De voorzitter opent de zitting op 23/01/2023 om 20:00.
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 32.
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 277 en 278.
Elk gemeenteraadslid heeft het recht tijdens de vergadering opmerkingen te maken over de redactie van de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering. Als die opmerkingen door de gemeenteraad worden aangenomen, worden de notulen en het zittingsverslag in die zin aangepast.
Als er geen opmerkingen worden gemaakt over de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering worden de notulen en het zittingsverslag als goedgekeurd beschouwd en worden ze ondertekend door de voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur.
Art. 1: |
De notulen van de zitting van de gemeenteraad van 19 december 2022 goed te keuren. |
Art. 2: |
Het verslag van de zitting van de gemeenteraad van 19 december 2022 goed te keuren. |
Identiteitskaarten, vreemdelingenkaarten, verblijfsaanvragen, ... worden aangevraagd bij de dienst bevolking van de gemeente, maar worden niet door de gemeente zelf aangemaakt. De kaarten worden gemaakt door de FOD Binnenlandse Zaken en aan de gemeenten geleverd. De aanmaakkosten worden door de FOD gefactureerd aan de gemeenten. De gemeenten rekenen deze kost vervolgens door aan de burger en kunnen daarbij een kleine retributie vragen voor de afgifte van de kaarten.
De gemeenten zijn ertoe gemachtigd om in sommige gevallen paspoorten af te leveren. De consulaire heffing, de aanmaakprijs en de leveringsprijs worden bepaald door de FOD Buitenlandse Zaken. Gemeenten kunnen daarbij een kleine retributie vragen voor de afgifte van het document.
Artikel 61 en artikel 64 sexies van het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs bepalen de retributies die verschuldigd zijn voor de afgifte van de verschillende soorten rijbewijzen. De gemeente int die retributie voor rekening van de federale overheid. Gemeenten kunnen daarbij een kleine retributie vragen voor de afgifte van het rijbewijs.
De aankoopprijs van een trouwboekje stijgt van 17,28 euro per boekje (kostprijs 2018) naar 22,52 euro per boekje (raming 2023). De aankoopprijs uit 2018 werd in het retributiereglement van 18 november 2019 opgetrokken tot het retributietarief van 20 euro per boekje tot en met 2025. Dit, om eventuele toekomstige prijsstijgingen op te vangen. Op vandaag merken we dat de kostprijs van een trouwboekje aanzienlijk meer gestegen is dan verwacht. Bijgevolg wordt voorgesteld om het retributietarief te verhogen van 20 euro naar 25 euro per trouwboekje.
Op 1 januari worden jaarlijks de vergoedingen voor eID's en documenten geïndexeerd op basis van de schommelingen van de gezondheidsindex. Daarbij is er een discrepantie tussen de nieuwe federale prijzen wat betreft de reispassen voor Belgen en vreemdelingen waarbij Belgen tot tien euro meer betalen afhankelijk van de gekozen procedure.
De geïndexeerde federale tarieven voor de aanmaak van reispassen bedragen vanaf 1 januari 2023:
Volwassenen gewone procedure Belg |
74 euro |
Volwassenen gewone procedure vreemdeling |
70 euro |
Volwassenen spoedprocedure Belg |
260 euro |
Volwassenen spoedprocedure vreemdeling |
250 euro |
Volwassenen superdringend Belg (in 4,5 uur af te halen in Brussel) |
320 euro |
Volwassenen superdringend vreemdeling |
310 euro |
Kinderen (≤ 12 jaar) gewone procedure Belg |
35 euro |
Kinderen (≤ 12 jaar) gewone procedure vreemdeling |
41 euro |
Kinderen spoedprocedure (≤ 12 jaar) Belg & vreemdeling |
210 euro |
Kinderen (≤ 12 jaar) superdringend Belg & vreemdeling |
270 euro |
Kinderen (≥ 12 jaar) gewone procedure Belg |
44 euro |
Kinderen (≥ 12 jaar) gewone procedure vreemdeling |
50 euro |
Kinderen (≥ 12 jaar) spoedprocedure Belg & vreemdeling |
230 euro |
Kinderen (≥ 12 jaar) superdringend Belg & vreemdeling |
290 euro |
Bij volwassenen betalen Belgen steeds meer dan vreemdelingen voor eenzelfde procedure bij de aanvraag van een reispas. Voor kinderen dienen Belgische ouders dan weer meer te betalen dan vreemdelingen bij de gewone aanmaakprocedure van een reispas. Enkel in geval van spoedprocedures voor kinderen zijn de federale tarieven gelijk.
Geregeld krijgt men op de dienst bevolking hieromtrent een opmerking.
Voorgesteld wordt om het retributiereglement van 18 november 2019 op de afgifte van administratieve stukken bij te sturen zodat de totale kostprijs (gemeentelijke retributie + federaal tarief) voor een reispas bij iedere procedure dezelfde is voor Belgen en vreemdelingen, zowel bij volwassenen als bij kinderen. Dit kan door de gemeentelijke retributie met het betrokken verschil te verhogen voor Belgische kinderen en voor meerderjarige vreemdelingen.
Ingeval weigering of nalatigheid in hoofde van de debiteur om het verschuldigd bedrag te betalen, zal de invordering van de retributie ingeval van onbetwiste niet-fiscale ontvangsten gebeuren bij dwangbevel, en ingeval van betwiste niet-fiscale ontvangsten overeenkomstig de wetsbepalingen betreffende de burgerlijke rechtsprocedure.
Art. 1: | Met ingang van 24 januari 2023 en dit voor een termijn eindigend op 31 december 2025 wordt een retributie geheven op de afgifte van administratieve stukken, getuigschriften en andere stukken vanwege de dienst burgerzaken. |
Art. 2: | Het bedrag van de retributie wordt als volgt vastgesteld:
|
Art. 3: | De retributie is verschuldigd door de personen of instellingen aan wie deze stukken door de gemeente op verzoek of ambtshalve worden uitgereikt. |
Art. 4: | Zijn van de retributie vrijgesteld:
|
Art. 5: | De retributie wordt betaald uiterlijk op het moment van de afgifte van het administratief stuk. De betrokkene ontvangt steeds een betalingsbewijs. |
Art. 6: | Bij weigering of nalatigheid om het verschuldigd recht te betalen geschiedt de invordering overeenkomstig de burgerlijke rechtspleging voor zover de schuld ten aanzien van de gemeente betwist wordt. Ingeval de verschuldigde retributie niet betwist wordt zal de invordering gebeuren bij dwangbevel na goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen. |
Art. 7: | Het gemeenteraadsbesluit van 18 november 2019 houdende vaststellen van een retributie op de afgifte van administratieve stukken wordt opgeheven met ingang van 24 januari 2023. |
Art. 8: | Afschrift van dit besluit te bezorgen aan de dienst burgerlijke stand, de dienst bevolking en de dienst financiële organisatie. Dit besluit zal bekend gemaakt worden volgens de bepalingen van artikel 285 en 286 §1 1° van het decreet over het lokaal bestuur. De toezichthoudende overheid zal in kennis worden gesteld volgens de bepalingen van artikel 330 van het decreet over het lokaal bestuur. |
Het meerjarenplan 2020-2025 voorziet de aanleg van een fietspad langs de Ten Edestraat (BD01-AP-131-ACT 270).
De actie wordt omschreven als volgt: "Het lokaal bestuur moedigt fietsverkeer aan en neemt maatregelen om de gemeente fietsvriendelijk te maken".
Dit omvat onder meer: (...) de aanleg van een fietspad langs de Ten Edestraat (deel tussen de Eeckhoutstraat en de Opperweg).
Studiebureau Lobelle werd aangesteld als ontwerper en werkte diverse scenario's uit, o.a.:
De overlegstructuur voor verkeer en mobiliteit gaf bij een bespreking op 23 juni 2021 de voorkeur aan het scenario van een vrijliggend fietspad met afbuiging naar de Boentweg.
Van dit scenario werden dan nog enkele bijkomende varianten uitgewerkt door het studiebureau.
In functie van de subsidies (LFF) werd dit voorstel overgemaakt aan het provinciebestuur, waarbij volgende opmerkingen werden ontvangen:
Het provinciebestuur oordeelde bijgevolg dat scenario 2 is aangewezen.
De overlegstructuur voor verkeer en mobiliteit sloot zich bij de bespreking op 28 maart 2022 aan bij het voorstel van het provinciebestuur om scenario 2 (vrijliggend fietspad in het open gebied en aanliggende fietspaden in de bebouwde zone) verder uit te werken.
Op 12 juli 2022 werd het ontwerp (scenario 2) besproken met de projectstuurgroep.
Op basis van de conclusies van de projectstuurgroepvergadering werd de unieke verantwoordingsnota gefinaliseerd en overgemaakt aan de projectstuurgroep op 06 oktober 2022. Er werden hierop geen opmerkingen ontvangen.
Het ontwerp voor de aanleg van het fietspad langs de Ten Edestraat werd nogmaals besproken in de vergadering van de overlegstructuur verkeer en mobiliteit op 30 november 2022. Er werden geen opmerkingen geformuleerd.
Het ontwerp voor de aanleg van het fietspad langs de Ten Edestraat werd toegelicht aan de betrokken bewoners van de Ten Edestraat op 12 december 2022. Er werden geen opmerkingen geformuleerd die een aanpassing van het ontwerp vereisen.
Voor de realisatie van voormeld ontwerp is een wijziging (lees "verbreden") van een deel van de gemeenteweg "Ten Edestraat" noodzakelijk, zoals voorzien op het ontwerp-rooilijnplan.
Het voornemen tot het wijzigen van de gemeenteweg geeft uitvoering aan artikel 3 (doelstellingen) en aan artikel 4 (principes) van het decreet houdende de gemeentewegen van 3 mei 2019 en werd aan deze artikels getoetst.
Artikel 3 van het decreet houdende de gemeentewegen bepaalt het volgende:
‘Dit decreet heeft tot doel om de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen te vrijwaren en te verbeteren, in het bijzonder om aan de huidige en toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit te voldoen.
Om de doelstelling, vermeld in het eerste lid, te realiseren voeren de gemeenten een geïntegreerd beleid, dat onder meer gericht is op:
1. de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau;
2. de herwaardering en bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen, zowel op recreatief als op functioneel vlak.’
De toetsing aan artikel 3 houdt in dat de voorgestelde maatregel beoogt om een veilige fietsverbinding aan te leggen tussen de Opperweg en de Eeckhoutstraat, waarbij het gekozen scenario beantwoordt aan de meest logische en veilige inrichting, zoals blijkt uit het verslag van de projectstuurgroepvergadering van 12 juli 2022 en de bijhorende unieke verantwoordingsnota.
Artikel 4 van het decreet houdende de gemeentewegen bepaalt het volgende:
‘Bij beslissingen over wijzigingen van het gemeentelijk wegennet wordt minimaal rekening gehouden met de volgende principes:
1. wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang;
2. een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd;
3. de verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen;
4. wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief;
5. bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen.’
In het kader van artikel 4 van het decreet houdende de gemeentewegen, werd rekening gehouden met de vooropgestelde principes, en kan de wijziging (verbreding) als volgt worden gemotiveerd:
1. Wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang:
Het project omvat de aanleg van een veilige fietsverbinding langsheen de Ten Edestraat in de deelgemeente Semmerzake. De aanleg van dit fietspad heeft als doel de missing link weg te werken tussen het fietspad langs de Opperweg en het fietspad langs de Eeckhoutstraat. In dit project wordt het nieuwe fietspad in het buitengebied aangelegd als tweerichtingsfietspad, in het tussengebied als twee eenrichtingsfietspaden. Er wordt gezorgd voor een veilige aansluiting ter hoogte van de Eeckhoutstraat en de Opperweg.
De beoogde verbreding van de gemeenteweg is nodig i.f.v. de aanleg van het tweerichtingsfietspad en de aanleg van een nieuwe gracht.
Er wordt maximaal ingezet op buffering en infiltratie van hemelwater via open systemen. De voorkeur gaat bijgevolg uit naar nieuwe grachten om hemelwater te bufferen en te infiltreren.
Conclusie: de verbreding van de gemeenteweg en de hiermee gepaard gaande in te nemen gronden zijn bestemd voor de aanleg van een buffergracht en fietspad zodat de wijziging van het gemeentelijk wegennet ten dienste staat van het algemeen belang.
2. Een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd:
De wijziging kadert binnen de doelstelling om een veilige fietsverbinding aan te leggen langsheen de Ten Edestraat.
In dit project wordt het nieuwe fietspad in het buitengebied aangelegd als tweerichtingsfietspad, in het tussengebied als twee eenrichtingsfietspaden, omdat dit het meest logische en veilige scenario is.
De beoogde verbreding van de gemeenteweg is nodig i.f.v. de aanleg van het tweerichtingsfietspad en de aanleg van een nieuwe gracht.
3. De verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen:
De wijziging van de gemeenteweg komt de verkeersveiligheid ten goede, zowel voor het gemotoriseerd verkeer als de fietser.
Het nieuwe fietspad wordt in het buitengebied volledig gescheiden van de rijweg aangelegd als tweerichtingsfietspad, in het tussengebied als twee aanliggende eenrichtingsfietspaden. Er wordt gezorgd voor een veilige aansluiting ter hoogte van de Eeckhoutstraat en de Opperweg.
Tussen de aanliggende fietspaden en de erfontsluitingen is er nog een veilige afstand met variabele breedte van 1,04m tot 1,40m.
4. Wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief:
De wijziging van de gemeenteweg heeft geen impact op het weggennet van naburige gemeenten.
5. Bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen:
Het project "aanleg fietspaden langs de Ten Edestraat" is een duurzame ruimtelijke ontwikkeling welke kadert in de beleidsdoelstelling "Gavere, een aantrekkelijke landelijke gemeente" en meer bepaald in het actieplan "Leefbare en veilige mobiliteit".
Door deze wijziging van de gemeenteweg, zal de breedte van de gemeenteweg aangepast worden in de mate dat deze zowel door de huidige als door de toekomstige generatie kan gebruikt worden, zonder de verdere ontwikkeling van het gebied in het gedrang te brengen.
Met andere woorden is de wijziging van de gemeenteweg, inclusief de geplande wegeniswerken, een toekomstgerichte handeling die het wegenbeleid van de gemeente Gavere ten goede komt en geen afbreuk doet aan toekomstige ontwikkelingen van het gebied. Er worden immers door de wijziging geen andere projecten (bouwprojecten of verbindingen) in het gedrang gebracht.
In dit kader lijkt het de gemeente Gavere aangewezen en noodzakelijk om de gemeenteweg "Ten Edestraat" te wijzigen met het oog op de geplande wegenwerken, conform de procedure zoals bepaald in het decreet houdende de gemeentewegen.
Volgens het decreet stelt de gemeenteraad het ontwerp van rooilijnplan voorlopig vast.
Dit ontwerp van rooilijnplan bevat tevens een berekening van de waardevermindering in het kader van artikel 28 van het decreet houdende de gemeentewegen en de onteigeningsvergoeding. Gelet op de samenlopende procedure tussen het rooilijnplan en het onteigeningsplan conform artikel 31 van het Vlaams Onteigeningsdecreet wordt een globaal bedrag voorgesteld in het bijgevoegd schattingsverslag van beëdigd landmeter-expert Stefan Renaer, waarin zowel de minwaardevergoeding als de onteigeningsvergoeding vervat zitten.
Art. 1: |
Het ontwerp (grondplan) voor de aanleg van een fietspad langs de Ten Edestraat, zoals gezien in bijlage, wordt principieel goedgekeurd. |
Art. 2: |
Het volledige aanbestedingsdossier (technische plannen en lastvoorwaarden), de kostenraming en de plaatsingswijze voor de opdracht te gepaste tijde ter goedkeuring aan de gemeenteraad voor te leggen. |
Art. 3: |
Het ontwerp-rooilijnplan tot wijziging van de gemeenteweg "Ten Edestraat" met nummer WW2082 (LOB), zoals gezien in bijlage, wordt voorlopig vastgesteld. |
Art. 4: |
Het college van burgemeester en schepenen te gelasten het openbaar onderzoek op te starten en te doorlopen. Het openbaar onderzoek wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 17, §2 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. |
Art. 5: |
Akkoord te gaan met de voorgestelde vergoeding voor waardevermindering zoals bepaald door de heer Stefan Renaer, beëdigd landmeter-expert. |
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 40 en 41.
1. Aanleiding en context
1.1 Feitelijke context
Bij besluit van 23 januari 2023 van de gemeenteraad van Gavere werd het rooilijnplan "Ten Edestraat" met nummer WW2082 (LOB) voorlopig vastgesteld.
Dit rooilijnplan beoogt de gedeeltelijke wijziging, door de verbreding ervan, van de op het grondgebied van de gemeente Gavere bestaande gemeenteweg "Ten Edestraat".
Deze verbreding van de bestaande gemeenteweg geschiedt met het oog op de aanleg, het beheer en het onderhoud van volgende publieke infrastructuur: de aanleg van een fietspad en een gracht voor buffering en infiltratie van hemelwater.
Voor de realisatie van het rooilijnplan en voor de daarmee beoogde aanleg, beheer en onderhoud van de publieke infrastructuur dient de gemeente Gavere over te gaan tot verwerving van de door het rooilijnplan getroffen (delen van) onroerende goederen.
1.2 Te onteigenen onroerende goederen
De te onteigenen onroerende goederen zijn aangeduid op het bij dit besluit gevoegd onteigeningsplan (innemingen 1 t.e.m. 18).
Met de eigenaars van deze onroerende goederen zullen onderhandelingen gevoerd worden over de minnelijke aankoop van hun onroerend goed.
1.3 Onteigenende instantie
De te onteigenen onroerende goederen zijn gelegen op het grondgebied van de gemeente Gavere.
Bijgevolg is de onteigenende overheid de gemeente Gavere, ingeschreven in de kruispuntbank der ondernemingen onder het nummer 0207.451.326, met zetel te 9890 Gavere, Markt 1.
2. Rechtsgrond voor de onteigening
Op grond van art. 6, 1° en art. 7, 3e alinea van het decreet van 24 februari 2017 betreffende onteigening voor het algemeen nut zijn gemeenten bevoegd om tot onteigening over te gaan in de gevallen waarin ze oordelen dat de onteigening noodzakelijk is voor de uitwerking van de infrastructuur of het beleid inzake de gemeentelijke aangelegenheden.
Op grond van art. 7, 4e alinea van voormeld decreet moeten gemeenten, waar decretaal of wettelijk een specifieke rechtsgrond voor onteigening wordt bepaald, echter op grond van die rechtsgrond tot onteigening overgaan.
De te onteigenen onroerende goederen maken het voorwerp uit van het rooilijnplan "Ten Edestraat" bestaande uit plan met nummer WW2082 (LOB), voorlopig goedgekeurd bij besluit van 23 januari 2023 van de gemeenteraad van Gavere.
Art. 2 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen definieert de rooilijn als de huidige of de toekomstige grens tussen de openbare weg en de aangelande eigendommen, vastgelegd in een rooilijnplan.
Op grond van art. 27 van voormeld decreet kan elke verwerving van onroerende goederen vereist voor de aanleg, wijziging of verplaatsing van gemeentewegen en voor de realisatie van de rooilijnplannen door onteigening tot stand worden gebracht, conform de bepalingen van het Vlaams Onteigeningsdecreet van 24 februari 2017.
3. Argumentatie
3.1 Onteigeningsdoel van algemeen nut
Het meerjarenplan 2020-2025 van de gemeente Gavere voorziet de aanleg van een fietspad langs de Ten Edestraat (BD01-AP-131-ACT 270).
De actie wordt omschreven als volgt: "Het lokaal bestuur moedigt fietsverkeer aan en neemt maatregelen om de gemeente fietsvriendelijker te maken".
Het project omvat de aanleg van een veilige fietsverbinding langsheen de Ten Edestraat in de deelgemeente Semmerzake.
De aanleg van dit fietspad heeft als doel de missing link weg te werken tussen het fietspad langs de Opperweg en het fietspad langs de Eeckhoutstraat.
In dit project wordt het nieuwe fietspad in het buitengebied aangelegd als tweerichtingsfietspad, in het tussengebied als twee eenrichtingsfietspaden.
Er wordt gezorgd voor een veilige aansluiting ter hoogte van de Eeckhoutstraat en de Opperweg.
De beoogde verbreding van de gemeenteweg is nodig i.f.v. de aanleg van het tweerichtingsfietspad en de aanleg van een nieuwe gracht.
Er wordt maximaal ingezet op buffering en infiltratie van hemelwater via open systemen. De voorkeur gaat bijgevolg uit naar nieuwe grachten om hemelwater te bufferen en te infiltreren.
Voor de aanleg van deze publieke infrastructuur enerzijds en voor het beheer en onderhoud ervan anderzijds is een wijziging door verbreding van de bestaande Ten Edestraat noodzakelijk. Om die verbreding mogelijk te maken, heeft de gemeente een rooilijnplan "Ten Edestraat" opgemaakt. De rooilijn betreft immers de huidige of toekomstige grens tussen de openbare weg en de aangelande eigendommen, vastgelegd in een rooilijnplan.
Op grond van art. 27 van het Gemeentewegendecreet kan elke verwerving van onroerende goederen vereist voor de aanleg, wijziging of verplaatsing van gemeentewegen en voor de realisatie van de rooilijnplannen door onteigening tot stand worden gebracht, conform de bepalingen van het Vlaams Onteigeningsdecreet van 24 februari 2017.
(1) De aanleg, het beheer en het onderhoud van de hierboven vermelde publieke infrastructuur in de Ten Edestraat,
(2) de realisatie van het met het oog op die publieke infrastructuur opgemaakte rooilijnplan "Ten Edestraat" en
(3) de ter realisatie van die infrastructuur en dat rooilijnplan beoogde onteigeningen, zijn van algemeen nut.
Dit laatste vloeit ook voort uit art. 4.4.7, §2 jo. art. 5.6.7, §3 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO).
Volgens art. 4.4.7, §2 VCRO mag in een vergunning voor handelingen van algemeen belang die een ruimtelijk beperkte impact hebben, worden afgeweken van stedenbouwkundige voorschriften.
Op grond van het Besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2000 tot aanwijzing van de handelingen in de zin van artikel 4.1.1, 5°, artikel 4.4.7, § 2, en artikel 4.7.1, § 2, tweede lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening zijn handelingen van algemeen belang:
Volgens art. 5.6.7, §3 VCRO gelden de mogelijkheden om af te wijken van stedenbouwkundige voorschriften op grond van art. 4.4.7, §2 VCRO onder dezelfde voorwaarden ten aanzien van de instanties en organen die adviseren of beslissen over een onteigeningsplan.
3.2 Onteigeningsnoodzaak
De beoogde onteigening dient het algemeen nut. Daarnaast is het ook noodzakelijk dat (a) hoger vermeld onteigeningsdoel effectief verwezenlijkt wordt, (b) dat dit onteigeningsdoel gerealiseerd wordt middels onteigening en (c) dat het onteigeningsdoel verwezenlijkt wordt op de te onteigenen onroerende goederen.
3.2.1 Noodzaak van het doel van de onteigening
De realisatie van het rooilijnplan "Ten Edestraat" van de gemeente Gavere is noodzakelijk.
Deze noodzaak vloeit in de eerste plaats voort uit art. 26, §1 van het Gemeentewegendecreet. Volgens dit artikel heeft de vastlegging van een gemeenteweg tot gevolg dat op de gemeente de rechtsplicht rust om over te gaan tot de realisatie, de vrijwaring en het beheer van de gemeenteweg.
Ten tweede is de realisatie van de rooilijn noodzakelijk omwille van de aard van de eraan gekoppelde publieke infrastructuur.
De aanleg van aan- of vrijliggende fietspaden betekent een verbetering ten opzichte van de bestaande toestand ter plaatse.
De vernieuwing van deze infrastructuur komt de verkeersveiligheid van alle en vooral de zwakke weggebruikers dan ook ten goede.
Ten derde is de realisatie van de rooilijn ook noodzakelijk omwille van de specifieke configuratie van de eraan gekoppelde publieke infrastructuur.
Het fietspad moet aan welbepaalde afmetingen voldoen op grond van de relevante wetgeving en het Vademecum Fietsvoorzieningen.
Ten gevolge van de veiligheidszone en het nieuwe fietspad moet tenslotte de bestaande gracht verlegd worden. Deze gracht moet zelf ook aan bepaalde voorwaarden voldoen conform de bepalingen van het Besluit van 5 juli 2013 de Vlaamse Regering houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
Tenslotte is de realisatie van de rooilijn noodzakelijk om voldoende ruimte te creëren voor de aanleg van de infrastructuur en om ook in de toekomst te allen tijde het beheer en het onderhoud ervan te verzekeren.
3.2.2 Noodzaak van de onteigening als middel
Voor de realisatie van het rooilijnplan "Ten Edestraat" op het grondgebied van de gemeente Gavere is het noodzakelijk dat gebruik gemaakt wordt van het instrument van de onteigening.
Art. 26 van het decreet houdende de gemeentewegen stelt als algemene regel de verwerving voorop van de onroerende goederen vereist voor de realisatie van een gemeenteweg. Voor wat betreft de wijziging van een gemeenteweg bestaat in hoofde van de gemeente een wettelijke mogelijkheid om tot verwerving over te gaan in het kader van de realisatieplicht welke op de gemeente rust.
Artikel 27 van het decreet houdende de gemeentewegen bepaalt immers dat elke verwerving van onroerende goederen, vereist voor de aanleg, wijziging of verplaatsing van gemeentewegen en de realisatie van de rooilijnplannen, door onteigening kan tot stand worden gebracht.
In de mate dat de verwerving niet minnelijk kan bereikt worden, is de onteigening het enige overblijvende alternatief.
Daarnaast is het voor infrastructuurwerken zoals openbare verkeerswerken in het algemeen belang vereist dat de overheid, in dit geval de gemeente, deze zelf ontwikkelt.
Volgende zaken moeten immers absoluut vermeden worden:
Het aanleggen, beheren en onderhouden van gemeentewegeninfrastructuur behoort tot de basistaken van de gemeente en vereist een coherent en doelmatig beheer en beleid, ook naar eventuele aansprakelijkheden en verantwoordelijkheden toe.
Van de infrastructuur moet onder alle omstandigheden een veilig en doelmatig gebruik kunnen gemaakt worden. Dit kan enkel indien de gemeente kan instaan voor de realisatie ervan. Een zo eenduidig mogelijke grondpositie waarborgt de publieke beheerstaken, onder meer naar onderhoud, verlenen van vergunningen, advisering in het kader van omgevingsvergunningen, toestaan van afwijkingen van de rooilijn, aansprakelijkheden, etc.
Ook in het licht van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (“RSV”) is de ontwikkeling van weginfrastructuurwerken door de gemeente vereist. Zo stelt het RSV voor wegeninfrastructuur voorop dat er een duidelijke en geïntegreerde visie op de verschillende vervoerswijzen moet zijn, waarvoor een algemene consensus tussen betrokken partners noodzakelijk is.
Het is overigens om al deze redenen dat alle weginfrastructuur en de daarmee onlosmakelijk samenhangende ingrepen in art. 24, §3 van het Onteigeningsdecreet uitdrukkelijk zijn uitgesloten van het recht om een verzoek tot zelfrealisatie in te dienen.
3.2.3 Noodzaak van het voorwerp van de onteigening
De realisatie van het rooilijnplan en van de daaraan gekoppelde publieke weginfrastructuur in de Ten Edestraat betreft een uitgestrekt en aaneengesloten totaalproject.
Na de verbreding en aanleg moet ook het beheer en onderhoud van het geheel gewaarborgd blijven.
De ontwikkeling enerzijds en het beheer en onderhoud anderzijds van het geheel brengt met zich dat alle aan de bestaande gemeenteweg grenzende onroerende goederen gedeeltelijk in eigendom moeten verworven worden, ten belope van de breedte die is vastgelegd in het rooilijnplan "Ten Edestraat" met nummer WW2082 (LOB).
3.3 Minnelijke onderhandelingstermijn
Op grond van art. 10, §1 en art. 15, 2e alinea van het decreet van 24 februari 2017 betreffende onteigening voor het algemeen nut onderneemt de onteigenende instantie binnen een minnelijke onderhandelingstermijn een aantoonbare poging om via onderhandelingen de te onteigenen onroerende goederen minnelijk te verwerven.
De minnelijke onderhandelingstermijn moet vermeld worden in het voorlopig onteigeningsbesluit en duurt maximaal één jaar.
Er kan in redelijkheid geoordeeld worden dat een relatief korte termijn moet volstaan om definitief uit te maken of een minnelijk akkoord al dan niet kan bereikt worden.
De minnelijke onderhandelingstermijn wordt dan ook bepaald op drie maanden vanaf de kennisgeving vermeld in art. 15 van het Onteigeningsdecreet. Na het verstrijken van deze termijn kan de eigenaar niet langer vereisen van de gemeente dat er nog verder onderhandeld wordt. Omgekeerd belet echter niets dat de gemeente na deze termijn de onderhandelingen alsnog vrijwillig zou voortzetten.
Art. 1: |
De gemeenteraad neemt een voorlopig onteigeningsbesluit voor de realisatie van het dubbelrichtingsfietspad langsheen de Ten Edestraat, overeenkomstig het onteigeningsplan en de grondinnemingstabel (inclusief bijlagen), zoals gezien in bijlage. |
Art. 2: |
Het college van burgemeester en schepenen te gelasten met de organisatie van het openbaar onderzoek overeenkomstig hoofdstuk 3 van het onteigeningsdecreet. |
Art. 3: |
De minnelijke onderhandelingstermijn wordt bepaald op drie maanden vanaf de kennisgeving vermeld in art. 15 van het onteigeningsdecreet. Na het verstrijken van deze termijn kunnen de eigenaars niet langer vereisen van de gemeente dat er nog verder onderhandeld wordt. Omgekeerd belet echter niets dat de gemeente na deze termijn de onderhandelingen alsnog vrijwillig zou voortzetten. |
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 41 2e lid 11°.
Op 18 januari 2016 werd een verkavelingsvergunning afgeleverd om een perceel te verdelen in 5 loten voor het oprichten van 5 eengezinswoningen, waarvan 4 voor halfopen bebouwing en 1 voor gesloten bebouwing.
Op 04 oktober 2021 werd een omgevingsvergunning verleend voor het herverkavelen van voormeld perceel in 5 loten voor het oprichten van 5 eengezinswoningen, waarvan 4 voor halfopen bebouwing en 1 voor gesloten bebouwing.
De bouwheer is ertoe gehouden om de grijs gekleurde strook langs de Haagstraat en Hulstraat (over te dragen grond - loten 6-7) bestemd voor openbare wegenis, ten kosteloze titel af te staan aan de gemeente ter realisatie van de nieuwe rooilijn.
Het betreft:
Zoals deze goederen (grijs gemarkeerd) staan afgebeeld als loten 6 en 7 op een - blijkens verklaring van partijen, ongewijzigd - metingsplan, opgemaakt door landmeter-expert Johan Willems.
Art. 1: |
De ontwerpakte, met betrekking tot de kosteloze grondafstand van:
goed te keuren, zoals gezien in bijlage.
|
Art. 2: |
De gronden worden geaffecteerd aan het openbaar domein van de gemeente Gavere. |
Art. 3: |
De voorzitter en de algemeen directeur te machtigen om de akte namens de gemeente te ondertekenen. |
Art. 4: |
De FOD Financiën in te lichten over de opname van de percelen in het openbaar domein van de gemeente Gavere. |
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 41 2e lid 11°.
Op 2 mei 2022 werd een omgevingsvergunning verleend voor het verkavelen van een perceel in 3 loten met oog op het oprichten van een open eengezinswoning op lot 2, lot 1 wordt uit de verkaveling uitgesloten en lot 3 wordt afgestaan voor inlijving bij het openbaar domein.
De bouwheer is ertoe gehouden om de geel gemarkeerde stroken langs de Wallebosstraat (over te dragen grond), die bestemd zijn voor openbare wegenis, ten kosteloze titel af te staan aan de gemeente ter realisatie van de nieuwe rooilijn.
Het betreft:
Zoals deze goederen (geel/rood gemarkeerd) staan afgebeeld als loten 3A en 3B op een - blijkens verklaring van partijen, ongewijzigd - metingsplan, opgemaakt door landmeter - expert Noël Martens.
Art. 1: |
De ontwerpakte, met betrekking tot de kosteloze grondafstand van:
goed te keuren, zoals gezien in bijlage
|
Art. 2: |
De gronden worden geaffecteerd aan het openbaar domein van de gemeente Gavere. |
Art. 3: |
De voorzitter en de algemeen directeur te machtigen om de akte namens de gemeente te ondertekenen. |
Art. 4: |
De FOD Financiën in te lichten over de opname van de percelen in het openbaar domein van de gemeente Gavere. |
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 40.
I. Betreffende de principiële keuze voor een volksraadpleging:
Het decreet lokaal bestuur geeft aan gemeenten en openbare centra voor maatschappelijk welzijn de opdracht om inwoners zoveel mogelijk bij het beleid te betrekken. Elke gemeente kan de nodige initiatieven opzetten om de participatie met de inwoners te bevorderen. De gemeentelijke volksraadpleging is een instrument bij uitstek om deze opdracht waar te maken. In een waarachtige democratie is de wil van het volk de ultieme leidraad voor de bestuurders. Dit geldt in het bijzonder voor beleidsdaden die onmiddellijk raken aan de levenskwaliteit van de burgers.
Artikel 1, § 2 van het Decreet Lokaal Bestuur formuleert dit voortreffelijk als volgt:
“de gemeenten beogen om op het lokale niveau duurzaam bij te dragen aan het welzijn van de burgers en verzekeren een burgernabije, democratische, transparante en doelmatige uitoefening van hun bevoegdheden. Ze betrekken de inwoners zoveel mogelijk bij het beleid en zorgen voor openbaarheid van bestuur.”
De volksraadpleging is zonder twijfel de meest directe en doortastende manier om de volkswil tot uiting te brengen en dus ook de hoogste trap van waarachtige democratie, in de letterlijke zin van het woord: bestuur door het volk.
II. Betreffende het inhoudelijk voorwerp van de voorgestelde raadpleging:
Sinds de goedkeuring van het RUP “bedrijventerrein De Meire” in 2008 is de situatie sterk geëvolueerd. De omgeving van deze site (Stationsstraat en Steenweg in Asper) heeft nu reeds te lijden onder grote mobiliteitsdruk en verkeersoverlast. Een bijkomend bedrijventerrein zal dat euvel nog doen toenemen. De mobiliteitsstudie van 15 jaar geleden is duidelijk door de feiten achterhaald. De toegenomen bebouwing, een aantal nieuwe verkavelingen en voortschrijdende appartementisering deden de al hoge bevolkingsdichtheid in Asper nog verder toenemen. De combinatie van verloren gegane open ruimte en bevolkingsaangroei veroorzaakt een acute nood aan groenvoorziening en recreatiemogelijkheden. De Meire komt qua ligging en oppervlakte in aanmerking om deze behoefte in te vullen. De site ligt immers vlakbij de Scheldevallei, bevat nu reeds enkele ecologisch behartenswaardige biotopen en is bovendien niet vrij van overstromingsrisico, wat ze nog minder geschikt maakt als bedrijventerrein.
Zijn we bereid het ecologische belang en de zorg om klimaat en leefbare omgeving sterker te laten doorwegen dan het eventuele economische nut van een bijkomend bedrijventerrein? Kan de directe omgeving die nu al zwaar gebukt gaat onder de verkeersoverlast, een nieuw bedrijventerrein aan bovenop de nabijgelegen industriezone Legen Heirweg? Sluit een herbestemming naar een rustige groene long met zachte recreatie in open lucht niet beter aan bij het ambitieus klimaatplan van de gemeente, dat onze gemeenteraad unaniem heeft goedgekeurd?
Eén en ander plaatst de lokale gemeenschap voor de fundamentele keuze wat er primeert: het economisch nut van een bedrijventerrein (met alle eraan verbonden voor- en nadelen) of het sociaal-ecologisch nut van een groene long waar alle inwoners baat bij hebben? Een lokale volksraadpleging, voorafgegaan door een fair inhoudelijk debat, kan leiden tot een maatschappelijk gedragen antwoord op een cruciale vraag.
Het voorstel van beslissing luidt:
Art.1. Gelet op de decretale mogelijkheid om in materies van groot algemeen belang de burgers de kans te geven om zich in een volksraadpleging uit te spreken, beslist de gemeenteraad van Gavere om over volgende vraag, bij toepassing van artikel 305 tot 308 van het Decreet Lokaal Beleid, een gemeentelijke volksraadpleging te organiseren:
“Moet op de site De Meire aan de Steenweg in Asper in plaats van het geplande bedrijventerrein een openbare groene ontmoetingsplaats komen waar iedereen terecht kan voor kleinschalige zachte recreatie in open lucht?”
Art.2. het college van burgemeester en schepenen te belasten met de tijdige organisatie van dit besluit, rekening houdend met de voorwaarden opgelegd door het decreet lokaal beleid en het besluit van de Vlaamse Regering van 18 mei 2018.
Art. 1: | Het voorstel is verworpen. |
Gemeenteraadsbesluit van 25 februari 2019 houdende huishoudelijk reglement en deontologische code van de gemeenteraad (vervangen gemeenteraadsbesluit van 28 januari 2019).
De briefwisseling gericht aan de voorzitter van de gemeenteraad en die bestemd is voor de gemeenteraad, wordt meegedeeld aan de gemeenteraadsleden.
De verslagen en de einddocumenten van de gemeentelijke adviesraden en overlegstructuren worden ter kennisname voorgelegd aan de gemeenteraad.
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 31.
Gemeenteraadsbesluit van 25 februari 2019 houdende huishoudelijk reglement en deontologische code van de gemeenteraad (vervangen gemeenteraadsbesluit van 28 januari 2019).
De gemeenteraadsleden hebben het recht aan de burgemeester en aan het college van burgemeester en schepenen mondelinge en schriftelijke vragen te stellen.
De voorzitter sluit de zitting op 23/01/2023 om 21:12.
Namens Gemeenteraad,
Serge Ronsse
algemeen directeur
Jean-Pierre Sprangers
voorzitter van de gemeenteraad