Besluit  Gemeenteraad

bevoegheid

Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 186.

juridisch kader

• Programmawet van 20 december 2020, artikel 63 en 64.
• Wet van 17 juni 2021 tot uitbreiding van het rouwverlof bij het overlijden van een partner of een kind en tot het flexibiliseren van het rouwverlof.
• Koninklijk besluit van 28 augustus 1963 betreffende het behoud van het normaal loon van werknemers voor afwezigheidsdagen ter gelegenheid van familiegebeurtenissen of voor de vervulling van staatsburgerlijke verplichtingen of van burgerlijke opdrachten, artikel 2.
• Besluit van de Vlaamse Regering van 12 maart 2021 houdende maatregelen ten gevolge van de pandemie veroorzaakt door COVID-19 en tot wijziging van de minimale voorwaarden voor de rechtspositieregeling van het personeel van de gemeenten, de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en de provincies.
• Koninklijk besluit van 20 juli 2021 houdende uitvoering van art. 100ter, par. 3, tweede lid van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 10 september 2021 tot wijziging van artikel 135 van het besluit van de Vlaamse regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtpositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en artikel 98 van het besluit van de Vlaamse regering van 12 november 2010 houdende de minimale voorwaarden van de personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende de minimale voorwaarden voor sommige aspecten van de rechtspositieregeling van bepaalde personeelsgroepen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.
• Besluit van de Vlaamse regering van 24 september 2021 tot wijziging van artikel 136 en 209 van het besluit van de Vlaamse regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtpositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en artikel 99 van het besluit van de Vlaamse regering van 12 november 2010 houdende de minimale voorwaarden van de personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende de minimale voorwaarden voor sommige aspecten van de rechtspositieregeling van bepaalde personeelsgroepen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.
• Deelakkoord VIA6 - koopkracht publieke sector van 22 december 2020.
• Sectoraal akkoord van 9 juni 2021.
• Gemeenteraadsbesluit van 19 oktober 2020 houdende rechtspositieregeling gemeentepersoneel - vaststellen (vervangen gemeenteraadsbesluit van 18 november 2019).
• Verslag van het managementteam van 23 september 2021.
• Verslag en protocol van het bijzonder onderhandelingscomité van 8 oktober 2021, met inbegrip van de flankerende maatregelen in het kader van de stopzetting van de dienstenchequeonderneming.
• Ontwerp rechtspositieregeling.

motivering

De algemeen directeur zorgt in overleg met het managementteam voor het voorontwerp van de rechtspositieregeling.

Het managementteam besprak het voorontwerp tijdens zijn vergadering van 23 september 2021 en gaf een positief advies.

Het bijzonder onderhandelingscomité besprak het ontwerp tijdens zijn vergadering van 8 oktober 2021 en sloot een protocol van akkoord af.

De belangrijkste wijzigingen hebben betrekking op:

• de uitsluiting van arbeidsovereenkomsten voor studenten uit het toepassingsgebied. 
• de toepassing van het VIA6-deelakkoord van 22 december 2020 en het sectoraal akkoord van 9 juni 2021 voor wat betreft de eindejaarstoelage.
• de schrapping van gelijkgestelde afwezigheden voor de berekening van het aantal ecocheques.
• de vervanging van het adoptieverlof door het opvangverlof en de invoering van het pleegzorgverlof en het pleegouderverlof.
• de optrekking van het geboorteverlof.
• de aanpassing van het rouwverlof voor contractuelen.
• de aanpassing van de loopbaanonderbreking voor mantelzorg.
• de beperking van de dienstvrijstelling voor medische onderzoeken tot de stamtijden.
• de verlenging van de duur van de wervingsreserve voor personeelsleden van de dienstenchequeonderneming.
• de actualisering en verruiming van de specifieke aanwervings- en bevorderingsvoorwaarden.

De overige wijzigingen worden geduid in het ontwerp.