Terug
Gepubliceerd op 29/03/2023

Besluit  Gemeenteraad

ma 27/03/2023 - 20:00

Participatie - vaststellen reglement (vervangen gemeenteraadsbesluit van 21 oktober 2019)

Aanwezig: Jean-Pierre Sprangers, voorzitter van de gemeenteraad
Denis Dierick, burgemeester
Peter Declercq, Christophe De Boever, Dirk Martens, Peggy Demoor, Dieter De Mets, schepenen
Hugo Leroy, Karel Hubau, Nadine De Stercke, Jef Vermaere, Wim Malfroot, Luc Goemaere, Veronique Dedeyne, Ankie D'Hollander, Roland De Bosscher, Christine De Cooman, Isabelle Tuypens, Peter De Rycke, Stany Schamp, Davy Tuytens, Pascale Bottequin, raadsleden
Serge Ronsse, algemeen directeur
Verontschuldigd: Sara De Mulder, gemeenteraadslid
bevoegheid
  • Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 41 2e lid 13° en 304.
  • Besluit van de Vlaamse regering van 19 mei 2000 tot vaststelling van de nadere regels voor de samenstelling, de organisatie en de werkwijze van de provinciale en gemeentelijke commissies voor ruimtelijke ordening, artikel 2.
juridisch kader
  • Wet van 16 juli 1973 waarbij de bescherming van de ideologische en filosofische strekkingen gewaarborgd wordt, artikel 3, 6 en 9
  • Decreet van 28 januari 1974 betreffende het cultuurpact, artikel 3, 6 en 9.
  • Bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen en in het bijzonder op artikel 4.
  • Vlaamse codex ruimtelijke ordening, artikel 1.3.3.
  • Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, artikel 2.1.22.
  • Decreet van 15 juli 2011 houdende vaststelling van de algemene regels waaronder in de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaams Gewest periodieke plan- en rapporteringsverplichtingen aan lokale besturen kunnen worden opgelegd, artikel 6 en 10.
  • Decreet van 20 april 2012 houdende de organisatie van kinderopvang van baby’s en peuters, artikel 13.
  • Decreet van 6 juli 2012 betreffende het lokaal cultuurbeleid, titel 4.
  • Decreet van 6 juli 2012 houdende de ondersteuning en stimulering van het lokaal jeugdbeleid en de bepaling van het provinciaal jeugdbeleid, artikel 2 en 5.
  • Decreet van 29 november 2013 houdende de organisatie van preventieve gezinsondersteuning, artikel 11 en 14.
  • Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 286, 287 en 288.
  • Besluit van de Vlaamse regering van 19 mei 2000 tot vaststelling van de nadere regels voor de samenstelling, de organisatie en de werkwijze van de provinciale en gemeentelijke commissies voor ruimtelijke ordening.
  • Besluit van de Vlaamse regering van 14 juni 2002 betreffende de provinciale en gemeentelijke milieuplanning en de milieuraad, artikel 3.
  • Besluit van de Vlaamse regering van 3 juli 2009 tot vaststelling van de deontologische code voor de leden van de Vlaamse, provinciale en gemeentelijke commissies voor ruimtelijke ordening.
  • Besluit van de Vlaamse regering van 26 oktober 2012 ter uitvoering van het decreet van 6 juli 2012 betreffende het lokaal cultuurbeleid, artikel 36.
  • Besluit van de Vlaamse regering van 24 mei 2013 betreffende het lokaal beleid kinderopvang.
  • Besluit van de Vlaamse regering van 28 maart 2014 tot uitvoering van het decreet van 29 november 2013 houdende de organisatie van preventieve gezinsondersteuning, artikel 34 en 36.
  • Besluit van de Vlaamse regering van 9 december 2016 ter uitvoering van het decreet van 6 juli 2012 houdende de ondersteuning en stimulering van het lokaal jeugdbeleid en de bepaling van het provinciaal jeugdbeleid, artikel 6.
  • Besluit van de Vlaamse regering van 20 april 2018 betreffende bekendmaking en raadpleegbaarheid van besluiten en stukken van het lokaal bestuur, betreffende de wijze waarop de reglementen en verordeningen van het lokaal bestuur worden bijgehouden in het register en betreffende raadpleegbaarheid van de besluiten van de politiezones en hulpverleningszones, artikel 1 8°.
  • Omzendbrief BB 2007/03 van 4 mei 2007 over de toepassing van artikel 200 van het gemeentedecreet en van artikel 193 van het provinciedecreet over de man-vrouwverhouding in adviesraden en overlegstructuren.
  • Omzendbrief KB/ABB2018/4 van 14 december 2018 betreffende bestuurlijk toezicht en de bekendmakingsplicht, punt 1.2. en bijlage 1.
  • Gemeenteraadsbesluit van 21 oktober 2019 houdende participatie - vaststellen reglement (vervangen gemeenteraadsbesluit van 29 april 2019).
motivering

De gemeenteraad is verantwoordelijk voor het voeren van het participatiebeleid en bevoegd voor het inrichten van de adviesraden en overlegstructuren. Hij bepaalt bij reglement hoe daaraan concreet vorm wordt gegeven. De gemeenteraad heeft dit reglement vastgesteld op 21 oktober 2019.

De volgende wijzigingen worden aangebracht:

  • de optie voor het dagelijks bestuur om adviezen voor te bereiden en deze elektronisch voor te leggen aan de algemene vergadering (artikel 22 en 34)
  • de interpretatie van de aanwezigheden bij een elektronische stemming (artikel 28)
  • de schrapping van de term 'einddocumenten' (onderafdeling 7.3.)
  • de invoering van een elektronische goedkeuringsprocedure voor de verslagen (artikel 37 en 38)
  • de aanpassing van functiebenamingen (artikel 55, 60, 63, 66, 69 en 75)
  • de schrapping van de verplichte oprichting van werkgroepen binnen de adviesraad voor cultuur (artikel 56), doch met behoud van de mogelijk om die alsnog op te richten (artikel 21)
Publieke stemming
Aanwezig: Jean-Pierre Sprangers, Denis Dierick, Peter Declercq, Christophe De Boever, Dirk Martens, Peggy Demoor, Dieter De Mets, Hugo Leroy, Karel Hubau, Nadine De Stercke, Jef Vermaere, Wim Malfroot, Luc Goemaere, Veronique Dedeyne, Ankie D'Hollander, Roland De Bosscher, Christine De Cooman, Isabelle Tuypens, Peter De Rycke, Stany Schamp, Davy Tuytens, Pascale Bottequin, Serge Ronsse
Voorstanders: Jean-Pierre Sprangers, Denis Dierick, Peter Declercq, Christophe De Boever, Dirk Martens, Peggy Demoor, Dieter De Mets, Jef Vermaere, Roland De Bosscher, Christine De Cooman, Stany Schamp, Davy Tuytens, Pascale Bottequin
Tegenstanders: Hugo Leroy, Karel Hubau, Nadine De Stercke, Wim Malfroot, Luc Goemaere, Veronique Dedeyne, Ankie D'Hollander, Isabelle Tuypens, Peter De Rycke
Resultaat: Met 13 stemmen voor, 9 stemmen tegen
besluit
 

TITEL I – ALGEMENE BEPALINGEN M.B.T. DE ADVIESRADEN EN DE OVERLEGSTRUCTUREN

 

Afdeling 1 – Erkenning en inrichting

Art. 1:

De gemeente erkent en richt de volgende gemeentelijke adviesraden en overlegstructuren in:

  • de gemeentelijke adviesraad voor cultuur, genoemd “Cultuurplatform”;
  • de gemeentelijke adviesraad voor toerisme en erfgoed, genoemd “VVV ’t Gaverland”;
  • de gemeentelijke adviesraad voor jeugd;
  • de gemeentelijke adviesraad voor sport;
  • de gemeentelijke adviesraad voor ouderen, genoemd “Seniorenraad”;
  • de gemeentelijke adviesraad voor leefmilieu;
  • de gemeentelijke overlegstructuur voor verkeer en mobiliteit, genoemd “Verkeerscommissie”;
  • de gemeentelijke overlegstructuur Huis van het Kind.

Art. 2:

De zetel van de gemeentelijke adviesraden en overlegstructuren is gevestigd in het administratief centrum van Gavere, Markt 1 te 9890 Gavere.

Art. 3:

De gemeentelijke adviesraden en overlegstructuren worden binnen de 6 maanden na de installatie van de gemeenteraad al dan niet opnieuw erkend en ingericht.

Art. 4:

De erkenning en inrichting wordt door de gemeente minstens bekendgemaakt door een publieke oproep tot kandidaatstelling.

 

Afdeling 2 – Opdracht

Art. 5:

De gemeentelijke adviesraad of overlegstructuur heeft binnen zijn werkveld als algemene opdracht de gemeente op regelmatige en systematische wijze adviseren.

De gemeentelijke adviesraad of overlegstructuur wordt voor het vervullen van die algemene opdracht gemachtigd tot het coördineren van de activiteiten van en in overleg met de verenigingen, organisaties en instellingen actief in het eigen werkveld.

Art. 6:

De gemeentelijke adviesraad of overlegstructuur is niet bevoegd voor die opdrachten die expliciet of impliciet toebehoren aan het werkveld van een andere gemeentelijke adviesraad of overlegstructuur en die geen enkel raakvlak hebben met het eigen werkveld.

 

Afdeling 3 - Activiteiten

Art. 7:

De gemeentelijke adviesraad of overlegstructuur kan slechts die activiteiten organiseren die cumulatief voldoen aan de volgende voorwaarden:

  • de activiteit sluit aan bij de algemene of specifieke opdracht en het werkveld van de gemeentelijke adviesraad of overlegstructuur;
  • de activiteit is afgestemd op een behoefte van de bevolking die nog niet wordt ingevuld door een andere vereniging, organisatie of instelling;
  • de activiteit werd (op basis van een jaarprogramma) goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen.

Art. 8:

De activiteit met inbreng van de gemeentelijke adviesraad of overlegstructuur wordt aangekondigd als: “Een organisatie van [naam van de gemeentelijke adviesraad of overlegstructuur] in samenwerking met de gemeente Gavere”.

 

Afdeling 4 – Algemene vergadering

Art. 9:

De algemene vergadering van een gemeentelijke adviesraad of overlegstructuur bestaat uit de stemgerechtigde leden en de waarnemende leden.

De algemene vergadering van een gemeentelijke adviesraad of overlegstructuur bestaat, onder voorbehoud van andersluidende wettelijke of decretale bepalingen, voor ten hoogste twee derden uit leden van hetzelfde geslacht. De gemeentelijke adviesraden en overlegstructuren die niet voldoen aan deze bepaling kunnen geen rechtsgeldig advies uitbrengen.

Art. 10:

De stemgerechtigde leden kunnen de vergaderingen van de algemene vergadering bijwonen en hebben er spreekrecht en stemrecht.

Art. 11:

De stemgerechtigde leden kunnen, wanneer het huishoudelijk reglement daarin voorziet, een plaatsvervanger hebben die in voorkomend geval aan dezelfde voorwaarden voldoet als het effectief lid.

De plaatsvervangende leden kunnen de algemene vergadering bijwonen als het effectief lid afwezig is en beschikken in voorkomend geval over dezelfde rechten als het effectief lid.

De plaatsvervangende leden kunnen de algemene vergadering als toeschouwer bijwonen als het effectief lid aanwezig is en beschikken in voorkomend geval noch over spreekrecht, noch over stemrecht.

Art. 12:

Het aantal stemgerechtigde leden dient, behoudens andersluidende wettelijk, decretale of reglementaire bepalingen, steeds minstens even groot te zijn als het aantal waarnemende leden.

Art. 13:

§1. De leden van de gemeenteraad en van het bijzonder comité kunnen geen stemgerechtigd, doch enkel waarnemend lid zijn van de gemeentelijke adviesraden en overlegstructuren.

§2. De personeelsleden van de gemeente en/of het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn kunnen geen stemgerechtigd (op uitzondering van de personeelsleden van het gemeentelijk onderwijs), doch enkel waarnemend lid zijn van de gemeentelijke adviesraden en overlegstructuren, in zoverre dit tot hun opdracht behoort.

§3. De waarnemende leden kunnen de vergaderingen van de algemene vergadering bijwonen en hebben er spreekrecht. Zij hebben geen stemrecht.

Art. 14:

Bij de zes jaarlijkse hernieuwing worden de gemeentelijke adviesraden of overlegstructuren als volgt samengesteld:

  1. De kandidaturen dienen schriftelijk ingediend te worden bij het college van burgemeester en schepenen.
    Bij kandidaturen van vertegenwoordigers dienen per vertegenwoordiger twee kandidaten-leden van verschillend geslacht voorgedragen te worden, uitgezonderd door verenigingen, organisaties of instellingen die uitsluitend bestaan uit leden van eenzelfde geslacht. Wanneer het huishoudelijk reglement voorziet in plaatsvervangers dienen de voorgedragen effectief en plaatsvervanger van een verschillend geslacht te zijn, uitgezonderd voor verenigingen, organisaties of instellingen die uitsluitend bestaan uit leden van eenzelfde geslacht.
    De kandidaten die zich aanbieden als onafhankelijke, deskundige, … voegen bij hun kandidatuur een motivatie.
  2. Indien de kandidaturen voldoen aan alle voorwaarden van deze statuten, neemt de gemeenteraad kennis van de ambtshalve verkiezing van de kandidaten, hetzij voor een deel, hetzij voor het geheel van de gemeentelijke adviesraad of overlegstructuur.
  3. Indien de kandidaturen niet voldoen aan alle voorwaarden van deze statuten, gaat de gemeenteraad over tot de verkiezing van de kandidaten, hetzij voor een deel, hetzij voor het geheel van de gemeentelijke adviesraad of overlegstructuur.
    De verkiezing gebeurt in één stemronde, waarbij elk raadslid over één stem beschikt. Bij de verkiezing van de gebruikers bedoeld in artikel 54 beschikt elk raadslid daarentegen over vier stemmen.
    Bij gelijkheid van stemmen dient toepassing gemaakt te worden de stemprocedure voorzien in artikel 35 van het decreet lokaal bestuur.

Art. 15:

De samenstelling van de gemeentelijke adviesraden of overlegstructuren kan in gevolge nieuwe kandidaturen of het openvallen van mandaten als volgt gewijzigd worden:

  1. De kandidaturen dienen schriftelijk ingediend te worden bij het college van burgemeester en schepenen.
    Bij kandidaturen van vertegenwoordigers dienen per vertegenwoordiger twee kandidaten-leden van verschillend geslacht voorgedragen te worden uitgezonderd door verenigingen, organisaties of instellingen die uitsluitend bestaan uit leden van eenzelfde geslacht. Wanneer het huishoudelijk reglement voorziet in plaatsvervangers dienen de voorgedragen effectief en plaatsvervanger van een verschillend geslacht te zijn, uitgezonderd voor verenigingen, organisaties of instellingen die uitsluitend bestaan uit leden van eenzelfde geslacht.
    De kandidaten die zich aanbieden als onafhankelijke, deskundige, … voegen bij hun kandidatuur een motivatie.
  2. Indien de kandidaturen voldoen aan alle voorwaarden van deze statuten én de verhoudingen binnen de gemeentelijke adviesraad of overlegstructuur niet wijzigen, neemt het college van burgemeester en schepenen kennis van de ambtshalve verkiezing van de kandidaten, hetzij voor een deel, hetzij voor het geheel van de gemeentelijke adviesraad of overlegstructuur.
  3. Indien de kandidaturen niet voldoen aan alle voorwaarden van deze statuten en/of de verhoudingen binnen de gemeentelijke adviesraad of overlegstructuur wijzigen, gaat de gemeenteraad over tot de verkiezing van de kandidaten, hetzij voor een deel, hetzij voor het geheel van de gemeentelijke adviesraad of overlegstructuur.
    Bij gelijkheid van stemmen dient toepassing gemaakt te worden de stemprocedure voorzien in artikel 35 van het decreet lokaal bestuur.

Art. 16:

Aan het mandaat van een stemgerechtigd of waarnemend lid komt een einde door:

  • door overlijden van het lid;
  • door ontslag van het lid uit de gemeentelijke adviesraad of overlegstructuur of uit de organisatie of instelling waarvoor het lid vertegenwoordiger is in de gemeentelijke adviesraad of overlegstructuur;
  • door verlies van het mandaat van gemeenteraadslid of van lid van het college van burgemeester en schepenen of door het verlies van de hoedanigheid van personeelslid van de gemeente of het OCMW;
  • door intrekking van de aanduiding door de organisatie of instelling waarvoor het lid vertegenwoordiger is in de gemeentelijke adviesraad of overlegstructuur;
  • door verplaatsing van de zetel van de organisatie of instelling waarvoor het lid vertegenwoordiger is in de gemeentelijke adviesraad of overlegstructuur naar een andere gemeente, wanneer dit een voorwaarde tot lidmaatschap zou zijn;
  • door drie opeenvolgende afwezigheden waarbij het lid zich niet verontschuldigd heeft.
  • Het einde van het mandaat van een stemgerechtigd lid betekent tevens ambtshalve het einde van het mandaat van de plaatsvervanger.

Art. 17:

Alle leden onderschrijven door hun toetreding de statuten en in het bijzonder de opdracht van de gemeentelijke adviesraad of overlegstructuur waarvan ze deel uitmaken. Zij verbinden zich ertoe geen daden te stellen die strijdig zijn met de statuten en de opdracht van de gemeentelijke adviesraad of overlegstructuur of die de gemeentelijke adviesraad of overlegstructuur op enigerlei wijze schade zou berokkenen.

Bij niet-naleving van dit artikel kan de algemene vergadering het lid gemotiveerd ontslaan met een 2/3e-meerderheid van de aanwezige stemgerechtigde leden.

Art. 18:

De algemene vergadering van een gemeentelijke adviesraad of overlegstructuur verkiest onder de stemgerechtigde leden minstens een voorzitter en een penningmeester.

Indien de gemeentelijke adviesraad of overlegstructuur niet over eigen chartale of girale middelen beschikt kan de secretaris tot penningmeester verkozen worden.

Art. 19:

De algemene vergadering van een gemeentelijke adviesraad of overlegstructuur komt minstens jaarlijks samen.

Art. 20:

De algemene vergadering van een gemeentelijke adviesraad of overlegstructuur kan steeds ad hoc deskundigen uitnodigen voor de toelichting of behandeling van bepaalde agendapunten.

Art. 21:

De algemene vergadering van de gemeentelijke adviesraden en overlegstructuren kan in zijn midden werkgroepen oprichten.

 

Afdeling 5 – Dagelijks bestuur

Art. 22:

De algemene vergadering van een gemeentelijke adviesraad of overlegstructuur kan beslissen tot de oprichting van een dagelijks bestuur. De algemene vergadering kan aan het dagelijks bestuur slechts die bevoegdheden geven die niet expliciet zijn toegewezen aan de algemene vergadering.

De volgende bevoegdheden behoren exclusief tot de bevoegdheid van de algemene vergadering en kunnen niet gedelegeerd worden naar het dagelijks bestuur:

  • het uitbrengen van adviezen;
  • het vaststellen van het budget;
  • het goedkeuren van de rekening.
Het dagelijks bestuur kan op de wijze(n) afgesproken in het huishoudelijk reglement van de gemeentelijke adviesraad of overlegstructuur ontwerpadviezen voorbereiden.

Art. 23:

Het dagelijks bestuur van een gemeentelijke adviesraad of overlegstructuur bestaat minstens uit 3 leden.

Het aantal leden van het dagelijks bestuur is steeds oneven en mag, onverminderd de minimale samenstelling, niet groter zijn dan 1/4de van het aantal stemgerechtigde leden van de algemene vergadering.

De volgende waarnemende leden kunnen de vergadering van het dagelijks bestuur bijwonen:

  • de bevoegde schepen(en);
  • de secretaris aangeduid door de algemeen directeur.
 

Afdeling 6 - Werking

Art. 24:

De algemene vergadering en het dagelijks bestuur van de gemeentelijke adviesraad of overlegstructuur worden samengeroepen door de voorzitter of door diegene die hem vervangt.

Het dagelijks bestuur stelt de datum en de agenda van algemene vergadering vast. Bij gebrek aan dagelijks bestuur stelt de voorzitter de datum en de agenda van de algemene vergadering vast.

De voorzitter is verplicht om de algemene vergadering samen te roepen op schriftelijk verzoek van 1/3e van de stemgerechtigde leden.

De oproeping gebeurt bij voorkeur elektronisch en minstens 8 dagen vóór de algemene vergadering.

De oproeping vermeldt de agenda.

Elk stemgerechtigd lid kan een punt aan de agenda toevoegen. Hij/zij dient het agendapunten minstens 5 dagen vóór de algemene vergadering in bij de secretaris, die het agendapunt overmaakt aan de voorzitter.

Art. 25:

De algemene vergadering en het dagelijks bestuur van de gemeentelijke adviesraad of overlegstructuur kunnen geen beslissingen nemen indien niet de meerderheid van de stemgerechtigde leden aanwezig is.

De algemene vergadering en het dagelijks bestuur van de gemeentelijke adviesraden of overlegstructuren kunnen na een tweede oproeping ongeacht het aantal aanwezige stemgerechtigde leden beslissingen nemen over de onderwerpen waartoe een tweede maal werd opgeroepen.

De vaststelling of de wijziging van het huishoudelijk reglement van de gemeentelijke adviesraad of overlegstructuur vereist de aanwezigheid van minstens 2/3e van de stemgerechtigde leden.

Art. 26:

Het is elk lid verboden om aanwezig te zijn bij de beraadslaging over de agendapunten waarbij hij een rechtstreeks belang heeft of waarbij bloed- of aanverwanten tot en met de tweede graad een rechtstreeks belang hebben.

Art. 27:

De algemene vergadering en het dagelijks bestuur van de gemeentelijke adviesraden of overlegstructuren nemen hun beslissingen met een gewone meerderheid van de aanwezige stemgerechtigde leden.

De vaststelling of de wijziging van het huishoudelijk reglement van de gemeentelijke adviesraad of overlegstructuur vereist minstens een 2/3e-meerderheid van de aanwezige stemgerechtigde leden.

Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

Art. 28:

De stemming gebeurt in beginsel mondeling of bij handopsteking, en in sommige gevallen in elektronische vorm.
Voor de toepassing van de elektronische stemming dient de 'aanwezigheid' bedoeld in artikel 25 tot en 27 gelezen te worden als de 'actieve deelname aan de elektronische stemming'.

De stemming gebeurt geheim wanneer de persoonlijke levenssfeer geraakt wordt of wanneer de meerderheid van de stemgerechtigde leden daarom gemotiveerd verzoekt.

Bij staking van stemmen bij een geheime stemming is het voorstel verworpen.

 

Afdeling 7 - Communicatie

 

Onderafdeling 7.1 – Openbaarheid

Art. 29:

Het overzicht en de samenstelling van de gemeentelijke adviesraden en overlegstructuren wordt bekend gemaakt op de gemeentelijke website.

De adviezen en verslagen van de gemeentelijke adviesraden en overlegstructuren van het lopende en van vorige kalenderjaar worden gepubliceerd op de gemeentelijk website.

Art. 30:

De leden van de gemeentelijke adviesraden en overlegstructuren hebben de plicht terug te koppelen naar de vereniging, organisatie of instelling waardoor ze werden aangeduid.

 

Onderafdeling 7.2 – Adviezen

Art. 31:

De gemeente vraagt verplicht advies aan de gemeentelijke adviesraad of overlegstructuur:

  • wanneer dit wettelijke, decretaal of reglementair verplicht is;
  • wanneer ze zich voorneemt een beleidsbeslissing te nemen binnen de werkveld van de adviesraad;
  • over de strategische nota.

De gemeentelijke adviesraad of overlegstructuur verstrekt zijn advies binnen de 45 dagen na ontvangst van de adviesvraag. In dringende gevallen kan de gemeente de adviestermijn gemotiveerd inkorten.

Art. 32:

De gemeentelijke adviesraad of overlegstructuur kan steeds op eigen initiatief advies geven.

Art. 33:

De gemeentelijke adviesraad of overlegstructuur kan geen advies geven:

  • over de financiële nota;
  • over de belastings- of retributiereglementen;

behoudens andersluidende wettelijke, decretale of reglementaire bepalingen.

Art. 34:

Het dagelijks bestuur kan ervoor opteren om het ontwerpadvies, bedoeld in artikel 22, in elektronische vorm voor te leggen aan de leden van de algemene vergadering. De leden van de algemene vergadering krijgen 10 kalenderdagen (de dag van ontvangst niet inbegrepen) om opmerkingen te formuleren.
Als er geen opmerkingen worden geformuleerd dan wordt het advies als goedgekeurd beschouwd.
Als er wel opmerkingen worden geformuleerd dan past de secretaris het ontwerpadvies aan. De secretaris bezorgt het aangepaste ontwerpadvies opnieuw in elektronische vorm aan de leden van de algemene vergadering. Als er geen opmerkingen worden geformuleerd dan wordt het aangepaste advies als goedgekeurd beschouwd. Als er wel opmerkingen worden geformuleerd wordt de goedkeuring geagendeerd op de agenda van de volgende algemene vergadering.

De adviezen worden na goedkeuring ondertekend door de voorzitter en de secretaris of hun respectievelijke vervangers.

De goedgekeurde en ondertekende adviezen worden bijgehouden door de secretaris.

Art. 35:

De gemeente deelt aan de gemeentelijke adviesraad of overlegstructuur mee welk gevolg aan het advies is gegeven en dit op een van de volgende wijzen:

  • indien het advies voorwerp uitmaakt van een beslissing van de gemeente wordt aan de voorzitter en de secretaris van de gemeentelijke adviesraad of overlegstructuur binnen de 30 dagen een elektronisch afschrift van de beslissing bezorgd;
  • indien het advies geen voorwerp uitmaakt van een beslissing van de gemeente wordt aan de voorzitter en de secretaris van de gemeentelijke adviesraad of overlegstructuur binnen de 30 dagen een schriftelijk antwoord bezorgd.

Indien de beslissing of het schrijven afwijkt van het advies van de gemeentelijke adviesraad of overlegstructuur motiveert de gemeente haar beslissing of schrijven.

 

Onderafdeling 7.3 – Verslagen

Art. 36:

Van de vergaderingen van de algemene vergadering wordt een verslag gemaakt, volgens het model opgelegd door het college van burgemeester en schepenen.

Elk verslag bevat in voorkomend geval de volgende punten:

1. de aan- en afwezigheden;
2. de goedkeuring van het verslag van de vorige vergadering;
3. de eigenlijke agendapunten bestaande uit:
  1. een korte toelichting van het agendapunt;
  2. een korte samenvatting van de bespreking (dus zonder individuele tussenkomsten of standpunten);
  3. het resultaat van de stemming;
  4. de conclusie van het agendapunt met vermelding van eventuele minderheidsstandpunten die gedragen worden door minstens 1/3e van de aanwezige stemgerechtigde leden;
4. de rapportering over het gevolg dat aan de verstrekte adviezen is gegeven;
5. de rapportering door leden afgevaardigd in andere gemeentelijke adviesraden en/of overlegstructuren;
6. het financieel verslag.

Art. 37:

De verslagen worden opgemaakt door de secretaris. De secretaris bezorgt het ontwerpverslag in elektronische vorm aan de leden. De leden krijgen 5 kalenderdagen (de dag van ontvangst niet inbegrepen) om opmerkingen te formuleren.
Als er geen opmerkingen worden geformuleerd dan wordt het verslag als goedgekeurd beschouwd.
Als er wel opmerkingen worden geformuleerd dan past de secretaris het ontwerpverslag aan. De secretaris bezorgt het aangepaste ontwerpverslag opnieuw in elektronische vorm aan de leden. Als er geen opmerkingen worden geformuleerd dan wordt het aangepaste verslag als goedgekeurd beschouwd. Als er wel opmerkingen worden geformuleerd wordt de goedkeuring geagendeerd op de agenda van de volgende algemene vergadering.

De verslagen worden na goedkeuring ondertekend door de voorzitter en de secretaris of hun respectievelijke vervangers.

De goedgekeurde en ondertekende verslagen worden bijgehouden door de secretaris.

Art. 38:

De verslagen van de gemeentelijke adviesraden en overlegstructuren worden ter kennisname voorgelegd aan de gemeenteraad.

De verslagen worden pas voorgelegd aan de gemeenteraad als de gemeentelijke adviesraad of overlegstructuur ze heeft goedgekeurd. Indien de goedkeuring niet heeft plaatsgevonden binnen de 30 dagen na de vergadering waarop het verslag betrekking heeft, dan wordt het verslag in voorlopige vorm voorgelegd aan de gemeenteraad. Het verslag vermeldt in voorkomend geval duidelijk het voorlopig karakter van het verslag.

 

Afdeling 8 – Rechten

Art. 39:

De leden hebben steeds toegang tot de documenten, verslagen en adviezen van de gemeentelijke adviesraad of overlegstructuur waarvan ze deel uitmaken.

Art. 40:

De gemeentelijke adviesraden en overlegstructuren hebben inzage in de bestuursdocumenten die betrekking hebben op hun algemene en specifieke opdracht, tenzij er gegronde bezwaren zijn tegen de openbaarheid.

Art. 41:

De leden van de gemeentelijke adviesraden en overlegstructuren zijn verzekerd tegen lichamelijke ongevallen en burgerlijke aansprakelijkheid.

 

Afdeling 9 – Ondersteuning

Art. 42:

De algemeen directeur wijst onder de waarnemende leden een personeelslid aan als secretaris, waarvan de opdracht beperkt is tot de taken vermeld in onderhavig reglement.

Art. 43:

De gemeente ondersteunt de opdracht van de gemeentelijke adviesraad of overlegstructuur financieel hetzij door de nodige middelen te voorzien op het gemeentebudget hetzij door de verstrekking van een werkingstoelage.

De gemeente kan de activiteiten van de gemeentelijke adviesraad of overlegstructuur die als gemeentelijke adviesraad of overlegstructuur georganiseerd worden financieel ondersteunen hetzij door de nodige middelen te voorzien op het gemeentebudget hetzij door de verstrekking van een projecttoelage.

Art. 44:

De gemeente stelt de gemeentelijke adviesraad of overlegstructuur kosteloos een vergaderlokaal ter beschikking ten behoeve van de vergaderingen van de algemene vergadering en van het dagelijks bestuur.

 

Afdeling 10 – Financiën

Art. 45:

De penningmeester beheert de chartale en de girale middelen van de gemeentelijke adviesraad of overlegstructuur. Hij houdt een gedetailleerd kasboek bij van alle inkomsten en uitgaven van de gemeentelijke adviesraad of overlegstructuur.

Art. 46:

De penningmeester geeft elke algemene vergadering een beknopt overzicht van de stand van de kas en/of rekening(en) van de gemeentelijke adviesraad of overlegstructuur.

De algemene vergadering kan onder de leden die geen deel uitmaken van het dagelijks bestuur een of meerdere commissarissen aanduiden die de rekeninguittreksels, de kasboeken, de facturen e.d.m. van de gemeentelijke adviesraad of overlegstructuur kunnen nazien. De commissaris rapporteert over zijn bevindingen aan de algemene vergadering.

Art. 47:

De penningmeester bereidt voor het begin van elk kalenderjaar een budget voor, desgevallend naar model opgelegd door het college van burgemeester en schepenen.

Het budget bevat onder meer het jaarprogramma en de middelen die nodig zijn om dit jaarprogramma te realiseren. Het jaarprogramma kan in de loop van het kalenderjaar bijgestuurd worden.

Art. 48:

De penningmeester maakt op het einde van elk kalenderjaar een rekening op, desgevallend naar model opgelegd door het college van burgemeester en schepenen

Art. 49:

Bij de ontbinding van de gemeentelijke adviesraad of overlegstructuur worden alle goederen en middelen van de gemeentelijke adviesraad of overlegstructuur overgemaakt aan de gemeentekas.

Art. 50:

De (uitgetreden en uitgesloten) leden kunnen geen enkel verhaal laten gelden op de goederen en/of de middelen van de gemeentelijke adviesraad en/of de individuele leden.

 

Afdeling 11 - Huishoudelijk reglement

Art. 51:

De algemene vergadering van de gemeentelijke adviesraad of overlegstructuur kan een huishoudelijk reglement opstellen.

Het huishoudelijk reglement verbijzondert de onderhavige statuten en regelt de aangelegenheden die niet in de onderhavige statuten zijn opgenomen.

Het huishoudelijk reglement mag geen bepalingen bevatten die strijdig zijn met onderhavige statuten of die de draagwijdte ervan inperken.

Art. 52:

De algemene vergadering van de gemeentelijke adviesraden en overlegstructuren maakt een exemplaar van het huishoudelijk reglement en van elke wijziging ervan over aan het college van burgemeester en schepenen.

 

TITEL II – SPECIFIEKE EN AFWIJKENDE BEPALINGEN M.B.T. DE ADVIESRADEN EN DE OVERLEGSTRUCTUREN

 

ONDERDEEL A – GEMEENTELIJKE ADVIESRAAD VOOR CULTUUR

 

Afdeling 1 – Opdracht

Art. 53:

De gemeentelijke adviesraad cultuur heeft als specifieke opdracht:

  • het adviseren van de culturele aangelegenheden in artikel 4, 1°, 2°, 3°, 5° 6°, 8° en 10° (vrijetijdsbesteding), van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen;
  • het vullen van de rol van
    • beheersorgaan voor de bibliotheek, zoals bedoeld in artikel 9c van de wet van 16 juli 1973 waarbij de bescherming van de ideologische en filosofische strekkingen gewaarborgd wordt en artikel 9c het decreet van 28 januari 1974 betreffende het cultuurpact;
    • beheersorgaan voor het gemeenschapscentrum, zoals bedoeld in artikel 9c van de wet van 16 juli 1973 waarbij de bescherming van de ideologische en filosofische strekkingen gewaarborgd wordt en artikel 9c het decreet van 28 januari 1974 betreffende het cultuurpact;
  • het actief stimuleren en adviseren en/of bevorderen van
    • het integraal cultuurbeleid en het beleid ten aanzien van het verenigingsleven in het algemeen;
    • alle aspecten van het bibliotheekwerk;
    • het beheer en het gebruik van het gemeenschapscentrum en de gemeentelijke trefpunten, daaronder begrepen:
      • gemeentelijk ontmoetingscentrum Racing, Markt 20 te 9890 Gavere;
      • trefpunt ’t Eiland, Sportdreef 3 te 9890 Gavere;
      • trefpunt Henri De Cocker, Gentweg 30 te 9890 Gavere.
 

Afdeling 2 – Algemene vergadering

Art. 54:

De gemeentelijke adviesraad voor cultuur heeft de volgende stemgerechtigde leden:

  • maximum 1 vertegenwoordiger van alle socio-culturele verenigingen, organisaties en instellingen, zowel private als publieke, die het Nederlandstalige socio-culturele leven bevorderen, die werken met vrijwilligers of met professionele beroepskrachten en die een werking ontplooien op het grondgebied van de gemeente.
    De kandidaten dienen te voldoen aan de volgende voorwaarden:
    • minimum 18 jaar zijn;
    • aangeduid zijn door een socio-culturele vereniging, organisatie of instelling en actief betrokken zijn bij de werking van die socio-culturele vereniging, organisatie of instelling;
    • nog geen andere socio-culturele vereniging, organisatie of instelling vertegenwoordigen in de gemeentelijke adviesraad voor cultuur;
  • maximum 6 gebruikers van de bibliotheek.
    De kandidaten dienen te voldoen aan de volgende voorwaarden:
    • minimum 18 jaar zijn;
    • een band kunnen aantonen met de gemeente;
    • lid zijn van de bibliotheek.
  • maximum 2 vertegenwoordigers van de onderwijsorganisaties en -instellingen met een werking op het grondgebied van de gemeente.
  • maximum 6 gebruikers van het gemeenschapscentrum of de gemeentelijke trefpunten.
    De kandidaten dienen te voldoen aan de volgende voorwaarden:
    • minimum 18 jaar zijn;
    • een band kunnen aantonen met de gemeente;
    • betrokken zijn bij het beheer of minstens regelmatig gebruik maken van het gemeenschapscentrum en/of de gemeentelijke trefpunten.
  • maximum 1/3e geïnteresseerde burgers of deskundigen.
    De kandidaten dienen te voldoen aan de volgende voorwaarden:
    • minimum 18 jaar zijn;
    • een band kunnen aantonen met de gemeente;
    • een bijzondere deskundigheid en/of motivatie hebben voor het werkveld van de adviesraad.

Art. 55:

De gemeentelijke adviesraad voor cultuur heeft de volgende waarnemende leden:

  • de schepen bevoegd voor cultuur, bibliotheek en toerisme;
  • de schepen bevoegd voor patrimonium voor zover de agendapunten van de vergadering dit vereisen;
  • het afdelingshoofd vrije tijd;
  • de deskundige cultuur;
  • de bibliothecaris.

Art. 56:

opgeheven

 

ONDERDEEL B – GEMEENTELIJKE ADVIESRAAD VOOR TOERISME EN ERFGOED

 

Afdeling 1 – Opdracht

Art. 57:

De gemeentelijke adviesraad voor toerisme en erfgoed heeft als specifieke opdracht:

  • het adviseren van de culturele aangelegenheden in artikel 4, 1°, 4° en 10° (toerisme), van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen;
  • het actief stimuleren en adviseren van alle aspecten m.b.t. materieel en immaterieel erfgoed.
 

Afdeling 2 - Activiteiten

Art. 58:

De gemeentelijk adviesraad voor toerisme en erfgoed kan in het eigen werkveld in het bijzonder de volgende activiteiten organiseren:

  • het bevorderen van toerisme in Gavere en de toeristische regio Vlaamse Ardennen;
  • het organiseren van toeristische en erfgoedactiviteiten;
  • het opmaken van toeristische en erfgoedpublicaties;
  • het stimuleren en organiseren van de toeristische publieksfunctie en baliewerking.
 

Afdeling 3 – Algemene vergadering

Art. 59:

De gemeentelijke adviesraad voor toerisme en erfgoed heeft de volgende stemgerechtigde leden:

  • minimaal 6 personen. De kandidaten dienen te voldoen aan de volgende voorwaarde:
    • minimum 18 jaar zijn;
    • een band kunnen aantonen met de gemeente;
    • een bijzondere deskundigheid en/of motivatie hebben voor het werkveld van de adviesraad;

Art. 60:

De gemeentelijke adviesraad voor toerisme en erfgoed heeft de volgende waarnemende leden:

  • de schepen bevoegd voor toerisme;
  • de deskundige cultuur;
  • het afdelingshoofd vrije tijd.
 

ONDERDEEL C – GEMEENTELIJKE ADVIESRAAD VOOR JEUGD

 

Afdeling 1 – Opdracht

Art. 61:

De gemeentelijke adviesraad voor jeugd heeft als specifieke opdracht:

  • het adviseren van de culturele aangelegenheden in artikel 4, 7° van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen;
  • het actief stimuleren en adviseren van het jeugd(werk)beleid en het jeugdwelzijnsbeleid.
 

Afdeling 2 – Algemene vergadering

Art. 62:

De gemeentelijke adviesraad voor jeugd heeft de volgende stemgerechtigde leden:

  • maximum 2 vertegenwoordigers van alle jeugd(werk)verenigingen, -organisaties of- instellingen, zowel private als publieke, die werken met vrijwilligers of met professionele beroepskrachten, die een werking ontplooien op het grondgebied van de gemeente.
    Onder jeugdwerk wordt begrepen: niet op winst gerichte socio-culturele initiatieven en pogingen om jeugdigen in een leeftijdsgebonden organisatie in de vrijetijdssector te plezieren (recreatie), te vormen (educatie) en te helpen (opvang, hulp).
    De kandidaten dienen te voldoen aan de volgende voorwaarden:
    • aangeduid zijn door een jeugd(werk)vereniging, -organisatie of -instelling en actief betrokken zijn bij de werking van die organisatie of instelling;
    • nog geen andere jeugd(werk)vereniging, -organisatie of -instelling vertegenwoordigen in de gemeentelijke adviesraad voor jeugd;
  • geïnteresseerde jongeren of deskundigen.
    Het aantal geïnteresseerde jongeren en deskundigen mag niet groter zijn dan het aantal vertegenwoordigers van de verenigingen, organisaties of instellingen.
    De kandidaten dienen te voldoen aan de volgende voorwaarden:
    • een band kunnen aantonen met de gemeente;
    • een bijzondere deskundigheid en/of motivatie hebben voor het werkveld van de adviesraad.

Art. 63:

De gemeentelijke adviesraad voor jeugd heeft de volgende waarnemende leden:

  • de schepen bevoegd voor jeugd;
  • het afdelingshoofd vrije tijd;
  • de deskundige jeugd.
 

ONDERDEEL D – GEMEENTELIJKE ADVIESRAAD VOOR SPORT

 

Afdeling 1 – Opdracht

Art. 64:

De gemeentelijke adviesraad voor sport heeft als specifieke opdracht:

  • het adviseren van de culturele aangelegenheden in artikel 4, 9° van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen;
  • het actief stimuleren en adviseren van het sportbeleid.
 

Afdeling 2 – Algemene vergadering

Art. 65:

De gemeentelijke advies raad voor sport heeft de volgende stemgerechtigde leden:

  • maximum 1 vertegenwoordiger van alle sportverenigingen, -organisaties en -instellingen, zowel private als publieke, die werken met vrijwilligers of met professionele beroepskrachten, die een werking ontplooien op het grondgebied van de gemeente.
    De kandidaten dienen te voldoen aan de volgende voorwaarden:
    • minimum 18 jaar zijn;
    • aangeduid zijn door een sportvereniging, -organisatie of -instelling en actief betrokken zijn bij de werking van die sportorganisatie of -instelling;
    • nog geen andere sportvereniging, -organisatie of -instelling vertegenwoordigen in de gemeentelijke adviesraad voor sport;
  • maximum 1/3e geïnteresseerde burgers of deskundigen.
    De kandidaten dienen te voldoen aan de volgende voorwaarden:
    • minimum 18 jaar zijn;
    • een band kunnen aantonen met de gemeente;
    • een bijzondere deskundigheid en/of motivatie hebben voor het werkveld van de adviesraad.

Art. 66:

De gemeentelijke adviesraad voor sport heeft de volgende waarnemende leden:

  • de schepen bevoegd voor sport;
  • het afdelingshoofd vrije tijd;
  • de deskundige sport.
 

ONDERDEEL E – GEMEENTELIJKE ADVIESRAAD VOOR OUDEREN

 

Afdeling 1 – Opdracht

Art. 67:

De gemeentelijke adviesraad voor ouderen heeft als specifieke opdracht:

  • het adviseren van de gemeente m.b.t. alle aangelegenheden die de ouderen aanbelangen
  • het actief stimuleren en adviseren van de ouderenwerking(en) en het ouderenwelzijn.
 

Afdeling 2 – Algemene vergadering

Art. 68:

De gemeentelijke adviesraad voor ouderen heeft de volgende stemgerechtigde leden:

  • maximum 2 vertegenwoordigers van alle ouderenverenigingen, -organisaties en -instellingen, zowel private als publieke, die werken met vrijwilligers of met professionele beroepskrachten, die een werking ontplooien op het grondgebied van de gemeente.
    De kandidaten dienen te voldoen aan de volgende voorwaarden:
    • minimum 55 jaar zijn en genieten van een pensioen, brugpensioen of ander vervangingsinkomen;
    • of minimum 60 jaar zijn;
  • maximum 1 vertegenwoordiger per woon- of zorginstelling en per serviceflataanbieder gevestigd op het grondgebied van de gemeente;
  • maximum 1/3e geïnteresseerde burgers of deskundigen.
    De kandidaten dienen te voldoen aan de volgende voorwaarden:
    • minimum 18 jaar zijn;
    • een band kunnen aantonen met de gemeente;
    • een bijzondere deskundigheid en/of motivatie hebben voor het werkveld van de adviesraad.

Art. 69:

De gemeentelijke adviesraad voor ouderen heeft de volgende waarnemende leden:

  • de schepen bevoegd voor ouderen;
  • het afdelingshoofd vrije tijd;
  • de deskundige cultuur.
 

ONDERDEEL F – GEMEENTELIJKE OVERLEGSTRUCTUUR VOOR VERKEER EN MOBILITEIT

 

Afdeling 1 – Opdracht

Art. 70:

De gemeentelijke overlegstructuur voor verkeer en mobiliteit heeft als specifieke opdracht:

  • het actief stimuleren en adviseren van de gemeente m.b.t. het verkeers(veiligheid)- en mobiliteitsbeleid.
 

Afdeling 2 – Algemene vergadering

Art. 71:

De gemeentelijke overlegstructuur voor verkeer en mobiliteit heeft de volgende stemgerechtigde leden:

  • 1 vertegenwoordiger van de politiezone Schelde-Leie;
  • 1 vertegenwoordiger van de brandweerzone Centrum;
  • maximum 1 vertegenwoordiger per onderwijsorganisatie of -instelling met een werking op het grondgebied van de gemeente;
  • maximum 1 vertegenwoordiger per handelsvereniging, -organisatie of -instelling, zowel private als publieke, die werken met vrijwilligers of met professionele beroepskrachten, die een werking ontplooien op het grondgebied van de gemeente;
  • maximum 1 vertegenwoordiger per bedrijvenvereniging, -organisatie of -instelling, zowel private als publieke, die werken met vrijwilligers of met professionele beroepskrachten, die een werking ontplooien op het grondgebied van de gemeente;
  • maximum 1 vertegenwoordiger per vereniging, organisatie of instelling voor mensen met een beperking, zowel private als publieke, die werken met vrijwilligers of met professionele beroepskrachten, die een werking ontplooien op het grondgebied van de gemeente;
  • 1 vertegenwoordiger van de gemeentelijke adviesraad voor jeugd;
  • 1 vertegenwoordiger van de gemeentelijke adviesraad voor ouderen;
  • 1 vertegenwoordiger van de gemeentelijke adviesraad voor  leefmilieu;
  • 1 vertegenwoordiger van de gemeentelijke adviesraad voor toerisme en erfgoed.

Art. 72:

De gemeentelijke overlegstructuur voor verkeer en mobiliteit heeft de volgende waarnemende leden:

  • de schepen bevoegd voor openbare werken, verkeer en mobiliteit;
  • 1 lid van elke gemeenteraadsfractie;
  • de deskundige infrastructuur;
  • de deskundige milieu.
 

ONDERDEEL G – GEMEENTELIJKE ADVIESRAAD VOOR LEEFMILIEU

 

Afdeling 1 – Opdracht

Art. 73:

De gemeentelijke adviesraad voor leefmilieu heeft als specifieke opdracht:

  • het actief stimuleren en adviseren van de gemeente m.b.t. het milieu- en natuurbeleid, het land- en tuinbouwbeleid en het klimaatbeleid.
 

Afdeling 2 – Algemene vergadering

Art. 74:

De gemeentelijke adviesraad voor leefmilieu heeft de volgende stemgerechtigde leden:

  • maximum 8 vertegenwoordigers van alle milieu- en natuurverenigingen, -organisaties en –instellingen, zowel private als publieke, die werken met vrijwilligers of met professionele beroepskrachten, die een werking ontplooien op het grondgebied van de gemeente (maximum 2 vertegenwoordigers per vereniging, organisatie of instelling);
  • maximum 8 vertegenwoordigers van alle landbouwverenigingen, -organisaties en -instellingen, zowel private als publieke, die werken met vrijwilligers of met professionele beroepskrachten, die een werking ontplooien op het grondgebied van de gemeente (maximum 2 vertegenwoordigers per vereniging, organisatie of instelling);
  • maximum 8 vertegenwoordigers van alle overige verenigingen, organisaties en instellingen, zowel private als publieke, die werken met vrijwilligers of met professionele beroepskrachten, die een werking ontplooien op het grondgebied van de gemeente en die een actieve werking hebben rond milieu en natuur (maximum 2 vertegenwoordigers per vereniging, organisatie of instelling);
  • maximum 6 geïnteresseerde burgers of deskundigen.
    De kandidaten dienen te voldoen aan de volgende voorwaarden:
    • minimum 18 jaar zijn;
    • een band kunnen aantonen met de gemeente;
    • een bijzondere deskundigheid en/of motivatie hebben voor het werkveld van de adviesraad.

Art. 75:

De gemeentelijke adviesraad voor leefmilieu heeft de volgende waarnemende leden:

  • de schepen bevoegd voor milieu en natuur, land- en tuinbouw;
  • de deskundige milieu;
  • de teamleider omgeving.
 

ONDERDEEL H – GEMEENTELIJKE OVERLEGSTRUCTUUR HUIS VAN HET KIND

 

Afdeling 1 – Opdracht

Art. 76

De gemeentelijke overlegstructuur Huis van het Kind heeft als specifieke opdracht:

  • het actief stimuleren en adviseren van de gemeente m.b.t. de preventieve gezinsondersteuning;
  • het actief stimuleren en adviseren van de gemeente m.b.t. bij de opmaak en de uitvoering van het lokaal beleid kinderopvang en de uitbouw van de opvangvoorzieningen.
 

Afdeling 2 – Algemene vergadering

Art. 77:

De gemeentelijke overlegstructuur Huis van het Kind heeft de volgende stemgerechtigde leden:

  • maximum 1 vertegenwoordiger per actor die preventieve gezinsondersteuning aanbiedt of organiseert binnen de werking van het Huis van het Kind, met uitzondering van Kind & Gezin
  • maximum 1 vertegenwoordiger per vereniging, organisatie of instelling die een rol vervult in de opvang of vrijetijdsbesteding van kinderen tot 12 jaar, zowel private als publieke, die werken met vrijwilligers of met professionele beroepskrachten, die een werking ontplooien op het grondgebied van de gemeente, in het bijzonder:
    • zelfstandige en gesubsidieerde kinderopvanginitiatieven;
    • publieke en private initiatieven die een vrijetijdsaanbod hebben voor kinderen van 0 tot 12 jaar;
    • kleuter- en lagere scholen;
  • maximum 6 (vertegenwoordigers van de) gebruikers, in het bijzonder:
    • zij die beroep doen op het Huis van het Kind;
    • zij die beroep doen op of behoefte hebben aan kinderopvang;
    • organisaties die representatief zijn voor de gebruikers;
  • maximum 1/3e geïnteresseerde burgers of deskundigen.
    De kandidaten dienen te voldoen aan de volgende voorwaarden:
    • minimum 18 jaar zijn;
    • een band kunnen aantonen met de gemeente;
    • een bijzondere deskundigheid en/of motivatie hebben voor het werkveld van de adviesraad.

Art. 78:

De gemeentelijke overlegstructuur Huis van het Kind heeft de volgende waarnemende leden:

  • de schepen bevoegd voor kinderopvang, jeugd, gezin en welzijn;
  • de vertegenwoordigers van Kind & Gezin;
  • de deskundige jeugd;
  • de deskundige onthaalgezinnen.
 

TITEL III – SPECIFIEKE BEPALINGEN M.B.T. DE GEMEENTELIJKE COMMISSIE VOOR RUIMTELIJKE ORDENING

Art. 79:

De gemeente erkent en richt de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening in.

De overige titels van onderhavig besluit zijn niet van toepassing op de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening.

De samenstelling, de organisatie en de werkwijze van de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening wordt daarentegen bepaald in:

  • de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en in het bijzonder op artikel 1.3.3.;
  • het besluit van de Vlaamse regering van 19 mei 2000 tot vaststelling van de nadere regels voor de samenstelling, de organisatie en de werkwijze van de provinciale en gemeentelijke commissies voor ruimtelijke ordening
  • het besluit van de Vlaamse regering van 3 juli 2009 tot vaststelling van de deontologische code voor de leden van de Vlaamse, provinciale en gemeentelijke commissies voor ruimtelijke ordening.

Onderhavig reglement bevatten met betrekking tot de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening slechts die bepalingen die aanvullend of niet geregeld zijn in de in vorig lid voornoemde regelgeving.

Art. 80:

De gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening heeft de volgende stemgerechtigde leden:

  • 1 vertegenwoordiger voorgedragen door de milieu- en natuurverenigingen;
  • 1 vertegenwoordiger voorgedragen door de landbouwverenigingen;
  • 1 vertegenwoordiger voorgedragen door de bedrijfsverenigingen, uitgezonderd de handels- en landbouwverenigingen;
  • 1 vertegenwoordiger voorgedragen door de handelsverenigingen;
  • 1 vertegenwoordiger voorgedragen door de werknemersverenigingen;
  • 4 deskundigen inzake ruimtelijke ordening.

Art. 81:

Elk stemgerechtigd lid, behoudens de voorzitter, heeft een plaatsvervanger.

De plaatsvervanger voleindigt het mandaat van het effectief lid dat voortijdig zijn mandaat stopzet.

De plaatsvervanger treedt op voor een effectief lid dat op de vergadering afwezig is.

Art. 82:

Het presentiegeld voor de voorzitter van de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening is gelijk aan het presentiegeld dat het gemeenteraadslid ontvangt voor het bijwonen van een vergadering van de gemeenteraad, zoals vastgesteld in het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad.

Het presentiegeld voor de leden van de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening is gelijk aan het presentiegeld dat het gemeenteraadslid ontvangt voor het bijwonen van een vergadering van een gemeenteraadscommissie, zoals vastgesteld in het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad.

De plaatsvervangende leden ontvangen slechts een presentiegeld voor zover de effectieve leden afwezig zijn.

Art. 83:

De vergoeding voor reis- en verblijfskosten voor de voorzitter en de leden van de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening is gelijk aan de vergoeding voor reis- en verblijfskosten dat het gemeentepersoneel ontvangt, zoals vastgesteld in de lokale rechtspositieregeling.

 

TITEL IV - SLOTBEPALINGEN

 

Afdeling 1 – Inwerkingtreding

Art. 84:

Onderhavig reglement treedt in werking op 1 april 2023.

 

Afdeling 2 - Opheffingsbepalingen

Art. 85:

Het gemeenteraadsbesluit van 21 oktober 2019 houdende participatie - vaststellen reglement (vervangen gemeenteraadsbesluit van 29 april 2019), wordt met ingang van heden opgeheven.

 

Afdeling 3 – Bekendmaking

Art. 86:

Onderhavig reglement wordt bekend gemaakt overeenkomstig artikel 286 en 287 van het decreet lokaal bestuur.

Art. 87:

Een afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan de betrokken gemeentelijke diensten.