De voorzitter opent de zitting op 09/09/2024 om 20:00.
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 32.
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 277 en 278.
Elk gemeenteraadslid heeft het recht tijdens de vergadering opmerkingen te maken over de redactie van de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering. Als die opmerkingen door de gemeenteraad worden aangenomen, worden de notulen en het zittingsverslag in die zin aangepast.
Als er geen opmerkingen worden gemaakt over de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering worden de notulen en het zittingsverslag als goedgekeurd beschouwd en worden ze ondertekend door de voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur.
Art. 1: |
De notulen van de zitting van de gemeenteraad van 25 juni 2024 goed te keuren. |
Art. 2: |
Het verslag van de zitting van de gemeenteraad van 25 juni 2024 goed te keuren. |
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 41 2e lid 7°, 171, 177, 178 en 219.
Collegebesluit van 26 augustus 2024 houdende managementrapport 2024-1 - kennisname rapportering.
De algemeen directeur rapporteert jaarlijks aan de gemeenteraad en aan het college van burgemeester en schepenen over de organisatiebeheersing. Het algemene kader van het organisatiebeheersingssysteem en de elementen daarin die raken aan de rol en de bevoegdheden van de gemeenteraad zijn onderworpen aan de goedkeuring van de gemeenteraad.
De financieel directeur rapporteert in volle onafhankelijkheid aan de gemeenteraad en aan het college van burgemeester en schepenen over:
Wat betreft de rapportering van de financiële risico's wordt verwezen naar de beleidsrapporten van de meerjarenplanaanpassing 2020-2026 en de jaarrekening 2023.
De financieel directeur dient die rapportering tevens over te maken aan de algemeen directeur.
De algemeen en financieel directeur opteren ervoor om de rapportering in een geïntegreerd rapport, dat de structuur van het organisatiebeheersingssysteem volgt, aan te bieden.
Art. 1: | Kennis te nemen van het managementrapport 2024-1, zoals gezien in bijlage. |
Art. 2: | Kennis te nemen van de rapportering over de organisatiebeheersing, zoals vermeld in het managementrapport 2024-1, gezien in bijlage. |
Art. 3: | Het algemeen kader van het organisatiebeheersingssysteem goed te keuren, zoals vermeld in het managementrapport 2024-1, gezien in bijlage. |
Art. 4: | Kennis te nemen van de rapportering over de voorafgaande krediet- en wetmatigheidscontrole, het debiteurenbeheer, de thesaurietoestand, de liquiditeitsprognose, de beheerscontrole en de evolutie van de budgetten, zoals vermeld in het managementrapport 2024-1, gezien in bijlage. |
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 263.
De gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn bepalen wanneer hen een opvolgingsrapportering, met een stand van zaken van de uitvoering van het meerjarenplan, wordt voorgelegd.
Er wordt minstens voor het einde van het derde kwartaal een opvolgingsrapportering over het eerste semester van het boekjaar voorgelegd.
Dit opvolgingsrapport omvat:
De financiële informatie die vervat zit in dit opvolgingsrapport dateert van vrijdag 28 juni 2024, zijnde de laatste werkdag van het eerste semester.
De financiële realisaties in de schema's betreffen de effectieve aanrekeningen van de uitgave- en ontvangstkredieten. Vastgelegde kredieten die nog niet aangerekend zijn (lees: gefactureerd door de leverancier/opdrachtnemer), worden niet opgenomen in de realisatiegraad van de kredieten. Vastgelegde verbintenissen die door de leveranciers bijgevolg wel reeds uitgevoerd zijn, maar (nog) niet op 30 juni aan de gemeente of het OCMW gefactureerd werden, zijn dus niet opgenomen in de financiële schema's vermits aanrekeningen van uitgaven in de boekhouding geregistreerd worden na ontvangst van de factuur.
Er zijn geen nieuwe of bijkomende financiële risico's die nog niet gerapporteerd werden in de laatst vastgestelde meerjarenplanaanpassing (nr. 4 2020-2026) en/of in de laatst vastgestelde jaarrekening (boekjaar 2023).
Art. 1: | Kennis te nemen van het opvolgingsrapport 2024, zoals gezien in bijlage. |
Art. 2: | Het opvolgingsrapport 2024 omvat op datum van 30 juni 2024:
|
Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, artikel 43.
Tussen het centraal kerkbestuur en de gemeente werden na overleg afspraken gemaakt voor de bestuursperiode 2020-2025. Deze afspraken zijn bepalend voor de relaties tussen de kerkbesturen en de gemeente en de afspraken zijn bindend voor elke kerkfabriek.
De afsprakennota tussen het centraal kerkbestuur en de gemeente werd goedgekeurd bij gemeenteraadsbesluit van 24 juni 2019 en ondertekend door alle partijen op 16 september 2019.
Het centraal kerkbestuur dient de meerjarenplannen van de kerkfabrieken gecoördineerd in bij de gemeente nadat het advies van het erkend representatief orgaan werd ontvangen.
Het advies van het Bisdom over de meerjarenplanwijziging 4 2020-2025 en de strategische nota bij het meerjarenplan werd digitaal ontvangen op 12 juli 2024.
De gemeente dient zich over de meerjarenplanwijziging uit te spreken en haar advies te geven uiterlijk 100 dagen na ontvangst van het advies van het Bisdom, deze termijn verstrijkt 26 november 2024.
De gemeentelijke exploitatietoelage in de voorliggende meerjarenplanwijziging van de kerkfabriek Sint-Martinus Asper bedraagt € 18.278,37 en blijft ongewijzigd.
De gebudgetteerde gemeentelijke investeringstoelage bedraagt volgens de meerjarenplanwijziging van de kerkfabriek Sint-Martinus Asper € 453.506,76 en blijft ongewijzigd. Het dossier voor de vervanging van de klokhamer voor een bedrag van € 4.088,59 wordt opgenomen in vervanging van het dossier voor het herstel aan het klokkenbedieningssysteem uit 2023.
Art. 1: |
De meerjarenplanwijziging 4 2020-2025 van de kerkfabriek Sint-Martinus Asper goed te keuren, zoals gezien in bijlage. |
Art. 2: |
Een afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan het centraal kerkbestuur, het kerkbestuur, het bisdom en aan de provinciegouverneur. |
Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, artikel 48 en 50.
Het centraal kerkbestuur dient de budgetten van de kerkfabrieken gecoördineerd in bij de gemeente nadat het advies van het erkend representatief orgaan werd ontvangen. De gemeente beschikt over een termijn van 50 dagen om zich uit te spreken over de ingediende budgetwijziging. Met betrekking tot de budgetwijziging 2024/1 van de kerkfabriek Sint-Martinus Asper vangt deze termijn aan op 20 augustus 2024 en eindigt op 9 oktober 2024.
De gemeentelijke exploitatietoelage bedraagt volgens het meerjarenplan van kerkfabriek Sint-Martinus Asper € 18.278,37. De door de gemeente gebudgetteerde exploitatietoelage voor 2024 bedraagt voor dit boekjaar in het gemeentelijk meerjarenplan € 18.278,37.
De gemeentelijke exploitatietoelage in de voorliggende budgetwijziging 2024/1 is ongewijzigd en blijft bijgevolg binnen het bedrag van het goedgekeurd meerjarenplan.
De gebudgetteerde gemeentelijke investeringstoelage bedraagt volgens het meerjarenplan van kerkfabriek Sint-Martinus Asper € 453.506,76. De gebudgetteerde investeringstoelage voor 2024 bedraagt voor dit boekjaar in het gemeentelijk meerjarenplan € 4.347,53, dit is het bedrag dat werd doorgeschoven uit het budget 2023.
De gemeentelijke investeringstoelage in de budgetwijziging 2024/1 blijft ongewijzigd. De investeringsontvangsten onder MAR 4109 stijgen met € 4.088,59 voor het vervangen van de klephamer van de grote klok van de kerk. In het budget 2023 van de kerkfabriek was een investeringsbedrag van € 4.347,53 ingeschreven voor herstel aan het klokkenbedieningssysteem welke investering komt te vervallen. De investeringstoelage blijft binnen het bedrag van het goedgekeurd meerjarenplan.
Art. 1: | Kennis te nemen van budgetwijziging 2024/1 van de kerkfabriek Sint-Martinus Asper, zoals gezien in bijlage. |
Art. 2: | Een afschrift van deze beslissing zal overgemaakt worden aan het bisdom Gent, aan de kerkfabriek Sint-Martinus Asper en aan het centraal kerkbestuur. |
Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, artikel 48 en 50.
Het centraal kerkbestuur dient de budgetten van de kerkfabrieken gecoördineerd in bij de gemeente nadat het advies van het erkend representatief orgaan werd ontvangen. De gemeente beschikt over een termijn van 50 dagen om zich uit te spreken over de ingediende budgetwijziging. Met betrekking tot de budgetwijziging 1/2024 van de kerkfabriek Sint-Petrus Dikkelvenne vangt deze termijn aan op 12 juli 2024 en eindigt op 4 september 2024.
De gemeentelijke exploitatietoelage bedraagt volgens het meerjarenplan van kerkfabriek Sint-Petrus Dikkelvenne € 18.832,13. De door de gemeente gebudgetteerde exploitatietoelage voor 2024 bedraagt voor dit boekjaar in het gemeentelijk meerjarenplan € 12.622,69.
De gemeentelijke exploitatietoelage in de voorliggende budgetwijziging 2024/1stijgt met € 1.050 tot € 13.672,69 en blijft bijgevolg binnen het bedrag van het goedgekeurd meerjarenplan.
De gebudgetteerde gemeentelijke investeringstoelage bedraagt volgens het meerjarenplan van kerkfabriek Sint-Petrus Dikkelvenne € 53.500. De gebudgetteerde investeringstoelage voor 2024 bedraagt voor dit boekjaar in het gemeentelijk meerjarenplan € 53.500.
De gemeentelijke investeringstoelage in de budgetwijziging 2024/1 stijgt met € 2.700 tot € 33.500 voor gevelwerken aan de kerk waarvoor nog geen subsidie is toegekend. De gemeentelijke investeringstoelage in de budgetwijziging 2024/1 stijgt met € 20.000 voor dakwerken aan de Christiankapel waarvoor de helft van de subsidie reeds werd betaald in 2023 (€ 4.026,50). De totale stijging van de gemeentelijke investeringstoelage bedraagt € 22.700. De investeringstoelage blijft binnen het bedrag van het goedgekeurd meerjarenplan omdat de timing van de investeringen wordt verlaat en het totaalbedrag van het oorspronkelijk meerjarenplan wordt aangehouden.
Art. 1: | Kennis te nemen van de budgetwijziging 2024/1 van de kerkfabriek Sint-Petrus Dikkelvenne, zoals gezien in bijlage. |
Art. 2: | Een afschrift van deze beslissing zal overgemaakt worden aan het bisdom Gent, aan de kerkfabriek Sint-Petrus Dikkelvenne en aan het centraal kerkbestuur. |
Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, artikel 48 en 50.
Het centraal kerkbestuur dient de budgetten van de kerkfabrieken gecoördineerd in bij de gemeente nadat het advies van het erkend representatief orgaan werd ontvangen. De gemeente beschikt over een termijn van 50 dagen om zich uit te spreken over de ingediende budgetwijziging. Met betrekking tot de budgetwijziging 2024/2 van de kerkfabriek Sint-Pietersbanden Semmerzake vangt deze termijn aan op 4 juli 2024 en eindigt op 22 augustus 2024.
De gemeentelijke exploitatietoelage bedraagt volgens het meerjarenplan van kerkfabriek Sint-Pietersbanden Semmerzake € 21.077,28. De door de gemeente gebudgetteerde exploitatietoelage voor 2024 bedraagt voor dit boekjaar in het gemeentelijk meerjarenplan € 13.743,06.
De gemeentelijke exploitatietoelage in de voorliggende budgetwijziging 2024/2024/2 stijgt met € 500 tot € 14.243,06 voor een verhoging van de verzekeringen BA bestuurders en blijft bijgevolg binnen het bedrag van het goedgekeurd meerjarenplan.
De gebudgetteerde gemeentelijke investeringstoelage bedraagt volgens het meerjarenplan van kerkfabriek Sint-Pietersbanden Semmerzake € 156.829,24. De gebudgetteerde investeringstoelage voor 2024 bedraagt voor dit boekjaar in het gemeentelijk meerjarenplan € 75.355,17 (bedrag van de werken geraamd op € 156.829,24 verminderd met de erfgoedpremie van € 81.474,07).
De gemeentelijke investeringstoelage in de budgetwijziging 2024/1 stijgt van € 0 tot € 156.829,24 door het doorschuiven van het investeringskrediet van 2023 naar 2024. De investeringstoelage blijft binnen het totaalbedrag van het goedgekeurd meerjarenplan. De erfgoedpremie werd nog niet opgenomen in de voorliggende budgetwijziging.
Art. 1: | Kennis te nemen van de budgetwijziging 2024/1 van de kerkfabriek Sint-Pietersbanden Semmerzake, zoals gezien in bijlage. |
Art. 2: | Een afschrift van deze beslissing zal overgemaakt worden aan
|
Wet van 21 maart 2007 tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera's, artikel 5 §2/1.
De gemeenteraad keurde op 21 februari 2022 een overeenkomst goed voor de plaatsing van 'tijdelijk' vaste camera's op het grondgebied van de gemeente Gavere, om de strijd tegen sluikstorten en zwerfvuil aan te gaan.
De gemeenteraad stelde toen Mevr. Annelies Neyt en Mevr. Kimberly Huygebaert aan als GAS-vaststellers.
Er wordt een bijkomend personeelslid van IVM, Dhr. Andor Lavin Martinez, aangeduid als GAS-vaststeller.
Art. 1: |
De gemeenteraad stelt Dhr. Andor Lavin Martinez, in dienst bij de Intergemeentelijke opdrachthoudende Vereniging voor Huisvuilverwerking Meetjesland (IVM), aan tot GAS-vaststeller voor de gemeente Gavere om vaststellingen te doen welke uitsluitend kunnen bestraft worden met een gemeentelijke administratieve sanctie en die vallen onder de bevoegdheden inzake zwerfvuil en sluikstort zoals omschreven in de huidige artikels 40, 42, 43 en 44 van het GAS-reglement van 16 december 2019 (hetzij, in geval van wijziging, enige latere rechtsgrond waarin diezelfde bepaling is opgenomen). |
Art. 2: |
Een afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan
|
Decreet van 28 januari 1977 tot bescherming van de namen van de openbare wegen en pleinen, artikel 5.
De gemeentelijke adviesraden voor cultuur en toerisme en erfgoed spraken zich via een digitale bevraging uit over enkele naamvoorstellen.
De gemeentelijke adviesraad voor cultuur geeft de meeste stemmen aan "Heideken".
De gemeentelijke adviesraad voor toerisme en erfgoed geeft de meeste stemmen aan "Kwintiehof".
De gemeentelijke adviesraden voor cultuur en voor toerisme en erfgoed stellen, op basis van de samengetelde stemmen, in volgorde van voorkeur de volgende namen voor:
Motivering Heideken: "Heedland (Heideland) met mogelijke varianten: Ter Heiden (zoals het gebied daar ook wel genoemd wordt, maar deze benaming lijkt te 'groot/wijd' voor dat klein gebied." (De Potter-Broeckaert p. 3, p. 5).
Art. 1: | De straatnaam voor het bouwproject gelegen in de Sint-Martinusstraat als volgt voorlopig vast te stellen: Heideken. |
Art. 2: | Het college van burgemeester en schepenen te gelasten met het houden van een onderzoek de commodo en incommodo. |
Art. 3: | Een afschrift van deze beslissing over te maken aan de afdeling Beleving, de afdeling Ruimte en de dienst Communicatie. |
Art. 4: | Een afschrift van deze beslissing over te maken aan de gemeentelijke adviesraden voor Cultuur en voor Toerisme en Erfgoed. |
Het meerjarenplan 2020-2025, goedgekeurd door de gemeenteraad op 16 december 2019, voorziet in actie 354 de aanleg van een dorpsplein te Vurste in de nabijheid van de kerk, en in actie 264 de evaluatie en bijsturing van ruimtelijke plannen.
Het ortho-agogisch centrum Broeder Ebergiste (gelegen binnen het kasteeldomein Borgwal) heeft een masterplan om op termijn vervangingsnieuwsbouw te voorzien voor de verouderde paviljoenen.
Het domein is overeenkomstig het gewestplan "Gentse en Kanaalzone" deels gelegen in een zone voor gemeenschapsvoorzieningen en deels in een parkgebied. Uit dit masterplan blijkt dat de beoogde nieuwe inplantingen niet meer overeenstemmen met de zone voor gemeenschapsvoorzieningen zoals voorzien in het gewestplan.
Tegelijkertijd is het de bedoeling om op het kasteeldomein ten noorden van de kerk van Vurste, langsheen de Gentweg maar achter de omwallingsmuur, een openbaar plein (grasveld met haagstructuren) te creëren, aansluitend bij een aan te leggen openbare
parking. Deze parking kan ook door de bezoekers van de site gebruikt worden. Via het poortje in de muur, zou de kerk kunnen bereikt worden door voetgangers, zonder de Gentweg te moeten gebruiken.
Ook deze zone dient herbestemd te worden van parkgebied naar zone voor gemeenschapsvoorzieningen.
Er is bijgevolg een bestemmingswijziging noodzakelijk van parkgebied naar zone voor gemeenschapsvoorzieningen. Dit wordt gecompenseerd door een deel van de bestaande zone voor gemeenschapsvoorzieningen om te zetten naar parkgebied, zodat de ruimtebalans in evenwicht is.
Ook voor het kasteel zelf wordt een planologische herbestemming (naar zone voor historisch kasteel) voorzien.
De procesaanpak van het RUP is gebaseerd op de procedure zoals voorzien in de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO), artikels 2.2.18 t.e.m.2.2.25 en bestaat uit vijf fasen:
De startnota werd goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen op 21 juni 2021. Er werd over deze startnota een publieke raadpleging georganiseerd vanaf 16 augustus 2021 t.e.m. 14 oktober 2021, met een participatiemoment op 15 september 2021. Er werd over deze startnota advies gevraagd aan het departement omgeving van de Vlaamse overheid, de adviserende instanties van de Vlaamse overheid, de provincie Oost-Vlaanderen en de gemeentelijke commissie ruimtelijke ordening (gecoro).
De resultaten van de publieke raadpleging en adviesronde over de startnota zijn terug te vinden in bijgevoegde scopingnota, goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen op 15 juli 2022.
Er werd ontheffing van de plan-MER plicht bekomen door het departement omgeving, afdeling gebiedsontwikkeling, omgevingsplanning en -projecten, dienst milieueffectrapportage op 1 augustus 2022.
Op basis van de "ruimtelijk veiligheidsrapport-toets (RVR-toets)" werd door het departement omgeving op 17 augustus 2023 beslist dat er geen ruimtelijk veiligheidsrapport dient opgemaakt te worden.
Na de scopingnota werd het voorontwerp-RUP opgemaakt en goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen op 17 juli 2023.
Er werd over het voorontwerp-RUP advies gevraagd aan de gecoro en de andere bevoegde instanties op 18 augustus 2023.
Alle adviezen zijn bijgevoegd bij dit besluit.
Voorliggend ontwerp-RUP werd t.o.v. het voorontwerp-RUP gewijzigd op basis van de uitgebrachte adviezen.
Art. 1: |
Het ontwerp-ruimtelijk uitvoeringsplan "Borgwal", omvattende
|
Art. 2: |
Het college van burgemeester te gelasten met de organisatie van het openbaar onderzoek en de adviesvraag over dit ontwerp-RUP. |
Art. 3: |
Een afschrift van deze beslissing over te maken aan de ontwerper van het RUP (Veneco) en de afdeling Ruimte. |
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 41 2e lid 11°.
Op 20 maart 2017 werd door het college van burgemeester en schepenen een verkavelingsvergunning verleend voor de percelen gelegen te Dikkelvenne, Nijverheidsstraat 96-98 (thans Ten Lampenhove), 5de afdeling sie B nrs. 956A, 957F, 957K, 959F en 960G in 8 loten.
In de verkavelingsvergunning werden volgende lasten werden opgelegd:
Het college van burgemeester en schepenen keurde op 6 september 2021 het proces-verbaal van definitieve goedkeuring van de wegeniswerken goed.
De ontwerp-akte m.b.t. de kosteloze grondafstand voor deze verkaveling werd aan ons bestuur bezorgd op 8 augustus 2024.
Art. 1: |
De ontwerpakte goed te keuren, zoals gezien in bijlage, met betrekking tot de kosteloze grondafstand van deel van volgende percelen grond, kadastraal gekend 5de afdeling sie B nummers 957K en 959F en volgens recent kadastraal uittreksel sectie B nr. 1730L, met een oppervlakte van zevenhonderdvijftien vierkante meter (715 m²) en deel van perceel 960G en volgens recent kadastraal uittreksel sectie B nr 1730K, met een oppervlakte van vijfennegentig vierkante meter (95m²) |
Art. 2: |
De gronden worden geaffecteerd aan het openbaar domein van de gemeente Gavere. |
Art. 3: |
De voorzitter en de algemeen directeur te machtigen om de akte namens de gemeente te ondertekenen. |
Art. 4: |
De FOD Financiën in te lichten over de opname van de percelen in het openbaar domein van de gemeente Gavere. |
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 41 2e lid 11°.
Op 2 november 2021 werd een omgevingsvergunning verleend voor de uitbreiding van de vrije basisschool aan de Opperweg 8 te Semmerzake. Om de gebouwen toegankelijk te maken voor de brandweer, wordt er een brandweg voorzien op de percelen met nummers 738D en 762F. Deze percelen geven toegang tot het bedrijf "Belintra" en het voetbalterrein in Semmerzake.
De omgevingsvergunning stelt als voorwaarde dat er een juridisch sluitende garantie moet worden voorgelegd aan het gemeentebestuur, zodat de privébrandweg altijd toegankelijk blijft voor de brandweer vanaf de openbare weg (Opperweg of Aalbroekstraat).
Aangezien perceel 762F eigendom is van de gemeente, is de gemeente ook een betrokken partij. De toegang tot het voetbalterrein verloopt al meer dan 30 jaar via perceel 738D. Het is wenselijk om de erfdienstbaarheden van doorgang voor zowel de school als het voetbalterrein in dezelfde akte vast te leggen.
Notaris Sara Cassiman bezorgde op 23 juli 2024 de ontwerpakte aan ons bestuur.
Art. 1: |
De ontwerpakte goed te keuren, zoals gezien in bijlage, met betrekking tot de vestiging van een erfdienstbaarheid van overgang op een deel van de percelen gelegen langs de Aalbroekstraat te Semmerzake, kadastraal gekend 2de afdeling sie A nummers 762F en 738D, met een oppervlakte van respectievelijk 91,76 m² en 399,97 m², zoals aangeduid als loten 1 en 2 op bijgevoegd plan opgemaakt door dhr. Danny Demoor, landmeter-expert te Gent op 09/08/2022. |
Art. 2: |
De voorzitter en de algemeen directeur te machtigen om de akte namens de gemeente te ondertekenen. |
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 161.
De gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn stellen het gezamenlijk organogram van de diensten van de gemeente en van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn vast. Volgens de memorie van toelichting bij het decreet lokaal bestuur "komt het de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn toe om een gezamenlijk organogram van de diensten van zowel de gemeente als het OCMW vast te stellen, elk binnen het eigen bevoegdheidsdomein. Het begrip “gezamenlijk” staat voor een identiek voorstel. Dat betekent dat er twee besluiten over eenzelfde voorstel zullen worden genomen".
Het organogram geeft de organisatiestructuur van de diensten van de gemeente en van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn weer, duidt de gezagsverhoudingen en de functies aan waaraan het lidmaatschap van het managementteam is verbonden.
De algemeen directeur zorgt in overleg met het managementteam voor het voorontwerp van het organogram.
Het managementteam besprak het voorontwerp tijdens zijn vergadering van 5 juli 2024 en gaf een positief advies.
Het hoog overlegcomité besprak het ontwerp tijdens zijn vergadering van 26 augustus 2024 en gaf een gunstig advies.
Het organogram werd op de volgende punten gewijzigd:
De personeelsformatie vermeldt het aantal betrekkingen per graad in voltijdse equivalenten en maakt een onderscheid tussen de statutaire betrekkingen en de contractuele betrekkingen.
De decreetgever heeft het begrip 'personeelsformatie' in het decreet lokaal bestuur niet hernomen wegens "niet (...) eigentijds en adequaat (...) voor de weergave van de reële personeelsbehoefte en voor het concrete personeelsbeheer". De decreetgever gaat evenwel uit van een vorm van personeelsplanning want hij meent dat "het organogram de vertaling is van het personeelsbehoefteplan dat onder meer het aantal betrekkingen per graad, een vermindering of vermeerdering van het aantal betrekkingen (de behoefte), het afschaffen en de omvorming van betrekkingen voor een welbepaalde dienst aangeeft. De concrete vaststelling van dit personeelsplan (PEP) is een beslissing tot vaststelling van de personeelsformatie als vermeld in artikel 11, §1, 1°,van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel". De geldende personeelsformaties van gemeente en OCMW zijn gebaseerd op een globaal personeelsbehoeftenplan dat daarna telkens incrementeel wordt bijgestuurd, zodat ze verder als instrument van personeelsplanning kunnen aangewend worden. We gebruiken voortaan de term personeelsomkadering.
De personeelsomkadering werd op de volgende punten gewijzigd:
De financiële effecten werden berekend op basis van de gemiddelde loonkost (gemiddelde van de 1e weddeschaal-trap 6 en de 3e weddeschaal-trap 27).
De financiële effecten op het meerjarenplan kunnen als volgt samengevat worden:
Art. 1: |
Het organogram vast te stellen, zoals gezien in bijlage. In het organogram de functies aan te duiden waaraan het stemgerechtigd lidmaatschap van het managementteam verbonden is. Het gaat in concreto om de volgende functies:
De burgemeester, of de schepen door hem aangewezen, maakt met raadgevende stem deel uit van het managementteam. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Art. 2: |
De personeelsomkadering als volgt vast te stellen:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Art. 3: |
De uitdovende personeelsomkadering als volgt vast te stellen:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Art. 4: |
Onderhavige beslissing treedt in werking op heden en vervangt integraal:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Art. 5: |
De nodige aanpassingen van de personeelskredieten worden opgenomen in de eerstvolgende meerjarenplanaanpassing. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Art. 6: |
Een afschrift van deze beslissing over te maken aan de afdeling Interne Zaken (dienst Administratieve Organisatie en dienst Financiële Organisatie) en aan alle diensten. |
Wet van 8 april 1965 tot instelling van de arbeidsreglementen, artikel 4.
Het Besluit Rechtspositieregeling geeft mogelijkheden om bepaalde voordelen om te zetten in een theoretisch budget waarmee het personeel voordelen ter bevordering van de fietsmobiliteit kan kiezen. Lokaal bestuur Gavere koos voor de mogelijkheid tot omzetting van de eindejaarstoelage. Deze mogelijkheid werd ingeschreven in artikel 231 van de lokale rechtspositieregeling.
In het kader van de fietslease werd een fietspolicy opgesteld die op 19 december 2022 door de raad werd vastgesteld.
De belangrijkste wijzigingen hebben betrekking op:
Art. 1: |
De bijlage 'fietspolicy' aan het arbeidsreglement voor het gemeentepersoneel vast te stellen, zoals gezien in bijlage. |
Art. 2: | Het arbeidsreglement wordt ter beschikking gesteld op de dienst Administratieve Organisatie. |
Art. 3: | Onderhavige beslissing vervangt het gemeenteraadsbesluit van 19 december 2022 houdende arbeidsreglement - vaststellen bijlage fietspolicy en treedt in werking op heden. |
Art. 4: | Onderhavige beslissing wordt bekend gemaakt overeenkomstig artikel 286 en 287 van het decreet lokaal bestuur. Een afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan:
|
Gemeenteraadsbesluit van 25 februari 2019 houdende huishoudelijk reglement en deontologische code van de gemeenteraad (vervangen gemeenteraadsbesluit van 28 januari 2019).
De briefwisseling gericht aan de voorzitter van de gemeenteraad en die bestemd is voor de gemeenteraad, wordt meegedeeld aan de gemeenteraadsleden.
De verslagen en de einddocumenten van de gemeentelijke adviesraden en overlegstructuren worden ter kennisname voorgelegd aan de gemeenteraad.
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 31.
Gemeenteraadsbesluit van 25 februari 2019 houdende huishoudelijk reglement en deontologische code van de gemeenteraad (vervangen gemeenteraadsbesluit van 28 januari 2019).
De gemeenteraadsleden hebben het recht aan de burgemeester en aan het college van burgemeester en schepenen mondelinge en schriftelijke vragen te stellen.
De voorzitter sluit de zitting op 09/09/2024 om 20:41.
Namens Gemeenteraad,
Serge Ronsse
algemeen directeur
Jean-Pierre Sprangers
voorzitter van de gemeenteraad