Om de problematiek van leegstand in de regio beter te coördineren is de gemeente in 2019 toegetreden tot de interlokale vereniging ‘Wonen Leie & Schelde’ met werkingsgebied Destelbergen, Nazareth-De Pinte, Merelbeke-Melle, Gavere en Sint-Martens-Latem. Om bovengemeentelijke afstemming te bekomen, werd afgesproken om zowel het reglement voor de opmaak en het beheer van het leegstandsregister als het toepasselijk belastingreglement op de leegstand van gebouwen, woningen te hernieuwen na onderlinge afstemming.
Leegstaande woningen en gebouwen zorgen op diverse manieren voor overlast. Leegstand is veelal een voorbode van verwaarlozing en verkrotting. Langdurige leegstand zal dan ook meer lasten voor de lokale overheid met zich meebrengen onder de vorm van grotere politionele inzet, bestrijden van sluitstorten, overlast, nemen van maatregelen om de aantrekkelijkheid van de gemeente te behouden of te verbeteren.
Daarnaast zijn leegstaande woningen niet beschikbaar voor de huizenmarkt. Er is reeds een tekort op de huizenmarkt, waardoor de huur- en verkoopprijzen hoog blijven. Tegelijk blijkt dat een grote groep mensen in de onmogelijkheid is om een betaalbare woning te vinden. Leegstand vormt ook een van de meest hinderlijke elementen in het straatbeeld van een handels- en of dorpskern en omliggende straten. Het beïnvloedt op negatieve wijze de aantrekkelijkheid van een gemeente doordat er een desolate indruk wordt gecreëerd. Leegstand bij gebouwen veroorzaakt bovendien een sneeuwbaleffect waardoor de handelsfunctie in bepaalde buurten verzwakt.
Leegstand moet dan ook worden bestreden, (o.a.) door middel van een leegstandsbelasting, een belasting waarvoor er in voorliggend reglement echter ook een aantal vrijstellingen zijn opgenomen die aansluiten bij de noden en het beleid van de gemeente en die verantwoord zijn aangezien:
Daarnaast wordt voorgesteld om de tarieven van de leegstandsheffing te herzien. Gavere is de enige gemeente die tot dusver 'slechts' drie trappen voorziet in het tarief van de leegstandsheffing. De andere lokale besturen aangesloten bij de interlokale vereniging Wonen Leie & Schelde hanteren 4 trappen, oplopend van een termijn 12 maanden op het leegstandsregister tot en met een aaneengesloten termijn van 72 maanden. Het tarief van de leegstandsheffing in Gavere werd sinds de invoering van dit belastingreglement in 2012 nog niet herzien. De tarieven in Gavere zijn lager dan wat de andere lokale besturen binnen de interlokale vereniging Wonen Leie & Schelde heffen.
Voorgesteld wordt om met ingang van 2026 de tarieven van de leegstandsheffing te actualiseren en volgende bedragen te heffen bij
| Begripsomschrijvingen |
|
| Art. 1: |
|
| Belasting op leegstand van woningen en gebouwen |
|
| Art. 2: | §1. Er wordt voor de aanslagjaren 2026 tot en met 2031 een gemeentebelasting gevestigd op de woningen en gebouwen die gedurende minstens twaalf opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het leegstandsregister. §2. De belasting voor een leegstaande woning of een leegstaand gebouw is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat die woning of dat gebouw gedurende twaalf opeenvolgende maanden is opgenomen in het leegstandsregister. Zolang het gebouw of de woning niet uit het leegstandsregister is geschrapt, blijft de belasting verschuldigd op het ogenblik dat een nieuwe termijn van twaalf maanden verstrijkt. §3. In het geval het gebouw of de woning ook opgenomen is in het verwaarlozingsregister, dan is de belasting verschuldigd per afzonderlijke opname in het leegstandsregister en het verwaarlozingsregister. |
| De belastingplichtige |
|
| Art. 3: | §1. De belasting is verschuldigd door de zakelijk gerechtigde van het leegstaande gebouw of de leegstaande woning op de verjaardag van de opnamedatum. §2. Ingeval van onverdeeldheid van het gebouw of woning, is de belasting verschuldigd door elk van de mede-eigenaars en elk in verhouding tot hun deel van het goed. Eventuele vrijstellingen voor mede-eigenaars gelden derhalve enkel voor hun aandeel in de belasting op het goed. Ingeval van mede-eigendom zijn de mede-eigenaars hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld. Ingeval er in deze mede-eigendom ook een recht van opstal, erfpacht en/of vruchtgebruik bestaat, zijn de houders van dit zakelijk recht (opstalrecht, vruchtgebruik, erfpachtrecht en/of volle eigendom) eveneens hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld. §3. De overdrager van het zakelijk recht moet de verkrijger ervan in kennis stellen dat het onroerend goed is opgenomen in het leegstandsregister. Tevens moet hij per beveiligde zending een kopie van de notariële akte bezorgen aan de gemeente, binnen twee maanden na het verlijden van de notariële akte.
Ontbreekt deze kennisgeving dan wordt de overdrager van een zakelijk recht, in afwijking van paragraaf één, als belastingschuldige beschouwd voor de eerstvolgende belasting die na de overdracht van het zakelijk recht wordt gevestigd. |
| Tarief van de belasting |
|
| Art. 4: | §1. De basisbelasting bedraagt € 2.500 voor een gebouw of een woning die 12 maanden op het leegstandsregister staat. §2. Indien het gebouw of de woning een tweede opeenvolgende termijn van 12 maanden op het leegstandsregister staat, bedraagt de belasting € 4.000. §3. Indien het gebouw of de woning een derde opeenvolgende termijn van 12 maanden op het leegstandsregister staat, bedraagt de belasting € 5.500. §4. Indien het gebouw of de woning een vierde opeenvolgende termijn van 12 maanden (of langer) op het leegstandsregister staat, bedraagt de belasting € 7.000. |
| Vrijstellingen |
|
| Art. 5: | §1. Aanvraag vrijstelling Een vrijstelling kan aangevraagd worden met een gemotiveerd verzoek bij de administratie, verzonden via een beveiligde zending. Deze aanvraag dient ingediend te worden voor het verstrijken van de verjaardag van opname in het leegstandsregister. §2. De vrijstelling van belasting heeft geen impact op de opname van het gebouw of de woning in het leegstandsregister. De anciënniteit van opname in het leegstandsregister blijft niet doorlopen tijdens de periode van vrijstelling. Als de reden tot vrijstelling komt weg te vallen, zal de heffing berekend worden op basis van de begindatum van opname in het leegstandsregister en worden de jaren vrijstelling in min genomen. §3. Van de leegstandsbelasting zijn vrijgesteld:
|
| Inkohiering |
|
| Art. 6: | §1. De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen. §2. De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet. §3. De belastingplichtige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaarschrift moet ofwel schriftelijk ingediend worden ofwel via elektronische weg op het e-mailadres dat vermeld staat op het aanslagbiljet. Het moet de naam, de hoedanigheid en het adres of de zetel van de belastingplichtige vermelden. Het moet ook het voorwerp van het bezwaarschrift en de motivatie samen met een opgave van de feiten en de middelen vermelden. Als de belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger wil uitgenodigd worden op de hoorzitting moet dit in het bezwaarschrift worden gevraagd. Andere vormen van doorsturen zoals fax, of elektronische toezending naar andere e-mailboxen van de gemeente zijn niet geldig. Het bezwaarschrift wordt op straffe van verval ingediend binnen drie maanden vanaf de datum waarop de belastingplichtige het aanslagbiljet heeft ontvangen of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Het aanslagbiljet wordt geacht ontvangen te zijn op de derde werkdag die volgt op de datum van de verzending van het aanslagbiljet. Als het aanslagbiljet verzonden werd via elektronische weg, geldt de datum van de elektronische verzending als datum van zijn verzending. Als het bestuur en de belastingplichtige hetzelfde informatiesysteem gebruiken om elektronische berichten uit te wisselen, zoals de eBox, wordt het aanslagbiljet geacht te zijn ontvangen op het tijdstip waarop het aanslagbiljet voor de belastingplichtige toegankelijk wordt. Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding afgegeven, binnen vijftien dagen na de indiening ervan. De procedure verloopt in overeenstemming met het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen. |
| Overgangsbepalingen |
|
| Art. 7: | §1. Een reeds toegekende vrijstelling op basis van dezelfde of gelijkaardige grond onder een vorig belastingreglement kan door dezelfde eigenaar voor dezelfde woning of gebouw niet opnieuw worden verkregen op basis van het huidige belastingreglement. Indien op een vrijstelling meerdere aanslagjaren beroep kan worden gedaan, dan wordt het aantal jaren waarvoor, onder een vorig belastingreglement, al een vrijstelling werd toegekend in mindering gebracht van het totaal aantal jaren vrijstelling op (basis van dezelfde of gelijkaardige grond) voorzien in dit belastingreglement. De opnamedatum van de panden in het leegstandsregister blijft behouden. §2. Het belastingreglement op leegstaande woningen en gebouwen zoals goedgekeurd door de gemeenteraad op 27 maart 2023 wordt voor belastbare feiten die zich voltrekken vanaf 1 januari 2026 vervangen door dit besluit. Dit belastingreglement blijft van toepassing voor belastbare feiten uiterlijk voltrokken op 31 december 2025. Opnames in het leegstandsregister voor 1 januari 2026 op grond van eerdere reglementen blijven onverminderd bestaan. |
| Bekendmaking |
|
| Art. 8: | Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2026. |
| Art. 9: | Onderhavige beslissing wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 285, 286 §1 1° en 287 van het decreet lokaal bestuur. De toezichthoudende overheid wordt in kennis gesteld overeenkomstig de bepalingen van artikel 330 van het decreet lokaal bestuur. |
| Art. 10: | Een afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan
|