De voorzitter opent de zitting op 24/04/2023 om 20:00.
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 32.
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 277 en 278.
Elk gemeenteraadslid heeft het recht tijdens de vergadering opmerkingen te maken over de redactie van de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering. Als die opmerkingen door de gemeenteraad worden aangenomen, worden de notulen en het zittingsverslag in die zin aangepast.
Als er geen opmerkingen worden gemaakt over de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering worden de notulen en het zittingsverslag als goedgekeurd beschouwd en worden ze ondertekend door de voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur.
Art. 1: |
De notulen van de zitting van de gemeenteraad van 27 maart 2023 goed te keuren. |
Art. 2: |
Het verslag van de zitting van de gemeenteraad van 27 maart 2023 goed te keuren. |
De jaarrekening wordt jaarlijks ter goedkeuring voorgelegd aan de deelnemende gemeenten. Samen met de jaarrekening wordt aan de gemeenten een jaarverslag ter beschikking gesteld en ter goedkeuring voorgelegd. De jaarlijkse evaluatie van de interlokale vereniging gebeurt ter gelegenheid van de bespreking van het jaarverslag.
De jaarrekening 2022 werd als volgt goedgekeurd door de algemene vergadering van de Burensportdienst Leiestreek op 14 maart 2023:
Art. 1: | De jaarrekening 2022 en het bijhorende jaarverslag van de Interlokale Vereniging Burensportdienst Leiestreek goed te keuren, zoals gezien in bijlage. |
Art. 2: | Een afschrift van deze beslissing over te maken aan de Interlokale Vereniging Burensportdienst Leiestreek. |
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 432.
De deelnemende gemeenten worden uitgenodigd om een vertegenwoordiging af te vaardigen in de buitengewone algemene vergadering van Westlede.
Op de gemeenteraad van 28 januari 2019 werd mevrouw Peggy Demoor, schepen, aangeduid als vertegenwoordiger en de heer Denis Dierick, burgemeester, aangeduid als plaatsvervangend vertegenwoordiger voor de volledige legislatuur.
De agenda van de buitengewone algemene vergadering van 30 mei 2023 bevat de volgende punten:
Ter voorbereiding zijn de beschikbare bijlagen en stavingsstukken toegevoegd aan het dossier.
De gemeenteraad sprak zich reeds op 27 maart 2023 uit over de agenda van de buitengewone algemene vergadering van 30 mei 2023. IGS Westlede annuleerde evenwel de agendapunten en vroeg om deze als nietig te beschouwen. Op 3 april 2023 stuurde IGS Westlede een nieuwe agenda voor de zitting van 30 mei 2023.
Art. 1: |
De gemeenteraad neemt kennis van de agenda die zal behandeld worden op de buitengewone algemene vergadering van Intergemeentelijke samenwerking (IGS) Westlede op 30 mei 2023 en hecht zijn goedkeuring aan de punten die dit vereisen:
|
Art. 2: |
De vertegenwoordiger en/of zijn plaatsvervanger die zal deelnemen aan de algemene vergadering wordt opgedragen zijn stemgedrag af te stemmen op de beslissing genomen in de gemeenteraad van heden inzake onderhavige aangelegenheid. |
Art. 3: |
Onderhavige beslissing vervangt het gemeenteraadsbesluit van 27 maart 2023 houdende intergemeentelijke samenwerking (IGS) Westlede - kennisname agenda buitengewone algemene vergadering 30 mei 2023 en goedkeuren statutenwijziging. |
Art. 4: |
Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van de hierbij genomen beslissing en zal onder meer kennis hiervan verrichten aan het secretariaat van Westlede, Smalle Heerweg 60, 9080 Lochristi (via e-mail aan 30052023avwl@westlede.be). |
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 432.
De deelnemende gemeenten worden uitgenodigd om een vertegenwoordiging af te vaardigen in de algemene vergadering van Veneco op 8 juni 2023.
Op de gemeenteraad van 28 januari 2019 werd de heer Denis Dierick, burgemeester, aangeduid als vertegenwoordiger en de heer Christophe De Boever, schepen, als plaatsvervangend vertegenwoordiger in de algemene vergadering.
De agenda van de algemene vergadering van 8 juni 2023 bevat de volgende agendapunten:
Ter voorbereiding zijn de beschikbare bijlagen en stavingsstukken toegevoegd aan het dossier.
Art. 1: |
Kennis te nemen van de agenda die zal behandeld worden op de algemene vergadering van de dienstverlenende vereniging Veneco op 8 juni 2023 en zijn goedkeuring te hechten aan de punten die dit vereisen:
|
Art. 2: |
Burgemeester Denis Dierick, wonende te Muntekouter 3, 9890 Gavere te bevestigen als vertegenwoordiger om deel te nemen aan de algemene vergadering van de dienstverlenende vereniging Veneco die plaatsvindt op 8 juni 2023. |
Art. 3: |
Schepen Christophe De Boever, wonende te Baaigemstraat 364, 9890 Gavere te bevestigen als plaatsvervangend vertegenwoordiger om deel te nemen aan de algemene vergadering van de dienstverlenende vereniging Veneco die plaatsvindt op 8 juni 2023. |
Art. 4: |
De vertegenwoordiger en/of zijn plaatsvervanger die zal deelnemen aan de algemene vergadering op te dragen zijn stemgedrag af te stemmen op de beslissing genomen in de gemeenteraad van heden inzake onderhavige aangelegenheid. |
Art. 5: |
Bedoelde vertegenwoordiger en/of plaatsvervanger te mandateren om aan alle beraadslagingen en stemmingen deel te nemen, alle voorstellen met betrekking tot de agenda goed te keuren, alle akten, stukken, notulen, aanwezigheidslijsten te ondertekenen en in het algemeen, het nodige te doen en deel te nemen aan elke latere algemene vergadering met dezelfde dagorde in geval van eerste algemene vergadering niet rechtsgeldig zou kunnen beraadslagen. |
Art. 6: |
Het college van burgemeester en schepenen te gelasten met de uitvoering van de hierbij genomen beslissing en onder meer hiervan kennis te geven aan het secretariaat van Veneco, Panhuisstraat 1, 9070 Destelbergen. |
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 34 en 41 2e lid 4°.
De deelnemende gemeenten worden uitgenodigd om vertegenwoordiging af te vaardigen in de algemene vergadering van Zefier cvba op 8 juni 2023.
Op de gemeenteraad van 23 mei 20221 werd de heer Jean-Pierre Sprangers, gemeenteraadsvoorzitter, aangeduid als vertegenwoordiger en mevrouw Pascale Bottequin, gemeenteraadslid, als plaatsvervangend vertegenwoordiger in de algemene vergaderingen van Zefier cvba voor de volledige legislatuur.
De agenda van de jaarvergadering van 8 juni 2023 bevat de volgende punten:
Ter voorbereiding zijn de beschikbare bijlagen en stavingsstukken toegevoegd aan het dossier.
Art. 1: |
De gemeenteraad neemt kennis van de agenda van Zefier cvba die zal behandeld worden op de algemene vergadering van 8 juni 2023 en hecht zijn goedkeuring aan de punten die het vereisen:
|
Art. 2: |
De vertegenwoordiger en/of zijn plaatsvervanger van de gemeente die zal deelnemen aan de algemene vergadering van Zefier cvba op 8 juni 2023 wordt opgedragen zijn stemgedrag af te stemmen op de beslissing genomen in de gemeenteraad van heden inzake onderhavige aangelegenheid. |
Art. 3: |
Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van voormelde beslissingen en zal onder meer kennisgeving hiervan verrichten aan Zefier cvba, per e-mail op info@zefier.be. |
De gemeente Gavere beschikt niet over een duidelijk reglement waarbinnen het privatief uitbaten van een terras op het openbaar domein wordt geregeld.
Om redenen van veiligheid en goede ruimtelijke ordening is het wenselijk om hiervoor een politieverordening vast te stellen.
In het ontwerp voor de heraanleg van de Markt zijn uniforme terrasschermen voorzien die door de gemeente zullen geplaatst worden. Het is wenselijk om te streven naar een kwaliteitsvol en uniform straatbeeld over de volledige Markt en de kernzone rond de Markt.
Dit streven naar uniformiteit is enkel zinvol in een (deel)gebied waar er diverse terrassen voorkomen. Bijgevolg is het niet noodzakelijk om dezelfde regels over het hele grondgebied toe te passen.
Om die reden voorziet het reglement in 3 verschillende deelgebieden namelijk de Markt, het kerngebied Gavere en de rest van het grondgebied.
Definities |
|
Art. 1: |
|
Toepassingsgebied en algemene bepalingen |
|
Art. 2: |
§1. Dit reglement is van toepassing op het tijdelijk privaat in gebruik nemen van het openbaar domein met het oog op het uitbaten van een terras op het grondgebied van Gavere. §2. Er wordt binnen het toepassingsgebied van dit reglement gestreefd naar veiligheid en een kwaliteitsvol en uniform straatbeeld. §3. De terrasvergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van andere vergunningen of machtigingen (op vlak van ruimtelijke ordening, drankvergunning, milieuvergunning, …). §4. Dit reglement is niet van toepassing op een evenemententerras (zie artikel 1 definities). De toelating voor dergelijk terras zit reeds vervat in de toelating voor het eerder aangevraagde evenement en vereist geen aparte terrasvergunning. |
De vergunning |
|
Art. 3: |
§1. De vergunning Om een terras op openbaar domein te mogen plaatsen is er een voorafgaandelijke schriftelijke toestemming nodig van het college van burgemeester en schepenen. §2. Kenmerken van de vergunning
§3. De aanvraag Elke aanvraag om een terras op te stellen is gericht aan het college van burgemeester en schepenen. Het aanvraagdossier is samengesteld uit:
De behandelingstermijn voor een aanvraag vangt aan op de dag dat de aanvraag volledig is bevonden door de behandelende dienst. In het kader van de behandeling van de aanvraag wordt er advies ingewonnen bij de bevoegde diensten (politie, brandweer,…) vooraleer de aanvraag ter goedkeuring voor te leggen aan het college van burgemeester en schepenen. Indien er toelating wordt verleend, wordt er tevens een plaatsbeschrijving opgemaakt van de voorziene terraslocatie op het gedeelte openbaar domein. §4. De aanvraagtermijn Iedere aanvraag moet minstens 60 kalenderdagen voor de geplande ingebruikname ingediend worden zodat, indien nodig, tijdig adviezen bij andere instanties kunnen opgevraagd worden. |
Inrichting horecaterrassen |
|
Art. 4: |
4.1 Algemene principes 4.1.1. De openbare veiligheid §1. De terrasconstructie mag nooit de vrije doorgang voor hulpdiensten hinderen. Hulpdiensten vereisen steeds een vrije doorgang van 4 meter. Concreet betekent dit dat de inname van het openbaar domein:
§2. De bereikbaarheid of gebruik van voorzieningen van openbaar nut zoals hydranten, straatkolken, verlichtingsmasten… moet steeds mogelijk blijven. Indien deze voorzieningen zich in of rondom de aangevraagde locatie bevinden, dienen deze te worden aangegeven op het inplantingsplan. §3. Een vrije doorgang is in principe minstens 1,5 meter breed, behoudens afwijking toegestaan of opgelegd (indien breder) door het college van burgemeester en schepenen, en moet steeds verzekerd zijn voor voetgangers. Evenzeer moet de volledige breedte van zebrapaden van de rand van de weg tot aan het voetpad verzekerd zijn. Iedere toegang naar bovengelegen woongelegenheden of kantoorruimtes moet over de volle lengte vrij blijven en dit met een breedte van het toegangsportaal en minimum 1,5m. Ook de toegang tot garages en opritten naar garages moeten vrij blijven. De uitbater ziet erop toe dat de obstakelvrije doorgang op het voetpad niet wordt ingenomen door (brom)fietsen en andere obstakels. §4. Bij evenementen, markten en dergelijke waarbij de inrichting van terrassen de goede orde, organisatie en veiligheid kunnen verhinderen, dient het geplaatste terras op het eerste verzoek tijdelijk weggenomen te worden. §5. Het terras mag de zichtbaarheid van de rijweg of de oversteekplaatsen voor fietsers/voetgangers niet belemmeren en ook geen afbreuk doen aan de evacuatiemogelijkheden van de horeca-inrichting zelf (aantal uitgangen, evacuatiebreedte) §6. Alle terraselementen moeten binnen de toegelaten en vergunde terrasoppervlakte worden opgesteld. 4.1.2. De openbare orde §1. De vergunninghouder bewaakt het geluidsvolume in zijn horecazaak overeenkomstig de wettelijke bepalingen terzake, zodat de openbare rust in de omgeving van het terras bewaard wordt. Ingeval de openbare rust toch verstoord wordt, kunnen de bevoegde instanties verbaliserend optreden. §2. De vergunninghouder bewaakt ook de netheid van zijn terras alsook de omgeving en zal daarom alle eventuele afval en materialen die tot overlast zorgen, verwijderen van het terras, op het wegdek of het trottoir alsook de onmiddellijke omgeving van het terras. §3. De terrasconstructies hebben een minimale impact op de openbare orde en veiligheid alsook op de ruimtelijke kwaliteiten van het openbaar domein. §4. De aanvraag voor het plaatsen van een terras betreft een ligging voorliggend en palend aan de voorgevel en/of de zijgevel van het pand van de horecazaak. De aanvrager voegt een plan bij zijn aanvraag over de zone die hij wenst aan te vragen. Het college van burgemeester en schepenen zal bij het beoordelen van de aanvraag rekening houden met de openbare veiligheid, het straatbeeld, de goede ruimtelijke ordening en de beschikbare parkeercapaciteit. §5. Indien er veranderingen of uitbreidingen zijn gebeurd aan de elektrische installatie of de veiligheidsinrichting, dan moet er een nieuw keuringsattest worden voorgelegd, na controle door een externe dienst voor elektrische controle. §6. Tijdens de sluitingsuren moet al het los uitgezet materiaal op een ordelijke manier teruggeplaatst worden. 4.2. Specifieke principes 4.2.1 Terrassen gelegen op Markt: enkel jaarterrassen zijn toegelaten onder volgende voorwaarden: Terrasmeubilair:
Parasols / Zonneschermen / Luifels:
Windschermen / Terrasschermen:
4.2.2 Terrassen gelegen binnen kerngebied Gavere (Onderstraat, Scheldestraat, Kasteeldreef, Molenstraat (tot Onderstraat), Nieuwstraat): enkel jaarterrassen zijn toegelaten onder volgende voorwaarden Terrasmeubilair:
Parasols / Zonneschermen / Luifels:
Windschermen / Terrasschermen:
4.2.3 Terrassen gelegen op grondgebied Gavere met uitzondering van Markt en Kerngebied Gavere: jaar-, seizoen- en zomerterrassen zijn toegelaten onder volgende voorwaarden Terrasmeubilair:
Parasols / Zonneschermen / Luifels:
Windschermen / Terrasschermen:
4.2.4 Algemene voorschriften, voor alle terrassen gelegen op het grondgebied Verwarmingselementen Plaatsingsvoorschriften voor terrasverwarmers:
Verlichtingselementen Het plaatsen van verlichtingselementen op de terrassen kan worden toegelaten op voorwaarde dat het verlichtingsniveau laag gehouden wordt en geconcentreerd is op de terraszone zelf (dit om lichtpollutie tegen te gaan). Zijn steeds van toepassing:
4.2.5. Als terrasinrichting is niet toegestaan:
|
Aansprakelijkheid |
|
Art. 5: |
§1. Het verlenen van een terrasvergunning legt geen enkele verplichting, noch aansprakelijkheid bij de gemeente in verband met het behoeden van de op het openbaar domein geplaatste voorwerpen. §2. Schade aan de elementen van de terrasconstructie door externe omstandigheden of door de weersomstandigheden zijn ten laste van de vergunninghouder. §3. De gemeente is niet verantwoordelijk voor gebeurlijke ongevallen op deze terrasconstructies: de horeca-uitbater dient in te staan voor de veiligheid op de terrasconstructie. §4. De vergunninghouder blijft verantwoordelijk voor alle schade en ongevallen aan derden of aan het openbaar domein, die het gevolg zouden zijn van het plaatsen van een terras, stand of uitstalling en moet zich hiervoor laten verzekeren en het bewijs hiervan voorleggen aan het bestuur. §5. De vergunninghouder staat als een verantwoordelijk persoon in voor degelijk onderhoud van het openbaar domein dat door de terrasconstructie wordt ingenomen. Indien beschadigingen worden vastgesteld aan het openbaar domein, zullen de herstellingen gebeuren door of in opdracht van de gemeente en op kosten van de vergunninghouder. Indien de vergunninghouder weet heeft van beschadigingen aan het openbaar domein moet hij deze onmiddellijk melden aan het gemeentebestuur. §6 De vergunninghouder blijft steeds verantwoordelijk voor een correcte plaatsing en onderhoud van de vergunde terrasconstructie. |
Sancties |
|
Art. 6: |
§1. Bij niet naleving van de vergunningsvoorwaarden ontvangt de overtreder, behoudens in geval van hoogdringendheíd, een schriftelijke waarschuwing. Na een termijn van 14 dagen kan het college van burgemeester en schepenen de vergunning schorsen en bij volharding intrekken. §2. Bij de schorsing van de vergunning is de overtreder gehouden op zijn of haar kosten de opstellingen waarvoor hem een vergunning werd verleend onmiddellijk te verwijderen voor de duur van de schorsing. §3. Bij de intrekking van de vergunning is de overtreder gehouden op zijn of haar kosten de opstellingen waarvoor hem of haar een vergunning werd verleend onmiddellijk en definitief te verwijderen. Bij verzuim zullen deze ambtshalve worden verwijderd op kosten van de overtreder. §4. Het college van burgemeester en schepenen kan in het geval van het wederrechtelijk in gebruik nemen van het openbaar domein bij gebrek aan een machtiging, het terras onmiddellijk doen verwijderen op kosten van de overtreder. §5. Het weggenomen materiaal wordt door de gemeente bijgehouden voor een periode van maximaal zes maanden. §6. Ongeacht alle andere mogelijke sancties worden de overtredingen van de bepalingen van dit politiereglement bestraft met de maatregelen zoals bepaald in het gemeentelijk reglement met betrekking tot de administratieve sancties:
§7. Behoudens het voorgaande kan de burgemeester altijd de nodige maatregelen nemen om redenen van openbare orde, veiligheid en gezondheid. §8. Terrassen die na de overgangsperiode niet aan dit reglement zijn aangepast, moeten verwijderd worden. lndien de terrassen niet tijdig verwijderd worden, zal het college van burgemeester en schepenen aan de gemeentediensten de opdracht geven om tot ontruiming over te gaan. Alle kosten vallen ten laste van de overtreder. |
Overgangsperiode |
|
Art. 7: | Na goedkeuring van onderhavig reglement door de gemeenteraad kan de uitbater van een bestaande horeca-inrichting met terras het terras behouden, maar moet hij zijn bestaande terrasvergunning wel hernieuwen. De uitbater krijgt hiervoor tijd tot en met 1 juli 2023. Het huidige terrasmeubilair kan tot en met 31 december 2023 op het openbaar domein blijven staan. Hernieuwingen van terrasvergunningen moeten ingediend zijn voor 1 juli 2023. Vanaf 1 januari 2024 moet elk terras voldoen aan de bepalingen van dit reglement (met uitzondering van bestaande terrassen in het kerngebied van Gavere met betrekking tot windschermen). Nieuwe horeca-uitbaters die starten na het in voege gaan van dit reglement moeten onmiddellijk voldoen aan de bepalingen van onderhavig reglement. |
Bekendmaking en inwerkingtreding |
|
Art. 8: | Onderhavig politiereglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286 en 287 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur en treedt in werking vanaf de vijfde dag na bekendmaking. |
De gemeente heeft reeds een retributiereglement voor de inname van openbaar domein, een retributie voor een abonnement op een wekelijkse standplaats voor het uitvoeren van ambulante activiteiten en een belasting op de standplaatsen voor het uitvoeren van ambulante activiteiten.
Hierdoor lijkt het billijk om eveneens voor de inname van het openbaar domein voor de privatieve uitbating van terrassen een vergoeding in de vorm van een retributie te vragen.
Ingeval van weigering of nalatigheid in hoofde van de debiteur om het verschuldigd bedrag te betalen, zal de invordering van de retributie van onbetwiste niet-fiscale ontvangsten gebeuren bij dwangbevel, en ingeval van betwiste niet-fiscale ontvangsten overeenkomstig de wetsbepalingen betreffende de burgerlijke rechtsprocedure.
Art. 1: |
Er wordt vanaf 01 januari 2024 tot en met 31 december 2025 een gemeentelijke retributie gevestigd die verschuldigd is voor de privatieve ingebruikname van het openbaar domein voor het plaatsen van terrassen. |
|||||||||
Art. 2: |
De retributie is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon die het gemeentelijk openbaar domein in gebruik neemt. De natuurlijke of rechtspersoon voor wiens rekening het openbaar domein in gebruik wordt genomen is hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de retributie. |
|||||||||
Art. 3: |
Dit reglement handelt louter over het vestigen van een retributie voor inname van de openbare ruimte. Het betalen van de retributie op de inname van de openbare ruimte houdt geen toestemming in om de openbare ruimte privatief te gebruiken. Deze inname is pas toegelaten na het toekennen van een toestemming door de bevoegde instanties. |
|||||||||
Art. 4: |
De verschillende vergoedingen worden gecumuleerd bij het type aanvraag conform onderstaande tabel:
|
|||||||||
Art. 5: |
De ingediende aanvraag zal door de gemeentelijke diensten van de afdeling ruimte getoetst worden aan de vergunning voor de aanvraag van het betrokken terras. |
|||||||||
Art. 6: |
Bij weigering of nalatigheid om het verschuldigd recht te betalen geschiedt de invordering overeenkomstig de burgerlijke rechtspleging voor zover de schuld ten aanzien van de gemeente betwist wordt. Ingeval de verschuldigde retributie niet betwist wordt zal de invordering gebeuren bij dwangbevel na goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen. |
|||||||||
Art. 7: |
Dit besluit zal bekend gemaakt worden volgens de bepalingen van artikel 285 en 286 §1 1° van het decreet over het lokaal bestuur. |
Het meerjarenplan 2020-2025 voorziet de aanleg van een fietspad langs de Ten Edestraat (BD01-AP-131-ACT 270).
De actie wordt omschreven als volgt: "Het lokaal bestuur moedigt fietsverkeer aan en neemt maatregelen om de gemeente fietsvriendelijk te maken".
Dit omvat onder meer: (...) de aanleg van een fietspad langs de Ten Edestraat (deel tussen de Eeckhoutstraat en de Opperweg).
Studiebureau Lobelle werd aangesteld als ontwerper en werkte diverse scenario's uit, o.a.:
De overlegstructuur voor verkeer en mobiliteit gaf bij een bespreking op 23 juni 2021 de voorkeur aan het scenario van een vrijliggend fietspad met afbuiging naar de Boentweg.
Van dit scenario werden dan nog enkele bijkomende varianten uitgewerkt door het studiebureau.
In functie van de subsidies (LFF) werd dit voorstel overgemaakt aan het provinciebestuur, waarbij volgende opmerkingen werden ontvangen:
Het provinciebestuur oordeelde bijgevolg dat scenario 2 is aangewezen.
De overlegstructuur voor verkeer en mobiliteit sloot zich tijdens de bespreking op 28 maart 2022 aan bij het voorstel van het provinciebestuur om scenario 2 (vrijliggend fietspad in het open gebied en aanliggende fietspaden in de bebouwde zone) verder uit te werken.
Op 12 juli 2022 werd het ontwerp (scenario 2) besproken met de projectstuurgroep.
Op basis van de conclusies van de projectstuurgroepvergadering werd de unieke verantwoordingsnota gefinaliseerd en overgemaakt aan de projectstuurgroep op 06 oktober 2022. Er werden hierop geen opmerkingen ontvangen.
Het ontwerp voor de aanleg van het fietspad langs de Ten Edestraat werd nogmaals besproken in de vergadering van de overlegstructuur verkeer en mobiliteit op 30 november 2022. Er werden geen opmerkingen geformuleerd.
Het ontwerp voor de aanleg van het fietspad langs de Ten Edestraat werd toegelicht aan de betrokken bewoners van de Ten Edestraat op 12 december 2022. Er werden geen opmerkingen geformuleerd die een aanpassing van het ontwerp vereisen.
Voor de realisatie van voormeld ontwerp is een wijziging (lees "verbreden") van een deel van de gemeenteweg "Ten Edestraat" noodzakelijk, zoals voorzien op het ontwerp-rooilijnplan.
Het voornemen tot het wijzigen van de gemeenteweg geeft uitvoering aan artikel 3 (doelstellingen) en aan artikel 4 (principes) van het decreet houdende de gemeentewegen van 3 mei 2019 en werd aan deze artikels getoetst.
Artikel 3 van het decreet houdende de gemeentewegen bepaalt het volgende:
‘Dit decreet heeft tot doel om de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen te vrijwaren en te verbeteren, in het bijzonder om aan de huidige en toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit te voldoen.
Om de doelstelling, vermeld in het eerste lid, te realiseren voeren de gemeenten een geïntegreerd beleid, dat onder meer gericht is op:
1. de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau;
2. de herwaardering en bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen, zowel op recreatief als op functioneel vlak.’
De toetsing aan artikel 3 houdt in dat de voorgestelde maatregel beoogt om een veilige fietsverbinding aan te leggen tussen de Opperweg en de Eeckhoutstraat, waarbij het gekozen scenario beantwoordt aan de meest logische en veilige inrichting, zoals blijkt uit het verslag van de projectstuurgroepvergadering van 12 juli 2022 en de bijhorende unieke verantwoordingsnota.
Artikel 4 van het decreet houdende de gemeentewegen bepaalt het volgende:
‘Bij beslissingen over wijzigingen van het gemeentelijk wegennet wordt minimaal rekening gehouden met de volgende principes:
1. wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang;
2. een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd;
3. de verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen;
4. wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief;
5. bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen.’
In het kader van artikel 4 van het decreet houdende de gemeentewegen, werd rekening gehouden met de vooropgestelde principes, en kan de wijziging (verbreding) als volgt worden gemotiveerd:
1. Wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang:
Het project omvat de aanleg van een veilige fietsverbinding langsheen de Ten Edestraat in de deelgemeente Semmerzake. De aanleg van dit fietspad heeft als doel de missing link weg te werken tussen het fietspad langs de Opperweg en het fietspad langs de Eeckhoutstraat. In dit project wordt het nieuwe fietspad in het buitengebied aangelegd als tweerichtingsfietspad, in het tussengebied als twee eenrichtingsfietspaden. Er wordt gezorgd voor een veilige aansluiting ter hoogte van de Eeckhoutstraat en de Opperweg.
De beoogde verbreding van de gemeenteweg is nodig i.f.v. de aanleg van het tweerichtingsfietspad en de aanleg van een nieuwe gracht.
Er wordt maximaal ingezet op buffering en infiltratie van hemelwater via open systemen. De voorkeur gaat bijgevolg uit naar nieuwe grachten om hemelwater te bufferen en te infiltreren.
Conclusie: de verbreding van de gemeenteweg en de hiermee gepaard gaande in te nemen gronden zijn bestemd voor de aanleg van een buffergracht en fietspad zodat de wijziging van het gemeentelijk wegennet ten dienste staat van het algemeen belang.
2. Een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd:
De wijziging kadert binnen de doelstelling om een veilige fietsverbinding aan te leggen langsheen de Ten Edestraat.
In dit project wordt het nieuwe fietspad in het buitengebied aangelegd als tweerichtingsfietspad, in het tussengebied als twee eenrichtingsfietspaden, omdat dit het meest logische en veilige scenario is.
De beoogde verbreding van de gemeenteweg is nodig i.f.v. de aanleg van het tweerichtingsfietspad en de aanleg van een nieuwe gracht.
3. De verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen:
De wijziging van de gemeenteweg komt de verkeersveiligheid ten goede, zowel voor het gemotoriseerd verkeer als de fietser.
Het nieuwe fietspad wordt in het buitengebied volledig gescheiden van de rijweg aangelegd als tweerichtingsfietspad, in het tussengebied als twee aanliggende eenrichtingsfietspaden. Er wordt gezorgd voor een veilige aansluiting ter hoogte van de Eeckhoutstraat en de Opperweg.
Tussen de aanliggende fietspaden en de erfontsluitingen is er nog een veilige afstand met variabele breedte van 1,04m tot 1,40m.
4. Wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief:
De wijziging van de gemeenteweg heeft geen impact op het weggennet van naburige gemeenten.
5. Bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen:
Het project "aanleg fietspaden langs de Ten Edestraat" is een duurzame ruimtelijke ontwikkeling welke kadert in de beleidsdoelstelling "Gavere, een aantrekkelijke landelijke gemeente" en meer bepaald in het actieplan "Leefbare en veilige mobiliteit".
Door deze wijziging van de gemeenteweg, zal de breedte van de gemeenteweg aangepast worden in de mate dat deze zowel door de huidige als door de toekomstige generatie kan gebruikt worden, zonder de verdere ontwikkeling van het gebied in het gedrang te brengen.
Met andere woorden is de wijziging van de gemeenteweg, inclusief de geplande wegeniswerken, een toekomstgerichte handeling die het wegenbeleid van de gemeente Gavere ten goede komt en geen afbreuk doet aan toekomstige ontwikkelingen van het gebied. Er worden immers door de wijziging geen andere projecten (bouwprojecten of verbindingen) in het gedrang gebracht.
In dit kader lijkt het de gemeente Gavere aangewezen en noodzakelijk om de gemeenteweg "Ten Edestraat" te wijzigen met het oog op de geplande wegenwerken, conform de procedure zoals bepaald in het decreet houdende de gemeentewegen.
De gemeenteraad stelde het ontwerp van rooilijnplan tot wijziging van de gemeenteweg "Ten Edestraat" voorlopig vast op 23 januari 2023.
Het openbaar onderzoek vond in overeenstemming met art. 17 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, plaats van 15 februari 2023 tot en met 15 maart 2023.
Uit het proces-verbaal met betrekking tot de sluiting van het openbaar onderzoek blijkt dat er geen bezwaren werden ingediend.
Op 14 februari 2023 werd overeenkomstig artikel 17 § 2.6° van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen een adviesvraag gericht aan het Departement Mobiliteit en Openbare Werken. Deze instantie verleende geen advies binnen de gestelde termijn zodat aan de adviesvereiste mag worden voorbijgegaan.
Op 13 februari 2023 werd overeenkomstig artikel 17 § 2.6° van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen een adviesvraag gericht aan de Deputatie van de Provincie Oost-Vlaanderen. Deze instantie verleende geen advies binnen de gestelde termijn, maar vanuit de dienst mobiliteit van de Provincie werd volgend advies gegeven:
De conclusie van de provinciale dienst Mobiliteit luidt als volgt :
Suggestie :
Het is aangewezen de toestand van voetweg 18 (trage weg 13b volgens het tragewegenplan Semmerzake) tussen de Ten Edestraat en buurtweg 17 (trage weg 13a) te onderzoeken. De adviesnota bij het tragewegenplan vermeldt immers : “Onderzoeken of het stuk tussen de Ten Edestraat en 13a (buurtweg 17) kan heropend worden.”
Er wordt bijgevolg vastgesteld dat de provinciale dienst mobiliteit oordeelt dat de verplaatsing duidelijk en grondig werd gemotiveerd met in acht name van de artikelen 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen.
Gezien er tijdens de periode van het openbaar onderzoek en de adviesvraag geen bezwaren en geen ongunstige adviezen werden ontvangen, wenst de gemeenteraad geen aanpassingen te doen aan het dossier.
De suggestie van de dienst mobiliteit van de Provincie wordt bij de verdere uitrol van het trage wegenplan meegenomen.
In dit kader lijkt het de gemeente Gavere aangewezen om de rooilijn van de Ten Edestraat te wijzigen met het oog op de geplande wegenwerken, conform de procedure zoals bepaald in het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen.
Volgens het decreet stelt de gemeenteraad het ontwerp van rooilijnplan definitief vast.
Dit ontwerp van rooilijnplan bevat tevens een berekening van de waardevermindering in het kader van artikel 28 van het decreet houdende de gemeentewegen en de onteigeningsvergoeding. Gelet op de samenlopende procedure tussen het rooilijnplan en het onteigeningsplan conform artikel 31 van het Vlaams Onteigeningsdecreet wordt een globaal bedrag voorgesteld in het bijgevoegd schattingsverslag van beëdigd landmeter-expert Stefan Renaer, waarin zowel de minwaardevergoeding als de onteigeningsvergoeding vervat zitten.
Art. 1: |
Het rooilijnplan tot wijziging van de Ten Edestraat definitief vast te stellen. |
Art. 2: |
Akkoord te gaan met de voorgestelde vergoeding voor waardevermindering zoals bepaald door de heer Stefan Renaer, beëdigd landmeter-expert. |
Art. 3: |
Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van dit besluit overeenkomstig art. 18 en 19 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en behoudens administratief beroep, met de realisatie van de (gewijzigde) gemeenteweg, overeenkomstig de artikelen 26, 27, 28 en 29 van het aangehaalde decreet. |
Art. 4: |
Deze beslissing wordt bekend gemaakt overeenkomstig artikel 18 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. |
Art. 5: |
Het rooilijnplan wordt samen met het besluit van de gemeenteraad tot definitieve vaststelling van het gemeentelijk rooilijnplan onmiddellijk via het loket voor lokale besturen bezorgd aan het departement Mobiliteit en Openbare Werken en met een beveiligde zending aan de deputatie van de provincie Oost-Vlaanderen. |
Art. 6: |
Tegen deze beslissing kan binnen een termijn van 30 dagen een schorsend administratief beroep worden ingesteld bij de Vlaamse Overheid, overeenkomstig art. 24 en 25 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. |
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 40 en 41.
1. Aanleiding en context
1.1 Feitelijke context
Bij besluit van 23 januari 2023 van de gemeenteraad van Gavere werd het rooilijnplan "Ten Edestraat" met nummer WW2082 (LOB) voorlopig vastgesteld.
Dit rooilijnplan beoogt de gedeeltelijke wijziging, door de verbreding ervan, van de op het grondgebied van de gemeente Gavere bestaande gemeenteweg "Ten Edestraat".
Deze verbreding van de bestaande gemeenteweg geschiedt met het oog op de aanleg, het beheer en het onderhoud van volgende publieke infrastructuur: de aanleg van een fietspad en een gracht voor buffering en infiltratie van hemelwater.
Voor de realisatie van het rooilijnplan en voor de daarmee beoogde aanleg, beheer en onderhoud van de publieke infrastructuur dient de gemeente Gavere over te gaan tot verwerving van de door het rooilijnplan getroffen (delen van) onroerende goederen.
1.2 Te onteigenen onroerende goederen
De te onteigenen onroerende goederen zijn aangeduid op het bij dit besluit gevoegd onteigeningsplan (innemingen 1 t.e.m. 18), waarvoor de gemeenteraad op 23 januari 2023 een voorlopig onteigeningsbesluit heeft genomen.
Met de eigenaars van deze onroerende goederen werden onderhandelingen gevoerd worden over de minnelijke aankoop van hun onroerend goed.
1.3 Onteigenende instantie
De te onteigenen onroerende goederen zijn gelegen op het grondgebied van de gemeente Gavere.
Bijgevolg is de onteigenende overheid de gemeente Gavere, ingeschreven in de kruispuntbank der ondernemingen onder het nummer 0207.451.326, met zetel te 9890 Gavere, Markt 1.
2. Rechtsgrond voor de onteigening
Op grond van art. 6, 1° en art. 7, 3e alinea van het decreet van 24 februari 2017 betreffende onteigening voor het algemeen nut zijn gemeenten bevoegd om tot onteigening over te gaan in de gevallen waarin ze oordelen dat de onteigening noodzakelijk is voor de uitwerking van de infrastructuur of het beleid inzake de gemeentelijke aangelegenheden.
Op grond van art. 7, 4e alinea van voormeld decreet moeten gemeenten, waar decretaal of wettelijk een specifieke rechtsgrond voor onteigening wordt bepaald, echter op grond van die rechtsgrond tot onteigening overgaan.
De te onteigenen onroerende goederen maken het voorwerp uit van het rooilijnplan "Ten Edestraat" bestaande uit plan met nummer WW2082 (LOB), voorlopig goedgekeurd bij besluit van 23 januari 2023 van de gemeenteraad van Gavere.
Art. 2 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen definieert de rooilijn als de huidige of de toekomstige grens tussen de openbare weg en de aangelande eigendommen, vastgelegd in een rooilijnplan.
Op grond van art. 27 van voormeld decreet kan elke verwerving van onroerende goederen vereist voor de aanleg, wijziging of verplaatsing van gemeentewegen en voor de realisatie van de rooilijnplannen door onteigening tot stand worden gebracht, conform de bepalingen van het Vlaams Onteigeningsdecreet van 24 februari 2017.
3. Argumentatie
3.1 Onteigeningsdoel van algemeen nut
Het meerjarenplan 2020-2025 van de gemeente Gavere voorziet de aanleg van een fietspad langs de Ten Edestraat (BD01-AP-131-ACT 270).
De actie wordt omschreven als volgt: "Het lokaal bestuur moedigt fietsverkeer aan en neemt maatregelen om de gemeente fietsvriendelijker te maken".
Het project omvat de aanleg van een veilige fietsverbinding langsheen de Ten Edestraat in de deelgemeente Semmerzake.
De aanleg van dit fietspad heeft als doel de missing link weg te werken tussen het fietspad langs de Opperweg en het fietspad langs de Eeckhoutstraat.
In dit project wordt het nieuwe fietspad in het buitengebied aangelegd als tweerichtingsfietspad, in het tussengebied als twee eenrichtingsfietspaden.
Er wordt gezorgd voor een veilige aansluiting ter hoogte van de Eeckhoutstraat en de Opperweg.
De beoogde verbreding van de gemeenteweg is nodig i.f.v. de aanleg van het tweerichtingsfietspad en de aanleg van een nieuwe gracht.
Er wordt maximaal ingezet op buffering en infiltratie van hemelwater via open systemen. De voorkeur gaat bijgevolg uit naar nieuwe grachten om hemelwater te bufferen en te infiltreren.
Voor de aanleg van deze publieke infrastructuur enerzijds en voor het beheer en onderhoud ervan anderzijds is een wijziging door verbreding van de bestaande Ten Edestraat noodzakelijk. Om die verbreding mogelijk te maken, heeft de gemeente een rooilijnplan "Ten Edestraat" opgemaakt. De rooilijn betreft immers de huidige of toekomstige grens tussen de openbare weg en de aangelande eigendommen, vastgelegd in een rooilijnplan.
Op grond van art. 27 van het Gemeentewegendecreet kan elke verwerving van onroerende goederen vereist voor de aanleg, wijziging of verplaatsing van gemeentewegen en voor de realisatie van de rooilijnplannen door onteigening tot stand worden gebracht, conform de bepalingen van het Vlaams Onteigeningsdecreet van 24 februari 2017.
(1) De aanleg, het beheer en het onderhoud van de hierboven vermelde publieke infrastructuur in de Ten Edestraat,
(2) de realisatie van het met het oog op die publieke infrastructuur opgemaakte rooilijnplan "Ten Edestraat" en
(3) de ter realisatie van die infrastructuur en dat rooilijnplan beoogde onteigeningen, zijn van algemeen nut.
Dit laatste vloeit ook voort uit art. 4.4.7, §2 jo. art. 5.6.7, §3 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO).
Volgens art. 4.4.7, §2 VCRO mag in een vergunning voor handelingen van algemeen belang die een ruimtelijk beperkte impact hebben, worden afgeweken van stedenbouwkundige voorschriften.
Op grond van het Besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2000 tot aanwijzing van de handelingen in de zin van artikel 4.1.1, 5°, artikel 4.4.7, § 2, en artikel 4.7.1, § 2, tweede lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening zijn handelingen van algemeen belang:
Volgens art. 5.6.7, §3 VCRO gelden de mogelijkheden om af te wijken van stedenbouwkundige voorschriften op grond van art. 4.4.7, §2 VCRO onder dezelfde voorwaarden ten aanzien van de instanties en organen die adviseren of beslissen over een onteigeningsplan.
3.2 Onteigeningsnoodzaak
De beoogde onteigening dient het algemeen nut. Daarnaast is het ook noodzakelijk dat (a) hoger vermeld onteigeningsdoel effectief verwezenlijkt wordt, (b) dat dit onteigeningsdoel gerealiseerd wordt middels onteigening en (c) dat het onteigeningsdoel verwezenlijkt wordt op de te onteigenen onroerende goederen.
3.2.1 Noodzaak van het doel van de onteigening
De realisatie van het rooilijnplan "Ten Edestraat" van de gemeente Gavere is noodzakelijk.
Deze noodzaak vloeit in de eerste plaats voort uit art. 26, §1 van het Gemeentewegendecreet. Volgens dit artikel heeft de vastlegging van een gemeenteweg tot gevolg dat op de gemeente de rechtsplicht rust om over te gaan tot de realisatie, de vrijwaring en het beheer van de gemeenteweg.
Ten tweede is de realisatie van de rooilijn noodzakelijk omwille van de aard van de eraan gekoppelde publieke infrastructuur.
De aanleg van aan- of vrijliggende fietspaden betekent een verbetering ten opzichte van de bestaande toestand ter plaatse.
De vernieuwing van deze infrastructuur komt de verkeersveiligheid van alle en vooral de zwakke weggebruikers dan ook ten goede.
Ten derde is de realisatie van de rooilijn ook noodzakelijk omwille van de specifieke configuratie van de eraan gekoppelde publieke infrastructuur.
Het fietspad moet aan welbepaalde afmetingen voldoen op grond van de relevante wetgeving en het Vademecum Fietsvoorzieningen.
Ten gevolge van de veiligheidszone en het nieuwe fietspad moet tenslotte de bestaande gracht verlegd worden. Deze gracht moet zelf ook aan bepaalde voorwaarden voldoen conform de bepalingen van het Besluit van 5 juli 2013 de Vlaamse Regering houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
Tenslotte is de realisatie van de rooilijn noodzakelijk om voldoende ruimte te creëren voor de aanleg van de infrastructuur en om ook in de toekomst te allen tijde het beheer en het onderhoud ervan te verzekeren.
3.2.2 Noodzaak van de onteigening als middel
Voor de realisatie van het rooilijnplan "Ten Edestraat" op het grondgebied van de gemeente Gavere is het noodzakelijk dat gebruik gemaakt wordt van het instrument van de onteigening.
Art. 26 van het decreet houdende de gemeentewegen stelt als algemene regel de verwerving voorop van de onroerende goederen vereist voor de realisatie van een gemeenteweg. Voor wat betreft de wijziging van een gemeenteweg bestaat in hoofde van de gemeente een wettelijke mogelijkheid om tot verwerving over te gaan in het kader van de realisatieplicht welke op de gemeente rust.
Artikel 27 van het decreet houdende de gemeentewegen bepaalt immers dat elke verwerving van onroerende goederen, vereist voor de aanleg, wijziging of verplaatsing van gemeentewegen en de realisatie van de rooilijnplannen, door onteigening kan tot stand worden gebracht.
In de mate dat de verwerving niet minnelijk kan bereikt worden, is de onteigening het enige overblijvende alternatief.
Daarnaast is het voor infrastructuurwerken zoals openbare verkeerswerken in het algemeen belang vereist dat de overheid, in dit geval de gemeente, deze zelf ontwikkelt.
Volgende zaken moeten immers absoluut vermeden worden:
Het aanleggen, beheren en onderhouden van gemeentewegeninfrastructuur behoort tot de basistaken van de gemeente en vereist een coherent en doelmatig beheer en beleid, ook naar eventuele aansprakelijkheden en verantwoordelijkheden toe.
Van de infrastructuur moet onder alle omstandigheden een veilig en doelmatig gebruik kunnen gemaakt worden. Dit kan enkel indien de gemeente kan instaan voor de realisatie ervan. Een zo eenduidig mogelijke grondpositie waarborgt de publieke beheerstaken, onder meer naar onderhoud, verlenen van vergunningen, advisering in het kader van omgevingsvergunningen, toestaan van afwijkingen van de rooilijn, aansprakelijkheden, etc.
Ook in het licht van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (“RSV”) is de ontwikkeling van weginfrastructuurwerken door de gemeente vereist. Zo stelt het RSV voor wegeninfrastructuur voorop dat er een duidelijke en geïntegreerde visie op de verschillende vervoerswijzen moet zijn, waarvoor een algemene consensus tussen betrokken partners noodzakelijk is.
Het is overigens om al deze redenen dat alle weginfrastructuur en de daarmee onlosmakelijk samenhangende ingrepen in art. 24, §3 van het Onteigeningsdecreet uitdrukkelijk zijn uitgesloten van het recht om een verzoek tot zelfrealisatie in te dienen.
3.2.3 Noodzaak van het voorwerp van de onteigening
De realisatie van het rooilijnplan en van de daaraan gekoppelde publieke weginfrastructuur in de Ten Edestraat betreft een uitgestrekt en aaneengesloten totaalproject.
Na de verbreding en aanleg moet ook het beheer en onderhoud van het geheel gewaarborgd blijven.
De ontwikkeling enerzijds en het beheer en onderhoud anderzijds van het geheel brengt met zich dat alle aan de bestaande gemeenteweg grenzende onroerende goederen gedeeltelijk in eigendom moeten verworven worden, ten belope van de breedte die is vastgelegd in het rooilijnplan "Ten Edestraat" met nummer WW2082 (LOB).
3.3 Minnelijke onderhandelingstermijn
Op grond van art. 10, §1 en art. 15, 2e alinea van het decreet van 24 februari 2017 betreffende onteigening voor het algemeen nut onderneemt de onteigenende instantie binnen een minnelijke onderhandelingstermijn een aantoonbare poging om via onderhandelingen de te onteigenen onroerende goederen minnelijk te verwerven.
De minnelijke onderhandelingstermijn moet vermeld worden in het voorlopig onteigeningsbesluit en duurt maximaal één jaar.
Er kan in redelijkheid geoordeeld worden dat een relatief korte termijn moet volstaan om definitief uit te maken of een minnelijk akkoord al dan niet kan bereikt worden.
De minnelijke onderhandelingstermijn werd dan ook in het voorlopig onteigeningsbesluit bepaald op drie maanden vanaf de kennisgeving vermeld in art. 15 van het Onteigeningsdecreet. Na het verstrijken van deze termijn kan de eigenaar niet langer vereisen van de gemeente dat er nog verder onderhandeld wordt. Omgekeerd belet echter niets dat de gemeente na deze termijn de onderhandelingen alsnog vrijwillig zou voortzetten.
Tijdens de minnelijke onderhandelingstermijn hebben alle eigenaars en pachters zich akkoord verklaard en werden de verkoopsbeloften opgemaakt.
Met het collegebesluit van 6 februari 2023 werden Geassocieerde notarissen Hulsbosch, Rijckbosch & Hulsbosch, Keistraat 113 te 9840 De Pinte, aangesteld met het oog op het opstellen van de ontwerpaktes voor de aankoop van deze private percelen. Deze aktes zullen ter goedkeuring worden voorgelegd aan de gemeenteraad.
3.4 Openbaar onderzoek
Er werd een openbaar onderzoek gehouden conform artikel 17-23 van het decreet van 24 februari 2017 betreffende onteigening voor het algemeen nut en artikel 10-13 van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 oktober 2017 tot uitvoering van het Vlaams Onteigeningsdecreet van 24 februari 2017.
Het openbaar onderzoek liep van 15 februari 2023 tot en met 15 maart 2023.
Er werden geen standpunten, opmerkingen of bezwaren ingediend, noch werd er een verzoek tot zelfrealisatie ingediend.
Art. 1: |
De gemeenteraad neemt kennis van het proces-verbaal van sluiting van het openbaar onderzoek dat heeft plaatsgevonden van 15 februari 2023 tot en met 15 maart 2023 waaruit blijkt dat er geen standpunten, opmerkingen of bezwaren zijn ingediend. |
Art. 2: |
De gemeenteraad neemt een definitief onteigeningsbesluit voor de realisatie van het dubbelrichtingsfietspad langsheen de Ten Edestraat, overeenkomstig het onteigeningsplan en de grondinnemingstabel (inclusief bijlagen), zoals gezien in bijlage. |
Art. 3: |
De gemeenteraad belast de gemeentelijke diensten om op basis van bovenstaande grondslagen, overwegingen en motivering het voorwerp van onteigening te verwerven hetzij via minnelijke onderhandelingen, hetzij via de opstart van de gerechtelijke fase van de onteigening wanneer blijkt dat minnelijke verwerving niet mogelijk is |
Gemeenteraadsbesluit van 25 februari 2019 houdende huishoudelijk reglement en deontologische code van de gemeenteraad (vervangen gemeenteraadsbesluit van 28 januari 2019).
De briefwisseling gericht aan de voorzitter van de gemeenteraad en die bestemd is voor de gemeenteraad, wordt meegedeeld aan de gemeenteraadsleden.
De verslagen en de einddocumenten van de gemeentelijke adviesraden en overlegstructuren worden ter kennisname voorgelegd aan de gemeenteraad.
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 31.
Gemeenteraadsbesluit van 25 februari 2019 houdende huishoudelijk reglement en deontologische code van de gemeenteraad (vervangen gemeenteraadsbesluit van 28 januari 2019).
De gemeenteraadsleden hebben het recht aan de burgemeester en aan het college van burgemeester en schepenen mondelinge en schriftelijke vragen te stellen.
De voorzitter sluit de zitting op 24/04/2023 om 21:12.
Namens Gemeenteraad,
Serge Ronsse
algemeen directeur
Jean-Pierre Sprangers
voorzitter van de gemeenteraad