De voorzitter opent de zitting op 09/09/2024 om 20:41.
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 32.
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 277 en 278.
Elk lid van de raad voor maatschappelijk welzijn heeft het recht tijdens de vergadering opmerkingen te maken over de redactie van de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering. Als die opmerkingen door de raad voor maatschappelijk welzijn worden aangenomen, worden de notulen en het zittingsverslag in die zin aangepast.
Als er geen opmerkingen worden gemaakt over de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering worden de notulen en het zittingsverslag als goedgekeurd beschouwd en worden ze ondertekend door de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn en de algemeen directeur.
Art. 1: |
De notulen van de eerste en de tweede zitting van de OCMW-raad van 25 juni 2024 goed te keuren. |
Art. 2: |
Het verslag van de eerste en de tweede zitting van de OCMW-raad van 25 juni 2024 goed te keuren. |
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 78 2e lid 8°, 171, 177, 178 en 219.
Besluit van het vast bureau van 26 augustus 2024 houdende managementrapport 2024-1 - kennisname rapportering.
De algemeen directeur rapporteert jaarlijks aan de raad voor maatschappelijk welzijn en aan het vast bureau over de organisatiebeheersing. Het algemene kader van het organisatiebeheersingssysteem en de elementen daarin die raken aan de rol en de bevoegdheden van de raad voor maatschappelijk welzijn zijn onderworpen aan de goedkeuring van de raad voor maatschappelijk welzijn.
De financieel directeur rapporteert in volle onafhankelijkheid aan de raad voor maatschappelijk welzijn en aan het vast bureau over:
Wat betreft de rapportering van de financiële risico's wordt verwezen naar de beleidsrapporten van de meerjarenplanaanpassing 2020-2026 en de jaarrekening 2023.
De financieel directeur dient die rapportering tevens over te maken aan de algemeen directeur.
De algemeen en financieel directeur opteren ervoor om de rapportering in een geïntegreerd rapport, dat de structuur van het organisatiebeheersingssysteem volgt, aan te bieden.
Art. 1: | Kennis te nemen van het managementrapport 2024-1, zoals gezien in bijlage. |
Art. 2: | Kennis te nemen van de rapportering over de organisatiebeheersing, zoals vermeld in het managementrapport 2024-1, gezien in bijlage. |
Art. 3: | Het algemeen kader van het organisatiebeheersingssysteem goed te keuren, zoals vermeld in het managementrapport 2024-1, gezien in bijlage. |
Art. 4: | Kennis te nemen van de rapportering over de voorafgaande krediet- en wetmatigheidscontrole, het debiteurenbeheer, de thesaurietoestand, de liquiditeitsprognose, de beheerscontrole en de evolutie van de budgetten, zoals vermeld in het managementrapport 2024-1, gezien in bijlage. |
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 263.
De gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn bepalen wanneer hen een opvolgingsrapportering, met een stand van zaken van de uitvoering van het meerjarenplan, wordt voorgelegd.
Er wordt minstens voor het einde van het derde kwartaal een opvolgingsrapportering over het eerste semester van het boekjaar voorgelegd.
Dit opvolgingsrapport omvat:
De financiële informatie die vervat zit in dit opvolgingsrapport dateert van vrijdag 28 juni 2024, zijnde de laatste werkdag van het eerste semester.
De financiële realisaties in de schema's betreffen de effectieve aanrekeningen van de uitgave- en ontvangstkredieten. Vastgelegde kredieten die nog niet aangerekend zijn (lees: gefactureerd door de leverancier/opdrachtnemer), worden niet opgenomen in de realisatiegraad van de kredieten. Vastgelegde verbintenissen die door de leveranciers bijgevolg wel reeds uitgevoerd zijn, maar (nog) niet op 30 juni aan de gemeente of het OCMW gefactureerd werden, zijn dus niet opgenomen in de financiële schema's vermits aanrekeningen van uitgaven in de boekhouding geregistreerd worden na ontvangst van de factuur.
Er zijn geen nieuwe of bijkomende financiële risico's die nog niet gerapporteerd werden in de laatst vastgestelde meerjarenplanaanpassing (nr. 4 2020-2026) en/of in de laatst vastgestelde jaarrekening (boekjaar 2023).
Art. 1: | Kennis te nemen van het opvolgingsrapport 2024, zoals gezien in bijlage. |
Art. 2: | Het opvolgingsrapport 2024 omvat op datum van 30 juni 2024:
|
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 77.
Met het Plan Samenleven wil de Vlaamse overheid lokale besturen ondersteunen om samenleven in diversiteit te bevorderen. Het Plan Samenleven bevat 7 doelstellingen met 24 acties, die de besturen zelf inhoudelijk kunnen invullen. Besturen kiezen zelf hun acties en bepalen zelf welke KPI ze willen halen per actie. De eigenlijke subsidie wordt dan per KPI berekend op basis van standaardwaarden. De lokale besturen kunnen deze middelen aanwenden voor het subsidiëren van partners of het zelf opzetten van acties. Verder zijn er ook nog financiële stimulansen voor het opnemen van mentorschap of voor het investeren in een vernieuwend traject.
Om in aanmerking te komen voor subsidies moeten lokale besturen van eenzelfde referentieregio samen meer dan 7.500 inwoners van niet-EU-14 herkomst tellen. Anders dan in de voorgaande oproep kan een lokaal bestuur maar in één samenwerkingsverband vertegenwoordigd zijn. Stad Deinze vroeg lokale besturen Merelbeke, Nazareth en Gavere om aan te sluiten bij deze projectoproep. Agentschap Integratie en Inburgering biedt praktische ondersteuning op ons grondgebied.
Het OCMW-raad keurde op 20 november 2023 de overeenkomst goed.
Het samenwerkingsverband diende in het voorjaar van 2024 een aanvraag in het kader van de projectoproep 'De ondersteuning van lokale besturen in het kader van samenleven in diversiteit: Plan Samenleven 3' en ontving dus een verlenging en dezelfde middelen voor de periode van 1 oktober 2024 tot 30 september 2025.
Beoogde acties bij partnerbesturen:
Beoogde acties in Gavere:
Deze samenwerking past binnen de actie 352 "Vermaatschappelijking van lokale sociale hulp- en dienstverlening": het lokaal bestuur organiseert sinds 2022 een buddywerking en wenst oefenkansen Nederlands voor nieuwkomers verder uit te bouwen, gelet op de positieve effecten op integratie in de maatschappij en op tewerkstellingskansen. Voor de overige acties genieten wij mee van de ondersteuning van het Agentschap Integratie en Inburgering op ons grondgebied en nemen we good practices over in de bestaande werking.
De lokale besturen verbinden zich ertoe de cofinancieringsverplichting van 50 % aan te tonen (in dit geval onder de vorm van 3.000 euro aan personeelskost) in de individuele jaarrekening door middel van vermelding van de rapportagecode ABB-Samenleven.
Om subsidiemiddelen te ontvangen, dienen de deelnemende besturen een nieuwe samenwerkingsovereenkomst af te sluiten.
Art. 1: |
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt de overeenkomst met betrekking tot de intergemeentelijke samenwerking in het kader van Plan Samenleven 3 (verlenging) goed, zoals gezien in bijlage. |
Art. 2: |
De voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn en de algemeen directeur worden gemachtigd de samenwerkingsovereenkomst te ondertekenen. |
Art. 3: |
Het benodigde krediet wordt opgenomen in de eerstvolgende aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 bij actie 352 "Vermaatschappelijking van lokale sociale hulp- en dienstverlening". |
Art. 4: |
Het vast bureau te gelasten met de uitvoering van de onderhavige beslissing. |
Art. 5: |
Een afschrift van dit besluit wordt bezorgd aan de afdeling Mens, de afdeling Interne Zaken (dienst Administratie Organisatie en dienst Financiële Organisatie) en het lokaal bestuur Deinze. |
De partners van een GBO-samenwerkingsverband, waaronder het OCMW, zorgen ervoor dat mensen zonder omwegen bij de juiste hulp belanden en beweegt zich proactief naar kwetsbare burgers die niet/moeilijk worden bereikt. De partners van een GBO-samenwerkingsverband willen iets doen aan onderbescherming en nauw aansluiten bij de vragen en noden van mensen. Ze is gericht op twee belangrijke doelstellingen:
In het samenwerkingsverband GBO bundelen het OCMW, het centrum algemeen welzijnswerk (CAW) en de diensten maatschappelijk werk van de ziekenfondsen (DMW) de krachten om beter samen te werken om die doelstellingen te realiseren. Hiervoor stemmen ze ook af met andere lokale basis- of faciliterende actoren (o.a. samenlevingsopbouw, armoedeverenigingen, huisartsen, thuiszorgdiensten …) én met het meer gespecialiseerde achterliggend begeleidingsaanbod.
De strategische doelstellingen van het samenwerkingsverband zijn welomschreven in het decreet sociaal beleid en zijn opgenomen in de samenwerkingsovereenkomst.
In sommige gevallen is de gegevensdeling tussen de kernactoren wenselijk. De wetgeving voorziet een mogelijkheid, om onder bijzondere voorwaarden, aan gegevensuitwisseling te doen.
De overeenkomst waarborgt bindende privacy-afspraken ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer en de fundamentele rechten en vrijheden van personen, bij de verwerking van de persoonsgegevens binnen GBO.
De Data Protection Officer van het lokaal bestuur verleende op 1 december 2023 een positief advies aan de samenwerkingsovereenkomst.
Art. 1: | Het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn ondertekent de samenwerkingsovereenkomst voor de uitwisseling van persoonsgegevens tussen kernactoren inzake Geïntegreerd Breed Onthaal (GBO), zoals gezien als bijlage. |
Art. 2: | De voorgenomen gegevensverwerking wordt opgenomen in het verwerkingsregister van het lokaal bestuur. |
Art. 3: | Het afschrift van dit besluit wordt bezorgd aan
|
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 269.
Op het adres Biesstraat 65 is op heden de zelfstandige kinderopvang Phoe & Friends gevestigd. De uitbater wenst de kinderopvang stop te zetten. De stopzetting van de kinderopvang zou het lokaal aanbod aan kinderopvang aantasten. Er is op dit moment een beperkte wachtlijst voor inwoners, doch er zijn slechts vrije plaatsen beschikbaar vanaf maart 2025. Alle nieuwe aanvragen komen in afwachting op de wachtlijst terecht.
De dienst Onthaalgezinnen is bereid om de locatie over te nemen; er is reeds een onthaalouder gevonden die op de locatie kan starten onder de vorm van gezinsopvang. De locatie kan vervolgens uitgroeien tot een groepsopvang met 2 of 3 samenwerkende onthaalouders. De locatie is op basis van de oppervlakte geschikt voor een groepsopvang tot 18 kinderen.
De eigenaar is bereid om te verhuren aan het OCMW en vraagt een vergoeding van € 980/maand. In voorkomend geval draagt elke kinderbegeleider voor (ongeïndexeerd) minstens € 150/maand bij in de gebruikersvergoeding.
De gevraagde huurprijs ligt in lijn met de prijs van andere locaties voor groepsopvang.
De huurovereenkomst heeft een looptijd van 1 jaar en kan stilzwijgend verlengd worden.
Deze uitgaven zijn niet voorzien in het meerjarenplan van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn. Overeenkomstig artikel 269 DLB kan de raad voor maatschappelijk welzijn zonder de nodige kredieten over de uitgaven beslissen die door dwingende en onvoorziene omstandigheden vereist zijn, op voorwaarde dat hij daarvoor een met redenen omkleed besluit neemt. In dat geval worden de financiële gevolgen opgenomen in de eerstvolgende aanpassing van het meerjarenplan.
De uitgave is
Art. 1: | De raad voor maatschappelijk welzijn voorziet in een uitgave voor de huur van een locatie voor de organisatie van groepsopvang. Deze uitgave bij de eerstvolgende aanpassing van het meerjarenplan 2020-2026 op te nemen in het exploitatiebudget en te koppelen aan beleidsactie 305 'Inzetten op de kwaliteit en het aanbod van de voorschoolse opvang'. |
Art. 2: | De overeenkomst voor de huur van een woning, gelegen Biesstraat 65 te 9890 Gavere, voor de organisatie van groepsopvang goed te keuren, zoals gezien in bijlage. |
Art. 3: | De voorzitter en de algemeen directeur te machtigen de overeenkomst namens het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn te ondertekenen. |
Art. 4: | Een afschrift van deze beslissing over te maken aan
|
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 161.
De gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn stellen het gezamenlijk organogram van de diensten van de gemeente en van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn vast. Volgens de memorie van toelichting bij het decreet lokaal bestuur "komt het de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn toe om een gezamenlijk organogram van de diensten van zowel de gemeente als het OCMW vast te stellen, elk binnen het eigen bevoegdheidsdomein. Het begrip “gezamenlijk” staat voor een identiek voorstel. Dat betekent dat er twee besluiten over eenzelfde voorstel zullen worden genomen".
Het organogram geeft de organisatiestructuur van de diensten van de gemeente en van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn weer, duidt de gezagsverhoudingen en de functies aan waaraan het lidmaatschap van het managementteam is verbonden.
De algemeen directeur zorgt in overleg met het managementteam voor het voorontwerp van het organogram.
Het managementteam besprak het voorontwerp tijdens zijn vergadering van 5 juli 2024 en gaf een positief advies.
Het hoog overlegcomité besprak het ontwerp tijdens zijn vergadering van 26 augustus 2024 en gaf een gunstig advies.
Het organogram werd op de volgende punten gewijzigd:
De personeelsformatie vermeldt het aantal betrekkingen per graad in voltijdse equivalenten en maakt een onderscheid tussen de statutaire betrekkingen en de contractuele betrekkingen.
De decreetgever heeft het begrip 'personeelsformatie' in het decreet lokaal bestuur niet hernomen wegens "niet (...) eigentijds en adequaat (...) voor de weergave van de reële personeelsbehoefte en voor het concrete personeelsbeheer". De decreetgever gaat evenwel uit van een vorm van personeelsplanning want hij meent dat "het organogram de vertaling is van het personeelsbehoefteplan dat onder meer het aantal betrekkingen per graad, een vermindering of vermeerdering van het aantal betrekkingen (de behoefte), het afschaffen en de omvorming van betrekkingen voor een welbepaalde dienst aangeeft. De concrete vaststelling van dit personeelsplan (PEP) is een beslissing tot vaststelling van de personeelsformatie als vermeld in artikel 11, §1, 1°,van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel". De geldende personeelsformaties van gemeente en OCMW zijn gebaseerd op een globaal personeelsbehoeftenplan dat daarna telkens incrementeel wordt bijgestuurd, zodat ze verder als instrument van personeelsplanning kunnen aangewend worden. We gebruiken voortaan de term personeelsomkadering.
De personeelsomkadering werd op de volgende punten gewijzigd:
De financiële effecten werden berekend op basis van de gemiddelde loonkost (gemiddelde van de 1e weddeschaal-trap 6 en de 3e weddeschaal-trap 27).
De financiële effecten op het meerjarenplan kunnen als volgt samengevat worden:
Art. 1: |
Het organogram vast te stellen, zoals gezien in bijlage. In het organogram de functies aan te duiden waaraan het stemgerechtigd lidmaatschap van het managementteam verbonden is. Het gaat in concreto om de volgende functies:
De burgemeester, of de schepen door hem aangewezen, maakt met raadgevende stem deel uit van het managementteam. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Art. 2: |
De personeelsomkadering als volgt vast te stellen:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Art. 3: |
De uitdovende personeelsomkadering als volgt vast te stellen:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Art. 4: |
Onderhavige beslissing treedt in werking op heden en vervangt integraal:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Art. 5: |
De nodige aanpassingen van de personeelskredieten worden opgenomen in de eerstvolgende meerjarenplanaanpassing. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Art. 6: |
Een afschrift van deze beslissing over te maken aan de afdeling Interne Zaken (dienst Administratieve Organisatie en dienst Financiële Organisatie) en aan alle diensten. |
Wet van 8 april 1965 tot instelling van de arbeidsreglementen, artikel 4.
Het Besluit Rechtspositieregeling geeft mogelijkheden om bepaalde voordelen om te zetten in een theoretisch budget waarmee het personeel voordelen ter bevordering van de fietsmobiliteit kan kiezen. Lokaal bestuur Gavere koos voor de mogelijkheid tot omzetting van de eindejaarstoelage. Deze mogelijkheid werd ingeschreven in artikel 231 van de lokale rechtspositieregeling.
In het kader van de fietslease werd een fietspolicy opgesteld die op 19 december 2022 door de raad werd vastgesteld.
De belangrijkste wijzigingen hebben betrekking op:
Art. 1: |
De bijlage 'fietspolicy' aan het arbeidsreglement voor het gemeentepersoneel vast te stellen, zoals gezien in bijlage. |
Art. 2: | Het arbeidsreglement wordt ter beschikking gesteld op de dienst Administratieve Organisatie. |
Art. 3: | Onderhavige beslissing vervangt het OCMW-raadsbesluit van 19 december 2022 houdende arbeidsreglement - vaststellen bijlage fietspolicy en treedt in werking op heden. |
Art. 4: | Onderhavige beslissing wordt bekend gemaakt overeenkomstig artikel 286 en 287 van het decreet lokaal bestuur. Een afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan:
|
OCMW-raadsbesluit van 28 januari 2019 houdende huishoudelijk reglement en deontologische code van de raad voor maatschappelijk welzijn (vervangen OCMW-raadsbesluit van 21 september 2015).
De briefwisseling gericht aan de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn en die bestemd is voor de raad voor maatschappelijk welzijn, wordt meegedeeld aan de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn.
Het huishoudelijk reglement van de raad voor maatschappelijk welzijn bepaalt dat de beslissingen van de algemene vergadering van de welzijnsverenigingen ter kennisname worden voorgelegd aan de raad voor maatschappelijk welzijn.
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 31.
OCMW-raadsbesluit van 25 oktober 2021 houdende huishoudelijk reglement en deontologische code van de raad voor maatschappelijk welzijn (vervangen OCMW-raadsbesluit van 28 januari 2019).
De leden van de raad voor maatschappelijk welzijn hebben het recht aan de voorzitter van het vast bureau en aan het vast bureau mondelinge en schriftelijke vragen te stellen.
De voorzitter sluit de zitting op 09/09/2024 om 20:42.
Namens OCMW-raad,
Serge Ronsse
algemeen directeur
Jean-Pierre Sprangers
voorzitter van de OCMW-raad