval van officiële afschaffing van de Voetweg 64. |
Art. 4: |
De verkavelaar op de hoogte te brengen dat de gemeente dit deel voetweg niet wenst over te nemen en het rooilijnplan en de akte in die zin dienen opgemaakt te worden. |
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 56.
Gemeenteraadsbesluit van de gemeente Nazareth van 22 mei 2023 houdende Wegen en mobiliteit. Motie tot aanpak kruispunt N35 Steenweg Deinze x N60. Goedkeuring.
Het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) is wegbeheerder van de N35 Steenweg Deinze (Nazareth) en de N60 Gentsebaan; de gemeente Gavere is wegbeheerder van de Stationsstraat.
Al jaren worden de fileproblemen op de N35 Steenweg Deinze (Nazareth) en de Stationsstraat (Gavere) alsmaar groter. Het verkeer maakt daarom steeds meer gebruik van sluipwegen en veroorzaakt toenemende hinder op het lokale (residentiële) wegennet . De veiligheid en de leefbaarheid op deze lokale wegen komen hierbij in gedrang.
Naar aanleiding van toekomstige wegenwerken in Asper, onder andere in de Luxemburgstraat en Steenweg, werd tijdens het participatietraject met de bewoners steeds het sluipverkeer van zowel auto's als vrachtverkeer aangehaald.
Tijdens een periodiek overleg met AWV, de gemeente Nazareth en de gemeente Gavere werd de stand van zaken met betrekking tot dit kruispunt bevraagd.
De conclusie van AWV was daarbij het volgende:
"Gezien er geen optimalisaties aan de lichtenregeling mogelijk zijn, is de enige oplossing het bijkomend voorzien van capaciteit. AWV voorziet dit echter niet op korte termijn, gezien het kruispunt naar maatstaven van AWV recent heraangelegd werd en dus geen prioriteit vormt".
Nazareth blijft echter, in overeenstemming met de nieuwe wegencategorisering, voorstander dat een aanpak van dit kruispunt hoog op de prioriteitenlijst komt te staan binnen de vervoerregio Gent.
Bijkomend werd tijdens een eerder overleg met Infrabel aan de gemeente Gavere gemeld dat het de intentie is van Infrabel om overwegen te sluiten. Hierdoor zal de Stationsstraat nog hoger belast worden en is de goede doorstroming essentieel.
De gemeente Nazareth heeft naar aanleiding van deze problemen een motie opgemaakt ter attentie van de Minister van Mobiliteit Lydia Peeters en het Agentschap Wegen en Verkeer met de vraag prioriteit te geven aan de aanpak van het kruispunt N35 Steenweg Deinze en N60 Gentsebaan.
De gemeente Gavere wil deze vraag ondersteunen aangezien de verbetering van dit kruispunt noodzakelijk is.
Art. 1: |
De motie tot aanpak van het kruispunt N60 - Stationsstraat (Gavere) - N35 Steenweg Deinze (Nazareth) goed te keuren, zoals gezien in bijlage, en deze namens de gemeente Gavere in te dienen bij de Vlaamse Minister van Mobiliteit en Openbare werken en het Agentschap Wegen en Verkeer. |
Art. 2: |
Een afschrift van dit besluit wordt bezorgd aan:
|
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 41 2e lid 11°.
De kerkfabriek is eigenaar van de percelen Gavere, 6e afdeling, sectie B, nrs. 275A, 276/A, 277 en 278 (deel) in de Hulstraat en wenst dit perceel te verkopen.
De gemeente is eigenaar van de belendende percelen Gavere, 6e afdeling, sectie B, nrs. 270, 271/A, 272 en 273A. Een deel van deze percelen is ingericht als publieke parking.
Het college van burgemeester en schepenen stelt voor om de percelen van de kerkfabriek onderhands aan te kopen om ze samen te voegen met de percelen van de gemeente. Door de aankoop van de percelen kan een centrale publieke ruimte ingericht worden, die door zijn configuratie efficiënt kan ingericht worden. Deze publieke ruimte kan dienstig zijn als parkeerruimte voor het centrum van Asper, de bezoekers van het aanpalende parochiecentrum, de bezoekers van de kerk, de ouders en leerkrachten van de vrije basisschool.
De percelen hebben volgens het metingsplan een gezamenlijke oppervlakte van 611,82 m²:
Er is een recent schattingsverslag dat de waarde van beide loten samen schat op € 165.000, of € 269/m².
De financieel directeur verleende een voorwaardelijk visum op 3 augustus 2023.
Art. 1: | De gemeenteraad besluit principieel tot de onderhandse aankoop van de percelen Gavere, 6e afdeling, sectie B, nrs. 275A, 276/A, 277 en 278 (deel) in de Hulstraat, meer bepaald:
|
Art. 2: | De aankoopprijs wordt vastgesteld op € 165.000. |
Art. 3: | Onderhavige beslissing kan beschouwd worden als een eenzijdige koopbelofte. De kerkfabriek Sint-Martinus Asper kan de koopbelofte lichten, hetzij bij expliciete beslissing van de kerkraad, hetzij bij voorlegging van een ontwerpakte opgemaakt door de door haar aangewezen notaris. Desgevallend registreert het gemeentebestuur de koopbelofte als een verbintenis op het beschikbare investeringskrediet van actie 377, beleidsitem 0610-00 en algemene rekening 220000. Daartoe is een verschuiving van ramingen nodig binnen actie 377, meer bepaald van AR 229100 naar AR 220000. De eenzijdige koopbelofte geldt tot en met 31 december 2023. |
Art. 4: | Een afschrift van deze beslissing over te maken aan:
|
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 41 2e lid 11°.
Het perceel kadastraal gekend als Gavere, 6de afdeling, sie A, nr. 839B is eigendom van de gemeente en heeft een kadastrale oppervlakte van 45.336 m². Het betreft de voetbalterreinen van KFC Gavere-Asper met aansluitend (langs de Wallebosstraat) het terrein dat deels door de scouts van Asper wordt gebruikt en deels door een landbouwbedrijf met zetel in de Vlienderweg.
In het kader van de actie 311 (lokalen jeugdwerk - scoutslokaal Asper) werd er voorgesteld om een grondruil te realiseren met de eigenaar van het aanpalend perceel, kadastraal gekend Gavere, 6de afdeling, sie A nr. 843A. De grondruil wordt verwezenlijkt met het oog op de afstemming van het gebruik van de percelen met de planologische bestemming (agrarisch gebied - zone voor dagrecreatie).
Het college van burgemeester en schepenen stelde in zitting van 14 november 2022 het notariskantoor Hulsbosch, Rijckbosch & Hulsbosch aan voor de opmaak van de ruilovereenkomst en landmeter T-LaB, voor het opmeten en opsplitsen van het perceel.
Volgende ruil is overeengekomen:
met
Art. 1: |
De ruilovereenkomst opgemaakt voor de volgende percelen:
|
Art. 2: |
De voorzitter en de algemeen directeur te machtigen om de overeenkomst namens de gemeente te ondertekenen. |
Art. 3: |
Een afschrift van deze beslissing over te maken aan notaris Hulsbosch Elisa, notaris met standplaats in De Pinte. |
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 41 2e lid 11°.
Met het gemeenteraadsbesluit van 24 april 2023 werd de nieuwe rooilijn in de Ten Edestraat definitief vastgesteld.
Om deze rooilijn en het nieuwe fietspad van de Ten Edestraat te realiseren zijn er grondverwervingen noodzakelijk.
Notaris Hulsbosch Elisa (met standplaats te De Pinte) heeft de ontwerpakte voor deze grondaankopen opgemaakt.
De gemeente verwerft 3.237m² gronden voor een waarde van € 18.595,85 inclusief pachtverbrekingsvergoeding, wedenbelegvergoeding en navetten.
Art. 1: |
De ontwerpakte met betrekking tot de aankoop van delen van percelen grond gelegen 2de afdeling (Semmerzake), sectie A, delen van percelen 991A, 992A, 993, 995, 995/2, 1001A, 1002A, 1003A, 1004A, 1005A, 1011C, 1011D, 1012A, 1014A, 1062, 1063, 1074A, met een totale oppervlakte van 3.237m², zoals aangeduid op bijgevoegd rooilijnplan van 9 december 2022 opgemaakt door studiebureau Lobelle, goed te keuren om reden van openbaar nut, zoals gezien in bijlage. De vergoeding voor aankoop en pachtvergoedingen bedraagt € 18.595,85. De voorzitter en de algemeen directeur te machtigen om de akte namens de gemeente te ondertekenen. |
Art. 2: |
Het college van burgemeester en schepenen te gelasten met de uitvoering van de onderhavige beslissing. |
Art. 3: | De FOD Financiën in te lichten over de opname van de percelen in het openbaar domein van de gemeente Gavere. |
Art. 4: | Een afschrift van deze beslissing over te maken aan de afdeling interne zaken (dienst administratieve organisatie en dienst financiële organisatie) en de afdeling ruimte. |
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 40 en 41.
In de Gemeentelijke Basisschool De Vierklaver A en in de Gemeentelijke Basisschool De Vierklaver BGV vond de telling voor de organisatie van het schooljaar 2023-2024 plaats op 1 februari 2023.
Er kunnen in de Gemeentelijke Basisschool De Vierklaver A in het kleuteronderwijs:
Op basis van de inschrijvingen lijkt een ontdubbeling van de 2e kleuterklas zeer waarschijnlijk. In de Gemeentelijke Basisschool De Vierklaver A zijn er 12 lestijden te kort om de 2e kleuterklas voltijds te ontdubbelen.
Er kunnen in de Gemeentelijke Basisschool De Vierklaver A in het lager onderwijs:
In het 5de leerjaar zitten 33 leerlingen. Er is een te kort is van 7 lestijden om het 5de leerjaar voltijds te kunnen opsplitsen.
Er zijn vermoedelijk 9 lestijden vanuit het lerarenplatform. Er zijn 3 lestijden te kort om een halftijdse job te kunnen aanbieden.
In de Gemeentelijke Basisschool De Vierklaver BGV kunnen in het kleuteronderwijs:
In vestiging Baaigem zijn er 12 lestijden te kort om de oudste kleuters halftijds te ontdubbelen.
In de Gemeentelijke Basisschool De Vierklaver BGV kunnen in het lager onderwijs:
In de vestiging Vurste zijn er 2 lestijden te kort om 2 klassen te kunnen maken.
In de vestiging Baaigem zijn er 12 lestijden te kort om de eerste graad halftijds te ontdubbelen.
In de 4 scholen zijn verschillende leerlingen met zorgnoden. Er is nood aan 12 lestijden zorg om deze leerlingen zo goed mogelijk te begeleiden.
Om de nascholing Rots en Water te kunnen organiseren worden er 12 lestijden gevraagd.
Met ingang van 1 september 2023 is er een te kort van:
In het afzonderlijk bijzonder onderhandelingscomité van 5 juni 2023 werd een consensus bereikt door de aanwezige leden voor de aanvraag van:
ten laste van het schoolbestuur met ingang van 1 september 2023.
Art. 1: | Het lestijdenpakket lager onderwijs voor het schooljaar 2023-2024 goed te keuren. |
Art. 2: | De aanvraag om met ingang van 1 september 2023
ten laste van het schoolbestuur goed te keuren.
|
Art. 3: | De aanvraag van 12 lestijden voor zorg, te presteren in het kleuter- of lager onderwijs, ten laste van het schoolbestuur goed te keuren. |
Art. 4: | De aanvraag van 12 lestijden voor de opstart van Rots en Water, te presteren in het kleuter- of lager onderwijs, ten laste van het schoolbestuur goed te keuren. |
Art. 5: | Onderhavige beslissing vervangt met ingang van heden het gemeenteraadsbesluit van 27 juni 2023 houdende gemeentelijke Basisscholen De Vierklaver - goedkeuren lestijdenpakket met aanvraag lestijden ten laste van het schoolbestuur. |
Art. 6: | Een afschrift van deze beslissing over te maken aan de afdeling interne zaken (administratieve en financiële organisatie) en de schooldirectie. |
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 40.
Meer dan 30 Oost-Vlaamse gemeenten (waaronder onze buurgemeenten Merelbeke, Zwalm, Oosterzele en De Pinte) kennen aan scholieren en studenten tot 24 jaar een korting toe op hun abonnement openbaar vervoer bij De Lijn, de “buzzy pazz”.
Om het gebruik van het openbaar vervoer aan te moedigen bij scholieren en studenten is het passend om dit voordeel ook in onze gemeente toe te kennen; voor een aantal van hen is het busvervoer immers de meest geschikte vorm van vervoer. De tussenkomsten variëren tussen 20% en 50% van de abonnementsprijs. Eens een gemeente toegetreden is tot het kortingssysteem past De Lijn de korting automatisch toe bij de aankoop van een abonnement door elke gerechtigde. Een tussenkomst van 50% is billijk vanuit sociaal oogpunt en perfect haalbaar voor de gemeentefinanciën.
De reglementen van de deelnemende gemeenten kunnen ter inspiratie dienen voor ons eigen lokaal reglement.
Het voorstel van beslissing luidt:
Art. 1: | Kennis te nemen van het antwoord van het college van burgemeester en schepenen met name dat er een overeenkomst met De Lijn voorbereid wordt om een financiële tussenkomst van 25% op abonnementen Buzzy Pazz voor inwoners vanaf 12 jaar tot en met 24 jaar. |
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 40.
De gemeenteraadsleden hebben moeten vaststellen dat het College Burgemeester en Schepenen in zijn zitting van 17 juni 2023 eigenmachtig een schriftelijk advies heeft uitgebracht over het Beleidsplan Ruimte van de provincie Oost-Vlaanderen.
De aanhef van dit collegeadvies vermeldt:
Het ontwerp provinciaal beleidsplan ruimte ‘Maak ruimte voor Oost-Vlaanderen 2050’ werd door de provincieraad voorlopig vastgesteld op 22 maart 2023. Er loopt een openbaar onderzoek vanaf 21 april tot en met 19 juli 2023. Naar aanleiding van deze voorlopige vaststelling organiseert de deputatie het openbaar onderzoek omtrent zowel het ontwerp Beleidsplan als het bijhorende ontwerp-plan-MER. Het openbaar onderzoek heeft dus als doel om reacties te verzamelen en daarmee verder aan de slag te gaan. Tot uiterlijk 19 juli 2023 kan een advies worden uitgebracht over het ontwerp door de gemeenteraad van Gavere. Indien de gemeenteraad geen advies uitbrengt, kan het CBS ervoor kiezen om een schriftelijk advies uit te brengen tijdens het openbaar onderzoek als belanghebbende partij.
Het misnoegt de raad dat het CBS verzuimd heeft deze adviesverlening voor te leggen aan de gemeenteraad. Het wekt ook verbazing dat de Gecoro hierin niet gekend werd. Zonder een oordeel te vellen over de inhoud van dit advies of over het beleidsplan zelf, wijst de raad erop dat krachtens artikel 2 en artikel 40 van het Gemeentedecreet dergelijke adviezen duidelijk onder de bevoegdheid van de gemeenteraad ressorteren. Blijkbaar is het nodig er bij het college op aan te dringen om de bevoegdheidsverdeling tussen raad en college te respecteren. Ook het voorbijgaan aan de Gecoro als terzake deskundige adviesraad valt te betreuren.
Nu de provincie beslist heeft om het ontwerp van beleidsplan Ruimte in te trekken en te herwerken, past het nu reeds uitdrukkelijk te stellen dat het gemeentelijk advies bij het toekomstige nieuwe ontwerp aan de gemeenteraad én aan de Gecoro zal voorgelegd worden.
Het voorstel van beslissing luidt:
Art. 1: | Kennis te nemen van het antwoord van het college van burgemeester en schepenen met name dat dat er onvoldoende tijd en capaciteit beschikbaar was om het ontwerp-beleidsplan kwaliteitsvol door te nemen en toe te lichten. |
Gemeenteraadsbesluit van 25 februari 2019 houdende huishoudelijk reglement en deontologische code van de gemeenteraad (vervangen gemeenteraadsbesluit van 28 januari 2019).
De briefwisseling gericht aan de voorzitter van de gemeenteraad en die bestemd is voor de gemeenteraad, wordt meegedeeld aan de gemeenteraadsleden.
De verslagen en de einddocumenten van de gemeentelijke adviesraden en overlegstructuren worden ter kennisname voorgelegd aan de gemeenteraad.
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 31.
Gemeenteraadsbesluit van 25 februari 2019 houdende huishoudelijk reglement en deontologische code van de gemeenteraad (vervangen gemeenteraadsbesluit van 28 januari 2019).
De gemeenteraadsleden hebben het recht aan de burgemeester en aan het college van burgemeester en schepenen mondelinge en schriftelijke vragen te stellen.
De voorzitter sluit de zitting op 04/09/2023 om 21:55.
Namens Gemeenteraad,
Serge Ronsse
algemeen directeur
Jean-Pierre Sprangers
voorzitter van de gemeenteraad