De voorzitter opent de zitting op 29/03/2021 om 20:00.
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 32.
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 277 en 278.
Elk gemeenteraadslid heeft het recht tijdens de vergadering opmerkingen te maken over de redactie van de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering. Als die opmerkingen door de gemeenteraad worden aangenomen, worden de notulen en het zittingsverslag in die zin aangepast.
Als er geen opmerkingen worden gemaakt over de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering worden de notulen en het zittingsverslag als goedgekeurd beschouwd en worden ze ondertekend door de voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur.
Art. 1: |
De notulen van de zitting van de gemeenteraad van 22 februari 2021 goed te keuren. |
Art. 2: |
Het verslag van de zitting van de gemeenteraad van 22 februari 2021 goed te keuren. |
Volgens het Onroerenderfgoeddecreet is een kerkenbeleidsplan "een schriftelijk document dat eerst door het representatief orgaan van de betrokken eredienst en vervolgens door de gemeente- of de provincieraad werd goedgekeurd en dat een lokaal gedragen langetermijnvisie biedt voor alle gebouwen die bestemd zijn voor de betrokken eredienst op het grondgebied van de gemeente of provincie. De langetermijnvisie moet minimaal volgende basisgegevens bevatten: a) een beschrijving van de betrokken gebouwen bestemd voor de eredienst, met onder meer hun cultuurhistorische waarde, hun architecturale mogelijkheden, hun bouwfysische toestand; b) de situering van elk gebouw bestemd voor de eredienst in zijn ruimtelijke omgeving; c) een beschrijving van het actueel gebruik en de actuele functie van de betrokken gebouwen bestemd voor de eredienst en d) een onderbouwde visie op het toekomstig gebruik en de toekomstige functie van de betrokken gebouwen, inclusief een plan van aanpak hoe de toekomstige invulling met nevenfuncties of herbestemming ervan zal worden onderzocht."
Het beschikken over een kerkenbeleidsplan is een voorwaarde voor het ontvangen van (verhoogde) erfgoedpremies voor beschermde monumenten (die bestemd zijn voor een erkende eredienst). Het kerkenbeleidsplan of de datum van de bezorging van het kerkenbeleidsplan aan het agentschap Onroerend Erfgoed moet steeds deel uitmaken van het aanvraagdossier.
Het kerkenbeleidsplan werd goedgekeurd door het bisdom Gent op 25 juli 2017 en door de gemeenteraad op 11 september 2017.
Het kerkenbeleidsplan bevat een toekomstvisie op korte, middellange en lange termijn. Het jaar 2020 vormde het scharnierjaar tussen de korte en de middellange termijn: op basis van een evaluatie van het gebruik van de gebouwen van de erediensten diende nagegaan te worden of het kerkenbeleidsplan nog actueel was en of er wijziging noodzakelijk waren. Het besluit tot actualisering werd genomen op 27 januari 2020 tijdens het overleg tussen het centraal kerkbestuur en de gemeente. De actualisering van het kerkenbeleidsplan neemt de vorm aan van een addendum dat aan het oorspronkelijk kerkenbeleidsplan wordt toegevoegd en dat opnieuw door zowel de bisschop als de gemeenteraad dient goedgekeurd te worden.
De stuurgroep, bestaande uit de leden van de burgerlijke werkgroep en van de kerkelijke werkgroep, heeft de actualisatie aangevat op 12 februari 2020. Het ontwerp-addendum werd aan een openbaar onderzoek onderworpen tussen 31 augustus en 30 september 2020. De stuurgroep bereikte een consensus over de actualisatie op 9 december 2020.
De visie op korte termijn (2020-2025) kan als volgt samengevat worden:
De bisschop van Gent gaf zijn goedkeuring aan het addendum op 11 maart 2021.
Art. 1: | Addendum 1 van het kerkenbeleidsplan goed te keuren, zoals gezien in bijlage. |
Art. 2: | Een afschrift van deze beslissing over te maken aan:
|
Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, artikel 43.
Het centraal kerkbestuur dient de meerjarenplanwijzigingen van de kerkfabrieken gecoördineerd in bij de gemeente nadat het advies van het erkend representatief orgaan werd ontvangen.
De meerjarenplanwijziging werd bij de gemeente ingediend op 16 februari 2021. Het advies van het bisdom werd digitaal ontvangen op 12 februari 2021.
De gemeente dient zich over de meerjarenplanwijziging uit te spreken binnen een termijn van 100 dagen na ontvangst van het advies van het bisdom. Deze termijn verstrijkt 24 mei 2021.
Op 30 november 2020 vond een overleg plaats tussen de kerkfabriek en de gemeente omtrent dringende herstellingswerken aan de kerk. Er werd een raming opgemaakt door de dienst infrastructuur. Voor deze werken werd een investeringstoelage van € 50.000 ingeschreven in de meerjarenplanaanpassing 1 2020-2025 van de gemeente.
In de meerjarenplanwijziging van de kerkfabriek wordt deze investering voor dringende herstellingswerken aan het kerkgebouw nu ook ingeschreven op boekjaar 2021.
De gemeentelijke exploitatietoelage bedraagt volgens het meerjarenplan van kerkfabriek Sint-Amandus Gavere € 39.566,13. De gebudgetteerde gemeentelijke bijdrage voor 2021 bedraagt € 11.997,20, de gemeentelijke exploitatietoelage in de voorliggende meerjarenplanwijziging 1 2020-2025 is ongewijzigd en blijft bijgevolg binnen het bedrag van het goedgekeurd meerjarenplan.
De gebudgetteerde gemeentelijke investeringstoelage bedraagt volgens het meerjarenplan van kerkfabriek Sint-Amandus Gavere € 0. De gebudgetteerde gemeentelijke investeringstoelage voor 2021 bedraagt € 50.000. De gemeentelijke investeringstoelage in meerjarenplanwijziging 1 2020-2025 van kerkfabriek Sint-Amandus Gavere stijgt met € 50.000.
Art. 1: | De meerjarenplanwijziging 1 2020-2025 van de kerkfabriek Sint-Amandus Gavere goed te keuren, zoals gezien in bijlage. |
Art. 2: | Een afschrift van deze beslissing zal overgemaakt worden aan het bisdom Gent, aan de kerkfabriek Sint-Amandus Gavere en aan het centraal kerkbestuur. |
Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, artikel 48 en 50.
Het centraal kerkbestuur dient de budgetten van de kerkfabrieken gecoördineerd in bij de gemeente nadat het advies van het erkend representatief orgaan werd ontvangen. De gemeente beschikt over een termijn van 50 dagen om zich uit te spreken over de ingediende budgetwijziging. Met betrekking tot de budgetwijziging 1 2021 van de kerkfabriek Sint-Amandus Gavere vangt deze termijn aan op 12 februari 2021 en eindigt op 7 april 2021.
De gemeentelijke exploitatietoelage bedraagt volgens het meerjarenplan van kerkfabriek Sint-Amandus Gavere € 39.566,13. De gebudgetteerde exploitatietoelage voor 2021 bedraagt voor dit boekjaar € 11.997,20. De gemeentelijke exploitatietoelage in de voorliggende budgetwijziging 1 2021 is ongewijzigd en blijft bijgevolg binnen het bedrag van het goedgekeurd meerjarenplan.
De gebudgetteerde gemeentelijke investeringstoelage bedraagt volgens het meerjarenplan van kerkfabriek Sint-Amandus Gavere € 0. De gemeentelijke investeringstoelage in de budgetwijziging 1 2021 stijgt van € 0 tot € 50.000 voor dringende herstellingswerken aan de kerk en blijft binnen het bedrag van het goedgekeurd meerjarenplan.
De financieel directeur verleende op 8 maart 2021 zijn visum voor de investeringsdotatie van € 50.000 aan kerkfabriek Sint-Amandus Gavere.
Art. 1: | Kennis te nemen van de budgetwijziging 1 2021 van de kerkfabriek Sint-Amandus Gavere, zoals gezien in bijlage. |
Art. 2: | Een afschrift van deze beslissing zal overgemaakt worden aan het bisdom Gent, aan de kerkfabriek Sint-Amandus Gavere en aan het centraal kerkbestuur. |
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 40 en 41.
De uitoefening en de organisatie van ambulante activiteiten op openbaar markten en op het openbaar domein wordt geregeld bij gemeentelijk reglement. De gemeenteraad is bevoegd voor het vaststellen van gemeentelijke reglementen.
De belangrijkste wijzigingen hebben betrekking op:
Het retributiereglement bevat een impliciete beperking op het aantal standplaatsen per ambulante handelaar per week. Er worden immers maar 2 tarieftypes aangeboden: 1 standplaats per week of 2 standplaatsen per week. Het is wenselijk om deze beperking ook in te schrijven in onderhavig reglement. Het college van burgemeester stelt voor - om het aanbod voldoende diverse te houden - om de standplaatsen te beperken tot 2 per week. Het college stelt verder voor om het aantal standplaatsen per week per vaste locatie te beperken tot 1, zodat het aanbod gespreid wordt over de deelgemeenten.
Daarnaast is het evenmin wenselijk dat meerdere ambulante handelaars gelijktijdig op dezelfde locatie aanwezig zouden zijn.
Volgens de wet van 10 november 2006 betreffende de openingsuren in handel, ambacht en dienstverlening is de toegang van de consument tot de vestigingseenheid en de verkoop van producten of diensten aan de consument in de vestigingseenheid verboden:
Daarenboven is het volgens artikel 62 van het GAS-reglement en artikel 561 van het Strafwetboek verboden om de nachtrust te verstoren tussen 22u en 7u. Het is daarom vanuit het oogpunt van openbare orde en openbare rust wenselijk om de ambulante handel te beperken in de tijd.
Afdeling 1 - algemene bepalingen |
|
Art. 1: |
Toepassingsgebied §1. De uitoefening en de organisatie van ambulante activiteiten op de openbare markten en op het openbaar domein wordt geregeld door:
Dit reglement bevat aanvullende voorschriften op de voornoemde wet en het voornoemde koninklijk besluit. Wat niet in dit reglement geregeld is, verloopt bijgevolg overeenkomstig de voornoemde wet en het voornoemde koninklijk besluit. §2. De personen die voldoen aan de voorwaarden tot het verkrijgen en innemen van de standplaatsen op de openbare markt, kunnen standplaatsen op het openbaar domein verkrijgen en innemen. De bepalingen inzake toewijzing, identificatievereiste, geldigheidsduur, opheffing, overdracht, schorsing of intrekking van abonnementen op de openbare markt gelden tevens op het openbaar domein. |
Art. 2: |
Definities
|
Art. 3: |
Bevoegdheden §1. De gemeenteraad machtigt het college van burgemeester en schepenen om - binnen de grenzen van het vastgestelde plan van de standplaatsen - de markt in te delen en wijzigingen op te nemen. Het college van burgemeester en schepenen zal voor elke standplaats de ligging, de grootte en het gebruik bepalen. Het college van burgemeester en schepenen is eveneens bevoegd om de markten in geval van hoogdringendheid tijdelijk te verplaatsen. §2. Het college van burgemeester en schepenen of zijn gemachtigde kan:
|
Art. 4: |
Verplichte documenten De machtiging ambulante handel is alleen geldig als de volgende documenten erbij gevoegd zijn:
De machtiging en de bovenstaande documenten worden voorgelegd op elk verzoek van de personen, vermeld in artikel 11 §1 van de wet, en artikel 3 van onderhavig reglement. Het college van burgemeester en schepenen zal de machtiging en de documenten bij de toekenning van een standplaats en nadien periodiek en steekproefsgewijs controleren. |
Art. 5: |
Identificatievereiste bij uitoefenen ambulante activiteiten Elke persoon die een ambulante activiteit uitoefent, dient zich te identificeren aan de hand van een leesbaar uithangbord, zichtbaar geplaatst op het kraam of het voertuig, indien hij de activiteit aan het kraam of het voertuig uitoefent. Het bord moet eveneens door de aangestelden aangebracht worden wanneer deze alleen werken. Het bord bevat volgende vermeldingen:
|
Afdeling 2 - organisatie van ambulante activiteiten op de openbare markten | |
Art. 6: |
Gegevens van openbare markten De gemeente richt op het openbaar domein volgende openbare markten in: Wekelijkse maandagmarkt
|
Art. 7: |
Voorwaarden inzake toewijzing standplaatsen § 1. De standplaatsen op de openbare markt kunnen enkel toegewezen worden aan:
§2. Teneinde de diversiteit van het aanbod te waarborgen is het aantal standplaatsen per onderneming beperkt tot twee. |
Art. 8: |
Voorwaarden inzake inname standplaatsen De standplaatsen op de openbare markt kunnen ingenomen worden door:
De personen opgesomd in b. tot e. kunnen de standplaatsen innemen, toegewezen of onderverhuurd aan de natuurlijke persoon of rechtspersoon voor wiens rekening of in wiens dienst zij de activiteit uitoefenen, buiten de aanwezigheid van de persoon aan wie of door middel van wie de standplaats werd toegewezen of onderverhuurd. |
Art. 9: |
Verhouding abonnementen – losse plaatsen De standplaatsen op de openbare markt worden toegewezen:
|
Art. 10: |
Toewijzingsregels voor losse plaatsen §1. De aanvragen van losse standplaatsen voor de marktdag worden toegewezen volgens de chronologische volgorde van hun indiening en, in voorkomend geval, op basis van gevraagde standplaats en specialisatie. Als twee of meer aanvragen gelijktijdig ingediend worden, wordt de volgorde van toewijzing bij loting bepaald. De kandidaatstelling gebeurt door middel van het ter beschikking gestelde formulier. Voor de voorafgaande inschrijving en toewijzing houdt het college van burgemeester en schepenen een openbaar register bij. Het college van burgemeester en schepenen maakt de toewijzing van de standplaats bekend aan de aanvrager:
§2. De toewijzing van losse plaatsen op de marktdag gebeurt volgens de chronologische volgorde van aankomst op de markt, in voorkomend geval op basis van de gevraagde standplaats en specialisatie. Wanneer de volgorde van aankomst op de markt tussen twee of meerdere kandidaten niet kan uitgemaakt worden, gebeurt de toekenning van de standplaats bij loting. De houder van de machtiging als werkgever moet bij de toewijzing van de standplaats aanwezig zijn. |
Art. 11: |
Toewijzingsregels per abonnement 11.1. Bekendmaken vrijgekomen standplaats Wanneer een standplaats die per abonnement toegewezen wordt, vrijkomt, gaat het college van burgemeester en schepenen na of er een geschikte kandidaat is in het register van kandidaturen. Als het register geen geschikte kandidaten bevat, zal deze vacature bekend gemaakt worden door publicatie van een kennisgeving. Deze kennisgeving gebeurt minstens door middel van een bericht in de gemeentelijke nieuwsbrief en/of via de gemeentelijke website. 11.2. Kandidatuurstelling standplaats De kandidaturen kunnen ingediend worden na een melding van vacature of op elk ander tijdstip door middel van de ter beschikking gestelde formulier. Onvolledige aanvragen zullen niet in aanmerking worden genomen. Op deze aanvraag volgt de onmiddellijke afgifte of het versturen van een ontvangstbewijs met vermelding van datum van inschrijving en volgorde in het register van de kandidaten en de informatie over zijn recht om het register van de kandidaturen te raadplegen. 11.3. Register van de kandidaturen Alle kandidaturen worden naargelang hun ontvangst chronologisch bijgehouden in een register van kandidaturen. Zij worden geklasseerd volgens de categorie en dan, in voorkomend geval, volgens de gevraagde standplaats en specialisatie en tenslotte volgens datum (overhandiging, indiening bij de post of ontvangst op duurzame drager (bijvoorbeeld e-mailbericht met lees- en ontvangstbevestiging)). De kandidaturen blijven geldig zolang ze niet werden nagekomen of ingetrokken door hun auteur. Om de 2 jaar dienen de kandidaten opgenomen in het register hun kandidatuur te bevestigen om in het register opgenomen te blijven. Dit register kan steeds geraadpleegd worden overeenkomstig de toepasselijke wettelijke bepalingen inzake openbaarheid van bestuur. 11.4 Volgorde van toekenning van de standplaatsen De kandidaten hebben in eerste plaats voorrang volgens categorie:
Verder worden binnen elke categorie de standplaatsen toegewezen, in voorkomend geval, volgens specialisatie en de gevraagde standplaats en de chronologische volgorde van indiening van de aanvragen. Wanneer twee of meerdere aanvragen behorend tot dezelfde categorie tezelfdertijd ingediend worden, wordt als volgt voorrang gegeven :
11.5. Bekendmaking van de toewijzing van de standplaatsen De toewijzing van de standplaats wordt bekend gemaakt aan de aanvrager:
11.6. Het register van de standplaatsen toegewezen per abonnement Een plan en een register wordt bijgehouden waarin voor elke standplaats toegewezen per abonnement vermeld staat:
Dit register kan steeds geraadpleegd worden overeenkomstig de toepasselijke wettelijke bepalingen inzake openbaarheid van bestuur. |
Art. 12: |
Duur abonnement De abonnementen worden toegekend voor de duur van 1 kwartaal. Na verloop van deze termijn worden zij stilzwijgend verlengd. |
Art. 13: |
Opschorting van het abonnement De houder van een abonnement kan het abonnement opschorten voor een voorziene periode van tenminste een maand wanneer hij ongeschikt is zijn activiteit uit te oefenen:
De opschorting gaat in de dag waarop de gemeente op de hoogte gebracht wordt van de ongeschiktheid en houdt op ten laatste vijf dagen na de melding van het hernemen van de activiteiten. Na afloop van de opschorting krijgt de geabonneerde zijn standplaats terug. De opschorting impliceert de opschorting van de wederzijdse verplichtingen die uit de overeenkomst voorkomen. Gedurende de periode van opschorting kan de standplaats toegewezen worden als losse plaats. De aanvragen van opschorting, herneming of opzegging van een abonnement worden betekend volgens één van de vermelde modaliteiten:
|
Art. 14: |
Afstand van het abonnement De houder van een abonnement kan afstand doen van het abonnement:
De rechthebbenden van de natuurlijke persoon die voor eigen rekening zijn activiteit uitoefent, kunnen bij zijn overlijden, zonder vooropzeg afstand doen van het abonnement waarvan hij de houder was. De aanvragen van opschorting, herneming of opzegging van een abonnement worden betekend volgens één van de vermelde modaliteiten:
|
Art. 15: |
Schorsing of intrekking van abonnement §1. Het abonnement kan door het college van burgemeester en schepenen geschorst of ingetrokken worden in volgende gevallen:
§2. Een seizoensgebonden activiteit is in het algemeen een activiteit die betrekking heeft op producten of diensten die wegens hun aard of traditie slechts gedurende een periode van het jaar verkocht worden. De abonnementen die toegekend worden voor de verkoop van hoger vernoemde activiteiten worden geschorst gedurende de periode van non-activiteit. Gedurende de periode van non-activiteit kunnen deze standplaatsen toegewezen worden als losse standplaatsen. |
Art. 16: |
Vooropzeg vanuit de gemeente Wanneer een deel van de markt of alle standplaatsen definitief worden opgeheven, geldt een termijn van vooropzeg aan de houders van een standplaats per abonnement van 6 maanden. Van dit termijn kan afgeweken worden ingeval van dringende noodwendigheid. Deze personen krijgen voorrang bij het toekennen van een vacante standplaats per abonnement. |
Art. 17: |
Overdracht standplaats De overdracht van standplaatsen met abonnement is toegelaten als de overnemer houder is van een machtiging tot het uitoefenen van ambulante activiteiten als werkgever en de specialisatie van de overlater voortzet op de overgedragen standplaats, tenzij als het college van burgemeester en schepenen een wijziging van specialisatie toestaat. Binnen het eerste jaar na de overdracht kan een standplaats niet opnieuw worden overgedragen, behalve na de expliciete goedkeuring van het college van burgemeester en schepenen. De overdracht is geldig voor de resterende geldigheidsduur van het abonnement van de overlater. Ingeval van overdracht wordt het abonnement eveneens stilzwijgend vernieuwd. De inname van de overgedragen standplaatsen door de overnemer is pas toegelaten als het college van burgemeester en schepenen heeft vastgesteld dat:
|
Art. 18: |
Na te leven schikkingen van de standhouders Volgende richtlijnen dienen door elke standhouder nageleefd te worden:
|
Afdeling 3 - organisatie van ambulante activiteiten op het openbaar domein buiten de openbare markten |
|
Art. 19: |
Toepassingsgebied §1. Eenieder die een standplaats wenst in te nemen op één of meerdere plaatsen van het openbaar domein, op tijdelijke vaste wijze of op rondtrekkende wijze, buiten de openbare markten om ambulante activiteiten uit te oefenen dient dit voorafgaand aan te vragen bij het college van burgemeester en schepenen. Het op tijdelijk vaste wijze een standplaats innemen op het openbaar domein buiten de openbare markten voor het uitoefenen van ambulante activiteiten is slechts toegelaten op de volgende locaties:
Het op tijdelijk vaste wijze een standplaats innemen op het openbaar domein buiten de openbare markten voor het uitoefenen van ambulante activiteiten is beperkt tot
De locaties worden door het college van burgemeester en schepenen afgebakend in tijd en ruimte door middel van een aanvullend politiereglement.
§2. Deze toelating dient minstens één maand voorafgaand aan het uitoefenen van de ambulante activiteit aangevraagd te worden door middel van het ter beschikking gestelde formulier. |
Art. 20: |
Toekenning standplaats In geval van positieve beslissing verkrijgt de aanvrager een toelating met daarin vermeld:
De gevraagde toelating kan geweigerd worden omwille van één of meerdere van onderstaande redenen:
Het college van burgemeester en schepenen zal deze reden(en) objectief en grondig motiveren in zijn kennisgeving van de negatieve beslissing aan de aanvrager en verwijst tevens naar rechtsmiddelen inzake beroep. In alle geval kunnen geen ambulante activiteiten worden ingericht op de openbare weg op:
|
Art. 21: |
Na te leven schikkingen De ingenomen plaats van de handelaar en die van zijn klanten mogen geen belemmering betekenen voor andere - door de gemeente goedgekeurde - georganiseerde activiteiten. Bovendien mag noch de handelaar noch zijn klanten enige verkeershinder veroorzaken. |
Afdeling 4 - slotbepalingen |
|
Art. 22: |
§1. Onderhavige beslissing vervangt met ingang van 1 april 2021 het gemeentebesluit van 14 december 2020 houdende organisatie van ambulante activiteiten op de openbare markten en op het openbaar domein - vaststellen reglement (vervangen gemeenteraadsbesluit van 26 maart 2018). §2. Standplaatsen toegekend vóór 29 maart 2021 kunnen worden tot en met 31 december 2021 worden ingenomen overeenkomstig de bepalingen van het gemeentebesluit van 14 december 2020 houdende organisatie van ambulante activiteiten op de openbare markten en op het openbaar domein - vaststellen reglement (vervangen gemeenteraadsbesluit van 26 maart 2018). |
Art. 23: |
Onderhavig reglement wordt bekend gemaakt overeenkomstig de bepalingen in het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 286 en 287. |
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 41 2e lid 11°.
Op 27 november 2002 werd een verkavelingsvergunning afgeleverd voor het verkavelen van gronden in zeven loten, gelegen te Gavere - Vurste, Borgwalstraat, kadastraal gekend als Gavere 3de afdeling Sie A nrs. 104 D, 104 E en 106 A.
Op 6 mei 2011 werd een verkavelingsvergunning afgeleverd voor het verkavelen van gronden in vijf loten, gelegen te Gavere - Vurste, Teirlinckhof, kadastraal gekend Gavere 3de afdeling Sie A nrs. 100 E, 100 F, 100 G, 100 H, 102 B, 102 C, 102 D, 102 F, 103 R en 104 P.
De ontwerpen voorzien hiervoor in de aanleg van nieuwe wegenis en riolering, de uitbreiding van het waterbedelingsnet, aardgas-, elektriciteits- en ICS-net en de openbare verlichting.
De verkavelaar is ertoe gehouden volgens de voorwaarden van de verkaveling de openbare wegen, nutsvoorzieningen en groenzone kosteloos af te staan aan de gemeente.
Het betreft:
Uit bijgevoegde attesten blijkt dat er geen gegevens beschikbaar zijn bij OVAM.
Art. 1: |
De ontwerpakte, met betrekking tot de kosteloze grondafstand van
|
Art. 2: |
De gronden worden geaffecteerd aan het openbaar domein van de gemeente Gavere. |
Art. 3: |
De voorzitter en de algemeen directeur te machtigen om de akte namens de gemeente te ondertekenen. |
Art. 4: |
De FOD Financiën in te lichten over de opname van het perceel in het openbaar domein van de gemeente Gavere. |
Art. 5: |
Bij de ondertekening van de overdrachtsakte zal er een volledig postinterventiedossier voor fase I en fase II overhandigd worden door de verkavelaar. |
Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, artikel 21.
Op 14 oktober 2019 werd een verzoekschrift ontvangen om een deel van de gemeenteweg nr. 30 op te heffen. Op 20 april 2020 stelde de gemeenteraad het niet-gebruik van de gemeenteweg vast en besliste de gemeenteraad om de opheffingsprocedure op te starten.
Ter vervollediging van het dossier werd op 15 juni 2020 een grafisch plan opgemaakt door landmeter-expert Sybille Declercq waarbij het op te heffen tracé wordt verduidelijkt en dit volgens de voorschriften van het decreet.
De opheffing van een gemeenteweg kan aanleiding geven tot een waardevermindering of een waardevermeerdering van de gronden waarop de gemeenteweg gesitueerd is. Artikel 28 van het decreet houdende de gemeentewegen stelt over de berekening het volgende:
Er werd een verslag van de waardebepaling opgemaakt op 19 november 2020 met vermelding van de huidige venale waarde van de getroffen percelen. In totaal worden 6 percelen getroffen door de afschaffing. De totale waarde bedraagt € 50.652,32.
Op het grafisch plan is duidelijk te zien dan de gemeenteweg op verschillende plaatsen is bebouwd en dit conform de afgeleverde vergunningen. Conform artikel 28 §2 van het decreet houdende de gemeentewegen wordt de waardevermeerdering wegens de feitelijke verdwijning en de bebouwing op het industriegebied geacht nihil te zijn.
De gemeenteraad stelt het grafisch plan van de voorgestelde opheffing van de gemeenteweg voorlopig vast, waarna gedurende 30 dagen een openbaar onderzoek wordt georganiseerd. Tijdens deze periode worden ook de nodige adviezen opgevraagd bij het provinciebestuur Oost-Vlaanderen en het departement MOW. Na deze periode komt het aan de gemeenteraad toe om de opheffing definitief vast te stellen.
Art. 1: |
Het grafisch plan van de voorgestelde opheffing van gemeenteweg nr. 30 voorlopig vast te stellen, zoals aangeduid op bijgevoegd plan van 15 juni 2020 opgemaakt door landmeter-expert Sybille Declercq. |
Art. 2: |
Het college van burgemeester en schepenen te gelasten met het voorgeschreven openbaar onderzoek. |
Elke gesubsidieerde basisschool dient over een schoolraad te beschikken. De schoolraad bestaat uit een vertegenwoordiging van de ouders, het personeel en de lokale gemeenschap. Elke geleding telt een gelijk aantal leden en dient bij de oprichting over minstens 2 leden te beschikken in de schoolraad.
Het schoolbestuur kan waarborgen uitwerken voor de vertegenwoordiging van de verschillende vestigingsplaatsen. Het is aangewezen om voor de geledingen van de ouders en het personeel telkens minstens 1 persoon uit elke vestigingsplaats in de schoolraad te hebben.
Als er een pedagogische raad of ouderraad bestaat, wordt de betrokken geleding in de schoolraad samengesteld uit afgevaardigden, aangeduid door en uit deze raad. Als een pedagogische raad of ouderraad ervoor opteert om geen gebruik te maken van hun recht om leden voor hun geleding in de schoolraad aan te duiden, of als er geen pedagogische raad of ouderraad is, zal er voor de samenstelling van die geleding(en) een verkiezing plaatsvinden. Het schoolbestuur of zijn gemandateerde bepaalt de verdere uitwerking van de verkiezingsprocedure en waarborgt daarbij dat iedereen die verkiesbaar is zich kandidaat kan stellen en dat iedereen die stemgerechtigd is kan stemmen. Indien er minder kandidaten zijn dan het aantal toe te wijzen mandaten of indien het aantal kandidaten gelijk is aan het aantal toe te wijzen mandaten, dan zijn de kandidaten die op de kandidatenlijst worden vermeld, van rechtswege verkozen en wordt de verkiezingsprocedure als beëindigd beschouwd.
Er bestaat geen pedagogische raad. De vertegenwoordigers van de leerkrachten dienen aangeduid te worden overeenkomstig de verkiezingsprocedure vastgesteld door het schoolbestuur. Er waren evenwel niet meer kandidaten dan het aantal te begeven zetels, zodat de kandidaten van rechtswege als verkozen worden beschouwd.
Er bestaat een ouderraad, overkoepelend over de Gemeentelijke Basisschool De Vierklaver BGV en de Gemeentelijke Basisschool De Vierklaver A. De vertegenwoordigers van de ouders in de schoolraad werden aangeduid door de ouderraad.
De vertegenwoordigers van de ouders en de leerkrachten coöpteren onmiddellijk na hun aanduiding bij consensus de leden van de lokale gemeenschap.
De huidige schoolraad trad op 1 april 2017 in functie. De schoolraad dient elke 4 jaar vernieuwd te worden. De nieuwe schoolraad zal dus in functie treden op 1 april 2021.
Art. 1: |
De huidige schoolraad van:
|
Art. 2: |
De nieuwe schoolraad van:
treedt op 1 april 2021 in functie. Het aantal mandaten wordt als volgt vastgelegd:
|
Art. 3: |
Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van deze beslissing. |
Art. 4: |
De nieuwe schoolraad te verzoeken om uiterlijk op 1 juni 2021 een huishoudelijk reglement, zoals bedoeld in artikel 23 van het decreet van 2 april 2004, ter kennisname voor te leggen aan de gemeenteraad. |
Art. 5: |
Een afschrift van deze beslissing over te maken aan de gemeentelijke basisscholen De Vierklaver A en BGV en de overkoepelde ouderraad in kennis te stellen van deze beslissing. |
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 40.
Gavere durft/ N-VA wil hierbij nogmaals aandringen een onderzoek op te starten om de bestaande zone 30 (deel Kasteeldreef en Molenstraat) uit te breiden naar het ganse centrum, zijnde voornamelijk de Markt, de Kloosterstraat, Onderstraat, Scheldestraat en de Kasteeldreef tot aan het rondpunt.
Omwille van de belangrijkheid van het veiligheidsprincipe herhalen wij dit reeds eerder gesteld punt.
Overwegende dat:
Het voorstel van beslissing luidt:
Art. 1: | Het College is bereid deze vraag bespreekbaar te maken. |
Art. 2: | Het College is bereid deze vraag op korte termijn bovendien te agenderen op een vergadering van de Overlegstructuur Verkeer en Mobiliteit, ongeacht het feit of er nu over enkele maanden werken doorgaan op de Markt of niet. |
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 40.
Gavere durft/ N-VA wil hierbij aandringen om vanuit veiligheidsoverwegingen een gedegen, functionele afscherming te plaatsen tussen de achterzijde van de Mobipunt-parking en de Schelde.
Overwegende dat:
Het voorstel van beslissing luidt:
Art. 1: | De gemeenteraad neemt kennis van het antwoord van het college van burgemeester en schepenen, met name dat de bestaande afscherming zal vervanging worden door een haag en groenbeplanting, en indien ontoereikend met een extra fysieke afscherming. |
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 40.
Gavere durft/ N-VA wil hierbij een motie richten tot de gemeenteraad met de uitdrukkelijke vraag vooralsnog tot een veel meer doorwerkt advies te komen of Gavere nu beter deel uitmaakt van regio Gent of regio Vlaamse Ardennen. Gavere durft/ N-VA is er hard van overtuigd dat Gavere beter behoort tot de regio Vlaamse Ardennen.
Overwegende dat:
Het voorstel van beslissing luidt:
Art. 1: | Het voorstel is verworpen. |
Gemeenteraadsbesluit van 25 februari 2019 houdende huishoudelijk reglement en deontologische code van de gemeenteraad (vervangen gemeenteraadsbesluit van 28 januari 2019).
De briefwisseling gericht aan de voorzitter van de gemeenteraad en die bestemd is voor de gemeenteraad, wordt meegedeeld aan de gemeenteraadsleden.
De verslagen en de einddocumenten van de gemeentelijke adviesraden en overlegstructuren worden ter kennisname voorgelegd aan de gemeenteraad.
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 31.
Gemeenteraadsbesluit van 25 februari 2019 houdende huishoudelijk reglement en deontologische code van de gemeenteraad (vervangen gemeenteraadsbesluit van 28 januari 2019).
De gemeenteraadsleden hebben het recht aan de burgemeester en aan het college van burgemeester en schepenen mondelinge en schriftelijke vragen te stellen.
De voorzitter sluit de zitting op 29/03/2021 om 21:22.
Namens Gemeenteraad,
Serge Ronsse
algemeen directeur
Dieter De Mets
voorzitter van de gemeenteraad