De voorzitter opent de zitting op 27/05/2024 om 20:00.
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 32.
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 277 en 278.
Elk gemeenteraadslid heeft het recht tijdens de vergadering opmerkingen te maken over de redactie van de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering. Als die opmerkingen door de gemeenteraad worden aangenomen, worden de notulen en het zittingsverslag in die zin aangepast.
Als er geen opmerkingen worden gemaakt over de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering worden de notulen en het zittingsverslag als goedgekeurd beschouwd en worden ze ondertekend door de voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur.
Raadslid Jef Vermaere merkt op dat de ontwerpnotulen bij agendapunt 19 en 20 een foutieve besluitvorming vermelden. Beide voorstellen van beslissing werden immers verworpen. Het besluit van beide agendapunten zal in die zin door de algemeen directeur worden aangepast.
Art. 1: |
De notulen van de zitting van de gemeenteraad van 29 april 2024 goed te keuren. |
Art. 2: |
Het verslag van de zitting van de gemeenteraad van 29 april 2024 goed te keuren. |
Het college van burgemeester en schepenen houdt een volledig en geactualiseerd overzicht bij van:
Het Decreet Lokaal Bestuur schrijft voor dat de gemeenteraad minstens eenmaal per jaar op de hoogte wordt gebracht van het geactualiseerde overzicht met een toelichting van alle wijzigingen die zich sinds de vorige toelichting hebben voorgedaan.
Het Regiodecreet schrijft voor dat de voorzitter van de gemeenteraad de regiowerking minstens twee keer per jaar inschrijft op de agenda van de gemeenteraad.
Het Regiodecreet bevat geen definitie van 'regiowerking' en laat de wijze van rapportering over aan de lokale autonomie.
Uit de memorie van toelichting bij het Regiodecreet blijkt echter dat de rapportering vooral gericht is op:
De gemeenteraad heeft de opdracht om te waken over de afstemming van het beleid van de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden op de regiowerking.
Art. 1: | De gemeenteraad neemt kennis van
|
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 404 §5 2e lid.
Cultuurregio Leie Schelde is een intergemeentelijke projectvereniging die tot doel heeft door intergemeentelijk overleg en samenwerking tussen diverse actoren, meerwaarden te realiseren op vlak van cultuur en erfgoed in de regio.
Volgens de statuten dient de raad van bestuur jaarlijks de jaarrekeningen, samen met het activiteitenverslag en het verslag van de accountant, aan de gemeenteraden voor te leggen.
De raad van bestuur keurde de rekening goed in de zitting van 27 maart 2024.
Art. 1: |
De jaarrekening 2023 van de projectvereniging Cultuurregio Leie Schelde, inclusief activiteitenverslag en het verslag van de accountant, goed te keuren, zoals gezien in bijlage. |
Art. 2: |
Een afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan
|
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 41.
Door de toekomstige decreetswijzigingen wordt de huidige beleidsperiode van de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden (IGS) bovenlokale cultuur door de Vlaamse verheid verlengd met 1 jaar. Normaal startte de nieuwe beleidsperiode op 1 januari 2026. Dat wordt nu 1 januari 2027.
IGS Cultuurregio Leie Schelde heeft, zoals de meerderheid van de IGS’en bovenlokale cultuur, de vorm van een projectvereniging. Die heeft een looptijd van maximaal 6 jaar. De projectvereniging IGS Cultuurregio Leie Schelde loopt af in 2025. Door de verlenging van de huidige beleidsperiode door Vlaanderen voor bovenlokale cultuur moet de looptijd van de projectvereniging ook worden verlengd. Zo is het IGS juridisch in orde, wat noodzakelijk is om subsidies te ontvangen van de Vlaamse overheid voor het extra jaar.
Het gaat om een verlenging met 1 jaar, dus tot en met 31 december 2026, van de huidige werking en dus de verdere uitvoering van de bestaande cultuurnota. Met de huidige lokale besturen is er al een consensus over de cultuurnota die in uitvoering is. De financiële bijdrage voor dit extra werkjaar is conform de andere werkjaren.
De beslissing tot verlenging van de duur van de projectvereniging zal aanleiding geven tot een aanpassing van de statuten.
Art. 1: | De verlenging van de projectvereniging Cultuurregio Leie Schelde met één jaar, tot en met 31 december 2026, goed te keuren |
Art. 2: | De aanpassing van de statuten m.b.t. de duur van de projectvereniging (artikel 5) goed te keuren. |
Art. 3: | Een afschrift van deze beslissing over te maken aan:
|
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 41 2e lid 4°.
Conform de bepalingen van het decreet lokaal bestuur brengen de bestuurders ten overstaan van hun gemeenteraad tweemaal per jaar verslag uit over de uitoefening van hun mandaat en over het beleid van de opdrachthoudende vereniging.
Art. 1: |
Kennis te nemen van het verslag van de bestuurder bij de Intercommunale maatschappij voor Gas en Elektriciteit van het Westen (Gaselwest). |
Art. 2: |
Een afschrift van deze beslissing over te maken aan de afdeling Interne Zaken (dienst Administratieve Organisatie). |
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 432.
Gemeente Gavere is aangesloten bij de opdrachthoudende vereniging IVM en werd per aangetekend schrijven van 18 april 2024 opgeroepen om deel te nemen aan de algemene vergadering van IVM op 12 juni 2024 met de volgende agenda
De heer Dieter De Mets en de heer Jean-Pierre Sprangers werden respectievelijk aangeduid als vertegenwoordiger en plaatsvervangend vertegenwoordiger om deel te nemen aan de algemene vergaderingen van IVM voor de duurtijd van de huidige legislatuur.
Art. 1: |
Kennis te nemen van de agenda die zal behandeld worden op de algemene vergadering van de intergemeentelijke opdrachthoudende vereniging IVM die plaatsvindt op 12 juni 2024 en zijn goedkeuring te hechten aan de punten die dit vereisen:
|
Art. 2: |
De vertegenwoordiger en/of zijn plaatsvervanger die zal deelnemen aan de algemene vergadering op te dragen zijn stemgedrag af te stemmen op de beslissing genomen in de gemeenteraad van heden inzake onderhavige aangelegenheid. De volmachtdrager beschikt over het totaal van het aantal stemmen waarover de gemeente beschikt, zijnde 12.769 stemmen. |
Art. 3: |
Het college van burgemeester en schepenen te gelasten met de uitvoering van de hierbij genomen beslissing en onder meer hiervan kennis te geven aan het secretariaat van IVM ov, Sint-Laureinsesteenweg 29, 9900 Eeklo. |
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 432.
De deelnemende gemeenten worden uitgenodigd om een vertegenwoordiging af te vaardigen in de algemene vergadering van Creat Services dv op 18 juni 2024.
Op de gemeenteraad van 23 mei 2022 werd mevrouw Christine De Cooman, gemeenteraadslid, aangeduid als vertegenwoordiger in de algemene vergadering en mevrouw Pascale Bottequin, gemeenteraadslid, aangeduid als plaatsvervangend vertegenwoordiger in de algemene vergadering.
De agenda van de algemene vergadering van 18 juni 2024 bevat de volgende agendapunten:
Ter voorbereiding zijn de beschikbare bijlagen en stavingsstukken toegevoegd aan het dossier.
Cfr. artikel 432, alinea 3 van het decreet over het lokaal bestuur dient het mandaat van de vertegenwoordiger te worden herhaald voor elke algemene vergadering.
Art. 1: |
Gemeenteraadslid Christine De Cooman, wonende te Steenweg 6, 9890 Gavere te bevestigen als vertegenwoordiger in aan de algemene vergadering van Creat Services dv van 18 juni 2024. |
Art. 2: |
Gemeenteraadslid Pascale Bottequin, wonende te Stationsstraat 188, 9890 Gavere te bevestigen als plaatsvervangend vertegenwoordiger in de algemene vergadering van Creat Services dv van 18 juni 2024. |
Art. 3: |
De gemeenteraad beslist goedkeuring te verlenen aan alle punten op de agenda van de algemene vergadering Creat Services dv van 18 juni 2024 en de daarbij behorende documentatie nodig voor het onderzoek van de agendapunten:
|
Art. 4: |
De gemeenteraad draagt de aangeduide vertegenwoordiger(s)/plaatsvervangend vertegenwoordiger op om namens het bestuur alle akten en bescheiden met betrekking tot de algemene vergadering van Creat Services dv vastgesteld op 18 juni 2024, te onderschrijven en haar/zijn (hun) stemgedrag af te stemmen op het in de beslissing van de gemeenteraad van heden bepaalde standpunt met betrekking tot de agendapunten van voormelde algemene vergadering. |
Art. 5: |
Een afschrift van dit besluit zal verzonden worden:
|
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 432.
De deelnemende gemeenten worden uitgenodigd om een vertegenwoordiging af te vaardigen in de algemene vergadering van Farys ov op 21 juni 2024.
Op de gemeenteraad van 23 mei 2022 werd mevrouw Pascale Bottequin, gemeenteraadslid, aangeduid als vertegenwoordiger en mevrouw Christine De Cooman, gemeenteraadslid, als plaatsvervangend vertegenwoordiger in de algemene vergadering.
De agenda van de algemene vergadering van 21 juni 2024 bevat de volgende agendapunten:
Ter voorbereiding zijn de beschikbare bijlagen en stavingsstukken toegevoegd aan het dossier.
Art. 1: |
Gemeenteraadslid Pascale Bottequin, wonende te Stationsstraat 188, 9890 Gavere te bevestigen als vertegenwoordiger in de algemene vergadering van Farys ov van 21 juni 2024. |
Art. 2: |
Gemeenteraadslid Christine De Cooman, wonende te Steenweg 6, 9890 Gavere te bevestigen als plaatsvervangend vertegenwoordiger in de algemene vergadering van Farys ov van 21 juni 2024. |
Art. 3: |
De (gemeente)raad beslist goedkeuring te verlenen aan alle punten op de agenda van de algemene vergadering Farys ov van 21 juni 2024 en de daarbij behorende documentatie nodig voor het onderzoek van de agendapunten:
|
Art. 4: |
De raad draagt de aangeduide vertegenwoordiger(s)/plaatsvervangend vertegenwoordiger op om namens het bestuur alle akten en bescheiden met betrekking tot de buitengewone algemene vergadering van Farys ov vastgesteld op 21 juni 2024, te onderschrijven en haar/zijn (hun) stemgedrag af te stemmen op het in de beslissing van de (gemeente)raad van heden bepaalde standpunt met betrekking tot de agendapunten van voormelde buitengewone algemene vergadering. |
Art. 5: |
Het college van burgemeester en schepenen te gelasten met de uitvoering van voormelde beslissingen en onder meer kennisgeving hiervan te verrichten aan Farys ov, hetzij per post p/a Farys ov - Intercommunaal Beheer, Stropstraat 1 te 9000 Gent, hetzij per e-mail op 20240621AV@farvs.be. |
Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO), artikel 2.3.2§2
De Vlaamse regering keurde op 26 mei 2023 het "instrumentendecreet" goed.
Het instrumentendecreet beoogt een optimalisering van een aantal realisatiegerichte en grondgebonden instrumenten uit verschillende regelgeving (o.a. lasten, planschade, koopplichten, planbaten, ...). Het instrumentendecreet wijzigt artikel 75 en 77 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.
Vanaf 1 januari 2024 geldt een verplichting dat de bevoegde overheid de volgende lasten opneemt bij een omgevingsvergunning:
1° de lasten die de gemeenteraad heeft opgelegd bij de beslissing over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg, vermeld in artikel 31;
2° de lasten met het oog op de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod als voldaan is aan de uitsluitende voorwaarde, vermeld in artikel 5.100 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;
3° de lasten die de gemeenteraad met toepassing van artikel 5.6.11, § 4, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening heeft opgelegd bij de volledige of gedeeltelijke vrijgave van een woonreservegebied;
4° de lasten bij toepassing van de volgende afwijkingsregels van stedenbouwkundige voorschriften van titel 4, hoofdstuk 4, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening:
a) de afwerkingsregel conform artikel 4.4.3 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening;
b) de basisrechten voor zonevreemde constructies conform artikel 4.4.10 tot 4.4.20 van dezelfde codex;
c) de zonevreemde functiewijzigingen conform artikel 4.4.23 van dezelfde codex.
De stedenbouwkundige lasten kunnen zowel in natura als financieel zijn.
Artikel 75 §3, 4°van het decreet van 25 mei 2014 betreffende de omgevingsvergunning, zoals gewijzigd door het Instrumentendecreet van 26 mei 2023, bepaalt dat financiële lasten slechts kunnen worden opgelegd als dit geregeld wordt in een stedenbouwkundige verordening. Deze regeling op 1 januari 2024 in werking is getreden, waardoor het aangewezen is dat de gemeente zo spoedig mogelijk over een definitief goedgekeurde stedenbouwkundige verordening beschikt.
Artikel 2.3.2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) bepaalt de goedkeuringsprocedure voor gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen; de relevante delen hiervan luiden:
“§ 2. (…)
Het college van burgemeester en schepenen is belast met het opmaken van gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen en neemt de nodige maatregelen tot opmaak.
Het college van burgemeester en schepenen legt het ontwerp van stedenbouwkundige verordening voor advies voor aan het departement, de deputatie en aan de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening. Het departement en de deputatie geven advies over de onverenigbaarheid, de strijdigheid of de niet-naleving, vermeld in paragraaf 2/1, derde lid, 1° tot en met 5°. De adviezen worden binnen dertig dagen na de ontvangst van het dossier naar het college van burgemeester en schepenen gestuurd. Als er geen advies is verleend binnen die termijn, mag aan de adviesvereisten worden voorbijgegaan.
Het college van burgemeester en schepenen onderwerpt het ontwerp van gemeentelijke stedenbouwkundige verordening aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek duurt dertig dagen en wordt minstens aangekondigd door een bericht in het Belgisch Staatsblad. De Vlaamse Regering stelt nadere regels voor het openbaar onderzoek vast.
De gemeentelijke stedenbouwkundige verordening wordt samen met het besluit van de gemeenteraad en het volledige advies van de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening binnen tien dagen na de definitieve vaststelling met een beveiligde zending bezorgd aan de deputatie en het departement.”
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen moeten onderworpen worden aan een plan-m.e.r.-screening in de volgende gevallen:
1° wanneer voor de stedenbouwkundige verordening een passende beoordeling vereist is
2° wanneer de stedenbouwkundige verordening het kader vormt voor de toekenning van een vergunning voor een project, is een plan-MER of plan-m.e.r.-screening vereist.
Het Hof van Justitie heeft inmiddels herhaaldelijk verduidelijkt wat onder een plan of programma dat het kader vormt voor de toekenning van een vergunning voor een project begrepen moet worden: een handeling “die, door vaststelling van op de betrokken sector toepasselijke regels en controleprocedures, een heel pakket criteria en modaliteiten vaststelt voor de goedkeuring en de uitvoering van één of meerdere projecten die aanzienlijke gevolgen voor het milieu kunnen hebben”.
Daarbij stelt het Hof dat ‘een heel pakket criteria en modaliteiten’ op een kwalitatieve en niet op een kwantitatieve manier moet worden begrepen.
3° in alle andere gevallen valt de stedenbouwkundige verordening niet onder het toepassingsgebied van de plan-m.e.r.-regelgeving en is dus geen plan-MER of plan-m.e.r.-screening vereist.
Onderhavige verordening zal weliswaar toegepast worden bij de afgifte van omgevingsvergunningen, maar vormt geen beoordelings- of toetsingskader bij de vraag of een vergunning al dan niet kan verleend worden. Er wordt immers een duidelijk juridisch onderscheid in de wetgeving gemaakt tussen enerzijds voorwaarden, die wel dienen om een aanvraag vergunbaar te maken, en anderzijds lasten, die dat oogmerk niet hebben.
De vraag of een ontwerp voor vergunning in aanmerking komt en bijvoorbeeld voldoende openbaar domein of andere infrastructuur voorziet in de vergunningverlening (en de milieueffectbeoordeling (project-MER, ontheffing of project-m.e.r.-screening) van de vergunningsaanvraag ,wordt bekeken en wordt niet in deze verordening vastgelegd. De getallen inzake de last in natura hebben een louter mathematische doelstelling van kostenafweging tussen natura en financiële last. Een plan-mer- screening is aldus niet vereist omdat deze verordening zich louter beperkt tot het onderwerp “lasten”.
Deze verordening inzake lasten vormt geen kader om te bepalen of een vergunning verleend kan worden, wat de finaliteit is van voorwaarden, maar strekt ertoe om de financiering mogelijk te maken van de bijkomende taken die de overheid door de uitvoering van een vergunning op zich moet nemen. Deze verordening heeft as such geen significante effecten op beschermde soorten en habitattypes in habitat- en vogelrichtlijngebieden. Een passende beoordeling is aldus niet vereist omdat deze verordening zich louter beperkt tot het onderwerp “lasten”.
De redenen waarom bepaalde opties gekozen worden zijn toegelicht in de rechterkolom van de verordening zelf.
Op basis van de inzichten uit de studie ‘Monetarisering van de urban sprawl in Vlaanderen", uitgevoerd door Vito en Tractebel in samenwerking met VUB, UA, KULeuven en VRP, en de modelverordening voor financiële lasten, opgemaakt door het departement Omgeving van de Vlaamse overheid, werd een voorstel uitgewerkt voor financiële lasten bij omgevingsvergunningsaanvragen waarbij toepassing wordt gemaakt van de afwijkingsregels van stedenbouwkundige voorschriften van titel 4, hoofdstuk 4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. Hierbij wordt rekening gehouden met de impact van de afgegeven vergunning op de omgeving. Een nieuwe woning (afwerkingsregel) krijgt dan ook de grootste financiële last opgelegd. Sommige financiële lasten worden afhankelijk gesteld van de grootte van het bouwwerk, nl. op basis van de grondoppervlakte van het gebouw (vanuit het principe om de bebouwingsgraad te beperken) én op basis van het bouwvolume (vanuit het principe om de ruimtelijk-landschappelijke impact te beperken). Hoe kleiner de grondoppervlakte én/of hoe kleiner het volume, hoe lager de financiële last zal bedragen. Voor bepaalde projecten worden ook verminderde financiële lasten omschreven.
Er werd een openbaar onderzoek van minstens 30 dagen gehouden van 12 maart 2024 tot en met 10 april 2024; dit openbaar onderzoek werd bekend gemaakt:
Tijdens dit openbaar onderzoek werden geen standpunten, opmerkingen en bezwaren ontvangen.
Het advies van de GECORO werd ingewonnen; de gecoro bracht op 24 april 2024 volgend advies uit:
"De ontwerp-gemeentelijke verordening inzake financiële lasten bij afwijkingsregels wordt gunstig geadviseerd onder de volgende voorwaarde : het maximumbedrag van €5.000 per vergunningsaanvraag (hoofdstuk 2 §2, 2e lid) is niet van toepassing op de afwerkingsregel voor het bouwen van een nieuwe woning conform artikel 4.4.3 van de VCRO en zoals opgenomen in hoofdstuk 2 §1 a) van onderhavige verordening".
Er wordt hierover het volgende standpunt ingenomen: het voorstel van de gecoro wordt aanvaard; de verordening wordt aangepast als volgt:
(Hoofdstuk 2 §2) "§2 De financiële lasten worden cumulatief opgelegd. De gecumuleerde financiële lasten kunnen maximaal 5.000 euro bedragen per vergunningsaanvraag, uitgezonderd voor de toepassing van de afwijkingsregel voor de bouw van een nieuwe woning conform artikel 4.4.3 van de VCRO (§1 a) )".
Er werd op 6 maart 2024 advies van het departement Omgeving ingewonnen; het departement Omgeving bracht geen advies uit.
Er werd op 6 maart 2024 advies van de deputatie ingewonnen; de deputatie bracht op 28 maart 2024 volgend advies uit:
"De deputatie keurt onderhavig advies met opmerkingen in kader van de adviesvraag over de ontwerp-stedenbouwkundige verordening inzake lasten bij omgevingsvergunningen’ te Gavere goed.
In het advies werden volgende inhoudelijke opmerkingen geformuleerd:
"Gelet op de decretale taak van vergunningverlenende overheid in graad van administratief beroep welke op de deputatie rust, worden nog volgende opmerkingen gemaakt:
• Hoofdstuk 1§2 : Het ontwerp voorziet anders dan de modelverordening niet expliciet in een bepaling dat verschillende lasten (financieel - natura) samen opgelegd kunnen worden. Dit zou kunnen leiden tot discussies als er bij een zonevreemde vergunning ook groenaanplant of grondoverdracht opgelegd wordt.
• Hoofdstuk 2§1 : Het is niet duidelijk waarom maar 5 euro/m² wordt opgelegd bij herbouw en 10 euro m² bij nieuwbouw of afwerkingsregel? Hoe wordt dit verantwoord? Dit lijkt een evidente ongelijkheid.
• Hoofdstuk 3§1 : Onderscheid tussen woningen in of buiten een verkaveling lijkt ook een mogelijke ongelijkheid. Hoewel artikel 5.6.14 VCRO woningen in een verkaveling in WUG niet meer zonevreemd lijkt te maken, lijkt er ruimtelijk gezien geen enkel verschil tussen een woning in of uit een verkaveling in WUG, zodat ook de potentiële bijkomende taken voor de overheid, en dus de grootte van de lasten niet kunnen verschillen.
• Hoofdstuk 4§4 : Is nagedacht over een eventuele terugbetalingsregeling als een vergunning niet wordt uitgevoerd (en vervalt) maar de last wel al betaald is?
Er wordt hierover het volgende standpunt ingenomen:
De verdere procedure is als volgt geregeld in de VCRO:
“Art. 2.3.2. § 2/1. De deputatie en de Vlaamse Regering beschikken over een termijn van vijfenveertig dagen, die ingaat de dag na de betekening, vermeld in paragraaf 2, achtste lid, om de uitvoering van het besluit van de gemeenteraad tot definitieve vaststelling van de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening te schorsen. Een schorsing kan niet gedeeltelijk zijn. De Vlaamse Regering kan binnen de voormelde termijn een definitief vastgestelde gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ook geheel of gedeeltelijk vernietigen. Een afschrift van het schorsings- of vernietigingsbesluit wordt binnen een ordetermijn van tien dagen met een beveiligde zending bezorgd aan het college van burgemeester en schepenen.
Binnen de ordetermijn, vermeld in het eerste lid, bezorgt de Vlaamse Regering een afschrift van het schorsings- of vernietigingsbesluit aan de deputatie. Als de deputatie een schorsingsbesluit neemt, bezorgt ze daarvan binnen de voormelde ordetermijn een afschrift aan het departement.
Het besluit van de gemeenteraad tot definitieve vaststelling van de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening kan alleen worden geschorst:
1° als de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening uitvoering geeft aan een optie uit het gemeentelijk beleidsplan ruimte waarbij de Vlaamse Regering of de deputatie voorbehoud heeft gemaakt overeenkomstig artikel 2.1.11, § 2, tweede lid;
2° als de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening uitvoering geeft aan een beleidskader van het gemeentelijk beleidsplan ruimte dat de Vlaamse Regering niet meer geldig heeft verklaard overeenkomstig artikel 2.1.5, § 2, tweede lid, of dat de provincieraad niet meer geldig heeft verklaard overeenkomstig artikel 2.1.8, § 2, tweede lid;
3° als de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening kennelijk onverenigbaar is met een beleidskader of, in voorkomend geval, een ontwerp van beleidskader van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen of het provinciaal beleidsplan ruimte;
4° als de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening strijdig is met een gewestelijke of provinciale stedenbouwkundige verordening of, in voorkomend geval, een ontwerp van gewestelijke of provinciale stedenbouwkundige verordening;
5° als de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening strijdig is met artikel 2.3.1 of 4.2.5;
6° als de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening strijdig is met direct werkende normen binnen andere beleidsvelden dan de ruimtelijke ordening;
7° wegens de niet-naleving van een substantiële vormvereiste.
De Vlaamse Regering gaat alleen over tot vernietiging als ze van oordeel is dat de onverenigbaarheid, de strijdigheid of de niet-naleving, vermeld in het derde lid, niet kan worden hersteld, weggewerkt of opgelost door het volgen van de procedure, vermeld in paragraaf 2/2.
§ 2/2. In geval van schorsing beschikt de gemeenteraad over een termijn van negentig dagen die ingaat de dag na de verzending van het schorsingsbesluit aan het college van burgemeester en schepenen, om de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening opnieuw definitief vast te stellen. Bij de definitieve vaststelling van de verordening kunnen ten opzichte van de geschorste verordening alleen wijzigingen worden aangebracht die gebaseerd zijn op of voortvloeien uit het schorsingsbesluit.
De gemeentelijke stedenbouwkundige verordening wordt samen met het nieuwe besluit van de gemeenteraad onmiddellijk na de definitieve vaststelling met een beveiligde zending bezorgd aan de deputatie en het departement.
Als de gemeenteraad binnen de voormelde termijn van negentig dagen geen nieuw besluit tot definitieve vaststelling van de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening neemt, vervallen het geschorste gemeenteraadsbesluit en het ontwerp van gemeentelijke stedenbouwkundige verordening.
Als het besluit van de gemeenteraad tot definitieve vaststelling van de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening niet tijdig is geschorst of vernietigd, wordt de gemeenteraadsbeslissing houdende definitieve vaststelling van de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening bij uittreksel bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.”
Art. 1: |
De gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake ‘financiële lasten bij afwijkingsregels’, zoals gezien in bijlage, goed te keuren |
Art. 2: |
Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met het verderzetten van de decretaal voorziene goedkeuringsprocedure. |
Art. 3: |
Afschrift van dit besluit over te maken aan de afdeling Ruimte en aan de afdeling Interne Zaken, dienst Financiële Organisatie. |
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 40.
De Vlaamse Regering besloot op 23 juni 2023 tot de samenvoeging van de werkingsgebieden Vlaamse Ardennen-Oost en Vlaamse Ardennen-West tot het nieuw werkingsgebied “Vlaamse Ardennen”. Vlaamse Ardennen werd erkend als woonmaatschappij voor dit nieuwe werkingsgebied.
Conform artikel 4.100 van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021 dient Vlaamse Ardennen uiterlijk binnen vijf jaar na haar erkenning als woonmaatschappij alle rechten van de onroerende goederen die geschikt zijn voor de sociale huisvesting en die binnen haar werkingsgebied ligt van andere woonmaatschappijen te verwerven.
Dender-Zuid is op heden rechthebbende over woonpatrimonium gelegen in de voormalige werkingsgebieden Vlaamse Ardennen-Oost en, in beperkte mate, Vlaamse Ardennen-West, waardoor het wenselijk is om voornoemd woonpatrimonium en alle daaraan gelieerde overeenkomsten, activa en passiva, over te dragen naar Vlaamse Ardennen en zo bij te dragen tot de verdere vorming van Vlaamse Ardennen.
Gezien het voorgaande, is een partiële splitsing vanuit Dender-Zuid naar Vlaamse Ardennen aangewezen.
De agenda van de buitengewone algemene vergadering van 13 juni 2024 luidt:
Agendapunten 1 t.e.m. 4 hebben betrekking op een statutenwijziging die betrekking heeft op:
Agendapunten 5 t.e.m. 6 hebben betrekking op de uitsluiting van aandeelhouders.
Agendapunten 7 t.e.m. 12 hebben betrekking op de partiële splitsing.
Agendapunten 13 t.e.m. 15 hebben betrekking op de machten.
Onder voorbehoud van de goedkeuring door de respectievelijke buitengewone algemene vergadering van Dender-Zuid en Vlaamse Ardennen, zal de partiële splitsing vanuit Dender-Zuid naar Vlaamse Ardennen worden gestructureerd als een partiële splitsing door overneming, in de zin van artikel 12:8, 1° juncto artikelen 12:59 t.e.m. 12:72 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, waarbij het woonpatrimonium en alle daaraan gelieerde overeenkomsten, activa en passiva met betrekking tot het voormalige werkingsgebied Vlaamse Ardennen-Oost zal worden overgedragen aan Vlaamse Ardennen tegen de uitreiking van nieuwe aandelen van Vlaamse Ardennen aan de aandeelhouders van Dender-Zuid (de “Partiële Splitsing”).
Art. 1: | De gemeenteraad neemt kennis van de uiteenzetting van de documentatie m.b.t. de partiële splitsing, zoals gezien in bijlage. |
Art. 2: | De gemeenteraad neemt kennis van de intentie van de raad van bestuur van Vlaamse Ardennen om een buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders van Vlaamse Ardennen samen te roepen op of rond 13 juni 2024, in Salons Mantovani, gelegen te Doorn 1, 9700 Oudenaarde, met dien verstande dat, indien bepaalde verslagen of documenten niet tijdig beschikbaar zouden zijn, of indien bepaalde formaliteiten in het kader van de Partiële Splitsing (bv. m.b.t. de overdracht van onroerend goed) niet tijdig kunnen worden voltooid, de buitengewone algemene vergadering zal worden gehouden zo spoedig mogelijk na hun terbeschikkingstelling of de voltooiing van de formaliteiten. |
Art. 3: | De gemeenteraad keurt de verschillende punten van de agenda van de buitengewone algemene vergadering goed, die als volgt luidt:
|
Art. 4: | De vergadering besluit verder om een bijzondere volmacht te verlenen aan de burgemeester om de bijzondere volmacht die verleend zal worden aan mevrouw Peggy Demoor en de heer Roland De Bosscher namens de gemeenteraad te ondertekenen, substantieel in de vorm zoals gezien in bijlage, met het oog op het stemmen voor de goedkeuring van de verschillende agendapunten van de buitengewone algemene vergadering van Vlaamse Ardennen. |
De stad Zottegem en de gemeente Oosterzele richtten in 2018 een interlokale vereniging om de gemeente Oosterzele toe te laten diensten af te nemen van de Stedelijke Academie voor Muziek Woord en Dans van de stad Zottegem. De gemeente Gavere wenst vanaf het schooljaar 2024-2025 eveneens aan te sluiten bij de Stedelijke Academie voor Muziek Woord en Dans van de stad Zottegem. Hiervoor is een aanpassing van de overeenkomst met statutaire draagkracht noodzakelijk, en in het bijzonder van artikel 4 §3.
Voor het schooljaar 2024-2025 zouden de volgende lesuren ingericht worden:
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
Muziekinitiatie | € 2.500,00 | ||||
2de graad Muzikale Vorming jongeren | € 5.000,00 | € 5.000,00 | € 5.000,00 | € 5.000,00 | |
2de graad Instrument Jongeren | € 10.000,00 | € 7.500,00 | € 7.500,00 | € 5.000,00 | |
2de graad Woordkunst-Drama | € 2.500,00 | € 2.500,00 | |||
Aankoop buffetpiano | € 7.000,00 | ||||
Aankoop startmateriaal slagwerkklas | € 4.000,00 | ||||
Didactische middelen | € 1.000,00 | € 1.000,00 | € 1.000,00 | € 1.000,00 | € 1.000,00 |
Middelen voor promotie, receptie, … | € 1.000,00 | € 1.000,00 | € 1.000,00 | € 1.000,00 | € 1.000,00 |
Forfait administratie stad Zottegem | € 1.000,00 | Overeen te komen | Overeen te komen | Overeen te komen | Overeen te komen |
€ 34.000,00 | € 17.000,00 | € 14.500,00 | € 12.000,00 | € 2.000,00 |
Overeenkomstig artikel 5 §2 moet er een lid van het college van burgemeester en schepenen aangewezen worden als effectief en plaatsvervangend lid van het beheerscomité.
Voor het inrichten van een filiaal Muziek, Dans en Woord werd bij de meerjarenplanaanpassing 4 2020-2026 het nodige exploitatiekrediet voorzien bij beleidsactie 291 "Ondersteunen socio-culturele verenigingen en gemeenschapsvormende initiatieven". Voor de eenmalige opstartkosten (aankoop buffetpiano en startmateriaal slagwerkklas) dient het krediet verruimd te worden.
Art. 1: | De gemeente Gavere verzoekt om de toetreding tot de Interlokale vereniging van de Stedelijke Academie voor Muziek Woord en Dans, opgericht op 1 september 2018 door de stad Zottegem en de gemeente Oosterzele. |
Art. 2: | De overeenkomst met statutaire draagkracht goed te keuren, zoals gezien in bijlage. |
Art. 3: | De heer Dirk Martens, schepen van cultuur, aan te duiden als effectief lid van het beheerscomité. De heer Peter Declercq, schepen van onderwijs, aan te duiden als plaatsvervangend lid van het beheerscomité. |
Art. 4: | De uitgave wordt gekoppeld aan beleidsactie 291 "Ondersteunen socio-culturele verenigingen en gemeenschapsvormende initiatieven" zoals voorzien in het meerjarenplan 2020-2026. Voor de eenmalige opstartkosten wordt het budget van boekjaar 2024 verhoogd bij de eerstvolgende aanpassing van het meerjarenplan. |
Art. 5: | Een afschrift van deze beslissing over te maken aan:
|
Grondwet, artikel 173.
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40 §3 en 41 2e lid 14°.
De wijzigingen van het reglement worden aangebracht in het kader van de invoer van de UiTPAS in onze gemeente.
De speelpleinwerking wordt georganiseerd in de paas- en zomervakantie en is bedoeld voor kinderen van 2,5 jaar (van zodra ze naar de kleuterschool gaan) tot 12 jaar. De werking wordt zo ingericht dat het aanbod aansluit op de noden en behoeften van de aanwezige kinderen en aangepast is aan de leeftijd van de kinderen.
Er is aandacht voor alle kinderen, ook kinderen met specifieke zorgbehoeften of kinderen uit een maatschappelijk kwetsbare situatie, voor zover de werking dit kan dragen.
Het is billijk aan de ouders een tussenkomst in de onkosten te vragen voor de speelpleinwerking.
Om de kosten draaglijk te houden voor de gezinnen zijn een aantal maatregelen genomen:
Ingeval weigering of nalatigheid in hoofde van de debiteur om het verschuldigd bedrag te betalen, zal de invordering van de retributie ingeval van onbetwiste niet-fiscale ontvangsten gebeuren bij dwangbevel, en ingeval van betwiste niet-fiscale ontvangsten overeenkomstig de wetsbepalingen betreffende de burgerlijke rechtsprocedure.
Art. 1: | Met ingang van 1 juli 2024 wordt een retributie geheven op de deelname aan de gemeentelijke speelpleinwerking. |
Art. 2: | Het bedrag van de retributie wordt als volgt vastgesteld:
|
Art. 3: | De retributie is verschuldigd door de ouder die het kind inschrijft. |
Art. 4: | De kostprijs wordt verminderd met 80% voor houders van een UiTPAS met kansentarief. |
Art. 5: | De retributie wordt betaald na ontvangst van een factuur. |
Art. 6: | Bij weigering of nalatigheid om het verschuldigd recht te betalen geschiedt de invordering overeenkomstig de burgerlijke rechtspleging voor zover de schuld ten aanzien van de gemeente betwist wordt. Ingeval de verschuldigde retributie niet betwist wordt zal de invordering gebeuren bij dwangbevel na goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen. |
Art. 7: | Afschrift van dit besluit te bezorgen aan de afdeling Beleving en de dienst Financiële Organisatie. |
Art. 8: | Onderhavige beslissing vervangt het gemeenteraadsbesluit van 22 juni 2015 houdende retributie op de gemeentelijke speelpleinwerking en de daguitstappen georganiseerd door de jeugddienst Dit besluit zal bekend gemaakt worden volgens de bepalingen van artikel 285 en 286 §1 1° van het decreet over het lokaal bestuur. De toezichthoudende overheid zal in kennis worden gesteld volgens de bepalingen van artikel 330 van het decreet over het lokaal bestuur. |
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 41 2e lid 11° en 269.
De kerkfabrieken ontvingen op 24 januari 2024, op verzoek van de vicaris-generaal van het bisdom Gent, via hun dekenaal coördinator het verzoek om de parochieregisters en de archieven veilig te bewaren. Het bisdom dringt er op aan om de stukken hetzij in de sacristie van een nog aan de eredienst toegewijde kerk, hetzij in een erkend (lokaal of algemeen) parochiaal secretariaat te bewaren.
Op heden worden de parochieregisters centraal bewaard in de Sint-Amanduskerk van Gavere. Het parochiaal secretariaat bevindt zich momenteel in de pastorij in de Kloosterstraat. Sinds het overlijden van E.H. De Beer staat de pastorij evenwel leeg, zodat het niet langer aangewezen is het parochiaal secretariaat te huisvesten in de pastorij.
Kerkfabriek Sint-Amandus stelt voor om het parochiaal secretariaat onder te brengen naast trefpunt 't Eiland, op de 3e verdieping van de oude vleugel van WZC Mariahuis. De ruimte zou zowel dienst kunnen doen als parochiaal secretariaat als vergader- en archiefruimte voor de kerkraden. Op vraag van de gemeente werd via het centraal kerkbestuur een rondvraag georganiseerd bij de andere kerkraden. Uit deze bevraging bleek dat de volgende kerkbesturen gebruik zouden maken van deze ruimte:
WZC Mariahuis kan een lokaal op de 3e verdieping van de oude vleugel aanbieden voor de huisvesting van het parochiaal secretariaat en de secretariaten van de kerkraden en is bereid hiertoe renovatiewerken uit te voeren.
WZC Mariahuis biedt de locatie aan voor € 200/maand, inclusief verbruik en enkele facilitaire diensten (zoals afval, keuringen,...). Het voorstel van overeenkomst is analoog met de overeenkomst die de gemeente reeds eerder afsloot met WZC Mariahuis voor de huisvesting van de Seniorenraad.
De afsprakennota met het centraal kerkbestuur voorziet in een secretariaatsvergoeding per kerkraad per maand van € 60, gekoppeld aan de gezondheidsindex. Voor 6 kerkfabrieken komt dit op een bedrag van ca. € 439. Eén centrale locatie voor zowel het parochiaal secretariaat als het secretariaat van de kerkbesturen is dus financieel voordeliger.
De aanvangsdatum van de overeenkomst is nog niet bekend aangezien WZC Mariahuis voorafgaand nog renovatiewerken dient uit te voeren.
De uitgave is niet voorzien en dient bij de eerstvolgende meerjarenplanaanpassing te worden opgenomen bij de budgetcode ACT-291/0959-00/610000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN.
Art. 1: | De overeenkomst voor de huur van lokalen, gelegen Kloosterstraat te 9890 Gavere, voor de inrichting van een secretariaat van de kerkraden goed te keuren, zoals gezien in bijlage. |
Art. 2: | De voorzitter en de algemeen directeur te machtigen de overeenkomst namens de gemeente te ondertekenen. |
Art. 3: | Het college van burgemeester en schepenen te gelasten met de uitvoering van deze beslissing, meer bepaald met het bepalen van de aanvangsdatum van de overeenkomst. |
Art. 4: | De uitgave wordt aangerekend op ACT-291/0959-00/610000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN. Het benodigd krediet wordt ingeschreven in de eerstvolgende meerjarenplanaanpassing in het gemeentelijk exploitatiebudget onder de beleidsactie 291 'Ondersteunen socio-culturele verenigingen en gemeenschapsvormende initiatieven'. |
Art. 5: | Een afschrift van deze beslissing over te maken aan
|
Een van de klimaatadaptatiemaatregelen is het stimuleren van meer groen.
Kleine landschapselementen (KLE) dragen bij tot de landschappelijke en de ecologische kwaliteit en de belevingswaarde van het landschap.
Kleine landschapselementen leveren de maatschappij een hele reeks ecosysteemdiensten zoals erosiebestrijding, beschutting voor vee, leefgebied en verbindingsgebied voor streekeigen planten en dieren, opslag van CO2, verhogen van de aantrekkelijkheid van het landschap voor bewoner-recreant en bezoeker, leveren van landschapshout dat voor verschillende doeleinden kan worden gebruikt,…
De financiële return vanuit de maatschappij naar de eigenaar/beheerder toe voor de geleverde ecosysteemdiensten is echter beperkt tot onbestaande.
Vandaar het belang om de eigenaar/beheerder van kleine landschapselementen te ondersteunen via een gemeentelijk subsidiereglement.
Het bestaande subsidiereglement van onze gemeente dateert van 1993 en is toe aan een actualisatie, o.a. om de subsidiebedragen beter af te stemmen op de reële kosten van vandaag en om werkelijk stimulerend te werken.
De deelname van onze gemeente aan het Rodelandproject creëert een mooie opportuniteit om met de 4 Rodelandgemeenten één gezamenlijk voorstel van subsidiereglement op te maken.
Met dit voorstel van subsidiereglement wordt gestreefd naar:
Algemene bepalingen |
|
Art. 1: |
Beschikbare middelen Het gemeentebestuur van Gavere kent een subsidie toe, binnen de grenzen van de daartoe in de meerjarenplanning voorziene middelen, voor de aanleg en het onderhoud van landschappelijk waardevolle punt- en lijnvormige landschapselementen en bloemenranden die voldoen aan de voorwaarden zoals bepaald in dit reglement. |
Art. 2: | Voorwaarden voor toelage Een subsidie, verleend op basis van dit reglement, mag niet worden gecumuleerd met een gelijkaardige subsidie van een andere overheid. De aanvrager vult een verklaring op eer in. Overheidsinstellingen komen niet in aanmerking voor betoelaging via voorliggend subsidiereglement. |
Definities |
|
Art. 3: | De definitie van
|
Ligging | |
Art. 4: | De KLE of de bloemenrand in kwestie moeten gelegen zijn op grondgebied van gemeente Gavere. Het subsidiereglement is van toepassing in de volgende ruimtelijke bestemmingen: agrarisch gebied, landschappelijk waardevol agrarisch gebied, valleigebied, groengebied, natuurgebied, natuurreservaat, parkgebied, bufferzone. De KLE gelegen op een woonkavel komen niet in aanmerking voor subsidie, tenzij deze minstens 50m gelegen zijn van het woongebouw. |
Behoud |
|
Art. 5: | De gesubsidieerde KLE dienen na iedere subsidieaanvraag minimaal 10 jaar volledig en in goede staat op dezelfde plaats te blijven. |
Subsidiebedrag per aanvrager |
|
Art. 6: | Het maximale subsidiebedrag per aanvrager en per jaar bedraagt:
Eén aanvrager kan zowel subsidies voor de aanplant en het beheer van houtige KLE aanvragen als voor de aanleg en het beheer van bloemenranden. Er worden geen minimale subsidiebedragen vastgelegd. |
Bepalingen per type KLE |
|
Art. 7: | A. Houtige kleine landschapselementen
B. Bloemenranden Met het uitbetalen van een vergoeding voor de aanleg en beheer van bloemenranden wil de gemeente Gavere de biodiversiteit in haar gemeente verhogen en bestuivers en natuurlijke vijanden van plagen bevorderen. Bovendien verfraaien bloemenranden het landschap en worden ze sterk geapprecieerd door het publiek.
|
Subsidieaanvraag |
|
Art. 8: | Aanvragen gebeuren via het online vragenformulier.
|
Uitbetaling | |
Art. 9: | De uitbetaling van de goedgekeurde subsidieaanvraag zal gebeuren
|
Soortenlijst | |
Art. 10: | De bijlage 'soortenlijst inheemse bomen struiken' goed te keuren, zoals gezien in bijlage |
Slotbepalingen | |
Art. 11: |
Het budget wordt voorzien op GBB-MIL BI 0349-00 ART 649200. De benodigde kredieten worden voorzien bij de eerstvolgende meerjarenplanaanpassing. |
Art. 12: | Het subsidiereglement gaat in op 1 juli 2024 en eindigt op 31 december 2031. Het gemeenteraadsbesluit van 15 maart 1996 houdende subsidiereglement van de aanplanting van lijnvormige elementen wordt opgeheven met ingang van 1 juli 2024. |
Art. 13: |
Onderhavig reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur. |
Art. 14: |
Afschrift van dit reglement wordt bezorgd aan
|
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 40.
De voorbije jaren kende ons klimaat extremen met afwisseling van lange droge periodes en momenten van intense overvloedige neerslag. Daarbij is het inzicht gegroeid dat we met meer zorg moeten omgaan met hemelwater.
Met een hemelwater- en droogteplan (HWDP) wordt een integrale visie over de (hemel)waterhuishouding van een gemeente beoogd.
De Blue Deal, het plan van de Vlaamse regering in de strijd tegen waterschaarste en droogte, stelt bovendien dat een gemeente vanaf 2024 enkel nog toegang heeft tot watergerelateerde subsidies als zij beschikt over een voldoende ambitieus hemelwater- en droogteplan.
Via de opmaak van een HWDP wordt er vorm gegeven aan een integrale, gedragen en gebiedsdekkende visie op het hele watersysteem in de gemeente, met als belangrijkste doel om in samenspraak met de betrokken stakeholders het watersysteem weerbaar te maken tegen de gevolgen van de klimaatverandering en zo bij te dragen aan een leefbare en klimaatrobuuste omgeving.
Het HDWP is zeker geen hemelwaterafvoerplan maar streeft naar het algemeen principe om hemelwater maximaal op het grondgebied van de gemeente te houden.
Het HDWP werd opgesteld door Hydroscan, in opdracht van Farys.
Het goedgekeurd HDWP zal raadpleegbaar worden gemaakt via de gemeentelijke website en de website van de coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid (CIW).
Art. 1: |
Het hemelwater- en droogteplan, zoals gezien in bijlage, goed te keuren. |
Art. 2: |
Een afschrift van dit besluit wordt bezorgd aan Farys en de afdeling Ruimte. |
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 161.
De gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn stellen het gezamenlijk organogram van de diensten van de gemeente en van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn vast. Volgens de memorie van toelichting bij het decreet lokaal bestuur "komt het de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn toe om een gezamenlijk organogram van de diensten van zowel de gemeente als het OCMW vast te stellen, elk binnen het eigen bevoegdheidsdomein. Het begrip “gezamenlijk” staat voor een identiek voorstel. Dat betekent dat er twee besluiten over eenzelfde voorstel zullen worden genomen".
Het organogram geeft de organisatiestructuur van de diensten van de gemeente en van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn weer, duidt de gezagsverhoudingen en de functies aan waaraan het lidmaatschap van het managementteam is verbonden.
De algemeen directeur zorgt in overleg met het managementteam voor het voorontwerp van het organogram.
Het managementteam besprak het voorontwerp tijdens zijn vergadering van 19 april 2024 en gaf een positief advies.
Het hoog overlegcomité besprak het ontwerp tijdens zijn vergadering van 14 mei 2024 en gaf een gunstig advies.
Het organogram werd op de volgende punten gewijzigd:
De personeelsformatie vermeldt het aantal betrekkingen per graad in voltijdse equivalenten en maakt een onderscheid tussen de statutaire betrekkingen en de contractuele betrekkingen.
De decreetgever heeft het begrip 'personeelsformatie' in het decreet lokaal bestuur niet hernomen wegens "niet (...) eigentijds en adequaat (...) voor de weergave van de reële personeelsbehoefte en voor het concrete personeelsbeheer". De decreetgever gaat evenwel uit van een vorm van personeelsplanning want hij meent dat "het organogram de vertaling is van het personeelsbehoefteplan dat onder meer het aantal betrekkingen per graad, een vermindering of vermeerdering van het aantal betrekkingen (de behoefte), het afschaffen en de omvorming van betrekkingen voor een welbepaalde dienst aangeeft. De concrete vaststelling van dit personeelsplan (PEP) is een beslissing tot vaststelling van de personeelsformatie als vermeld in artikel 11, §1, 1°,van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel". De geldende personeelsformaties van gemeente en OCMW zijn gebaseerd op een globaal personeelsbehoeftenplan dat daarna telkens incrementeel wordt bijgestuurd, zodat ze verder als instrument van personeelsplanning kunnen aangewend worden. We gebruiken voortaan de term personeelsomkadering.
De personeelsomkadering werd op de volgende punten gewijzigd:
De financiële effecten werden berekend op basis van de gemiddelde loonkost (gemiddelde van de 1e weddeschaal-trap 6 en de 3e weddeschaal-trap 27).
De financiële effecten op het meerjarenplan kunnen als volgt samengevat worden:
Art. 1: |
Het organogram vast te stellen, zoals gezien in bijlage. In het organogram de functies aan te duiden waaraan het stemgerechtigd lidmaatschap van het managementteam verbonden is. Het gaat in concreto om de volgende functies:
De burgemeester, of de schepen door hem aangewezen, maakt met raadgevende stem deel uit van het managementteam. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Art. 2: |
De personeelsomkadering als volgt vast te stellen:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Art. 3: |
De uitdovende personeelsomkadering als volgt vast te stellen:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Art. 4: |
Onderhavige beslissing treedt in werking op heden en vervangt integraal:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Art. 5: |
De nodige aanpassingen van de personeelskredieten worden opgenomen in de eerstvolgende meerjarenplanaanpassing. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Art. 6: |
Een afschrift van deze beslissing over te maken aan de afdeling Interne Zaken (dienst Administratieve Organisatie en dienst Financiële Organisatie) en aan alle diensten. |
Gemeenteraadsbesluit van 25 februari 2019 houdende huishoudelijk reglement en deontologische code van de gemeenteraad (vervangen gemeenteraadsbesluit van 28 januari 2019).
De briefwisseling gericht aan de voorzitter van de gemeenteraad en die bestemd is voor de gemeenteraad, wordt meegedeeld aan de gemeenteraadsleden.
De verslagen en de einddocumenten van de gemeentelijke adviesraden en overlegstructuren worden ter kennisname voorgelegd aan de gemeenteraad.
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 31.
Gemeenteraadsbesluit van 25 februari 2019 houdende huishoudelijk reglement en deontologische code van de gemeenteraad (vervangen gemeenteraadsbesluit van 28 januari 2019).
De gemeenteraadsleden hebben het recht aan de burgemeester en aan het college van burgemeester en schepenen mondelinge en schriftelijke vragen te stellen.
De voorzitter sluit de zitting op 27/05/2024 om 21:01.
Namens Gemeenteraad,
Serge Ronsse
algemeen directeur
Jean-Pierre Sprangers
voorzitter van de gemeenteraad