In maart 2022 stapten alle Vlaamse bibliotheken over op een nieuw dienstenmodel waarin ook het IBL (InterBibliothecair Leenverkeer) werd geïntegreerd.
Leden kunnen al sinds jaar en dag materialen uit een andere bibliotheek aanvragen (IBL). Vroeger gebeurde dat via een formulier aan de balie of via e-mail. Sinds maart 2022 kunnen leden rechtstreeks een aanvraag plaatsen via de catalogus, zonder tussenkomst van de bibliotheek.
Met de invoering van het nieuwe aanvraagsysteem voor IBL werd ook het kostenmodel aangepast. Voor elk opgestuurd materiaal betaalt de bibliotheek € 8 aan de leverende bibliotheek (personeels- en verzendingskosten). Daar komt de kostprijs bij om het materiaal terug te zenden (tussen € 2 en € 7, afhankelijk van de omvang van het materiaal). Sinds de start in maart tot eind november 2022 werden 223 materialen aangevraagd door onze leners.
Zelf levert de bibliotheek ook materialen aan andere bibliotheken (principe van wederkerigheid). Voor elk materiaal dat wordt opgestuurd, ontvangen we € 8. We stuurden tot nu toe 96 materialen op.
De bedoeling is dat beide cijfers (aanvragen en leveringen) ongeveer in evenwicht zijn. Voor de meeste bibliotheken lukt dit ook. In Gavere worden er echter proportioneel meer aanvragen door de leners geplaatst.
Momenteel bedraagt de kostprijs voor de lener € 1. Door dit lage bedrag wordt er vaak gebruik gemaakt van de dienst, ook al is dat soms niet noodzakelijk. De website toont de lener immers ook de mogelijkheid om het materiaal zelf op te halen in een bibliotheek in een naburige gemeente. De inschrijving in een Oost-Vlaamse gemeente is gratis, het kost de lener in dat geval niets.
Voorlopig is er nog een subsidie van CultuurConnect die een deel van de IBL-kosten dekt.
Voor 2021 bedroeg de subsidie voor IBL-ondersteuning € 677.
CultuurConnect stelt zelf een richtprijs voor de lener voor tussen € 3 en € 5.
Gezien de discrepantie tussen de kostprijs voor de lener en de reële kostprijs van een IBL-aanvraag stelt de bibliotheek voor om de prijs voor een IBL-aanvraag te verhogen van € 1 naar € 3. Het is de bedoeling om in 2024 te komen tot gelijkaardige tarieven in alle bibliotheken in de regio.
De overige bepalingen van het gemeentelijke retributiereglement blijven behouden.
Art. 1: | Met ingang van 01 januari 2023 en voor een onbepaalde termijn wordt een retributie ingevoerd op dienstverleningen verricht door de gemeentelijke openbare bibliotheek. |
Art. 2: | Het bedrag van de retributie bedraagt:
|
Art. 3: | De retributie is hoofdelijk verschuldigd door diegene die van de dienstverlening gebruik maakt. Indien dit een minderjarig kind betreft, is de retributie hoofdelijk verschuldigd door beide ouders van het kind. |
Art. 4: | Bij weigering of nalatigheid om het verschuldigd recht te betalen geschiedt de invordering overeenkomstig de burgerlijke rechtspleging voor zover de schuld ten aanzien van de gemeente betwist wordt. Ingeval de verschuldigde retributie niet betwist wordt zal de invordering gebeuren bij dwangbevel na goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen. |
Art. 5: | Het gemeenteraadsbesluit van 20 juni 2022 houdende de retributie voor de terugvordering van de kosten van de door de gemeentelijke openbare bibliotheek verrichtte diensten wordt opgeheven met ingang van 01 januari 2023. |
Art. 6: | Afschrift van dit besluit te bezorgen aan de dienst bibliotheek, de dienst administratieve organisatie, de dienst financiële organisatie en de financieel beheerder. Dit besluit zal bekend gemaakt worden volgens de bepalingen van artikel 285 en 286 §1 1° van het decreet over het lokaal bestuur. De toezichthoudende overheid zal in kennis worden gesteld volgens de bepalingen van artikel 330 van het decreet over het lokaal bestuur. |