De omgevingsvergunning verenigt de vroegere stedenbouwkundige vergunning, verkavelingsvergunning en milieuvergunning. Sinds 1 januari 2018 moeten alle gemeenten de regelgeving van de omgevingsvergunning toepassen en werken met het digitaal loket voor omgevingsvergunningen.
Er is een onderscheid tussen vergunningsplichtige en meldingsplichtige handelingen. De meldingsplicht betreft de gevallen waarin de beoordelingsruimte van het bestuur minimaal is vanwege het eenvoudige en gangbare karakter van de handelingen in kwestie of de onderworpenheid van de handelingen aan nauwkeurige voorschriften. Die dossiers zijn per definitie eenvoudiger te behandelen omdat er geen externe adviezen of openbare onderzoeken nodig zijn en er slechts een aktename vereist is zonder dat er gemotiveerde beslissingen (vergunning of weigering) moeten getroffen worden.
Het tarief voor de afgifte van omgevingsvergunningen kan daarom gedifferentieerd worden op basis van de aard en omvang van het project, de complexiteit van de aanvraag, het aantal te presteren werkuren en de gemaakte onkosten. Het bedrag van de retributie moet in een redelijke verhouding staan tot de tegenprestatie van de gemeente. Meldingsplichtige dossiers zijn per definitie meer eenvoudige dossiers voor de gemeente.
Vergunningsplichtige dossiers kunnen inhoudelijk ook sterk verschillen naargelang de omvang van het project. Een verkaveling met wegenis vereist bijvoorbeeld veel meer prestaties en externe adviezen dan een eenvoudige verkaveling van enkele loten langs een uitgeruste weg of een aanvraag voor het bouwen van een woning.
Daarnaast vereisen sommige aanvragen een advies van Farys of een erfgoedtoets (IOED) waarvoor de prestaties aangerekend worden aan de gemeente. Deze kosten zijn rechtstreeks gekoppeld aan de gepresteerde uren en worden integraal doorgerekend aan de gemeente. Ook hier is een differentiatie, zeker voor wat de advisering door Farys betreft, noodzakelijk.
Verder kan de gemeente ook gevraagd worden om een planologisch attest, een stedenbouwkundig attest of een stedenbouwkundig uittreksel af te geven. Een planologisch attest doorloopt een vrij intensieve procedure en vraagt meer prestaties dan de overige attesten. Bijgevolg wordt ook hiervoor een gedifferentieerde tarifering toegepast welke in verhouding staat tot de te leveren prestaties door de gemeente.
De gemeente heeft bovendien kosten voor publicaties en aangetekende zendingen. Deze kosten worden integraal doorgerekend aan de aanvrager.
Het retributiereglement van 18 november 2019 op omgevingsdossiers vervalt per 31 december 2025 en dient te worden aangepast. Volgende wijzigingen t.o.v. het retributiereglement van 18 november 2019 worden voorgesteld:
Ingeval van weigering of nalatigheid in hoofde van de debiteur om het verschuldigd bedrag te betalen, zal de invordering van de retributie ingeval van onbetwiste niet-fiscale ontvangsten gebeuren bij dwangbevel, en ingeval van betwiste niet-fiscale ontvangsten overeenkomstig de wetsbepalingen betreffende de burgerlijke rechtsprocedure.
| Art. 1: | Met ingang van 1 januari 2026 en dit voor een termijn eindigend op 31 december 2031 wordt een retributie geheven op de aanvragen voor omgevingsvergunningen, meldingen van omgevingsdossiers, aanvragen tot bijstelling van de verkaveling en verzoeken tot bijstelling van vergunningsvoorwaarden of afwijking van de milieuvoorwaarden. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Art. 2: | Het bedrag van de retributie wordt als volgt vastgesteld:
De retributie wordt verhoogd met de kosten voor het openbaar onderzoek (inclusief RUP’s):
De belasting wordt verhoogd met de kosten voor externe adviesvragen:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Art. 3: | De retributie is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon die de aanvraag doet voor de in artikel 2 opgesomde aanvragen. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Art. 4: | Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Art. 5: | Zijn van de retributie vrijgesteld: alle overheidsinstellingen. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Art. 6: | De retributie wordt betaald na ontvangst van een factuur. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Art. 7: | Bij weigering of nalatigheid om het verschuldigd recht te betalen geschiedt de invordering overeenkomstig de burgerlijke rechtspleging voor zover de schuld ten aanzien van de gemeente betwist wordt. Ingeval de verschuldigde retributie niet betwist wordt zal de invordering gebeuren bij dwangbevel na goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Art. 8: | Onderhavige beslissing wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 285, 286 §1 1 en 287 van het decreet lokaal bestuur. De toezichthoudende overheid wordt in kennis gesteld overeenkomstig de bepalingen van artikel 330 van het decreet lokaal bestuur. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Art. 9: | Afschrift van dit besluit te bezorgen aan:
|