Op 1 januari 2024 trad het retributiereglement voor de gemeentelijke beheerde vrijetijdsinfrastructuur (zowel socio-culturele als sportinfrastructuur) in werking. Er zijn, op basis van de evaluatie na meer dan één jaar werking, mogelijkheden om het reglement te vereenvoudigen en transparanter te maken.
De belangrijkste wijzigingen zijn:
In geval van weigering of nalatigheid in hoofde van de debiteur om het verschuldigd bedrag te betalen, zal de invordering van de retributie ingeval van onbetwiste niet-fiscale ontvangsten gebeuren bij dwangbevel, en ingeval van betwiste niet-fiscale ontvangsten overeenkomstig de wetsbepalingen betreffende de burgerlijke rechtsprocedure.
Art. 1: | Met ingang van 1 januari 2025 en dit voor een termijn van onbepaalde duur wordt een retributie geheven op het gebruik van de gemeentelijk beheerde vrijetijdsinfrastructuur. |
Toepassingsgebied |
|
Art. 2: | Onder gemeentelijk beheerde vrijetijdsinfrastructuur wordt begrepen:
|
Art. 3: | Onder de categorieën van de gebruikersdoelgroepen wordt begrepen:
|
Tarief van de retributie | |
Art. 4: | §1. De retributie is verschuldigd per uur of per kalenderdag waarop de gemeentelijk beheerde vrijetijdsinfrastructuur wordt gebruikt. §2. Het bedrag van de retributie wordt door het college van burgemeester en schepenen bepaald. Voor het bepalen van het tarief van de retributie houdt het college van burgemeester en schepenen rekening met:
§3. Het college van burgemeester en schepenen dient minstens een vergoeding van € 5,00 per uur of per kalenderdag te vragen voor gebruikers van categorie C en
D.
§4. Het verschil tussen het laagste tarief en hoogste tarief voor de gebruikers van de gemeentelijk beheerde vrijetijdsinfrastructuur mag in geen geval meer bedragen dan het tienvoud.
|
Vrijstellingen |
|
Art. 5: | §1. Gereserveerde voorbereidings- en opruimdagen bij de socio-culturele infrastructuur en bij de polyvalente lokalen van de gemeentelijke basisscholen (zoals omschreven in het gebruikersreglement van de gemeentelijk beheerde vrijetijdsinfrastructuur, art. 15 §3. en art. 16 §5.) worden vrijgesteld van vergoeding. §2. De gebruikers van categorie A worden vrijgesteld van een vergoeding. |
Schuldenaar | |
Art. 6: | De retributie is hoofdelijk verschuldigd door de natuurlijke persoon, de vereniging of de rechtspersoon die de gemeentelijk beheerde vrijetijdsinfrastructuur gebruikt. |
Betaalwijze | |
Art. 7: | De retributie wordt betaald na ontvangst van een factuur. |
Invordering | |
Art. 8: | Bij weigering of nalatigheid om de verschuldigde retributie te betalen geschiedt de invordering overeenkomstig de burgerlijke rechtspleging voor zover de schuld ten aanzien van de gemeente betwist wordt. Ingeval de verschuldigde retributie niet betwist wordt zal de invordering gebeuren bij dwangbevel na goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen. |
Inwerkingtreding | |
Art. 9: | Dit besluit treedt in werking met ingang van:
|
Bekendmaking |
|
Art. 10: | §1. Afschrift van dit besluit te bezorgen aan de dienst Vrije Tijd en de dienst Financiële Organisatie. §2. Dit besluit zal bekend gemaakt worden volgens de bepalingen van artikel 285 en 286 §1 1° van het decreet over het lokaal bestuur. §3. De toezichthoudende overheid zal in kennis worden gesteld volgens de bepalingen van artikel 330 van het decreet over het lokaal bestuur. |