Het gemeenteraadsbesluit van 14 december 2020 houdende belasting op het innemen van standplaatsen voor het uitvoeren van ambulante activiteiten op de openbare markten, het openbaar domein, op plaatsen grenzend aan het openbaar domein en op commerciële parkeerplaatsen (vervangen gemeenteraadsbesluit van 18 november 2019) vervalt op 31 december 2025 en dient te worden vervangen.
Voorgesteld wordt om de voorwaarden en de tarieven van de belasting ongewijzigd te laten.
| Art. 1: | Voor de aanslagjaren 2026 tot en met 2031 wordt een belasting geheven op het innemen van standplaatsen voor het uitvoeren van ambulante activiteiten op de openbare markten, het openbaar domein, op plaatsen grenzend aan het openbaar domein en op commerciële parkeerplaatsen. |
| Art. 2: | Met het innemen van een standplaats wordt bedoeld, met kraam of voertuig op dezelfde plaats van de openbare markt, het openbaar domein, de plaats grenzend aan het openbaar domein of de commerciële parkeerplaats blijven staan gedurende meer dan dertig minuten. |
| Art. 3: | De belasting is verschuldigd door de natuurlijke personen of, in voorkomend geval, door de vertegenwoordiger(s) van de rechtspersonen die met handels- of beroepsdoeleinden een standplaats innemen op het openbaar domein, op de openbare markt, op een plaats grenzend aan het openbaar domein of op een commerciële parkeerplaats binnen het grondgebied van de gemeente Gavere. |
| Art. 4: | §1. Het bedrag van de belasting wordt vastgesteld op grond van de gevellengte van de ingenomen plaats op het openbaar domein gemeten langs de kant van de uitgestalde goederen:
§2. Voor het gebruik van de elektriciteitskast op marktdagen is door toevallige deelnemers volgende belasting verschuldigd:
|
| Art. 5: | De belasting dient contant betaald te worden aan de beambte aangesteld door het college van burgemeester en schepenen. Bij gebrek aan contante betaling wordt deze belasting ambtshalve ingekohierd en is ze onmiddellijk eisbaar. De eventueel ingekohierde belasting wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen. |
| Art. 6: | De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen dat handelt als administratieve overheid. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de datum van de contante inning. Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstbewijs afgegeven, binnen vijftien dagen na de indiening ervan. |
| Art. 7: | De vestiging en de invordering van de belasting, alsook de regeling van de geschillen ter zake, gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen. |
| Art. 8: | Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2026. |
| Art. 9: | Onderhavige beslissing wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 285, 286 §1 1° en 287 van het decreet lokaal bestuur. De toezichthoudende overheid wordt in kennis gesteld overeenkomstig de bepalingen van artikel 330 van het decreet lokaal bestuur. |