Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 77
Volgens de Europese verordening nr. 223/2014 dient de verdeling van levensmiddelen te gebeuren onder meest behoeftigen. De POD MI beschouwt de personen die onder de Europese armoedegrens leven als de meest behoeftigen. De Europese armoedegrens bedroeg in 2017 € 13.670 voor een alleenstaande en € 28.708 voor een gezin met twee volwassenen en twee kinderen. Het OCMW moet oordelen welke begunstigden het meest beantwoorden aan deze definitie en kan een meer gelimiteerde doelgroep bepalen. Het OCMW dient een mechanisme uit te werken dat toelaat om te verifiëren of de begunstigde voldoet aan de voorwaarden en moet aan de begunstigden begeleidende maatregelen aanbieden. Het absolute minimum omvat acties inzake oriëntatie en het doorsturen van de begunstigden naar het bevoegde OCMW.
Het OCMW verdeelt aan de cliënten van de sociale dienst huisvuilzakken. De gemeenteraad stelde op 21 juni 2021 voor om dit uit te breiden naar inwoners die te kampen hebben met chronische incontinentie, permanente stomaproblematiek of thuis nierdialyse ondergaan.
Levensmiddelen | |||||||||||||||||
Art. 1: | Het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn verleent, binnen de perken van de door de federale overheid verkregen middelen, materiële steun in de vorm van het verdelen van levensmiddelen aan personen waarvan de bestaansmiddelen, na aftrek van de uitgaven voor hun huur en afbetaling van schulden, lager ligt dan de laatst beschikbare Europese armoedegrens (EU-SILC). De bestaansmiddelen worden bepaald overeenkomstig het koninklijk besluit van 11 juli 2002 houdende het algemeen reglement betreffende het recht op maatschappelijke integratie. Het verdelen van levensmiddelen is beperkt overeenkomstig de bepalingen van het geldende reglement van de Programmatorische Overheidsdienst Maatschappelijke Integratie betreffende de gratis verdeling van levensmiddelen ter beschikking gesteld aan de OCMW's en erkende partnerorganisaties in het kader van Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen. |
||||||||||||||||
Huisvuilzakken | |||||||||||||||||
Art. 2: | Het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn verleent materiële steun in de vorm van het verdelen van huisvuilzakken aan personen waarvan de bestaansmiddelen, na aftrek van de uitgaven voor hun huur en afbetaling van schulden, lager ligt dan de laatst beschikbare Europese armoedegrens (EU-SILC). De bestaansmiddelen worden bepaald overeenkomstig het koninklijk besluit van 11 juli 2002 houdende het algemeen reglement betreffende het recht op maatschappelijke integratie. Het verdelen van huisvuilzakken is per cliëntsysteem en per kalenderjaar beperkt tot:
|
||||||||||||||||
Art. 3: | Het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn verleent materiële steun in de vorm van het verdelen van huisvuilzakken aan:
De betrokkene moet voldoen aan de volgende voorwaarden:
Het verdelen van huisvuilzakken is per persoon en per kalenderjaar beperkt tot: Restafvalzakken 60l 1 rol (24 zakken) |
||||||||||||||||
Slotbepalingen | |||||||||||||||||
Art. 4: | Onderhavig reglement treedt in werking op 1 januari 2022 en vervangt het OCMW-raadsbesluit 26 april 2021 inhoudende het verlenen van materiële steun - vaststellen reglement (vervangen OCMW-raadsbesluit van 28 juni 2017). | ||||||||||||||||
Art. 5: | Onderhavig reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286 en 287 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur | ||||||||||||||||
Art. 6: | Een afschrift van deze beslissing over te maken aan de afdeling burger en welzijn (sociaal huis) en de afdeling interne zaken (dienst financiële organisatie). |