De voorzitter opent de zitting op 13/09/2021 om 22:50.
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 32.
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 277 en 278.
Elk lid van de raad voor maatschappelijk welzijn heeft het recht tijdens de vergadering opmerkingen te maken over de redactie van de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering. Als die opmerkingen door de raad voor maatschappelijk welzijn worden aangenomen, worden de notulen en het zittingsverslag in die zin aangepast.
Als er geen opmerkingen worden gemaakt over de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering worden de notulen en het zittingsverslag als goedgekeurd beschouwd en worden ze ondertekend door de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn en de algemeen directeur.
Art. 1: |
De notulen van de eerste en tweede zitting van de OCMW-raad van 21 juni 2021 goed te keuren. |
Art. 2: |
Het verslag van de eerste en tweede zitting van de OCMW-raad van 21 juni 2021 goed te keuren. |
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 263.
De gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn bepalen wanneer hen een opvolgingsrapportering, met een stand van zaken van de uitvoering van het meerjarenplan, wordt voorgelegd.
Er wordt minstens voor het einde van het derde kwartaal een opvolgingsrapportering over het eerste semester van het boekjaar voorgelegd.
Dit opvolgingsrapport omvat:
De informatie die vervat zit in dit opvolgingsrapport dateert van 30 juni 2021, met uitzondering van de voorlopige staat van opbrengsten en kosten (het J5-schema) dat de toestand per 26 augustus 2021 weergeeft.
De financiële realisaties in de schema's betreffen de effectieve aanrekeningen van de uitgave- en ontvangstkredieten. Vastgelegde kredieten die nog niet aangerekend (lees: uitgevoerd) zijn, worden dus niet opgenomen in de realisatiegraad van de kredieten. Vastgelegde verbintenissen die door de leveranciers wel reeds uitgevoerd zijn, maar (nog) niet op 30 juni aan de gemeente of het OCMW gefactureerd werden, zijn logischerwijs evenmin opgenomen in de financiële schema's vermits aanrekeningen van uitgaven enkel geregistreerd worden na ontvangst van de factuur.
Art. 1: | Kennis te nemen van het opvolgingsrapport 2021, zoals gezien in bijlage. |
Art. 2: | Het opvolgingsrapport 2021 omvat op datum van 30 juni 2021:
|
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 77
Volgens de Europese verordening nr. 223/2014 dient de verdeling van levensmiddelen te gebeuren onder meest behoeftigen. De POD MI beschouwt de personen die onder de Europese armoedegrens leven als de meest behoeftigen. De Europese armoedegrens bedroeg in 2017 € 13.670 voor een alleenstaande en € 28.708 voor een gezin met twee volwassenen en twee kinderen. Het OCMW moet oordelen welke begunstigden het meest beantwoorden aan deze definitie en kan een meer gelimiteerde doelgroep bepalen. Het OCMW dient een mechanisme uit te werken dat toelaat om te verifiëren of de begunstigde voldoet aan de voorwaarden en moet aan de begunstigden begeleidende maatregelen aanbieden. Het absolute minimum omvat acties inzake oriëntatie en het doorsturen van de begunstigden naar het bevoegde OCMW.
Het OCMW verdeelt aan de cliënten van de sociale dienst huisvuilzakken. De gemeenteraad stelde op 21 juni 2021 voor om dit uit te breiden naar inwoners die te kampen hebben met chronische incontinentie, permanente stomaproblematiek of thuis nierdialyse ondergaan.
Levensmiddelen | |||||||||||||||||
Art. 1: | Het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn verleent, binnen de perken van de door de federale overheid verkregen middelen, materiële steun in de vorm van het verdelen van levensmiddelen aan personen waarvan de bestaansmiddelen, na aftrek van de uitgaven voor hun huur en afbetaling van schulden, lager ligt dan de laatst beschikbare Europese armoedegrens (EU-SILC). De bestaansmiddelen worden bepaald overeenkomstig het koninklijk besluit van 11 juli 2002 houdende het algemeen reglement betreffende het recht op maatschappelijke integratie. Het verdelen van levensmiddelen is beperkt overeenkomstig de bepalingen van het geldende reglement van de Programmatorische Overheidsdienst Maatschappelijke Integratie betreffende de gratis verdeling van levensmiddelen ter beschikking gesteld aan de OCMW's en erkende partnerorganisaties in het kader van Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen. |
||||||||||||||||
Huisvuilzakken | |||||||||||||||||
Art. 2: | Het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn verleent materiële steun in de vorm van het verdelen van huisvuilzakken aan personen waarvan de bestaansmiddelen, na aftrek van de uitgaven voor hun huur en afbetaling van schulden, lager ligt dan de laatst beschikbare Europese armoedegrens (EU-SILC). De bestaansmiddelen worden bepaald overeenkomstig het koninklijk besluit van 11 juli 2002 houdende het algemeen reglement betreffende het recht op maatschappelijke integratie. Het verdelen van huisvuilzakken is per cliëntsysteem en per kalenderjaar beperkt tot:
|
||||||||||||||||
Art. 3: | Het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn verleent materiële steun in de vorm van het verdelen van huisvuilzakken aan:
De betrokkene moet voldoen aan de volgende voorwaarden:
Het verdelen van huisvuilzakken is per persoon en per kalenderjaar beperkt tot: Restafvalzakken 60l 1 rol (24 zakken) |
||||||||||||||||
Slotbepalingen | |||||||||||||||||
Art. 4: | Onderhavig reglement treedt in werking op 1 januari 2022 en vervangt het OCMW-raadsbesluit 26 april 2021 inhoudende het verlenen van materiële steun - vaststellen reglement (vervangen OCMW-raadsbesluit van 28 juni 2017). | ||||||||||||||||
Art. 5: | Onderhavig reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286 en 287 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur | ||||||||||||||||
Art. 6: | Een afschrift van deze beslissing over te maken aan de afdeling burger en welzijn (sociaal huis) en de afdeling interne zaken (dienst financiële organisatie). |
OCMW-raadsbesluit van 28 januari 2019 houdende huishoudelijk reglement en deontologische code van de raad voor maatschappelijk welzijn (vervangen OCMW-raadsbesluit van 21 september 2015).
De briefwisseling gericht aan de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn en die bestemd is voor de raad voor maatschappelijk welzijn, wordt meegedeeld aan de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn.
Het huishoudelijk reglement van de raad voor maatschappelijk welzijn bepaalt dat de beslissingen van de algemene vergadering van de welzijnsverenigingen ter kennisname worden voorgelegd aan de raad voor maatschappelijk welzijn.
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 31.
OCMW-raadsbesluit van 28 januari 2019 houdende huishoudelijk reglement en deontologische code van de raad voor maatschappelijk welzijn (vervangen OCMW-raadsbesluit van 21 september 2015).
De leden van de raad voor maatschappelijk welzijn hebben het recht aan de voorzitter van het vast bureau en aan het vast bureau mondelinge en schriftelijke vragen te stellen.
De voorzitter sluit de zitting op 13/09/2021 om 23:15.
Namens OCMW-raad,
Serge Ronsse
algemeen directeur
Dieter De Mets
voorzitter van de OCMW-raad