De voorzitter opent de zitting op 28/04/2025 om 20:00.
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 32.
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 277 en 278.
Elk gemeenteraadslid heeft het recht tijdens de vergadering opmerkingen te maken over de redactie van de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering. Als die opmerkingen door de gemeenteraad worden aangenomen, worden de notulen en het zittingsverslag in die zin aangepast.
Als er geen opmerkingen worden gemaakt over de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering worden de notulen en het zittingsverslag als goedgekeurd beschouwd en worden ze ondertekend door de voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur.
Art. 1: |
De notulen van de zitting van de gemeenteraad van 24 maart 2025 goed te keuren. |
Art. 2: |
Het verslag van de zitting van de gemeenteraad van 24 maart 2025 goed te keuren. |
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 404 §5 2e lid.
Cultuurregio Leie Schelde is een intergemeentelijke projectvereniging die tot doel heeft door intergemeentelijk overleg en samenwerking tussen diverse actoren, meerwaarden te realiseren op vlak van cultuur en erfgoed in de regio.
Volgens de statuten dient de raad van bestuur jaarlijks de jaarrekeningen, samen met het activiteitenverslag en het verslag van de accountant, aan de gemeenteraden voor te leggen.
De raad van bestuur keurde de rekening goed in de zitting van 21 maart 2025.
Art. 1: |
De jaarrekening 2024 van de projectvereniging Cultuurregio Leie Schelde, inclusief activiteitenverslag en het verslag van de accountant, goed te keuren, zoals gezien in bijlage. |
Art. 2: |
Een afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan
|
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 41 2e lid 4°.
Conform de bepalingen van het decreet lokaal bestuur brengen de bestuurders ten overstaan van hun gemeenteraad tweemaal per jaar verslag uit over de uitoefening van hun mandaat en over het beleid van de opdrachthoudende vereniging.
Art. 1: |
Kennis te nemen van het verslag van de bestuurder bij de intergemeentelijke opdrachthoudende vereniging voor huisvuilverwerking Meetjesland (IVM ov). |
Art. 2: |
Een afschrift van deze beslissing over te maken aan de afdeling Interne Zaken (dienst Administratieve Organisatie). |
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 432.
De deelnemende gemeenten worden uitgenodigd om een vertegenwoordiging af te vaardigen in de algemene vergadering van Veneco op 12 juni 2025.
Op de gemeenteraad van 24 februari 2025 werd de heer Wim Malfroot, voorzitter van de gemeenteraad, aangeduid als vertegenwoordiger en mevrouw Isabelle Tuypens, gemeenteraadslid, als plaatsvervangend vertegenwoordiger in de algemene vergadering.
De agenda van de algemene vergadering van 12 juni 2025 bevat de volgende agendapunten:
Ter voorbereiding zijn de beschikbare bijlagen en stavingsstukken toegevoegd aan het dossier.
Art. 1: |
De agenda en elk van de afzonderlijke punten van de agenda van de algemene vergadering van de Intergemeentelijke Vereniging Veneco die plaatsvindt op 12 juni 2025 worden goedgekeurd:
|
Art. 2: |
Voorzitter van de gemeenteraad Wim Malfroot, wonende Biesstraat 44, te 9890 Gavere (wim.malfroot@gavere.be, 0476 33 80 55) te bevestigen als vertegenwoordiger om deel te nemen aan de algemene vergadering van de dienstverlenende vereniging Veneco die plaatsvindt op 12 juni 2025. |
Art. 3: |
Gemeenteraadslid Isabelle Tuypens, wonende Kasteelstraat 7, te 9890 Gavere (debuysscher-tuypens@telenet.be, 0489 10 78 22) te bevestigen als plaatsvervangend vertegenwoordiger om deel te nemen aan de algemene vergadering van de dienstverlenende vereniging Veneco die plaatsvindt op 12 juni 2025. |
Art. 4: |
Aan de vertegenwoordiger van de gemeente Gavere, houder van 126 aandelen, die zal deelnemen aan de algemene vergadering van de Intergemeentelijke Vereniging Veneco die plaatsvindt op 12 juni 2025 wordt het mandaat gegeven om:
|
Art. 5: |
Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de uitvoering van de hierbij genomen beslissingen en deze over te maken aan de toezichthoudende overheid en er kennis van te geven aan Veneco, Panhuisstraat 1, 9070 Destelbergen. |
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 34 en 41 2e lid 4°.
De deelnemende gemeenten worden uitgenodigd om vertegenwoordiging af te vaardigen in de algemene vergadering van Zefier cv op 12 juni 2025.
Op de gemeenteraad van 20 januari 2025 werd mevrouw Isabelle Tuypens, gemeenteraadslid, aangeduid als vertegenwoordiger en de heer Wim Malfroot, gemeenteraadsvoorzitter, als plaatsvervangend vertegenwoordiger in de algemene vergaderingen van Zefier cv voor de volledige legislatuur.
De agenda van de jaarvergadering van 12 juni 2025 bevat de volgende punten:
Ter voorbereiding zijn de beschikbare bijlagen en stavingsstukken toegevoegd aan het dossier.
Art. 1: |
De gemeenteraad neemt kennis van de agenda van Zefier cv die zal behandeld worden op de algemene vergadering van 12 juni 2025 en hecht zijn goedkeuring aan de punten die het vereisen:
|
Art. 2: |
De vertegenwoordiger en/of zijn plaatsvervanger van de gemeente die zal deelnemen aan de algemene vergadering van Zefier cv op 12 juni 2025 wordt opgedragen zijn stemgedrag af te stemmen op de beslissing genomen in de gemeenteraad van heden inzake onderhavige aangelegenheid. |
Art. 3: |
Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van voormelde beslissingen en zal onder meer kennisgeving hiervan verrichten aan Zefier cv, per e-mail op info@zefier.be. |
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 432.
De deelnemende gemeenten worden uitgenodigd om een vertegenwoordiging af te vaardigen in de algemene vergadering van Creat Services dv op 17 juni 2025.
Op de gemeenteraad van 20 januari 2025 werd Isabelle Tuypens, gemeenteraadslid, aangeduid als vertegenwoordiger en Karolien De Smet, gemeenteraadslid, als plaatsvervangend vertegenwoordiger in de algemene vergadering.
De agenda van de algemene vergadering van 17 juni 2025 bevat de volgende agendapunten:
Ter voorbereiding zijn de beschikbare bijlagen en stavingsstukken toegevoegd aan het dossier.
Art. 1: |
De gemeenteraad beslist goedkeuring te verlenen aan alle punten op de agenda van de algemene vergadering Creat Services dv van 17 juni 2025 en de daarbij behorende documentatie nodig voor het onderzoek van de agendapunten:
|
Art. 2: |
De gemeenteraad draagt de aangeduide vertegenwoordiger(s)/plaatsvervangend vertegenwoordiger op om namens het bestuur alle akten en bescheiden met betrekking tot de buitengewone algemene vergadering van Creat Services dv vastgesteld op 17 juni 2025, te onderschrijven en haar/zijn (hun) stemgedrag af te stemmen op het in de beslissing van de gemeenteraad van heden bepaalde standpunt met betrekking tot de agendapunten van voormelde buitengewone algemene vergadering. |
Art. 3: |
Het college van burgemeester en schepenen te gelasten met de uitvoering van voormelde beslissingen en onder meer kennisgeving hiervan te verrichten aan Creat Services dv, bij voorkeur per elektronische post naar 20250617AV@farys.be, of per post t.a.v. Creat Services dv, p/a Intercommunaal Beheer Farys, Stropstraat 1 te 9000 Gent. |
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 432.
De agenda van de algemene vergadering van 24 juni 2025 bevat de volgende punten:
Ter voorbereiding zijn de beschikbare bijlagen en stavingsstukken toegevoegd aan het dossier.
Op de gemeenteraad van 24 februari 2025 werd voorzitter van de gemeenteraad Wim Malfroot aangeduid als vertegenwoordiger en gemeenteraadslid Veronique Dedeyne aangeduid als plaatsvervangend vertegenwoordiger voor de volledige legislatuur.
Art. 1: |
De gemeenteraad neemt kennis van de agenda die zal behandeld worden op de algemene vergadering van Intergemeentelijke samenwerking (IGS) Westlede op 24 juni 2025 en hecht zijn goedkeuring aan de punten die dit vereisen:
|
Art. 2: |
De vertegenwoordiger en/of zijn plaatsvervanger die zal deelnemen aan de algemene vergadering wordt opgedragen zijn stemgedrag af te stemmen op de beslissing genomen in de gemeenteraad van heden inzake onderhavige aangelegenheid. |
Art. 3: |
Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van de hierbij genomen beslissing en zal onder meer kennis hiervan verrichten aan het secretariaat van Westlede, Smalle Heerweg 60, 9080 Lochristi (via e-mail aan directie@westlede.be). |
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 41 2e lid 4°.
Gemeente Gavere is aangesloten bij de opdrachthoudende vereniging Fluvius West en werd per aangetekend schrijven van 3 april 2025 opgeroepen om deel te nemen aan de algemene vergadering op 26 juni 2025 met de volgende agenda:
Op de gemeenteraad van 24 februari 2025 werd gemeenteraadslid Hugo Leroy, aangeduid als vertegenwoordiger en gemeenteraadslid Luc Goemaere, als plaatsvervangend vertegenwoordiger in de algemene vergadering.
Het artikel 432, alinea 3 van het decreet over het lokaal bestuur bepaalt dat de vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger dient te worden herhaald voor elke algemene vergadering.
Art. 1: |
Zijn goedkeuring te hechten aan de agenda van de algemene vergadering van Fluvius West op 26 juni 2025:
|
Art. 2: |
De vertegenwoordiger van de gemeente die zal deelnemen aan de Buitengewone Algemene Vergadering van de opdrachthoudende vereniging Fluvius West op 26 juni 2025 (of iedere andere datum waarop deze uitgesteld of verdaagd zou worden), op te dragen zijn/haar stemgedrag af te stemmen op de beslissingen genomen in de gemeenteraad van heden inzake voormelde artikelen. |
Art. 3: |
Het college van burgemeester en schepenen te gelasten met de uitvoering van voormelde beslissingen en onder meer kennis hiervan te geven aan de opdrachthoudende vereniging Fluvius West, ter attentie van het secretariaat (in pdf-versie), uitsluitend op het e-mailadres vennootschapssecretariaat@fluvius.be. |
Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, artikel 33/1.
Tussen het centraal kerkbestuur en de gemeente worden na overleg afspraken gemaakt voor de bestuursperiode 2026-2031. Deze afspraken zijn bepalend voor de relaties tussen de kerkbesturen en de gemeente en de afspraken zijn bindend voor elke kerkfabriek.
De afsprakennota werd besproken op de overlegvergadering met het centraal kerkbestuur van 7 januari 2025 en 10 maart 2025.
T.o.v. de afsprakennota voor de bestuursperiode 2020-2025 werden de volgende wijzigingen aangebracht:
Art. 1: |
De afsprakennota tussen de gemeente en het centraal kerkbestuur 2026-2031 goed te keuren, zoals gezien in bijlage. |
Art. 2: |
Afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan
|
Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, artikel 55 §2.
De rekening over het boekjaar 2024 van de kerkfabriek Sint-Martinus Asper werd door de kerkraad vastgesteld op 3 januari 2025.
Het centraal kerkbestuur moet de rekeningen indienen bij de gemeente voor 1 mei 2024.
De rekening van de kerkfabriek Sint-Martinus Asper werd op de gemeente ontvangen op 25 maart 2025. De gemeente beschikt over 50 dagen om advies uit te brengen, zijnde uiterlijk 14 mei 2025 om vervolgens de rekening aan de gouverneur ter goedkeuring voor te leggen.
De rekening sluit af met een batig saldo van € 23.079,84 op exploitatie en een batig saldo van € 0,00 op investeringen.
Het saldo van de rekening over het boekjaar 2024 is in overeenstemming met de stand van de financiële rekeningen op 31 december 2024.
Art. 1: |
Gunstig advies wordt verleend aan de rekening 2024 van de kerkfabriek Sint-Martinus Asper. |
Art. 2: |
Een afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan het centraal kerkbestuur, het kerkbestuur, het bisdom en aan de provinciegouverneur. |
Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, artikel 55 §2.
De rekening over het boekjaar 2024 van de kerkfabriek Sint-Bavo Baaigem werd door de kerkraad vastgesteld op 7 maart 2025.
Het centraal kerkbestuur moet de rekeningen indienen bij de gemeente voor 1 mei 2024.
De rekening van de kerkfabriek Sint-Bavo Baaigem werd op de gemeente ontvangen op 25 maart 2025. De gemeente beschikt over 50 dagen om advies uit te brengen, zijnde uiterlijk 14 mei 2025 om vervolgens de rekening aan de gouverneur ter goedkeuring voor te leggen.
De rekening sluit af met een batig saldo van € 4.087,28 op exploitatie en een batig saldo van € 250,00 op investeringen.
Het saldo van de rekening over het boekjaar 2024 is niet in overeenstemming met de stand van de financiële rekeningen op 31 december 2024.
Volgens het uittreksel van 31 december 2024 staat er een bedrag van € 11.099,90 op een patrimoniumrekening. Volgens de rubriek 'geldbeleggingen' in de staat van het vermogen is het saldo € 11.060,77. Dit bedrag moet in de jaarrekening in overeenstemming worden gebracht.
Art. 1: |
Gunstig advies wordt verleend aan de rekening 2024 van de kerkfabriek Sint-Bavo Baaigem met de volgende opmerking:
|
Art. 2: |
Een afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan het centraal kerkbestuur, het kerkbestuur, het bisdom en aan de provinciegouverneur. |
Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, artikel 55 §2.
De rekening over het boekjaar 2024 van de kerkfabriek Sint-Petrus Dikkelvenne werd door de kerkraad vastgesteld op 21 januari 2025.
Het centraal kerkbestuur moet de rekeningen indienen bij de gemeente voor 1 mei 2024.
De rekening van de kerkfabriek Sint-Petrus Dikkelvenne werd op de gemeente ontvangen op 25 maart 2025. De gemeente beschikt over 50 dagen om advies uit te brengen, zijnde uiterlijk 14 mei 2025 om vervolgens de rekening aan de gouverneur ter goedkeuring voor te leggen.
De rekening sluit af met een batig saldo van € 27.422,84 op exploitatie en een batig saldo van € 782,47 op investeringen.
Het saldo van de rekening over het boekjaar 2024 is in overeenstemming met de stand van de financiële rekeningen op 31 december 2024.
Art. 1: |
Gunstig advies wordt verleend aan de rekening 2024 van de kerkfabriek Sint-Petrus Dikkelvenne. |
Art. 2: |
Een afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan het centraal kerkbestuur, het kerkbestuur, het bisdom en aan de provinciegouverneur. |
Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, artikel 55 §2.
De rekening over het boekjaar 2024 van de kerkfabriek Sint-Amandus Gavere werd door de kerkraad vastgesteld op 11 februari 2025.
Het centraal kerkbestuur moet de rekeningen indienen bij de gemeente voor 1 mei 2024.
De rekening van de kerkfabriek Sint-Amandus Gavere werd op de gemeente ontvangen op 25 maart 2025. De gemeente beschikt over 50 dagen om advies uit te brengen, zijnde uiterlijk 14 mei 2025 om vervolgens de rekening aan de gouverneur ter goedkeuring voor te leggen.
De rekening sluit af met een batig saldo van € 57.449,23 op exploitatie en een batig saldo van € 0,00 op investeringen.
Het saldo van de rekening over het boekjaar 2024 is in overeenstemming met de stand van de financiële rekeningen op 31 december 2024.
Art. 1: |
Gunstig advies wordt verleend aan de rekening 2024 van de kerkfabriek Sint-Amandus Gavere. |
Art. 2: |
Een afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan het centraal kerkbestuur, het kerkbestuur, het bisdom en aan de provinciegouverneur. |
Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, artikel 55 §2.
De rekening over het boekjaar 2024 van de kerkfabriek Sint-Pietersbanden Semmerzake werd door de kerkraad vastgesteld op 21 februari 2025.
Het centraal kerkbestuur moet de rekeningen indienen bij de gemeente voor 1 mei 2024.
De rekening van de kerkfabriek Sint-Pietersbanden Semmerzake werd op de gemeente ontvangen op 25 maart 2025. De gemeente beschikt over 50 dagen om advies uit te brengen, zijnde uiterlijk 14 mei 2025 om vervolgens de rekening aan de gouverneur ter goedkeuring voor te leggen.
De rekening sluit af met een batig saldo van € 11.711,75 op exploitatie en een batig saldo van € 0,00 op investeringen.
Het saldo van de rekening over het boekjaar 2024 is in overeenstemming met de stand van de financiële rekeningen op 31 december 2024.
Art. 1: |
Gunstig advies wordt verleend aan de rekening 2024 van de kerkfabriek Sint-Pietersbanden Semmerzake. |
Art. 2: |
Een afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan het centraal kerkbestuur, het kerkbestuur, het bisdom en aan de provinciegouverneur. |
Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, artikel 55 §2.
De rekening over het boekjaar 2024 van de kerkfabriek Sint-Martinus Vurste werd door de kerkraad vastgesteld op 25 februari 2025.
Het centraal kerkbestuur moet de rekeningen indienen bij de gemeente voor 1 mei 2024.
De rekening van de kerkfabriek Sint-Martinus Vurste werd op de gemeente ontvangen op 25 maart 2025. De gemeente beschikt over 50 dagen om advies uit te brengen, zijnde uiterlijk 14 mei 2025 om vervolgens de rekening aan de gouverneur ter goedkeuring voor te leggen.
De rekening sluit af met een batig saldo van € 1.930,89 op exploitatie en een batig saldo van € 0,00 op investeringen.
Het saldo van de rekening over het boekjaar 2024 is in overeenstemming met de stand van de financiële rekeningen op 31 december 2024.
Art. 1: |
Gunstig advies wordt verleend aan de rekening 2024 van de kerkfabriek Sint-Martinus Vurste. |
Art. 2: |
Een afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan het centraal kerkbestuur, het kerkbestuur, het bisdom en aan de provinciegouverneur. |
Lokale besturen spelen als lokale regisseur een belangrijke rol in de ontwikkeling van het lokale kinderopvangaanbod en hebben een expliciete adviesrol gekregen.
Door actief advies te geven, neemt het lokaal bestuur immers zijn regierol op en zorgt het voor een goede afstemming tussen vraag en aanbod.
De adviestaak van het lokaal bestuur, vermeld in het besluit van de Vlaamse regering van 24 mei 2013 over het lokaal beleid kinderopvang, houdt het volgende in:
Het lokaal bestuur Gavere regelde de opportuniteitsadvies bij reglement van 25 oktober 2021 en gebruikte hiervoor de volgende criteria: ruimtelijke ordening, behoefte en spreiding.
Het is wenselijk om ook te voorzien in een procedure en criteria voor uitbreidingsrondes van gesubsidieerde plaatsen.
Wanneer de Vlaamse regering beslist om extra middelen vrij te maken voor kinderopvang van baby’s en peuters kan dit leiden tot een uitbreiding van het aantal plaatsen met de subsidie voor inkomenstarief. Bij elke uitbreidingsronde lanceert Agentschap Opgroeien een oproep waarbij duidelijk wordt in welke gemeenten hoeveel plaatsen voor uitbreiding subsidie inkomenstarief aangevraagd kunnen worden. Organisatoren kinderopvang kunnen hierop intekenen en een aanvraag indienen. Agentschap Opgroeien vraagt bij zo’n uitbreidingsronde elk lokaal bestuur om advies te geven over de aanvragen binnen de gemeente.
Het lokaal bestuur kan een positief of negatief advies geven over elk dossier. Wanneer een lokaal bestuur geen advies uitbrengt, beslist agentschap Opgroeien op basis van de algemene criteria uit het beslissingskader.
De procedure en de criteria moeten voldoen aan de volgende voorwaarden:
Het lokaal bestuur voorziet daarnaast in een procedure met hoorrecht voor de organisator om opmerkingen te formuleren bij het uitgebrachte advies. Het lokaal bestuur informeert de organisator over die procedure uiterlijk op het moment dat het advies aan de organisator wordt bezorgd.
Een negatief advies is enkel mogelijk als een organisator herhaaldelijk weigert samen te werken met het lokaal loket.
Advies van het lokaal overleg kinderopvang (dat deel uitmaakt van de gemeentelijke overlegstructuur Huis van het Kind) is verplicht.
De Vlaamse overheid maakte op 7 april 2025 haar masterplan voor de toekomst van kinderopvang en meerjarenprogrammatie bekend. Hieruit blijkt dat er midden mei een oproep zal gelanceerd worden aan de potentiële organisatoren om nieuwe subsidieerbare kinderopvangplaatsen te verdelen. Gavere komt in aanmerking voor 14 extra plaatsen.
Het is wenselijk om tijdig de procedure en de criteria voor het lokaal bestuur Gavere vast te stellen.
TITEL I: Algemeen | |
Art. 1: | §1. Onderhavig reglement geeft invulling aan de adviestaak van het lokaal bestuur zoals bedoeld in artikel 7 van besluit van de Vlaamse regering van 24 mei 2013 houdende het lokaal beleid kinderopvang. §2. Voor de toepassing van het reglement hanteert het lokaal de volgende begrippen: Gebied:
Score: |
TITEL II: Criteria |
|
Art. 2: | Aantal opvangplaatsen per 100 kinderen Als lokaal bestuur willen we een evenwichtige spreiding van de kinderopvangplaatsen in onze gemeente realiseren. We stimuleren nieuwe initiatieven of initiatieven die willen uitbreiden om tegemoet te komen aan een evenwichtige spreiding.
Voor het bepalen van het aantal kinderopvangplaatsen in een gebied wordt het rapport 'opvang baby’s en peuters’ van Provincie In Cijfers geraadpleegd. Bij elke nieuwe aanvraag wordt het rapport opgevraagd op de website zodat er telkens geëvalueerd wordt met de meest recente cijfers. |
Art. 3: | Bezettingspercentage per gebied Als lokaal bestuur willen we opvangplaatsen inzetten daar waar de nood het hoogst is. We stimuleren nieuwe initiatieven of initiatieven die willen uitbreiden om deze plaatsen in te zetten in die deelgebieden met hoge bezettingspercentages. De bezettingspercentages worden per gebied berekend op basis van cijfers uit het softwarepakket van de dienst onthaalgezinnen en cijfers van de huidige zelfstandige initiatieven.
|
Art. 4: | Bereikbaarheid van de opvanglocatie Ook gezinnen met een beperkte mobiliteit moeten in de mogelijkheid zijn om de kinderopvang vlot te bereiken. Daarom wordt de mobiliteitsscore van de locatie meegenomen in de puntentelling.
|
Art. 5: | Inclusieve opvang Het lokaal bestuur streeft in de mate van het mogelijke naar inclusieve kinderopvang om gelijke kansen te garanderen voor alle kinderen, ongeacht hun achtergrond of specifieke zorgbehoefte.
|
Art. 6: | Samenwerking met het lokaal bestuur Het lokaal bestuur wenst een goede verstandhouding met alle organisatoren kinderopvang voor baby’s en peuters uit te bouwen en te onderhouden. Om dit structureel vorm te geven organiseert het lokaal bestuur het lokaal overleg kinderopvang. Daarnaast wil het lokaal bestuur de drempel voor ouders die een opvangplek zoeken verlagen door hen de kans te geven om vanuit een overzicht van het volledige aanbod rechtstreeks aanvragen in te dienen. Hiervoor voorziet het lokaal bestuur in een digitaal loket kinderopvang. De aanvrager engageert zich ertoe om toe te treden tot het lokaal overleg kinderopvang en het lokaal loket kinderopvang en voegt hiervoor een engagementsverklaring toe aan de aanvraag. (1 punt) |
TITEL III: Procedure | |
Art. 7: | De aanvraag tot advies kan aangevraagd worden na de lancering van een nieuwe uitbreidingsronde door het Agentschap Opgroeien. Het lokaal bestuur zal alle, gekende, relevante organisatoren op het grondgebied informeren over elke nieuwe uitbreidingsronde minstens via de gemeentelijke website. Het lokaal bestuur publiceert hierbij ook de deadline voor het indienen van aanvragen door organisatoren. |
Art. 8: | De aanvraag tot advies wordt binnen de opgegeven termijn bezorgd aan het college van burgemeester en schepenen:
Elk dossier dat niet via deze weg of na het verstrijken van de opgegeven termijn wordt ingediend wordt als ongeldig beschouwd. |
Art. 9: | Bij de aanvraag tot advies worden minstens volgende documenten toegevoegd:
|
Art. 10: | Het lokaal bestuur toetst de aanvragen voor plaatsen in zijn gemeente aan de vooropgestelde criteria en berekent voor elke aanvraag een totaalscore. Het college van burgemeester en schepenen formuleert het advies. Het lokaal bestuur koppelt de score terug aan de organisator en voorziet de mogelijkheid van een hoorrecht voordat het bestuur het advies aan het Agentschap Opgroeien bezorgt. |
Art. 11: | Het lokaal bestuur verbindt zich ertoe het advies binnen de 3 weken na ontvangst van het dossier te bezorgen aan het Agentschap Opgroeien. |
TITEL IV: Slotbepalingen | |
Art. 12: | Onderhavige beslissing bekend te maken overeenkomstig artikel 286 en 287 van het decreet lokaal bestuur. Een afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan de afdeling Mens (dienst Opgroeien). |
Op 24 maart 2025 stelde Verenigde Producties vzw hun nieuw Vlaamse Ardennen filmproject voor 2025 voor. Zes jaar geleden was er al het filmproject 'Adam en Eva' met een Gaverse acteur in de hoofdrol. Destijds ontvingen ze hiervoor van de gemeente Gavere een nominatieve toelage van € 2.500.
Verenigde Producties vzw nodigen elke gemeente in de Vlaams Ardennen terug uit om de schouders te zetten onder hun nieuwe filmproject.
Het college keurde op 31 maart 2025 de subsidieovereenkomst principieel goed, waarna Verenigde Producties vzw een subsidieofferte opstuurde.
Aangezien het gaat om een nominatieve toelage is de instemming van de gemeenteraad vereist.
Art. 1: | De gemeenteraad keurt de subsidieovereenkomst goed om deel te nemen aan een filmproject ter promotie van de Vlaamse Ardennen van de vzw Verenigde Producties (Beekstraat 8, 9860 Moortsele), zoals gezien in bijlage. |
Art. 2: | Aan vzw Verenigde Producties wordt een nominatieve subsidie ten bedrage van maximaal € 2.500 toegekend. Deze subsidie wordt opgenomen in de eerstvolgende meerjarenplanaanpassing en gekoppeld aan boekjaar 2025 binnen het gelijkblijvend exploitatiebudget op beleidsitem 0520-00 en algemene rekening 649100. |
Art. 3: | Een afschrift van deze beslissing en van de ondertekende subsidieovereenkomst over te maken aan
|
Met het evenementenplein op de Markt beschikt de gemeente over een centraal gelegen en een aantrekkelijke ruimte om evenementen te organiseren.
Uiteraard wil het lokaal bestuur hierbij de leefbaarheid van de buurt bewaken. Een gebruikersreglement werd opgesteld met afspraken over het gebruik van het evenementenplein.
Toepassingsgebied | |
Art. 1: | Onder het evenementenplein wordt begrepen: het deel van de Markt, gelegen tussen de Nieuwstraat en de Kasteeldreef in Gavere. Het evenementenplein bestaat uit twee zones (zie grafisch plan):
|
Gebruikers en activiteiten |
|
Art. 2: | §1. Het gebruik van het evenementenplein is onderworpen aan een voorafgaande toelaten. §2. De volgende doelgroepen kunnen gebruik maken van het evenementenplein:
§3. Er kan maximum één gebruiker tegelijkertijd gebruik maken van het evenementenplein. De gebruiker mag het evenementenplein niet onderverhuren of ter beschikking stellen aan derden. §4. Op het evenementenplein zijn enkel publiek toegankelijke activiteiten toegelaten. Besloten of private activiteiten zijn niet toegestaan. §5. Op het evenementenplein zijn geen activiteiten toegelaten die in één of andere vorm in strijd kunnen zijn met:
|
Gebruiksduur | |
Art. 3: | §1. Het evenementenplein kan elke dag gebruikt worden, behalve op maandag. Op zondag moet de activiteit ten laatste om 13u afgerond zijn als de gemeentelijke technische dienst instaat voor het opruimen van materiaal uit de uitleendienst of om 20u als de gebruiker volledig zelf instaat voor het opruimen. §2. De duur van het gebruik is beperkt voor externen (gebruikersgroep 3) tot en met 6 opeenvolgende kalenderdagen (inclusief voorbereiden en opruimen). De activiteit zelf is beperkt tot maximum twee opeenvolgende kalenderdagen. Naargelang de zone die gebruikt wordt, worden er bijkomende beperkingen opgelegd:
§3. Het college van burgemeester en schepenen kan steeds afwijken van het aantal en de frequentie van evenementen op het evenementenplein indien zich een bijzonder evenement aandient of de leefbaarheid van de buurt in gedrang komt. §4. De gebruikers mogen slechts op de door hen gereserveerde tijdstippen aanwezig zijn. |
Accommodatie | |
Art. 4: | §1. Er kan gebruik gemaakt worden van de aanwezige foorkasten in zone A en B. De hulpmiddelen voor het gebruik van de foorkast dienen door de gebruiker zelf te worden voorzien en kunnen verkregen worden via de gemeentelijke uitleendienst. Het gebruik van bijkomende externe stroomgroepen is toegestaan. §2. In zone B is er een brandkraan ter beschikking. De standpijp voor het gebruik van de brandkraan dient door de gebruiker zelf te worden voorzien en kan verkregen worden via de gemeentelijke uitleendienst. §3. In zone B zijn fonteinen aanwezig. Deze zullen tijdens de volledige gebruiksduur uitgeschakeld worden tenzij de gebruiker aangeeft dat ze niet uitgeschakeld moeten worden. §4. De gebruiker voorziet zelf voldoende sanitair. Indien aangevraagd, kan het sanitair van zaal Racing ter beschikking gesteld worden. Exclusief gebruik van het sanitair van zaal Racing kan niet gegarandeerd worden. Indien er op dezelfde dag gebruikers zijn in zaal Racing, wordt er verwacht dat gebruikers onderling afstemmen. |
Aanvraagprocedure |
|
Art. 5: | §1. Het gebruik van het evenementenplein dient minstens 8 weken en maximum 1 jaar voor aanvang van de activiteit aangevraagd te worden via
§2. Er wordt een voorrangsregeling toegepast op basis van de vastgelegde volgorde van de gebruikersgroepen in artikel 3. Aanvragen uit dezelfde gebruikersgroepen genieten voorrang in chronologische volgorde van ontvangst. §3. Na ontvangst van de aanvraag, worden adviezen opgevraagd bij de verschillende gemeente - en veiligheidsdiensten. De aanvrager wordt vervolgens op de hoogte gebracht van de beslissing en adviezen. §4. Na goedkeuring is de gebruiker verplicht de buurtcommunicatie te verzorgen met een bewonersbrief. §5. De gebruiker is verantwoordelijk voor alle bijkomende gemeentelijke aanvragen en vergunningen indien van toepassing (zie www.gavere.be):
§6. De gebruiker is verantwoordelijk voor alle bijkomende vergunningen inzake billijke vergoeding en voor alle nodige vergunningen en betalingen betreffende auteursrechten (zie www.unisono.be). |
Algemene richtlijnen |
|
Art. 6: | §1. Om toegang te krijgen tot de autovrije zone voor tijdelijk laad- en losverkeer, kan de gebruiker een afstandsbediening krijgen om de wegzinkbare palen te bedienen. Bij verlies van de afstandsbediening dient de gebruiker de vervangingswaarde ervan te vergoeden. §2. Het is niet toegelaten om te kamperen en/of overnachten op de locatie en om het evenementenplein geheel of gedeeltelijk als parking te gebruiken. |
Veiligheid |
|
Art. 7: | §1. De gebruiker dient alle mogelijke maatregelen te treffen om de veiligheid van de bezoekers, gebruikers van omliggende gebouwen en omwonenden te garanderen. §2. Belemmering van de doorgangen voor de hulpdiensten of voor de evacuatiemogelijkheden van de omliggende gebouwen of geplaatste tenten is ten allen tijde verboden. Een doorgang van minstens 4 meter moet steeds gegarandeerd worden. §3. Indien de veiligheidsdiensten bijkomende maatregelen opleggen, dienen deze integraal opgevolgd te worden. §4. Het is niet toegelaten om op het evenementenplein:
|
Afval en onderhoud |
|
Art. 8: | §1. De gebruiker staat zelf in voor de schoonmaak van het plein en de omgeving na beëindiging van de activiteit. Alle achtergebleven zwerfvuil in de nabije omgeving dient te worden opgeruimd. §2. Het afval dient door de gebruiker gesorteerd en verwijderd te worden. De gebruiker voorziet bij grotere events zelf afvalbakken. Deze zijn verkrijgbaar via de gemeentelijke uitleendienst of er kan gebruik gemaakt worden van de diensten van een afvalverwerkingsbedrijf. §3. De gebruiker staat in voor het opvolgen van de wetgeving rond het gebruik van cateringmateriaal (zie www.groenevent.be) §4. Er mogen geen:
§5. De gebruikers en eventueel aanwezige ambulante handel moeten maatregelen nemen om de ondergrond in natuursteen te beschermen. §6. Afvalwater kan enkel geloosd worden in de rioleringsputten die aanwezig zijn op het plein. §7. Indien vastgesteld wordt dat het terrein onvolledig of onvoldoende is opgeruimd, zal het onderhoud door het gemeentelijk personeel aangerekend worden. |
Schade, diefstal of verlies van materiaal |
|
Art. 9: | §1. De gebruiker staat in voor de bescherming van de accommodatie (zie artikel 4) en de omliggende gebouwen en omgeving. §2. Bij vaststelling van beschadiging of ontvreemding van de accommodatie (zie artikel 4) wordt de gebruiker hiervan schriftelijk in kennis gesteld. Bij schade wordt hij uitgenodigd om aanwezig te zijn om tegensprekelijk de aard en omvang van de schade te bepalen. Indien de betrokkene niet aanwezig is, worden de aard en de omvang van de schade door het gemeentebestuur eenzijdig bepaald. §3. Schade berokkend aan de accommodatie (artikel 5) en aan het plein zelf en alle kosten voortvloeiend uit een verkeerd gebruik van de accommodatie worden aangerekend worden. §4. Bij vaststelling van schade of vandalisme kan het college van burgemeester en schepenen een bepaalde gebruiker tijdelijk of definitief uitsluiten van verder gebruik. |
Verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid |
|
Art. 10: | §1. De gemeente is niet verantwoordelijk voor verdwenen, verloren, beschadigde of gestolen persoonlijke bezittingen van gebruikers en bezoekers. §2. De gebruiker en de bezoekers van de activiteit zijn zelf verantwoordelijk voor gebeurlijke ongevallen. De gebruiker verbindt er zich toe alle nodige verzekeringen af te sluiten ter dekking van alle mogelijke gevolgen die zich voordoen naar aanleiding van de organisatie van de activiteit en vrijwaart het gemeentebestuur ten aanzien van aanspraken van derden. |
Slotbepalingen | |
Art. 11: | Onderhavige beslissing treedt in werking op 1 mei 2025. |
Art. 12: | Dit besluit zal bekend gemaakt worden volgens de bepalingen van artikel 285, 286 en 287 van het decreet over het lokaal bestuur. De toezichthoudende overheid zal in kennis worden gesteld volgens de bepalingen van artikel 330 van het decreet over het lokaal bestuur. |
Art. 13: | Afschrift van dit besluit te bezorgen aan
|
Met het evenementenplein op de Markt beschikt de gemeente over een centraal gelegen en een aantrekkelijke ruimte om evenementen te organiseren.
Tot op heden werd er geen vergoeding gevraagd voor het gebruik van het evenementenplein, waardoor gebruik en stroomverbruik (elektriciteit) momenteel gratis zijn.
De gemeente heeft reeds een retributiereglement voor een abonnement op een wekelijkse standplaats voor het uitvoeren van ambulante activiteiten, een belasting op de standplaatsen voor het uitvoeren van ambulante activiteiten, een belasting op de standplaatsen voor kermisactiviteiten op de openbare kermissen, een belasting op de standplaatsen voor het uitvoeren van kermisactiviteiten op de openbare kermissen waarbij onder meer het elektriciteitsgebruik wordt aangerekend aan de standhouder.
Daarom lijkt het billijk om voor het stroomverbruik tijdens het gebruik van het evenementenplein eveneens vergoeding in de vorm van een retributie te vragen. Voor gebruik van het evenementenplein zonder enig stroomverbruik wordt voorgesteld om geen vergoeding te vragen om het gebruik van het evenementenplein maximaal te stimuleren.
De gemeenteraad bepaalt wanneer een retributie kan geheven worden en de voorwaarden ervan, inclusief verminderingen en vrijstellingen, maar kan bij toepassing van het decreet lokaal bestuur het bepalen van het tarief delegeren aan het college van burgemeester en schepenen. Door de tariefbepaling te delegeren aan het college van burgemeester en schepenen kan op een vlottere manier ingespeeld worden op de veranderende omstandigheden zonder telkens een nieuwe gemeenteraadsbeslissing te moeten nemen.
Bij weigering of nalatigheid om de verschuldigde retributie te betalen geschiedt de invordering overeenkomstig de burgerlijke rechtspleging voor zover de schuld ten aanzien van de gemeente betwist wordt. Ingeval de verschuldigde retributie niet betwist wordt zal de invordering gebeuren bij dwangbevel na goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen.
Art. 1: | Met ingang van 1 mei 2025 en voor onbepaalde duur wordt een retributie geheven op het gebruik van het evenementenplein op de Markt in Gavere. |
Art. 2: | De retributie is verschuldigd per kalenderdag waarop het evenementenplein op de Markt in Gavere wordt gebruikt of ingenomen en waarbij de gebruiker elektriciteit verbruikt. |
Art. 3: | Het bedrag van de retributie wordt door het college van burgemeester en schepenen bepaald. Het college van burgemeester en schepenen dient daarbij minstens een vergoeding van € 70 per kalenderdag te vragen. Indien de gebruiker geen elektriciteit verbruikt, mag het college van burgemeester en schepenen geen vergoeding aanrekenen voor het gebruik van het evenementenplein. |
Art. 4: | De retributie is hoofdelijk verschuldigd door de natuurlijke persoon, de vereniging of de rechtspersoon die het evenementenplein gebruikt. Er kunnen geen vrijstellingen worden toegestaan. |
Art. 5: | De retributie wordt betaald na ontvangst van een factuur. |
Art. 6: | Bij weigering of nalatigheid om de verschuldigde retributie te betalen geschiedt de invordering overeenkomstig de burgerlijke rechtspleging voor zover de schuld ten aanzien van de gemeente betwist wordt. Ingeval de verschuldigde retributie niet betwist wordt zal de invordering gebeuren bij dwangbevel na goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen. |
Art. 7: | Dit besluit zal bekend gemaakt worden volgens de bepalingen van artikel 285, 286 en 287 van het decreet over het lokaal bestuur. De toezichthoudende overheid zal in kennis worden gesteld volgens de bepalingen van artikel 330 van het decreet over het lokaal bestuur. |
Art. 8: | Afschrift van dit besluit te bezorgen aan de afdeling Beleving en de dienst Financiële Organisatie. |
De laatste jaren zijn er in onze gemeente veel meergezinswoningen bijgebouwd. Ondanks het huidig aanbod aan appartementen blijft onze gemeente aantrekkelijk voor nieuwe projectontwikkelingen.
De bouw, herbouw en/of uitbreiding van meergezinswoningen (en stapelwoningen) zorgt voor een significante toename van het aantal inwoners in de gemeente. Door de blijvende bevolkingstoename en stijgende verstedelijkingsdruk, wordt een bijkomende nood ervaren aan kwaliteitsvolle publieke ruimte en gemeenschapsvoorzieningen. De oprichting van bijkomende meergezinswoningen (en stapelwoningen) verhoogt ook onmiddellijk de druk op de lokale mobiliteit, de leefbaarheid en de ruimtelijke kwaliteit.
Dit leidt tot bijkomende kosten en investeringen voor de gemeente. Deze omvatten onder meer inspanningen om:
Deze (voor de omgeving) compenserende maatregelen beperken zich niet tot het privaat domein van de ontwikkelingen zelf, maar dienen vaak gerealiseerd op het openbaar domein.
Voor haar algemene financiering heft de gemeente daarom de onderhavige belasting, die tevens geldt als een (compensatoire) bijdrage in de bijkomende algemene openbare uitgaven als gevolg van de creatie van bijkomende woonentiteiten.
In het licht van de bovenstaande doelstelling, is het objectief en redelijk verantwoord om projecten die rechtstreeks bijdragen aan de aanleg van bijkomend publiek toegankelijk groen of reeds andere stedenbouwkundige lasten inzake aanleg van publiek toegankelijke groenzones of langzaam verkeersverbindingen opgelegd krijgen, welke minstens het bedrag van de belasting evenaart, van deze belasting vrij te stellen.
Het tarief van de belasting dient voldoende hoog te zijn en tegelijk in verhouding tot de beoogde doelstelling. Daarom wordt voortaan een bedrag van € 2.500 vastgesteld voor elke bijkomende woonentiteit. Voordien betrof dit een bedrag van € 2.000 voor elke bijkomende woonentiteit. Bijgevolg kan het vigerend belastingreglement van 4 september 2023 worden vervangen door een nieuw reglement met ingang van 1 mei 2025.
Art. 1: | Met ingang van 1 mei 2025 en voor de aanslagjaren 2025 tot en met 2031 wordt een belasting gevestigd op het bouwen, herbouwen en uitbreiden van meergezinswoningen en stapelwoningen. |
Art. 2: | Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:
|
Art. 3: | De belasting is verschuldigd door diegene die het project realiseert. In dit kader geldt een weerlegbaar vermoeden dat de titularis van de omgevingsvergunning ook optreedt als diegene die het project realiseert. Elke natuurlijke of rechtspersoon die, op het moment van de start van de uitvoering van de omgevingsvergunning, beschikt over een zakelijk recht op het gebouw en/of het perceel waarop het project wordt gerealiseerd, is hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting. In geval van meerdere zakelijk gerechtigden, is elke zakelijk gerechtigde hoofdelijk aansprakelijk tot betaling van de belasting in zijn geheel. |
Art. 4: | De belasting is verschuldigd op het ogenblik dat er wordt gestart met de uitvoering van de omgevingsvergunning met betrekking tot het bouwen, herbouwen of uitbreiden van de meergezinswoning of stapelwoning. |
Art. 5: | De kohierbelasting wordt bepaald op:
Bij het oprichten van een nieuwe meergezinswoning op een nog onbebouwd perceel of bij herbouw, dienen alle woonentiteiten in rekening gebracht te worden bij de bepaling van de belasting. |
Art. 6: | Van de belasting wordt vrijgesteld:
|
Art. 7: | Diegene die het project realiseert, is verplicht om een aangifte in te dienen bij het gemeentebestuur. Deze aangifte bevat minstens de vermelding van de startdatum van uitvoering van de omgevingsvergunning alsook het aantal bijkomende woonentiteiten. De aangifte moet ten laatste worden ingediend op 31 december van het jaar waarin is gestart met de uitvoering van de omgevingsvergunning. |
Art. 8: | Als er geen, geen juiste of geen volledige aangifte is gedaan binnen de in artikel 7 vermelde termijn, kan de belasting ambtshalve worden gevestigd, op basis van de gegevens waarover de gemeente beschikt. Voordat de belasting ambtshalve wordt gevestigd, brengt het College van Burgemeester en Schepenen, of het personeelslid dat daarvoor is aangesteld conform artikel 5 van het Decreet van 30 mei 2008, de belastingplichtige aangetekend op de hoogte van de redenen waarom ze die procedure toepast, de elementen waarop de belasting is gebaseerd en de wijze van bepaling van die elementen, en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen vanaf de ontvangst van voormelde kennisgeving om zijn of haar opmerkingen schriftelijk voor te dragen. De kennisgeving wordt geacht ontvangen te zijn op de derde werkdag die volgt op de datum van verzending van de kennisgeving. |
Art. 9: | De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met 25%. Het bedrag van de belastingverhoging wordt gelijktijdig en samen met de ambtshalve gevestigde belasting ingekohierd en ingevorderd. |
Art. 10: | De belasting wordt ingevorderd bij wijze van een kohier dat wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het College van Burgemeester en Schepenen. |
Art. 11: | De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet. |
Art. 12: | De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het College van Burgemeester en Schepenen dat handelt als administratieve overheid. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of van de kennisgeving van de aanslag. Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstbewijs afgegeven, binnen vijftien kalenderdagen na de indiening ervan. |
Art. 13: | De vestiging en de invordering van de belasting, alsook de regeling van de geschillen ter zake, gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen. |
Art. 14: | Het onderhavige belastingreglement treedt in werking op 1 mei 2025 en vervangt vanaf die datum het gemeenteraadsbesluit van 4 september 2023 houdende vaststelling van een belasting voor het bouwen, herbouwen en uitbreiden van meergezinswoningen en stapelwoningen. Het gemeenteraadsbesluit van 4 september 2023 houdende vaststelling van een belasting voor het bouwen, herbouwen en uitbreiden van meergezinswoningen en stapelwoningen blijft van toepassing voor belastbare feiten die zich hebben voorgedaan tot en met 30 april 2025. |
Art. 15: | Dit besluit wordt bekend gemaakt overeenkomstig de bepalingen van het decreet lokaal bestuur. |
Besluit van de Vlaamse Regering van 6 april 2021 tot toekenning van een subsidie aan de Vlaamse gemeenten voor klimaatacties ter uitvoering van het Lokaal Energie- en Klimaatpact, artikel 6.
De gemeente Gavere heeft het Lokaal Energie- en Klimaatpact 1.0 ondertekend op 13 september 2021.
Het Lokaal Energie- en Klimaatpact verplicht de lokale besturen om jaarlijks een inhoudelijke rapportering te doen met betrekking tot de voortgang bij het Agentschap Binnenlands Bestuur, na kennisname door de gemeenteraad.
Voor de rapportage wordt gebruik gemaakt van het Lokaal Klimaatpact-portaal, waar de Vlaamse overheid de monitoring van de doelstellingen bijhoudt. De gemeente rapporteert zelf over acties uit werf 1 (bomen planten) en werf 4 (ontharden).
De andere verschillende bronnen die verantwoordelijk zijn voor de rapportage staan vermeld in bijlage.
De kennisgeving aan de gemeenteraad dient in principe te gebeuren vóór 1 mei.
Art. 1: |
De gemeenteraad neemt kennis van de rapportering 2024 in verband met het Lokaal Energie- en Klimaatpact, zoals gezien in bijlage. |
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 40.
In het kader van de wegenis- en rioleringswerken van het project "Dwars door Vurste" (deel Gentweg, Deel Wannegatstraat en deel Lindeboomstraat), moeten er ook aanpassingen gebeuren aan de nutsleidingen en de openbare verlichting.
Hierbij is het aangewezen de bovengrondse leidingen ondergronds te brengen.
Fluvius maakte hiervoor een offerte op voor een totaalbedrag van € 194.853,60 excl. btw of € 197.314,38 incl. btw (€ 2.460,78 btw verlegd).
De werken omvatten:
Tevens zal de openbare verlichting, in het kader van de verledding, vernieuwd worden. Deze kosten worden verrekend via 'licht als dienst' en worden geraamd op € 38.560 excl. btw.
De werken voor het ondergronds brengen zullen vermoedelijk starten januari 2026, het verledden van de openbare verlichting in 2026-2027.
Deze werken zijn niet opgenomen in het budget 2025 en moeten bijgevolg ingeschreven worden in de eerstvolgende meerjarenplanaanpassing (budgetjaar 2026), evenals in het meerjarenplan 2026-2031, gekoppeld aan de prioritaire beleidsactie 'Dwars door Vurste'.
De financieel directeur verleende een voorwaardelijk visum op 4 april 2025.
Art. 1: |
De opdracht “Wegenis- en rioleringswerken "Dwars door Vurste" - openbare verlichting en aanpassing netten, wordt goedgekeurd voor een bedrag van € 194.853,60 excl. btw of € 197.314,38 incl. btw (€ 2.460,78 btw verlegd) en toegewezen aan Fluvius overeenkomstig haar offerte van 13 maart 2025. |
Art. 2: |
Het totale bedrag voor de opdracht “Wegenis- en rioleringswerken Dwars door Vurste - openbare verlichting en aanpassing netten- ten belope van € 194.853,60 excl. btw of € 197.314,38 incl. btw (€ 2.460,78 btw verlegd) wordt ingeschreven in de eerstvolgende meerjarenplanaanpassing (budgetjaar 2026), evenals in het meerjarenplan 2026-2031 en gekoppeld aan de prioritaire beleidsactie 'Dwars door Vurste'. |
Art. 3: |
Het college van burgemeester en schepenen te gelasten met de uitvoering van de onderhavige beslissing. |
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning met nummer OMV_ 2024132341 inclusief rooilijnplan ingediend voor wegenis- en rioleringswerken in de Leebeeklaan, Pontweg en Nieuwlandstraat te Gavere-Asper. De aanvraag werd ontvankelijk en volledig verklaard op 22 januari 2025.
Voorwerp van de aanvraag
Het projectgebied bestaat uit verschillende gemeentelijk wegen in de deelgemeente Asper. Het project voorziet de (her)aanleg van riolering en de vernieuwing en herinrichting van de bestaande straten.
Het gaat over werken in de Leebeeklaan, Nieuwlandstraat en een deel van de Pontweg. De werken in de Pontweg hebben betrekking op het deel van deze gemeenteweg dat gelegen is tussen de aansluiting met N60 en de bestaande spoorwegovergang. Het deel van de Pontweg aan oostelijke zijde van de spoorweg is niet betrokken in de aanvraag.
Met de aanvraag is het de intentie om een wegenis-en rioleringsproject te realiseren met een herinrichting van de bovenbouw in functie van de toekomstig te wijzigen verkeerssituatie voor hierboven besproken gemeentewegen.
Met de geplande aanleg worden de afvalwater- en regenwaterriolering gescheiden voorzien, zodat voldaan wordt aan de normen inzake afkoppeling en zuivering van afvalwater en wordt regenwater maximaal ter plaatse geïnfiltreerd door de aanleg van WADI’s in de bermen langs de nieuw aan te leggen rijweg.
De bovenbouw wordt volledig vernieuwd en heringericht.
De nieuw aan te leggen DWA-riolering wordt aangesloten op de aan te leggen Aquafincollector in de Luxemburgstraat. De nieuw aan te leggen RWA-riolering wordt aangesloten op de Leebeek (Leebeeklaan en Pontweg west) en op de aan te leggen bovengemeentelijke RWA-riolering in de Luxemburgstraat (Pontweg oost en Nieuwlandstraat).
Volgens de beschrijvende nota en de plannen worden volgende doelstellingen voorop gesteld:
de Leebeeklaan is op vandaag een bestaande betonrijweg van 6m met aanliggende bermen en wordt volledig van rooilijn tot rooilijn opgebroken. Na de aanleg van het nieuwe rioleringsstelsel zal de straat heraangelegd en heringericht worden. Er wordt een ontharding beoogd met een herinrichting van het wegprofiel. Er is voorzien om éénrichtingsverkeer in te voeren na de werken. Om die reden is de heraanleg ontworpen in asfalt (3m) met aansluitend een kantstrook in grasdallen langs beide zijden. In totaal heeft de rijweg een breedte van 4m. Aansluitend met de rijweg komen naast nieuwe opritten tot de percelen (in grasdallen) ook plaatselijk WADI’s met een beperkte diepte voor het plaatselijk infiltreren van het hemelwater. Een gescheiden rioleringsstelsel is te voorzien onder de nieuw aan te leggen rijweg. De aansluiting van de straat op de Luxemburgstraat zal eveneens opgebroken en heraangelegd worden zodat het nieuwe gescheiden rioleringsstelsel aansluiting vindt op het gescheiden rioleringsstelsel in de Luxemburgstraat.
Ter hoogte van de Pontweg worden de voorziene werken over twee deelzones gespreid, nl. Pontweg oost en west, met als scheiding het kruispunt van deze gemeenteweg met de Luxemburgstraat. De Pontweg is op vandaag uitgerust in betonverharding met variërende breedte met aan beide zijden een (smal) fietspad. Er is voorzien in de opbraak van de bestaande verhardingen op openbaar domein.
In de nieuwe toestand wordt voor de Pontweg oost een heraanleg gerealiseerd in asfaltverharding met een breedte van +/- 5,6m. Na de heraanleg zal deze gemeenteweg ingericht worden als fietsstraat.
Pontweg west wordt eveneens (her)ingericht als fietsstraat. In deze zone is een asfaltverharding ontworpen met een breedte van +/- 5,3m.
Aansluitend met de rijweg komen naast nieuwe opritten tot de percelen ook plaatselijk WADI’s met een beperkte diepte voor het plaatselijk infiltreren van het hemelwater.
Er wordt eveneens een gescheiden rioleringsstelsel voorzien onder de nieuw aan te leggen rijweg. Na de aanleg van het nieuwe rioleringsstelsel zal de straat heraangelegd en heringericht worden. De aansluiting van de straat op de Gentse baan, de Sint-Martinusstraat en de Arboretumstraat zal eveneens opgebroken en heraangelegd worden, zodat het nieuwe gescheiden rioleringsstelsel aansluiting vindt op het bestaande aanwezig gescheiden rioleringsstelsel in de aansluitende straten.
De Nieuwlandstraat wordt eveneens volledig van rooilijn tot rooilijn opgebroken. Deze wegenis heeft een beperkte breedte en is vandaag deels uitgerust in betonverharding en deels in asfalt. In de nieuwe toestand wordt dit deel ingericht als een woonerf. Er worden twee rijsporen in beton aangelegd, met een variërende breedte van respectievelijk 1m en 1,5m. Tussen deze rijsporen worden grasdallen aangelegd. In de zijbermen worden WADI’s met een beperkte diepte gerealiseerd voor het plaatselijk infiltreren van het hemelwater. Het nieuwe rioleringsstelsel zal voornamelijk centraal onder de rijweg aangelegd worden. De aansluiting van deze straat op de Luxemburgstraat zal eveneens opgebroken en heraangelegd worden zodat het nieuwe gescheiden rioleringsstelsel aansluiting vindt op het bestaande aanwezig gescheiden rioleringsstelsel in de Luxemburgstraat.
In het algemeen tracht het project zo veel mogelijk in te zetten op ontharding en gebruik te maken van waterdoorlatende materialen in nieuwe toestand (opritten, parkings). Voorts worden er overal WADI’s aangelegd waarin het hemelwater ter plaatse kan infiltreren. De WADI’s worden telkens gerealiseerd met een beperkte diepte met daaronder een steenslagkoffer en drainageleiding. De WADI’s worden maximaal voorzien waar er ruimte is langs de nieuw aan te leggen wegen, afhankelijk van de bovenbouw en ook rekening houdend met de plaatselijke inrichting. Per WADI wordt een putje voorzien op de drainageleiding met een rooster op variërende diepte, waardoor de verbinding tussen de drainagekoffer en de WADI verzekerd is. Als één van beide systemen vol komt te staan, kan de overdruk verspreid worden door het hele infiltratiesysteem. Op enkele plaatsen is dan ook een kolk voorzien, als noodoverlaat naar de RWA-riolering.
Verder worden voor de werken nog enkele gedetailleerde (vergunningsplichtige) stedenbouwkundige handelingen aangevraagd, die voor het project noodzakelijk worden geacht en vergunningsplichtig zijn gelet op de locatie of een specifiek argument waarom ze niet onder de vrijstellingsregeling vallen.
Dit gaat over het rooien van enkele hoogstambomen (12), het dempen van een bestaande gracht over een lengte van 17m, het aanleggen van riolering binnen de 5m- zone van de waterloop in de Pontweg en de Leebeeklaan, het verharden van 5m-zone t.h.v. de Leebeek langsheen de Pontweg, het aanpassen van de duiker met kopmuren en taludversteviging t.h.v. de lozingspunten en het wijzigen van het reliëf buiten de rooilijn (WADI).
In functie van de aanvraag werden waar nodig bijkomende innemingen voorzien ten op zichte van de bestaande toestand.
Voor de Nieuwlandstraat en de Pontweg (gemeentewegen) werd een nieuwe rooilijn opgemaakt. Het dossier omvat twee ontwerp van rooilijnplannen voor de Nieuwlandstraat en Pontweg met aanduiding van alle deelstukken waar er intenties zijn tot inneming van gronden om het project te kunnen realiseren. Dit plan kwam tot stand na onderzoek van de bestaande juridische grenzen, die grotendeels oorsprong vinden in de Atlas der Buurtwegen voor het besproken tracé of door plaatselijk ontstane praktijken of grensvastleggingen (vb. verkavelingen, ...).
Bij de omgevingsvergunningsaanvraag werden twee ontwerp van rooilijnplannen gevoegd, nl. ‘Rooilijnplan Nieuwlandstraat – buurtweg nr. 42’, opgemaakt op 06/09/2024 door landmeter-expert Dominique Goegebeur (studieburo Goegebeur) en ‘Rooilijnplan Pontweg – buurtweg nr. 4’, opgemaakt op 14/08/2024 door landmeter-expert Dominique Goegebeur (studieburo Goegebeur), waardoor voor bijgevoegde plannen een beroep kan worden gedaan op artikel 12 §2 van het decreet betreffende de gemeentewegen (geïntegreerde procedure). Met voorliggende rooilijn- en innemingsplannen is het de intentie om het openbaar domein over het volledig tracé eenduidig af te bakenen.
Op de rooilijnplannen werden verschillende zones gemarkeerd, nl. ‘privatieve grond in te lijven bij het openbaar domein’ en ‘schijnbaar openbaar domein in te lijven bij het openbaar domein’. Hierbij onderscheiden beide zones zich doordat de zone ‘privatieve grond in te lijven bij het openbaar domein’ steeds privatief werd gebruikt, onderhouden en door inplanting van hagen, afsluitingen of aangebrachte verhardingen het duidelijk werd gemaakt dat deze gronden privatief zijn. Voor deze percelen werd een schattingsverslag opgemaakt en de gronden zullen verworven worden.
Voor de zone ‘schijnbaar openbaar domein in te lijven bij het openbaar domein’ is het zo dat deze gronden reeds geruime tijd (lees meer dan 30 jaar) gebruikt werden als openbaar domein, voor het aanleggen van nutsleidingen, het aanleggen van riolering, het plaatsen van openbare verlichting of het gebruik van de berm als voetpad of voor het parkeren van wagens. Privatieve afsluitingen en hagen werden achter deze zone geplaatst.
De gemeente stelde op deze grondstroken al meer dan 30 jaar bezitshandelingen waaruit de wil van de gemeente om eigenaar te worden van de wegbedding duidelijk tot uiting komt.
Op basis van artikel 13 §5 uit het Decreet Gemeentewegen, is de gemeenteraad ertoe gerechtigd deze grondstroken aangeduid als zone ‘schijnbaar openbaar domein in te lijven bij het openbaar domein’ op het rooilijnplan zonder financiële vergoeding op te nemen in het openbaar domein (verkrijgende verjaring).
Zoneringsgegevens - planologische bestemming
De percelen zijn hoofdzakelijk gelegen in woongebied en deels (klein deel Nieuwlandstraat) binnen woonuitbreidingsgebied volgens het gewestplan “Oudenaarde”, goedgekeurd bij K.B. van 24.02.1977 en latere wijzigingen.
De woongebieden zijn bestemd voor: “wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf, voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven, en dat deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving” (artikel 5, par.1.0 van het KB van 28.12.1972, betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen + omzendbrief dd. 08.07.1997 terzake).
Artikel 1.1: Woonuitbreidingsgebieden : de woonuitbreidingsgebieden zijn uitsluitend bestemd voor groepswoningbouw zolang de bevoegde overheid over de ordening van het gebied niet heeft beslist, en zolang, volgens het geval, ofwel die overheid geen besluit tot vastlegging van de uitgaven voor de voorzieningen heeft genomen, ofwel omtrent deze voorzieningen geen met waarborgen omklede verbintenis is aangegaan door de promotor.
De percelen zijn niet gelegen binnen de grenzen van een APA, BPA of goedgekeurd (gemeentelijk) ruimtelijk uitvoeringsplan.
Het projectgebied is verder voor een zeer beperkt deel gelegen binnen goedgekeurde en niet-vervallen verkavelingen, nl. verkavelingen:
De verkavelingen zijn ouder dan 15 jaar en vormt geen weigeringsgrond meer.
De beoordeling van de verenigbaarheid met de bestemming en de voorschriften is een provinciale bevoegdheid (Provinciaal project), voor wat betreft de zaak der wegen ligt de bevoegdheid bij de gemeenteraad.
Zaak der wegen
Overeenkomstig artikel 31 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning spreekt de gemeenteraad zich uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de opname in het openbaar domein.
Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen.
De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt.
De gemeenteraad is met uitsluiting van andere bestuursorganen of niveaus bevoegd, in aanvulling van het bovenvermelde algemeen toetsingskader, om :
In het kader van de omgevingsvergunningsprocedure verzocht de provincie Oost-Vlaanderen (op 22 januari 2025) de gemeente Gavere om de zaak der wegen voor te leggen aan de gemeenteraad. Het wijzigen van de rooilijnen met bijhorende plannen, die deel uitmaken van deze geïntegreerde omgevingsvergunningsprocedure conform artikel 12§2 van het Decreet Gemeentewegen, is samen met de aanleg en wijziging van de gemeenteweg zelf het voorwerp van voorliggende beslissing. De gemeenteraad spreekt zich uit over de (nieuwe) rooilijn, het openbaar domein en de toekomstige openbare wegenis in het project.
Bij het dossier werden de nieuwe rooilijnplannen voor de Pontweg en Nieuwlandstraat gevoegd, alsook alle plannen en dossierstukken inzake de heraanleg van de openbare wegenis. Voor de Leebeeklaan zijn er geen wijzigingen voorziene inzake de rooilijn ten opzichte van de bestaande, juridische/feitelijke toestand.
De gewijzigde gemeentewegen worden aangelegd in diverse materialen (asfalt, kleinschalige materialen, grasdallen), afhankelijk van de wensen per deelstraat. De wegenis- en rooilijnbreedtes variëren naar gelang de locatie en de mogelijkheden volgens de bestaande, bebouwde omgeving. Dit alles zoals weergegeven op bijgevoegde plannen.
De gekozen (verhardings-)materialen zijn hedendaags, kwalitatief en duurzaam, waardoor een hoge kwaliteit van het toekomstig openbaar domein wordt nagestreefd en gerealiseerd. Er is voldoende aandacht voor waterinfiltratie en de eventueel extra noden die volgens de eisen vanuit de gewestelijke verordening hemelwater (versie 2013) nodig zouden zijn door het project.
Op basis van de aangeleverde plannen en motivering is het ontegensprekelijk een zaak van algemeen belang om het openbaar domein heraan te leggen en (beperkt) uit te breiden met het oog op de verbetering van de globale infrastructuur voor gebruikers op dit tracé.
Motivatie vanuit de doelstellingen en principes vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet gemeentewegen
Het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen heeft tot doel om de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen te vrijwaren en te verbeteren, in het bijzonder om aan de huidige en toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit te voldoen (artikel 3).
Om de doelstelling, vermeld in het eerste lid, te realiseren voeren de gemeenten een geïntegreerd beleid, dat onder meer gericht is op:
Bij elke beslissing over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen wordt rekening gehouden met de doelstelling vermeld in artikel 3 van dit decreet.
Bij beslissingen over wijzigingen van het gemeentelijk wegennet wordt minimaal rekening gehouden met de volgende principes (artikel 4 decreet gemeentewegen):
In het kader van artikel 4 van het decreet houdende de gemeentewegen werd rekening gehouden met de vooropgestelde principes, en kan de wijziging en uitbreiding van het openbaar domein als volgt worden gemotiveerd:
1. Wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang:
Binnen de voorliggende aanvraag worden heraanlegwerken voorzien inzake riolering en de volledige bovenbouw. De werken kaderen binnen een bredere doelstelling voor het verbeteren van de waterkwaliteit in de waterlopen en het afkoppelen en afvoeren van vuilwater richting de daarvoor voorziene RWZI op het grondgebied. Regenwater en afvalwater worden gescheiden. Er is voorzien in maximale infiltratie van RWA in WADI's op openbaar domein. Een noodoverloop van RWA op piekmomenten is voorzien op de Leebeek.
In functie van de noodzakelijke breedte voor de uitwerking van de voorziene infrastructuur (rioleringen, andere nutsleidingen, voorwaarden hemelwaterverordening inzake infiltratie en wegopbouw) is voor de Nieuwlandstraat en Pontweg telkens een rooilijn met een welbepaalde minimale breedte ontworpen. De heraanleg en beperkte uitbreiding van het openbaar domein in dit gebied kan gekaderd worden binnen het algemeen belang. Indien volgens artikel 2 van het rooilijndecreet de rooilijn “de huidige of de toekomstige grens tussen de openbare weg en de aangelande eigendommen” afbakent en de rooilijn dus in relatie moet gezien worden tot deze openbare weg, getuigt het enkel van goed bestuur om bij deze afbakening rekening te houden met de vereisten van een hedendaagse weginrichting en/of bevestiging van de huidige situatie waar de gemeente al jaren de daden van beheer stelt. De werken zijn duidelijk ten dienste van het algemeen belang.
2. Een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd:
Voor de vaststelling van de nieuwe rooilijn werd rekening gehouden met heel wat facetten. Naast de noodzakelijke ruimte voor het waterverhaal vanuit de hemelwaterverordening (infiltratie en maximaal ter plaatse houden van hemelwater) is eveneens voorzien in een grondige heraanleg van de bovenbouw. Om te kunnen voldoen aan de hedendaagse standaarden worden gewijzigde profielen voorgesteld, die geleid hebben tot voorliggend rooilijn- en innemingsplan bij de aanvraag.
De aanvraag tot rooilijnwijziging bevat verder ook een formalisering van een aantal historisch gegroeide gebruiken (feitelijke inname/gebruik als openbaar domein). De herziening representeert een correct ruimtegebruik, waarbij rekening gehouden wordt met de bestaande toestand en de gewenste, toekomstige situatie. Het planopzet toont duidelijk een aantal ingrepen aan om dit op te vangen. Uit voorliggende plannen blijkt eveneens dat het vastleggen van een rooilijn niet gelijk staat met een volledige inname door verharde oppervlaktes. De vorm van de rooilijn wordt vastgelegd en waar nodig aangepast in functie van een globale kwaliteitsvolle en duurzame inrichting van het openbaar domein. De voorziene (rooilijn)wijzigingen zijn voldoende doordacht uitgetekend en ontworpen en doen enkel de noodzakelijke wijzigingen in kader van de gewenste toestand.
3. De verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen:
Voor de heraanleg van de deze straten werd reeds rekening gehouden met enkele studies en plannen voor de directe omgeving van de aanvraag, met name:
Rekening houdend met deze visies en plannen kan besloten worden dat deze straten gelegen zijn in verblijfsgebied waarbij enkel bestemmingsverkeer dient toegelaten te worden.
Hierbij worden volgende zaken indachtig gehouden:
Hierdoor kan besloten worden dat deze wegen in de toekomst, met een inrichting als fietsstraat, enkel bestemmingsverkeer zullen kunnen ontvangen, waarbij de verblijfsfunctie primeert en gemengd verkeer, zowel fietser, voetganger als automobilist de openbare weg samen kunnen gebruiken. Om die reden werden geen aparte fietsstroken/paden ontworpen.
In het ontwerp is voorzien dat de bermen worden ingericht voor de aanleg van nutsleidingen, wadi’s, opritten en parkeerplaatsen. Doordat de bermen ruimer worden, verbreden de opritten en zorgen deze voor meer mogelijkheden tot parkeren. Waar mogelijk zijn de bermen verhard met grasdallen en is er de mogelijkheid tot parkeren. Deze zones zijn voornamelijk voorzien op locaties waar er gesloten bebouwing is en dus geen mogelijkheid tot parkeren op eigen oprit.
Verder laat de wegcode toe te parkeren op de openbare weg zolang er een vrije doorgang van 3m behouden blijft en men de opritten en/of garages niet blokkeert. Hierdoor blijft er in de Pontweg nog veel mogelijkheid tot parkeren beschikbaar.
Door de nieuwe aanleg wordt bijgedragen tot de optimalisatie van de structuur, de samenhang, de toegankelijkheid en de veiligheid van het lokaal wegennet (artikel 3 Decreet gemeentewegen) en wordt tevens een belangrijke bijdrage geleverd tot een verbeterde infrastructuur voor de zachte mobiliteit (artikel 3 Decreet gemeentewegen). De heraanleg tracht – vanuit de ruimere visie op het toekomstig gebruik - een positieve impact te hebben op de verkeersveiligheid en verkeersleefbaarheid (artikel 4, 3e decreet gemeentewegen). Daarbij moeten de overige maatregelen (afsluiten Pontweg richting N60 en sluiten spoorwegovergang voor gemotoriseerd verkeer) indachtig worden gehouden om het gewijzigd concept correct te kunnen interpreteren.
4. Wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief:
De voorgestelde wijziging heeft geen impact op het weggennet van naburige gemeenten. Het betreft een herinrichtingsproject op schaal en volgens de noden van de bestaande, directe omgeving. De uitbreidingen zijn beperkt en hebben enkel betrekking op het lokaal functioneren van de gemeenteweg.
5. Bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen:
Het wegenis- en rioleringsproject voorziet een volledige herwaardering en vernieuwing zoals voorzien in de doelstellingen van het decreet houdende de gemeentewegen. Een kwalitatieve, comfortabele aanleg met aandacht voor het waterverhaal (ter plaatse houden hemelwater) en publieke parkeerplaatsen draagt verder ook bij aan het verhogen van de belevingskwaliteit. Het verwerven van de bijkomende gronden is noodzakelijk voor de realisatie van het project. Uit de plannen blijkt dat het voorwerp van de innames tot een minimum werd beperkt en veelal de bestaande feitelijke rooilijn formeel wordt bestendigd/bevestigd.
De gewijzigde gemeenteweg wordt aangelegd in diverse materialen (hoofdzakelijk asfalt met kleinschalige materialen en grasdallen), afhankelijk van de wensen per straat. De wegenis- en rooilijnbreedte variëren naar gelang de locatie en de mogelijkheden volgens de bestaande, bebouwde omgeving. Dit alles zoals weergegeven op bijgevoegde plannen.
Op basis van de aangeleverde plannen en motivering is het ontegensprekelijk een zaak van algemeen belang, conform artikel 4, 1° van het Decreet Gemeentewegen, om het openbaar domein heraan te leggen en (beperkt) uit te breiden met het oog op de verbetering van de globale infrastructuur.
Op deze wijze wordt uitvoering gegeven aan een geïntegreerd beleid gericht op de uitbouw van een veilig (wegen)net op lokaal niveau en het voorzien van een kwalitatief openbaar domein, zoals bedoeld in artikel 3 Decreet Gemeentewegen. De gevraagde wijzigingen kaderen in een duurzame ruimtelijke ontwikkeling om het wegennet kwalitatief uit te bouwen i.f.v. de gewijzigde inzichten op vlak van circulatie in de (nabije) toekomst, met enkele ingrijpende wijzigingen waaronder het afschaffen van de spoorwegovergang voor gemotoriseerd verkeer en het verdwijnen van de ontsluiting van de Pontweg richting N60. Met andere woorden is de wijziging en heraanleg van de wegenis zonder gescheiden fietspaden (en met gemengd verkeer) een toekomstgerichte handeling die inspeelt op het wegenbeleid van de gemeente Gavere voor deze omgeving en geen afbreuk doet aan toekomstige ontwikkelingen van het gebied (met afname van zogenaamd ‘doorgaand verkeer’). Er worden verder door de wijzigingen geen andere projecten in het gedrang gebracht.
Adviezen
In het kader van de aanvraag werden adviezen gevraagd :
De adviezen zullen gebundeld en besproken worden op de GOVC, die een gecoördineerd advies dient te geven aan de vergunningverlenende overheid (deputatie provincie Oost-Vlaanderen) over de aanvraag.
Openbaar onderzoek
Het project werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het project valt immers onder het toepassingsgebied van de gewone vergunningsprocedure zoals vastgelegd in artikel 11 t.e.m. 14 van het besluit van de Vlaamse regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
Het project, met geïntegreerde procedure inzake rooilijn/wegenis volgens het decreet gemeentewegen, werd openbaar gemaakt volgens de regels vermeld in het uitvoeringsbesluit. Het openbaar onderzoek werd gehouden van 31/01/2025 tot en met 01/03/2025.
Conform artikel 47 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning neemt de gemeenteraad een besluit over de zaak van de wegen en neemt zij daarbij kennis van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek.
Er werden 61 bezwaarschriften (24 digitale en 37 analoge) ingediend welke bij onderhavig besluit zijn gevoegd.
De bezwaren hebben geen betrekking op de voorgestelde vastlegging van de rooilijn van het toekomstig openbaar domein, maar wel tegen de voorgestelde werken m.b.t. de aanleg van het gebied.
De bezwaren handelen samengevat over volgende zaken in kader van de inrichting van het openbaar domein:
1. Mobiliteit – verkeersveiligheid - sluipverkeer:
2. Onvoldoende voorzieningen voor zwakke weggebruikers (voet- en fietspaden)
3. Effecten van wadi’s op waterhuishouding en stabiliteit
4. Visuele en milieutechnische nadelen van wadi’s
5. Beheer van WADI’s
Over het algemeen vereisen wadi’s een systematisch onderhoud voor de goede werking en het verlagen van risico’s op bovenvermelde problemen zoals geurhinder en bodemverontreiniging. Frequent onderhoud zoals het maaien van de graswand, verwijderen van bladeren en vervuiling, maar ook het onderhoud van de vegetatie zijn bekende noden. Wie zal het technisch onderhoud op zich nemen zoals het onderhoud van toevoer, afvoer en infiltratieoppervlakte?
Een installatie zoals fluviostone of infiltratieputten bieden dezelfde infiltratiecapaciteit maar dan zonder de onderhoudskosten en de systematische nood van vegetatie zorg en ruimen van organisch afval. Daarnaast worden de parkeerplaatsen behouden en is er geen risico op geurhinder, ongedierte of bodemverontreiniging.
Behandelen bezwaren inzake openbaar domein:
1. Mobiliteit – verkeersveiligheid - sluipverkeer:
Voor de heraanleg van de betrokken straten werd reeds rekening gehouden met enkele studies en plannen, met name:
Rekening houdend met deze visies en plannen kan besloten worden dat deze straten zijn gelegen in verblijfsgebied waarbij enkel bestemmingsverkeer dient toegelaten te worden in de toekomst. Bovendien liggen de betrokken wegen buiten de bebouwde kom, waardoor het bundelen van infrastructuur aangewezen is in het verblijfsgebied.
Hierbij worden volgende zaken indachtig gehouden:
Hierdoor kan besloten worden dat deze wegen, met een inrichting als fietsstraat, enkel bestemmingsverkeer zullen kunnen ontvangen, waarbij de verblijfsfunctie primeert en gemengd verkeer, zowel fietser, voetganger als automobilist de openbare weg samen kunnen gebruiken. Door het inrichten van een fietsstraat dient een gemotoriseerd voertuig achter de fietser te blijven. In de bermen worden waar mogelijk parkeerplaatsen aangelegd in grasdallen.
In het ontwerp is voorzien dat de bermen worden ingericht voor de aanleg van nutsleidingen, wadi’s, opritten en parkeerplaatsen. Door het breder maken van de bermen, is parkeren op de oprit mogelijk en verder is het toegelaten te parkeren op de rijweg volgens de wegcode.
Waar mogelijk zijn de bermen verhard met grasdallen en is er de mogelijkheid tot parkeren. Deze zones zijn voornamelijk voorzien op die locaties waar er gesloten bebouwing is en dus geen mogelijkheid tot parkeren op eigen oprit mogelijk is.
Verder laat de wegcode toe te parkeren op de openbare weg zolang er een vrije doorgang van 3m behouden blijft en men de opritten en/of garages niet blokkeert. Hierdoor blijft er in de Pontweg nog veel mogelijkheid tot parkeren beschikbaar, gezien er voldoende breedte is voor enerzijds parkeren en anderzijds passage op de rijweg. In die zin is het ontwerp ook verkeersremmend vanuit het feitelijk gebruik en is er ruim voldoende parkeergelegenheid. Elke perceel heeft recht op toegang van 4m – zoals voorzien in het ontwerp. Niet vergunde verharde opritten/voortuinen uit het verleden kunnen niet in rekening worden gebracht, verder zijn er waar mogelijk parkeerplaatsen naast de rijweg voorzien en mag er cfr. de wegcode op de weg geparkeerd worden – zoals eerder aangehaald. De inrichting van het openbaar domein is verder een bevoegdheid van de gemeente, waarin bepaalde ontwerpkeuzes – waaronder de inrichting van de WADI’s – moeten worden gemaakt om te voldoen aan de betreffende regelgeving in het kader van hemelwater.
De werken zijn voorts niet MOBER- of MER-plichtig. Het aanleveren van een mobiliteitsstudie in kader van de werken is dus niet relevant.
2. Onvoldoende voorzieningen voor zwakke weggebruikers (voet- en fietspaden)
Samen met de voorziene werken aan de Pontweg wordt de mobiliteit in Asper integraal bekeken. In 2024 werd het regionaal mobiliteitsplan van de vervoerregio Gent, waartoe Gavere behoort, goedgekeurd. Hierdoor moet de gemeente Gavere ook ingrepen uitvoeren. Het toepassen van verkeersmazen en mobiliteitskamers is hier een belangrijk onderdeel van. Hierbij zal de Pontweg ingericht worden als een woonstraat voor erftoegang. Door het invoeren van een fietsstraat wordt de snelheid beperkt tot 30km/u.
Tussen de woningen en de wadi’s blijft steeds een berm beschikbaar waar, indien nodig, de voetganger kan wandelen. Deze berm achter de wadi’s tussen de woningen is een vrije berm.
Daarnaast is dus – rekening houdend met bovenstaande – gekozen voor een ontwerp waar de verschillende gebruikers gemengd gebruik maken van de nieuwe wegenis, gelet op het karakter van de (toekomstige) verblijfsruimte.
3. Effecten van wadi’s op waterhuishouding en stabiliteit
De bestaande riolering is in slechte staat. Hierdoor werkt een bestaande riolering vaak als een drainage. Deze toestand zal verholpen worden met de aanleg van nieuwe riolering. Deze is volledig gesloten en werkt niet drainerend.
Bijkomend worden in kader van de verordening hemelwater eisen opgelegd i.f.v. buffering en infiltratie. De wadi’s vangen het hemelwater op en laten deze infiltreren in de bodem. Het klopt dus inderdaad dat de grondwatertafel zich zal herstellen en dus vermoedelijk zal stijgen. Indien aanpalende kelders niet volledig gesloten zijn, kan infiltratie in de kelder(s) optreden.
Voor de berekening van de riolering, buffering en infiltraties werden de nodige studies uitgevoerd. Zo werd de grondwaterstand gedurende een lange periode gemonitord, werden bodemonderzoeken uitgevoerd en werden hydraulische berekening uitgevoerd.
Per project is het noodzakelijk te voldoen aan de hemelwaterverordening (in casu versie 2013). Cf de motivatienota werden de grondwaterstanden bepaald en werd het ontwerp van de WADI’s in die zin ontworpen. De werken richten zich naar de normen van de provincie Oost-Vlaanderen.
De diepte van de WADI’s is eveneens zeer beperkt. Er blijft dus enkel kortstondig water in deze voorzieningen staan, het betreffen geenszins grootschalige waterpartijen of grachten die permanent water bevatten (zoals door sommige bezwaarindieners wordt gesuggereerd). Een WADI betreft een hedendaagse voorziening, die noodzakelijk is bij projecten op verschillende schaal en die verplicht dienen te worden voorzien vanuit de betreffende regelgeving (gewestelijke verordening hemelwater).
4. Visuele en milieutechnische nadelen van wadi’s
In de wadi’s komt enkel proper regenwater terecht. De wadi is ook zo aangelegd dat er op relatief korte periode het water infiltreert in de bodem. Hierbij is er slechts een korte periode water aanwezig in de wadi.
Er wordt gestreefd om van de straten mooie, groene zones te maken. De wadi’s zullen enkel zuiver regenwater bevatten en zijn bovendien beperkt van diepte. De aannames inzake aantrok van ratten en ongedierte zijn bijgevolg subjectieve bezwaren, die nergens aannemelijk kunnen worden gemaakt. Bepaalde insecten zijn overal aanwezig en de voorgestelde wijzigingen zijn een normale, hedendaagse aanleg.
De aanleg van een meer groene omgeving heeft verder positieve effecten op de biodiversiteit, infiltratie en hittestress.
De ontworpen WADI’s zijn ontworpen en gedimensioneerd volgens de eisen in voorliggend dossier. Het dossier dient voor de gevraagde handelingen immers te voldoen aan de geldende normen vanuit de gewestelijke verordening hemelwater. Ander projecten in de buurt (zoals gesuggereerd - o.a. sociaal woonproject Nieuwlandstaat) zijn niet relevant en niet meegenomen in de berekeningen voor de nodige compensatie en infiltratie in kader van dit project.
5. Beheer van WADI’s
Het onderhoud van de bermen en WADI’s is een gemeentelijke bevoegdheid en zal opgenomen worden in het regulier onderhoud. De voorgestelde ondergrondse alternatieven zijn niet haalbaar, gezien vanuit de eisen vanuit de gewestelijke verordening hemelwater bovengronds infiltreren de norm is. De ontworpen WADI’s met beperkte diepte komen hieraan tegemoet. De aanplant werd nog niet bepaald in het dossier, maar hoedanook vormt onderhoudsarme beplanting met beperkte hoogte de norm in dit project. In die optiek kan het onderhoud eveneens worden beperkt tot enkele maaibeurten per jaar.
Conclusie:
De bezwaren in kader van de aanleg van het openbaar domein worden ontvankelijk, doch ongegrond verklaard – zoals hierboven gemotiveerd. Overige bezwaren hebben geen betrekking op de zaak der wegen. Alle bezwaren worden bij de beslissing gevoegd en zijn ter inzage, maar enkel de te behandelen bezwaren door de gemeenteraad in het kader van de zaak der wegen (of die gerelateerd zijn aan de inrichting van het openbaar domein) zijn opgenomen in het besluit.
Art. 1: | De gemeenteraad verleent haar goedkeuring aan het (wegenis)dossier inzake het (toekomstig) openbaar domein inclusief de bijhorende plannen voor wat betreft de ‘zaak der wegen’ in kader van de geïntegreerde omgevingsvergunningsaanvraag inzake het wegenis- en rioleringsproject in de Leebeeklaan, Nieuwlandstraat en een deel van de Pontweg, gelegen te Gavere - Asper (OMV_ 2024132341). |
Art. 2: | De rooilijnplannen met innames zoals opgenomen in de aanvraag, nl. ‘Rooilijnplan Nieuwlandstraat – buurtweg nr. 42’, opgemaakt op 06/09/2024 door landmeter-expert Dominique Goegebeur (studieburo Goegebeur) en ‘Rooilijnplan Pontweg – buurtweg nr. 4’, opgemaakt op 14/08/2024 door landmeter-expert Dominique Goegebeur (studieburo Goegebeur) worden goedgekeurd. Deze plannen maken integraal deel uit van dit besluit. Voormalig goedgekeurde rooilijnen komen te vervallen indien strijdig met voornoemd en bijgevoegd plan. |
Art. 3: | De gemeenteraad gaat akkoord met de overname van de betrokken gronden in het openbaar domein zoals aangegeven op de bovengenoemde rooilijnplannen. |
Art. 4: | Onderhavige beslissing en de betrokken opmetingsplannen/rooilijnplannen over te maken aan de FOD financiën, dienst Geschillen en Informatie. |
Art. 5: | De gemeenteraad neemt kennis van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek. De bezwaren inzake de wegenis worden ontvankelijk, doch ongegrond verklaard. |
Art. 6: | Afschrift van dit besluit met bijhorende stukken als bijlage bij de omgevingsvergunningsaanvraag te voegen en over te maken op het omgevingsloket aan de vergunningverlenende overheid. |
Art. 7: | De betrokken burgers in kennis te stellen van onderhavige beslissing. |
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning met nummer OMV_2024151065 inclusief rooilijnplan ingediend voor wegenis- en rioleringswerken in de Gentweg, Wannegatstraat en Lindeboomstraat te Gavere-Vurste. De aanvraag werd ontvankelijk en volledig verklaard op 03 maart 2025.
Voorwerp van de aanvraag
Het project bevindt zich op het grondgebied van de gemeente Gavere , meer bepaald in de deelgemeente Vurste (Kadastraal: Gavere 3e Afdeling (Vurste) Sectie A). Het project omvat wegenis- en rioleringswerken in de Gentweg en een deel van de Lindeboomstraat en Wannegatstraat.
De werken in de Gentweg situeren zich tussen het kruispunt met de Leenstraat tot aan Gentweg nr. 35/60 (einde toegankelijke weg). De werken in de Lindeboomstraat starten aan de Gentweg tot nr. 10 en de werken in de Wannegatstraat situeren zich vanaf de Gentweg tot nr. 12.
Met de aanvraag is het de intentie om een wegenis-en rioleringsproject te realiseren voor de herinrichting van de voornoemde gemeentewegen. Volgens de beschrijvende nota worden volgende doelstellingen voorop gesteld:
1. Rioleringswerken met aandacht voor de waterhuishouding
In de bestaande toestand bevindt zich een gemengde riolering onder de rijweg. De bestaande riolering blijkt na controle in slechte staat en is aan vernieuwing toe. Ter vervanging wordt voorzien in een volledig nieuw en gescheiden stelsel.
De DWA-leidingen worden onder de rijweg aangelegd in de nieuwe toestand. Het huishoudelijk afvalwater van het project wordt aangesloten op gemengde riolering van de Leenstraat. Van hieruit wordt het afvalwater afgevoerd naar het RWZI van Zwijnaarde.
Voor het hemelwater worden diverse methodes ingezet, waar mogelijk is eerst voorzien in maximale infiltratie en buffering. Door het hellend terrein en plaatselijk smal profiel van het openbaar domein kunnen echter niet op alle locaties langsgrachten worden aangelegd voor het ter plaatse houden van het hemelwater. Op andere locaties, bijvoorbeeld t.h.v. domein Borgwal richting de Leenstraat, wordt wel gewerkt met ondiepe wadi’s van gemiddeld 30cm diep waarin het regenwater kan afstromen en plaatselijk infiltreren.
Het overige hemelwater watert af via nieuwe betonnen leidingen met verschillende diameter. Ter hoogte van het kruispunt met de Leenstraat wordt het regenwater, samen met het afvalwater aangesloten op de gemengde riool van de Leenstraat. Gezien het sterk hellend terreinprofiel wordt occasioneel gewerkt met vervalputten om de diepteligging te beperken.
Op vlak van waterhuishouding worden de verharde oppervlaktes maximaal gecompenseerd door voldoende infiltratieoppervlakte en buffer- en infiltratievolumes. Rekening houdend met de vastgestelde infiltratiecapaciteit en de grondwaterstand – waarvoor verschillende infiltratieproeven voorafgaandelijk werden uitgevoerd - wordt geopteerd om in te zetten op infiltratie met buffering.
Waar mogelijk wordt in de nieuwe toestand gewerkt met ondiepe infiltratievoorzieningen (type WADI). Deze zijn te realiseren in de naastgelegen groenbermen. De onverharde zones zijn telkens gedimensioneerd volgens de vereisten vanuit de gewestelijke verordening hemelwater (versie 2013). Voor het overige wordt maximaal gewerkt met waterdoorlatende verhardingen en/of worden grindkoffers voorzien onder de nieuwe verhardingen zodat te bufferen hemelwater hierin kan lopen en ter plaatse kan infiltreren.
2. Herinrichtingswerken van de openbare weg, vernieuwen van de wegenis
Rekening houdend met de voornoemde werken, wordt de opbraak van de verhardingen voorzien. Het bestaande wegdek van de Gentweg en Wannegatstraat bestaat uit betonstraatstenen en mozaïekkeien (t.h.v. domein Borgwal). Het wegdek van de Lindeboomstraat bestaat uit beton en het smal gedeelte van de Gentweg (t.h.v. nr. 31-35) bestaat uit asfalt. Er is een (smalle) voetpadverharding aanwezig bestaande uit betonstraatstenen. De zijbermen bestaan uit diverse materialen (steenslag, betonstraatstenen, asfalt).
De projectzone kan ingedeeld worden in verschillende segmenten volgens de beschrijvende nota.
Het tracé van de heraanlegwerken werd daarvoor opgedeeld in een aantal deelzones, waarvan steeds een typedwarsprofiel werd meegeleverd in het dossier:
Segment 1: Gentweg vanaf Leenstraat tot aan kerkomgeving - typeprofielen 5, 6 en 7
De rijweg wordt heraangelegd in asfalt met aan beide zijden een trottoirband als afboording. De breedte van de rijweg bedraagt 5,40m (incl. kantstroken) en verbreedt richting de Leenstraat.
De aantakking van de Gentweg op de Leenstraat wordt aangepast waarbij gestreefd wordt naar meer zichtbaarheid voor de weggebruiker. Hierbij wordt het centrale nutsgebouw verwijderd en het achterliggend herdenkingsmonument verplaatst.
Door de herinrichting van het kruispunt wordt minder verharding aangelegd (ontharding). De vrijgekomen zones worden ingericht als groenzones waarin ondiepe wadi’s worden voorzien die nodig zijn voor de waterhuishouding (infiltratie ter plaatse).
De toegang naar de erepoort van domein Borgwal wordt aangelegd in mozaïekkeien. Aan de even zijde wordt een voetpad in grijze betonstraatstenen aangelegd met een minimale breedte van 1,50 m. Aan de oneven zijde wordt de bestaande kasteelmuur afgeschermd van de nieuwe rijweg door een gazonplint met een opstaande boordsteen. Hier wordt ook een verholen goot aangelegd om het regenwater van de verharding te kunnen opvangen en aan te sluiten op de wadi’s. Ter hoogte van de basisschool wordt een verkeersdrempel voorzien en wordt de wegverharding aangepast naar uitgewassen beton om de weggebruiker te wijzen op de aanwezigheid van zwakke weggebruikers.
De resterende groenzones worden ingezaaid en voorzien van een aantal nieuwe bomen. Ter hoogte van Gentweg nr. 20-22a wordt een nieuwe parkeervoorziening met 26 plaatsen aangelegd op het domein Borgwal (725m²). Dit wordt voorzien om minder wagens op de rijweg te laten stationeren en zo de verkeersdoorstroming te verbeteren. De parking wordt uitgevoerd in waterdoorlatende verhardingen (grasbetontegels voor de parkeerplaatsen en waterpasserende betonstraatstenen voor de rijweg). Rondom de parking wordt voldoende groen voorzien. De bestaande monumentale hoogstammige bomen dienen te behouden blijven.
Segment 2: kerkomgeving - typeprofiel 4
Ter hoogte van de kerkomgeving wordt getracht een pleinzone te creëren. Hierbij wordt een verkeersdrempel voorzien met een rijweg in uitgewassen beton. De breedte bedraagt 5,40m incl. de centrale afwateringsgoot. Er wordt een lichte asverschuiving voorzien om het verkeer te remmen. Bij de centrale afwateringsgoot moet grote aandacht geschonken worden aan het hoogteverschil tussen de goot en de rijweg i.f.v. valgevaar (max. 0,50cm).
De parkeerzone en voortuin aan de pastorie wordt volledig heringericht naar een groenzone en rustpunt met zitzone. De verharding wordt voorzien in grijze betonstraatstenen. Er worden nog drie parkeerplaatsen in grasbetontegels voorzien. Ter hoogte van de woningen en naar de kerk wordt een voetpadzone in grijze betonstraatstenen voorzien met een minimale breedte van 1,50m. Hier wordt een plaatselijke uitzondering gemaakt ter hoogte van de trap naar Gentweg nr. 32.
Segment 3: Gentweg vanaf kerkomgeving + Wannegatstraat - typeprofielen 2 en 3
Na de kerkomgeving wordt het profiel uit segment 1 (rijweg in asfalt met centrale afwateringsgoot – breedte 5,40m + voetpaden in grijze betonstraatstenen) doorgetrokken tot het kruispunt met de Wannegatstraat.
In de Wannegatstraat vervalt de centrale afwateringsgoot en wordt overgegaan op een dakprofiel. Er wordt een rijweg in asfalt voorzien die aan beide zijden afgeboord is door een kantstrook en boordsteen. Totale breedte van 5,60m (incl. kantstroken). Aan beide zijden wordt een volwaardig voetpad in grijze betonstraatstenen voorzien. Waar mogelijk worden een aantal groenvakken met beplanting voorzien i.f.v. een mooier wegbeeld, ontharding en waterafvoer.
De bestaande voorrangsregeling (Gentweg-Wannegatstraat) blijft behouden. Hiervoor lopen de kantstroken mee in de bocht. Het verlengde van de Gentweg wordt uitgevoerd in uitgewassen beton om aan te duiden dat dit stuk ondergeschikt is aan de hoofdas.
Segment 4: Gentweg vanaf Wannegatstraat tot Lindeboomstraat - typeprofielen 1, 2 en 9
Het wegprofiel uit segment 1 (rijweg in asfalt met centrale afwateringsgoot – breedte 5,40m + voetpad in grijze betonstraatstenen aan de even zijde) wordt hier opnieuw gebruikt.
Op twee plaatsen wordt een wegversmalling voorzien waar de woningen te dicht staan om een volwaardige rijweg en voetpad te kunnen voorzien. Deze wegversmallingen zullen het verkeer extra remmen en worden uitgevoerd in uitgewassen beton (accentuering) en hebben een minimale breedte van 3,50m voor de rijweg.
Aan de even zijde wordt over de volledige lengte een volwaardig voetpad voorzien met een minimale breedte van 1,50m in betonstraatstenen. Aan de oneven zijde worden de woningen voorzien van een oprit in dezelfde grijze betonstraatstenen. De resterende tussenruimte wordt ingericht als graszone. De brede zijberm voor nr. 21 en 23 wordt ingericht als extra parkeerzone. In functie van waterafvoer en ontharding wordt dit uitgevoerd in grindgazon.
Segment 5: Lindeboomstraat - typeprofielen 2 en 10
Het wegprofiel uit segment 4 (rijweg in asfalt met centrale afwateringsgoot – breedte 5,40m + voetpad in grijze betonstraatstenen aan de even zijde) wordt nog een stuk doorgetrokken tot het kruispunt met Biestjeslos. Dit kruispunt wordt extra geaccentueerd door een verharding in uitgewassen beton. Het verder vervolg van de Lindeboomstraat wordt heraangelegd als een rijweg in asfalt (i.p.v. huidige betonverharding) met aan beide zijden een brede kantstrook van 50cm. Totale breedte wordt 6 meter.
Aan de even zijde loopt het voetpad (betonstraatstenen) met een minimale breedte van 1,50m door tot aan het kruispunt met Biestjeslos. In de rest van de Lindeboomstraat en aan de oneven zijde worden de woningen voorzien van een oprit in grijze betonstraatstenen. De resterende tussenruimte wordt ingericht als graszone met een aantal bomen (exacte locatie nog verder te bepalen).
Ter hoogte van Lindeboomstraat nr. 10 staat de historische bebouwing tegen de rijweg. Hier wordt aan de overzijde een uitwijkverharding van 60cm in grasbetontegels voorzien.
Segment 6: Gentweg t.h.v. nr. 31-35 - typeprofiel 8
Het verdere verlengde van de Gentweg heeft een zeer smal openbaar domein. Aangezien heel wat landbouwverkeer gebruik maakt van dit straatje werd toch geopteerd om deze rijweg opnieuw aan te leggen in asfalt. Er wordt gewerkt met een éénzijdige afwatering naar de kantstrook aan de oneven zijde. Aan de even zijde wordt een trottoirband voorzien als afboording. Totale breedte van 3 meter.
De resterende smalle opritten worden voorzien in betonstraatstenen. De restzones worden ingezaaid.
In de motiveringsnota wordt tevens een overzicht gegeven van de vergunningsplichtige werken en de werken die kunnen vallen onder de geldende vrijstellingsregeling.
Verder worden voor de werken nog enkele gedetailleerde stedenbouwkundige handelingen aangevraagd, waaronder het plaatselijk wijzigen van het reliëf voor enkele ondiepe infiltratiekommen (t.h.v. het kruispunt Gentweg-Leenstraat), het rooien van 8 hoogstambomen (t.h.v. Gentweg 2&4 en in de Wannegatstraat) en een ontbossing binnen het parkgebied van domein Borgwal voor het voorzien van de nieuwe parkeervoorziening (26 plaatsen - er wordt een zone van in totaal 1.048 m² ontbost).
In functie van de aanvraag werden waar nodig bijkomende innemingen voorzien t.o.v. de bestaande toestand (o.a. aanleg voetpaden voorzieningen). Het dossier omvat een ontwerp van rooilijnplan met aanduiding van alle deelstukken waar er intenties zijn tot inneming van gronden om het project te kunnen realiseren.
Dit plan kwam tot stand na onderzoek van de bestaande juridische grenzen, die grotendeels oorsprong vinden in de Atlas der Buurtwegen voor het besproken tracé of door plaatselijk ontstane praktijken of grensvastleggingen. Op vandaag is er immers geen rooilijnplan van toepassing op het tracé.
Bij de omgevingsvergunning werd een ontwerp van rooilijn- en innemingsplan ‘Rooilijnplan GENTWEG TUSSEN LINDEBOOMSTRAAT EN LEENSTRAAT’ gevoegd, opgemaakt op 22/11/2024 door landmeter-expert Robin Lobelle (studiebureau Lobelle), waardoor een beroep kan worden gedaan op artikel 12 §2 van het Decreet betreffende de gemeentewegen (geïntegreerde procedure). Met het voorliggende rooilijn- en innemingsplan is het de intentie om het openbaar domein over het volledig tracé eenduidig af te bakenen.
Zoneringsgegevens - planologische bestemming
De percelen zijn deels gelegen in woongebied met landelijk karakter en deels binnen parkgebied volgens het gewestplan “Gentse en Kanaalzone”, goedgekeurd bij K.B. van 14.09.1977 en latere wijzigingen.
“De woongebieden zijn bestemd voor: “wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf, voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven, en dat deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving” (artikel 5, par.1.0 van het KB van 28.12.1972, betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen + omzendbrief dd. 08.07.1997 terzake).
Woongebieden met een landelijk karakter (aanvullende aanduiding)
De woongebieden met een landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven.
Artikel 4.4: Parkgebieden
De parkgebieden moeten in hun staat bewaard worden of zijn bestemd om zodanig ingericht te worden, dat ze, in de al dan niet verstedelijkte gebieden, hun sociale functie kunnen vervullen.”
De percelen zijn – voor een beperkt gedeelte - gelegen binnen het definitief vastgesteld RUP ‘Borgwal’. (GR op 24/03/2025).
Volgende bepalingen zijn relevant voor de aanvraag :
ART. 1: ZONE VOOR GEMEENSCHAPSVOORZIENINGEN (..)
1.2.3. verharding
Verharding wordt aangelegd in functie van parkeerhavens. Verder is verharding enkel toegelaten voor de aanleg van paden tussen de verschillende gebouwen en voorzieningen en voor de aanleg van openlucht sport- en spelaccommodatie.
1.2.4. Parkeervoorzieningen
Er worden maximaal 2 parkeerhavens voorzien, één ten noorden van het kasteel en één ten zuiden van het kasteel, met name ten zuiden van de huidige toegangsweg vanaf de Gentweg.
De noordelijke parking biedt plaats aan een 85-tal parkeerplaatsen, de zuidelijke parking aan maximum 35 parkeerplaatsen.
In de aanleg van de zuidelijke parking dient een duidelijk bouwkundig element opgenomen te worden waarmee de voormalige locatie van de ommuring uitgebeeld en herinnerd wordt (haagmassief of markering in de verharding met een afwijkend materiaal). De koppen van de ommuring dienen dusdanig gemarkeerd te worden dat het duidelijk is dat het hier een weggebroken deel van de ommuring betreft (bron: Beheersplan domein Borgwal).
De parkeerplaatsen worden uitgevoerd in waterdoorlatende materialen met een minimum aan verharding. De verharding mag geenszins raken aan de wortelstructuur van de hoogstammige bomen (geen enkele verharding binnen de kroonprojectie van de dreefzate (eiken) vermeerderd met 1 meter). Alle noodzakelijke infrastructuur horende bij een parking is toegelaten. Een parkeerhaven moet een groene aankleding krijgen.
Voor de zuidelijke parkeerhaven geldt dat bij het vrijmaken van de groenzone, alle teelaarde en beplanting in zijn geheel moet afgevoerd worden. De toegang tot de zuidelijke parking mag niet gebeuren via de dreefzate.
1.2.5 rooien hoogstammen
Hoogstammen mogen enkel gerooid worden nadat een boomeffectenanalyse is uitgevoerd door een gecertificeerd boomtechnisch raadgever (ETT-certificaat) en nadat blijkt dat het rooien of kappen geen nadelige gevolgen heeft op het park. De aanduiding van parkeerplaatsen binnen een parkeerhaven dient op een visueel niet storende manier te gebeuren.
ART. 3: ZONE VOOR PARK
BESTEMMINGSVOORSCHRIFTEN
Het gebied is bestemd voor de instandhouding, het herstel en de ontwikkeling van het park. Dit gebied heeft zowel een esthetische, sociale als recreatieve functie.
Het projectgebied is verder niet gelegen binnen een goedgekeurde en niet-vervallen verkaveling.
De beoordeling van de verenigbaarheid met de bestemming en de voorschriften is een gemeentelijke bevoegdheid (gemeentelijk project), voor wat betreft de zaak der wegen ligt de bevoegdheid bij de gemeenteraad.
Zaak der wegen
Overeenkomstig artikel 31 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning spreekt de gemeenteraad zich uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de opname in het openbaar domein.
Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen.
De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt.
De gemeenteraad is met uitsluiting van andere bestuursorganen of niveaus bevoegd, in aanvulling van het bovenvermelde algemeen toetsingskader, om :
Het wijzigen van de rooilijn met het bijhorend innemingsplan, dat deel uitmaakt van deze geïntegreerde omgevingsvergunningsprocedure conform artikel 12§2 Decreet Gemeentewegen, is samen met de aanleg en wijziging van de gemeenteweg zelf het voorwerp van voorliggende beslissing. De gemeenteraad spreekt zich uit over de (nieuwe) rooilijn, het openbaar domein en toekomstig openbare wegenis in het project.
Bij het dossier werd een rooilijn- en onteigeningsplan gevoegd, alsook alle plannen en dossierstukken terzake.
De gewijzigde gemeenteweg wordt aangelegd in diverse materialen (asfalt, beton, kleinschalige materialen), afhankelijk van de wensen per deelsegment. Hierbij wordt hoofdzakelijk geopteerd voor een asfaltverharding. Daarnaast wordt uitgewassen beton gebruikt als accentuering (kerk- en schoolomgeving, kruispunten en wegversmallingen). De voetpadverharding en de nieuwe opritten worden aangelegd in grijze betonstraatstenen. De toegang naar de monumentale erepoort van kasteeldomein Borgwal wordt uitgevoerd in mozaïekstenen. De parkeerplaatsen en uitwijkstroken worden voorzien in waterdoorlatende grasbetontegels en de rijweg van de nieuwe openbare parkeerhaven in waterpasserende betonstraatstenen. De wegenis- en rooilijnbreedte variëren naar gelang de locatie en de mogelijkheden volgens de bestaande, bebouwde omgeving. Dit alles zoals weergegeven op bijgevoegde plannen en de uitgebreide motivering per segment.
De gekozen (verhardings-)materialen zijn hedendaags, kwalitatief en duurzaam, waardoor een hoge kwaliteit van het toekomstig openbaar domein wordt nagestreefd en gerealiseerd. Er is voldoende aandacht voor waterinfiltratie en de eventueel extra noden die nodig zouden zijn door het project. De conclusies in de omstandige technische nota kunnen worden bijgetreden.
Op basis van de aangeleverde plannen en motivering is het ontegensprekelijk een zaak van algemeen belang om het openbaar domein heraan te leggen en (beperkt) uit te breiden met het oog op de leefbaarheid en veiligheid van de inwoners en met het oog op de verbetering van de globale infrastructuur voor gebruikers op dit tracé.
Motivatie vanuit de doelstellingen en principes vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet gemeentewegen
Het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen heeft tot doel om de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen te vrijwaren en te verbeteren, in het bijzonder om aan de huidige en toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit te voldoen (artikel 3).
Om de doelstelling, vermeld in het eerste lid, te realiseren voeren de gemeenten een geïntegreerd beleid, dat onder meer gericht is op:
Bij elke beslissing over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen wordt rekening gehouden met de doelstelling vermeld in artikel 3 van dit decreet.
Bij beslissingen over wijzigingen van het gemeentelijk wegennet wordt minimaal rekening gehouden met de volgende principes (artikel 4 decreet gemeentewegen):
In het kader van artikel 4 van het decreet houdende de gemeentewegen werd rekening gehouden met de vooropgestelde principes, en kan de wijziging en uitbreiding van het openbaar domein als volgt worden gemotiveerd:
1. Wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang:
Binnen de voorliggende aanvraag worden heraanlegwerken voorzien inzake riolering en de bovenbouw. De werken kaderen binnen een bredere doelstelling voor het verbeteren van de waterkwaliteit en het afkoppelen en afvoeren van vuilwater richting de daarvoor voorziene RWZI.
In functie van de noodzakelijke breedte voor de uitwerking van de voorziene infrastructuur (rioleringen, andere nutsleidingen en wegopbouw) is plaatselijk een bijkomende inname en wijziging van de rooilijn met een welbepaalde minimale breedte ontworpen. De heraanleg en beperkte uitbreiding van het openbaar domein in dit gebied kan gekaderd worden binnen het algemeen belang. Indien volgens artikel 2 van het rooilijndecreet de rooilijn “de huidige of de toekomstige grens tussen de openbare weg en de aangelande eigendommen” afbakent en de rooilijn dus in relatie moet gezien worden tot deze openbare weg, getuigt het enkel van goed bestuur om bij deze afbakening rekening te houden met de vereisten van een hedendaagse weginrichting, alsook in het voorzien van een gezamenlijke parkeercluster t.h.v. de site Borgwal. De werken zijn duidelijk ten dienste van het algemeen belang.
2. Een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd:
Voor de vaststelling van de nieuwe rooilijn werd rekening gehouden met heel wat facetten. Naast de noodzakelijke ruimte voor het nieuwe ondergrondse rioleringsstelsel is eveneens voorzien in een heraanleg van de bovenbouw. Om te kunnen voldoen aan de hedendaagse standaarden inzake verkeersveiligheid (O.a. voldoende brede voetpaden) worden plaatselijk gewijzigde profielen voorgesteld, die geleid hebben tot voorliggend rooi- en innemingsplan bij de aanvraag.
De herziening representeert een correct ruimtegebruik, waarbij rekening gehouden wordt met de bestaande toestand en de gewenste, toekomstige situatie. Uit voorliggende plannen blijkt eveneens dat het vastleggen van een rooilijn niet gelijk staat met een volledige inname door verharde oppervlaktes. De vorm van de rooilijn wordt vastgelegd en waar nodig aangepast in functie van een globale kwaliteitsvolle en duurzame inrichting van het openbaar domein. De gevraagde (rooilijn)wijzigingen zijn voldoende doordacht uitgetekend en ontworpen en werden in het aanvraagdossier voldoende gemotiveerd.
3. De verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen:
Door de nieuwe aanleg wordt bijgedragen tot de optimalisatie van de structuur, de samenhang, de toegankelijkheid en de veiligheid van het lokaal wegennet (artikel 3 Decreet gemeentewegen) en wordt tevens een belangrijke bijdrage geleverd tot een verbeterde infrastructuur voor de zachte mobiliteit (artikel 3 Decreet gemeentewegen). De heraanleg tracht een positieve impact te hebben op de verkeersveiligheid en verkeersleefbaarheid (artikel 4, 3e decreet gemeentewegen).
Door de verhoging van de verkeersveiligheid voor voetgangers wordt voldaan aan de huidige en toekomstige behoeften inzake zachte mobiliteit (artikel 3 en 4, 3e Decreet gemeentewegen).
Met de heraanleg wordt ook meer comfort en veiligheid beoogd voor doorgaand functioneel fietsverkeer, met o.a. minimaal gebruik van opstanden en niveauverschillen (artikel 4, 3e Decreet gemeentewegen).
4. Wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief:
De voorgestelde wijziging heeft geen impact op het weggennet van naburige gemeenten. Het betreft een herinrichtingsproject op schaal en volgens de noden van de bestaande, directe omgeving. De uitbreidingen zijn beperkt en hebben enkel betrekking op het lokaal functioneren van de gemeenteweg.
5. Bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen:
Het wegenis- en rioleringsproject voorziet een volledige herwaardering en vernieuwing zoals voorzien in de doelstellingen van het decreet houdende de gemeentewegen. Een kwalitatieve, comfortabele aanleg met groen en publieke parkeerplaatsen draagt verder ook bij aan het verhogen van de belevingskwaliteit. Het verwerven van de bijkomende gronden is noodzakelijk voor de realisatie van het project. Er werd bij de opmaak van het rooilijnplan gekozen om het wegprofiel aan te passen om zodoende woningen, gebouwen en tuinen zo veel mogelijk te vrijwaren. Uit de bijgevoegde motivering en plannen blijkt dat het voorwerp van de onteigening tot een minimum werd beperkt. De motivering in het aanvraagdossier kan worden bijgetreden. Op bepaalde plaatsen is een beperkte inname absoluut noodzakelijk om het voorzien van een volwaardig voetpad en voldoende brede rijweg mogelijk te maken.
De gewijzigde gemeenteweg wordt aangelegd in diverse materialen (asfalt, beton, kleinschalige materialen), afhankelijk van de wensen per deelsegment. Hierbij wordt hoofdzakelijk geopteerd voor een asfaltverharding. Daarnaast wordt uitgewassen beton gebruikt als accentuering (kerk- en schoolomgeving, kruispunten en wegversmallingen). De voetpadverharding en de nieuwe opritten worden aangelegd in grijze betonstraatstenen. De toegang naar de monumentale erepoort van kasteeldomein Borgwal wordt uitgevoerd in mozaïekstenen. De parkeerplaatsen en uitwijkstroken worden voorzien in waterdoorlatende grasbetontegels en de rijweg van de nieuwe openbare parkeerhaven in waterpasserende betonstraatstenen. De wegenis- en rooilijnbreedtes variëren naar gelang de locatie en de mogelijkheden volgens de bestaande, bebouwde omgeving. Dit alles zoals weergegeven op bijgevoegde plannen en de uitgebreide motivering per segment.
Op basis van de aangeleverde plannen en motivering is het ontegensprekelijk een zaak van algemeen belang, conform artikel 4, 1° van het Decreet Gemeentewegen, om het openbaar domein heraan te leggen en (beperkt) uit te breiden met het oog op de leefbaarheid en veiligheid van de inwoners en met het oog op de verbetering van de globale infrastructuur voor gebruikers op dit tracé.
Op deze wijze wordt uitvoering gegeven aan een geïntegreerd beleid gericht op de uitbouw van een veilig (wegen)net op lokaal niveau en het voorzien van een kwalitatief openbaar domein, zoals bedoeld in artikel 3 Decreet Gemeentewegen. De gevraagde wijzigingen kaderen in een duurzame ruimtelijke ontwikkeling om het wegennet kwalitatief uit te bouwen i.f.v. een veilige mobiliteit. Met andere woorden is de wijziging en heraanleg van de gemeenteweg een toekomstgerichte handeling die het wegenbeleid van de gemeente Gavere ten goede komt en geen afbreuk doet aan toekomstige ontwikkelingen van het gebied. Er worden immers door de wijziging geen andere projecten (bouwprojecten of verbindingen) in het gedrang gebracht.
Adviezen
In het kader van de aanvraag werden adviezen gevraagd aan volgende instanties :
De adviezen zullen behandeld worden bij behandeling van het dossier door de vergunningverlenende overheid over de aanvraag.
Openbaar onderzoek
Het project werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het project valt immers onder het toepassingsgebied van de gewone vergunningsprocedure zoals vastgelegd in artikel 11 t.e.m. 14 van het besluit van de Vlaamse regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
Het project, met geïntegreerde procedure inzake rooilijn/wegenis volgens het decreet gemeentewegen, werd openbaar gemaakt volgens de regels vermeld in het uitvoeringsbesluit. Het (eerste) openbaar onderzoek werd gehouden van 20/12/2024 tot en met 18/01/2025.
Ingevolge een gewijzigde projectinhoudversie en enkele wijzigingen aan de aanvraag werd een nieuw (tweede) openbaar onderzoek gehouden van 11/3/2025 tot en met 09/04/2025.
Conform artikel 47 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning neemt de gemeenteraad een besluit over de zaak van de wegen en neemt zij daarbij kennis van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek.
Er werden 2 bezwaarschriften ingediend welke bij onderhavig besluit zijn gevoegd.
De bezwaren hebben geen betrekking op de voorgestelde vastlegging van de rooilijn van het toekomstig openbaar domein alsook niet tegen de voorgestelde werken m.b.t. de aanleg van het gebied.
Art. 1: | De gemeenteraad verleent haar goedkeuring aan het (wegenis)dossier inzake het (toekomstig) openbaar domein inclusief de bijhorende plannen voor wat betreft de ‘zaak der wegen’ in kader van de geïntegreerde omgevingsvergunningsaanvraag tot het realiseren van het wegenis- en rioleringsproject in de Gentweg, Wannegatstraat en Lindeboomstraat, gelegen te Gavere - Vurste (OMV_ 2024151065). |
Art. 2: | Het rooilijn- en innemingsplan zoals opgenomen in de aanvraag, nl. ‘Rooilijnplan GENTWEG TUSSEN LINDEBOOMSTRAAT EN LEENSTRAAT’ opgemaakt op 22/11/2024 door landmeter-expert Robin Lobelle (studiebureau Lobelle) wordt goedgekeurd. Dit plan maakt integraal deel uit van dit besluit. Eventueel voormalig goedgekeurde rooilijnen komen te vervallen indien strijdig met voornoemd en bijgevoegd plan. |
Art. 3: | De gemeenteraad gaat akkoord met de overname van de betrokken gronden in het openbaar domein zoals aangegeven op het rooilijn- en onteigeningsplan. |
Art. 4: | Onderhavige beslissing en het betrokken opmetingsplan/rooilijnplan over te maken aan de FOD financiën, dienst Geschillen en Informatie. |
Art. 5: | De gemeenteraad neemt kennis van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek. De bezwaren hebben geen betrekking op de voorgestelde vastlegging van de rooilijn van het toekomstig openbaar domein alsook niet tegen de voorgestelde werken m.b.t. de aanleg van het gebied. |
Art. 6: | Afschrift van dit besluit met bijhorende stukken als bijlage bij de omgevingsvergunningsaanvraag te voegen en over te maken op het omgevingsloket. |
Art. 7: | De betrokken burgers in kennis te stellen van onderhavige beslissing. |
Gemeenteraadsbesluit van 20 januari 2025 houdende huishoudelijk reglement en deontologische code van de gemeenteraad (vervangen gemeenteraadsbesluit van 4 september 2023), artikel 26.
De briefwisseling gericht aan de voorzitter van de gemeenteraad en die bestemd is voor de gemeenteraad, wordt meegedeeld aan de gemeenteraadsleden.
De verslagen en de einddocumenten van de gemeentelijke adviesraden en overlegstructuren worden ter kennisname voorgelegd aan de gemeenteraad.
De schriftelijke vragen aan de burgemeester en aan het college van burgemeester en schepenen worden ter kennisname voorgelegd aan de gemeenteraad.
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 31.
Gemeenteraadsbesluit van 20 januari 2025 houdende huishoudelijk reglement en deontologische code van de gemeenteraad (vervangen gemeenteraadsbesluit van 4 september 2023), artikel 26.
De gemeenteraadsleden hebben het recht aan de burgemeester en aan het college van burgemeester en schepenen mondelinge vragen te stellen.
De voorzitter sluit de zitting op 28/04/2025 om 20:28.
Namens Gemeenteraad,
Serge Ronsse
algemeen directeur
Wim Malfroot
voorzitter van de gemeenteraad