Om de problematiek van leegstand in de regio beter te coördineren is de gemeente op 9 september 2019 toegetreden tot de interlokale vereniging ‘Wonen Leie & Schelde’ met werkingsgebied De Pinte, Gavere, Melle, Merelbeke, Nazareth en Sint-Martens-Latem. Om bovengemeentelijke afstemming te bekomen, werd afgesproken om zowel het reglement voor de opmaak en het beheer van het leegstandsregister als het toepasselijk belastingreglement op de leegstand van gebouwen, woningen, kamers en overige woongelegenheden te hernieuwen na onderlinge afstemming.
Leegstaande woningen en gebouwen zorgen op diverse manieren voor overlast. Leegstand is veelal een voorbode van verwaarlozing en verkrotting. Langdurige leegstand zal dan ook meer lasten voor de lokale overheid met zich meebrengen onder de vorm van grotere politionele inzet, bestrijden van sluikstorten, overlast, nemen van maatregelen om de aantrekkelijkheid van de gemeente te behouden of te verbeteren.
Daarnaast zijn leegstaande woningen niet beschikbaar voor de huizenmarkt. Er is reeds een tekort op de huizenmarkt, waardoor de huur- en verkoopprijzen hoog blijven. Tevens blijkt dat een grote groep mensen in de onmogelijkheid is om een betaalbare woning te vinden. Leegstand vormt ook één van de meest hinderlijke elementen in het straatbeeld van een handels- en of dorpskern en omliggende straten. Het beïnvloedt op negatieve wijze de aantrekkelijkheid van een gemeente doordat een desolate indruk wordt gecreëerd. Leegstand bij gebouwen veroorzaakt bovendien een sneeuwbaleffect waardoor de handelsfunctie in bepaalde buurten verzwakt. Leegstaande gebouwen hebben hierdoor een nog grotere negatieve impact op de aantrekkelijkheid van de gemeente (o.a. door het wegblijven van bezoekers, door de afwezigheid van personeel in leegstaande kantoorgebouwen) dan leegstaande woningen.
De gemeente opteert dan ook om voornoemde redenen een hoger belastingtarief te heffen op leegstaande gebouwen dan voor leegstaande kamers en overige woongelegenheden.
De belasting valt ten laste van zakelijke gerechtigden van gebouwen en woningen welke 12 opeenvolgende maanden opgenomen zijn in het leegstandsregister. Met deze belasting beoogt de gemeente om ervoor te zorgen dat het beschikbare patrimonium in de gemeente optimaal benut wordt. Daarnaast dienen de ontvangsten en de uitgaven van de gemeente in evenwicht te worden gehouden. Hiertoe is het wenselijk te voorzien in het heffen van eigen gemeentelijke belastingen specifiek geënt op de lokale omstandigheden en ter ondersteuning van bepaalde beleidsaspecten.
Aan het huidig belastingreglement worden 2 aanpassingen voorgesteld, beide in het voordeel van de burger:
Voor het overige blijven alle bepalingen gelijk. De tarieven in het nieuwe belastingreglement wijzigen niet ten aanzien van de huidige tarieven opgenomen in het belastingreglement van 14 december 2020.
Vermits de voorgestelde aanpassing in het voordeel van de burger is, kunnen de aanpassingen met terugwerkende kracht vanaf aanslagjaar 2023 worden ingevoerd.
Art. 1: | Begripsomschrijvingen: Voor de toepassing van dit reglement gelden onder meer de begripsomschrijvingen van het artikel 1.3 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021. In dit reglement wordt verstaan onder:
Een ingediende renovatienota wordt geacht te zijn goedgekeurd wanneer binnen 3 maanden ingaand de derde werkdag na deze van de betekening van de renovatienota geen beslissing door de administratie is genomen.
|
Art. 2: | Belasting op leegstand woningen en gebouwen Er wordt voor de aanslagjaren 2021 tot en met 2025 een gemeentebelasting gevestigd op de woningen en gebouwen die gedurende minstens twaalf opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het leegstandsregister. Zolang het gebouw of de woning niet uit het leegstandsregister is geschrapt, blijft de belasting verschuldigd op het ogenblik dat een nieuwe termijn van twaalf maanden verstrijkt. |
Art. 3: | De belastingplichtige §1. De belasting is verschuldigd door de zakelijk gerechtigde van het leegstaande gebouw of de leegstaande woning op het ogenblik dat de belasting van het aanslagjaar verschuldigd wordt overeenkomstig de bepalingen van artikel 2 van dit reglement. §2. Ingeval van onverdeeldheid van het gebouw of de woning, is de belasting verschuldigd door elk van de mede-eigenaars en elk in verhouding tot hun deel van het goed. Eventuele vrijstellingen voor mede-eigenaars gelden derhalve enkel voor hun aandeel in de belasting op het goed. Elke niet vrijgestelde mede-eigenaar is hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting van toepassing op het gebouw of de woning in zijn geheel. Ingeval er in deze mede-eigendom ook een recht van opstal, erfpacht en/of vruchtgebruik bestaat, zijn de houders van dit zakelijk recht (opstalrecht, vruchtgebruik, erfpachtrecht en/of volle eigendom) eveneens hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld. §3. De overdrager van het zakelijk recht moet de verkrijger ervan in kennis stellen dat het onroerend goed is opgenomen in het leegstandsregister. Tevens moet hij per beveiligde zending een kopie van de notariële akte bezorgen aan de gemeente, binnen twee maanden na het verlijden van de notariële akte.
Ontbreekt deze kennisgeving dan wordt de overdrager van een zakelijk recht, in afwijking van paragraaf één, als belastingschuldige beschouwd voor de eerstvolgende belasting die na de overdracht van het zakelijk recht wordt gevestigd. |
Art. 4: | Tarief van de belasting §1. De basisbelasting bedraagt:
§2. Indien het gebouw, het woonhuis of de kamer een tweede opeenvolgende termijn van twaalf maanden op de inventaris staat, bedraagt de belasting:
§3. Indien het gebouw, het woonhuis of de kamer een derde opeenvolgende termijn van twaalf maanden en vervolgens elke opeenvolgende termijn van twaalf maanden op de inventaris staat, bedraagt de belasting:
|
Art. 5: | Vrijstellingen §1. Aanvraag vrijstelling: Een vrijstelling kan aangevraagd worden met een gemotiveerd verzoek, verzonden via een beveiligde zending bij de administratie. §2. De vrijstelling van belasting heeft geen impact op de opname van het gebouw of de woning in het leegstandsregister. De anciënniteit van opname in het leegstandsregister blijft doorlopen tijdens de periode van vrijstelling. Als de reden tot vrijstelling komt weg te vallen, zal de heffing berekend worden op basis van de trapstructuur zoals opgenomen in artikel 4 van dit besluit en dit aansluitend op het einde van de vrijgestelde periode. §3. Van de leegstandsbelasting zijn vrijgesteld:
§4. Een vrijstelling wordt verleend indien de woning of het gebouw:
|
Art. 6: | Inkohiering §1. De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen. §2. De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet. §3. De belastingplichtige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaarschrift moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn. Deze indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet. Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding afgegeven, binnen vijftien dagen na de indiening ervan. De procedure verloopt in overeenstemming met het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen. §4. Indien de belasting ook na een eerste kosteloze herinnering onbetaald blijft, worden bij een eerstvolgende aangetekende waarschuwing kosten aangerekend in overeenstemming met het gemeenteraadsbesluit van 21 oktober 2019 houdende vaststellen van een retributie op de invorderingskosten van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen en gemeentelijke administratieve sancties. |
Art. 7: | Overgangsbepalingen §1. De vrijstellingen die reeds toegekend waren voor en nog lopende zijn na het in werking treden van dit reglement, blijven geldig zoals ze origineel toegekend waren op basis van vroegere belastingreglementen. Op het moment dat de toegekende rechten verlopen, worden de bepalingen van dit reglement automatisch van toepassing. Ook in het geval dat een verlenging of een vrijstellingsrecht op een andere grond zou aangevraagd worden, is dit reglement van toepassing. §2. Het belastingreglement op leegstaande woningen, gebouwen, kamers en andere woongelegenheden goedgekeurd door de gemeenteraad op 14 december 2020 wordt voor belastbare feiten die zich voltrekken vanaf 01 januari 2023 opgeheven met ingang van 01 januari 2023 en vervangen door dit besluit. Opnames in het leegstandsregister vóór 01 januari 2022 op grond van eerdere reglementen blijven onverminderd bestaan. |
Art. 8: | Bekendmaking Een afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan de afdeling interne zaken (dienst financiële organisatie), de afdeling grondgebiedszaken, de afdeling burger en welzijn (dienst burgerzaken) en de ILV Wonen Leie & Schelde. Onderhavig reglement treedt in werking op 01 januari 2023 en wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286 en 287 van het decreet lokaal bestuur. |