De voorzitter opent de zitting op 18/11/2024 om 20:26.
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 32.
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 277 en 278.
Elk gemeenteraadslid heeft het recht tijdens de vergadering opmerkingen te maken over de redactie van de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering. Als die opmerkingen door de gemeenteraad worden aangenomen, worden de notulen en het zittingsverslag in die zin aangepast.
Als er geen opmerkingen worden gemaakt over de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering worden de notulen en het zittingsverslag als goedgekeurd beschouwd en worden ze ondertekend door de voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur.
Art. 1: |
De notulen van de zitting van de gemeenteraad van 14 oktober 2024 goed te keuren. |
Art. 2: |
Het verslag van de zitting van de gemeenteraad van 14 oktober 2024 goed te keuren. |
Het college van burgemeester en schepenen houdt een volledig en geactualiseerd overzicht bij van:
Het Decreet Lokaal Bestuur schrijft voor dat de gemeenteraad minstens eenmaal per jaar op de hoogte wordt gebracht van het geactualiseerde overzicht met een toelichting van alle wijzigingen die zich sinds de vorige toelichting hebben voorgedaan.
Het Regiodecreet schrijft voor dat de voorzitter van de gemeenteraad de regiowerking minstens twee keer per jaar inschrijft op de agenda van de gemeenteraad.
Het Regiodecreet bevat geen definitie van 'regiowerking' en laat de wijze van rapportering over aan de lokale autonomie.
Uit de memorie van toelichting bij het Regiodecreet blijkt echter dat de rapportering vooral gericht is op:
De gemeenteraad heeft de opdracht om te waken over de afstemming van het beleid van de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden op de regiowerking.
Art. 1: | De gemeenteraad neemt kennis van
|
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 41 2e lid 4°.
Conform de bepalingen van het decreet lokaal bestuur brengen de bestuurders ten overstaan van hun gemeenteraad tweemaal per jaar verslag uit over de uitoefening van hun mandaat en over het beleid van de opdrachthoudende vereniging.
Art. 1: |
Kennis te nemen van het verslag van de bestuurder bij de intergemeentelijke opdrachthoudende vereniging voor huisvuilverwerking Meetjesland (IVM ov). |
Art. 2: |
Een afschrift van deze beslissing over te maken aan de afdeling Interne Zaken (dienst Administratieve Organisatie). |
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 41 2e lid 4°.
Conform de bepalingen van het decreet lokaal bestuur brengen de bestuurders ten overstaan van hun gemeenteraad tweemaal per jaar verslag uit over de uitoefening van hun mandaat en over het beleid van de opdrachthoudende vereniging.
Art. 1: |
Kennis te nemen van het verslag van de bestuurder bij de Intercommunale maatschappij voor Gas en Elektriciteit van het Westen (Gaselwest). |
Art. 2: |
Een afschrift van deze beslissing over te maken aan de afdeling Interne Zaken (dienst Administratieve Organisatie). |
Wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid, artikel 26, 67 en 68.
Artikel 67 van de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid bepaalt dat de hulpverleningszones gefinancierd worden door onder meer dotaties van de gemeenten die deel uitmaken van de zone.
Artikel 68 van diezelfde wet stelt dat de dotaties van de gemeenten van de zone jaarlijks worden vastgelegd door de zoneraad op basis van een akkoord bereikt tussen de verschillende betrokken gemeenteraden. Bij gebrek aan dergelijk akkoord, wordt de dotatie van elke gemeente vastgesteld door de provinciegouverneur volgens de bepalingen omschreven in de wet.
Naar aanleiding van de oprichting van de Hulpverleningszone Centrum legde de prezoneraad op 25 november 2013 de principes vast die aan de grondslag liggen van de verdeelsleutel.
De prezoneraad verklaarde zich akkoord om de door de federale werkgroep voorgestelde verdeelsleutel toe te passen. Deze verdeelsleutel bepaalt de jaarlijkse bijdrage van elke gemeente aan de hulpverleningszone en houdt rekening met volgende criteria en wegingen:
Er werd geen weging voor het criterium oppervlakte opgenomen omdat dit gelinkt wordt aan het criterium van de bevolking. Deze twee criteria vormen samen de bevolkingsdichtheid, waaraan elke andere bovenstaande factor wordt gerelateerd.
De prezoneraad besliste tevens de herverdeling van de kosten binnen de zone te spreiden over een periode van tien jaar (2013 - 2023), teneinde de evolutie naar de overeengekomen verdeelsleutel geleidelijk te laten verlopen. De beginpercentages van deze overgangsperiode zijn de effectieve bijdragen van de verschillende gemeenten in het jaar 2013 en werden door een auditcomité van financieel directeurs vastgelegd (financiële nulmeting). De eindpercentages zijn de definitieve verdeelsleutel zoals voorgesteld door de federale werkgroep. De gemeenteraad van Gavere keurde dit goed op 25 november 2013.
Naar aanleiding van enkele fusies van gemeenten binnen de provincie Oost-Vlaanderen in 2019 wijzigde de samenstelling en de onderlinge verhouding van de gemeenten van de Hulpverleningszone Centrum. Dit heeft een impact gehad op de verdeelsleutel die toegepast wordt voor de berekening van de gemeentelijke dotaties. Zone Centrum koos ervoor om de door de federale werkgroep voorgestelde verdeelsleutel verder te hanteren en ook toe te passen op de toetredende gemeenten Deinze en Lievegem. Voor de berekening van de nieuwe verdeelsleutel werd uitgegaan van de cijfers die de federale werkgroep heeft berekend voor Zone Centrum en Zone Meetjesland. Enkel de fusionerende gemeenten werden mee in rekening gebracht en op basis van deze cijfers werd een nieuw percentage berekend dat de huidige verdeelsleutel uitmaakt. Zoals bij de opstart van Zone Centrum werd opnieuw een overgangsperiode van tien jaar voorzien (2017-2027), om van de bestaande actuele verdeling (effectieve bijdragen van de gemeenten in 2017) over te gaan naar de overeengekomen verdeelsleutel. De gemeenteraad van Gavere keurde dit goed op 22 oktober 2018.
Naar aanleiding van een nieuwe wijziging in de samenstelling van de gemeenten van Zone Centrum vanaf 2025 en een aantal gemeentelijke fusies binnen de zone vanaf datzelfde jaar, dringt een nieuwe aanpassing van de zonale verdeelsleutel zich op.
In dit kader werd een poging gedaan om de oorspronkelijke verdeelsleutel, gebaseerd op het werk van de federale werkgroep, te reconstrueren. Deze oefening heeft niet tot een bevredigend resultaat geleid en na contact met de federale overheid blijkt dat de brondata die gebruikt werd voor de door de federale werkgroep berekende verdeling niet langer beschikbaar is. Zone Centrum heeft bijgevolg zicht op de door de werkgroep gehanteerde principes en de gebruikte parameters, alsook op het resultaat van de verdeling voor de (toenmalige) gemeenten van de zone, maar niet op de achterliggende gegevens die aan de grondslag liggen van de berekening. Dit heeft als gevolg dat er geen concrete formule voorhanden is om de zonale verdeelsleutel te herberekenen in geval van toe- of uittredende gemeenten, zoals het geval met Laarne en Wetteren, die vanaf 2025 deel zullen uitmaken van Zone Centrum.
Om deze reden heeft de zone een eigen ad hoc berekening gemaakt om het aandeel van de toetredende gemeenten te bepalen, rekening houdend met de parameters die gehanteerd werden door de federale werkgroep.
De uiteindelijke verdeelsleutel is zodanig berekend dat het totaal 100% bedraagt, afgerond op vijf cijfers na de komma. Dit laatste heeft tot gevolg dat bij de verdeling van de 100.000 stemmen bij een beslissing m.b.t. de begroting(swijziging) of de jaarrekening (cf. art. 51 van de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid) er niet gewerkt moet worden met afrondingen. De Hulpverleningszone Centrum heeft haar begroting 2025 reeds opgemaakt met toepassing van deze nieuwe (nog goed te keuren) verdeelsleutel.
Er wordt opnieuw gekozen om te werken met een overgangsperiode, om van de bestaande actuele verdeling (huidige effectieve bijdragen van de gemeenten) over te gaan naar de overeengekomen verdeelsleutel. Het eindpunt blijft daarbij behouden op het jaar 2027. De nieuwe zonale verdeelsleutel zal dus evolueren over de driejarige periode 2025-2027 en zal in 2027 het eindpunt en dus de definitieve verdeling bereiken die voor onbepaalde duur zal gelden.
Aan de nieuwe fusiegemeenten zal een percentage toegekend worden dat de som bedraagt van de individuele fuserende gemeenten.
Voor de concrete verdeelsleutel voor de Zone Centrum vanaf het jaar 2025 wordt verwezen naar de bijlage die integraal deel uitmaakt van dit besluit.
Art. 1: |
De gemeenteraad keurt de zonale verdeelsleutel goed voor Hulpverleningszone Centrum, zoals opgenomen in de bijlage die integraal deel uitmaakt van dit besluit. |
Art. 2: |
De gemeenteraad keurt de overgangsperiode goed over de jaren 2025-2027 die gehanteerd wordt om van de actuele bijdragen (huidige verdeelsleutel) te evolueren naar de overeengekomen nieuwe verdeelsleutel. |
Art. 3: |
Voor de gemeente Gavere bedraagt het procentueel aandeel in de totale verdeelsleutel bijgevolg:
|
Art. 4: |
De gemeenteraadsbesluiten van 25 november 2013 betreffende voorstel financiële verdeelsleutel van de gemeentelijke dotatie voor zone Centrum - goedkeuren en van 22 oktober 2018 betreffende de zonale verdeelsleutel Hulpverleningszone Centrum - goedkeuren worden opgeheven met ingang van 1 januari 2025. |
Art. 5: |
Een eensluidend afschrift wordt bezorgd aan
|
Elke gemeenteraad dient de dotatie vast te stellen die aan de politiezone zal worden toegekend. Deze dotatie wordt opgenomen in het gemeentelijk budget en dient overeen te stemmen met het bedrag in de politiebegroting. Het aandeel van de gemeente Gavere bedraagt 25,78%.
Op 17 oktober 2024 stelde de politieraad haar begroting van 2024 vast. De gewone dotatie 2024 ten laste van de gemeente Gavere daalt met € 312.782 tot € 1.223.002. De voornaamste reden van de daling van de gewone dotatie is het trager dan initieel verwacht / begroot invullen van het personeelskader, de hogere ontvangsten uit het Verkeersveiligheidsfonds 2019 en 2024, de hogere federale toelagen 2024 en een ristorno uit het gecumuleerd resultaat van politiezone Schelde-Leie.
De buitengewone dotatie 2024 ten laste van de gemeente Gavere stijgt met € 9.538,60 tot € 109.114 omwille van een bijkomende aankoop van materialen en uitrusting (holsters en toebehoren). De buitengewone dotatie 2024 wordt door de politiezone pas afgerekend na opmaak van de jaarrekening 2024 begin boekjaar 2025. De buitengewone dotatie 2024 wordt dan ook gebudgetteerd in het gemeentelijk meerjarenplan op boekjaar 2025.
Art. 1: |
De exploitatiedotatie van de gemeente Gavere aan Politiezone Schelde-Leie voor het dienstjaar 2024 wordt vastgesteld op € 1.223.002 en opgenomen op beleidsitem 0400-00 en algemene rekening 649300 “toelagen aan andere overheidsinstellingen” van boekjaar 2024 van het gemeentelijk meerjarenplan nr. 5 2020-2026. |
Art. 2: |
De investeringsdotatie van de gemeente Gavere aan Politiezone Schelde-Leie voor het dienstjaar 2024 wordt vastgesteld op het bedrag van € 109.114 en opgenomen op beleidsitem 0400-00 en algemene rekening 664300 “toegestane investeringssubsidies aan andere overheidsinstellingen” van boekjaar 2025 van het gemeentelijk meerjarenplan nr. 5 2020-2026. |
Art. 3: |
Bovenstaande kredieten worden opgenomen in het meerjarenplan 2020-2025 van de gemeente Gavere. |
Art. 4: |
Een eensluidend afschrift van deze beslissing wordt, overeenkomstig artikel 71 van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst op twee niveaus, binnen de twintig dagen bezorgd aan de provinciegouverneur van Oost-Vlaanderen en voor goedkeuring aan de Federale directie politiezaken en wapens. Een eensluidend afschrift wordt eveneens bezorgd aan de voorzitter van het politiecollege met het oog op de kennisgeving aan de politieraad. |
Elke gemeenteraad dient de dotatie vast te stellen die aan de politiezone zal worden toegekend. Deze dotatie wordt opgenomen in het gemeentelijk budget en dient overeen te stemmen met het bedrag in de politiebegroting.
Op 21 november 2024 stelde de politieraad haar begroting van 2025 vast. De gewone dotatie 2025 ten laste van de gemeente Gavere bedraagt € 1.913.595,01. De buitengewone dotatie 2025 ten laste van de gemeente Gavere bedraagt € 106.445,62. De buitengewone dotatie 2025 wordt door de politiezone pas afgerekend na opmaak van de jaarrekening 2025 begin boekjaar 2026. De buitengewone dotatie 2025 wordt dan ook gebudgetteerd in het gemeentelijk meerjarenplan op boekjaar 2026.
Het bedrag van de definitieve dotaties 2025 waren nog niet gekend bij het afwerken van de gemeentelijk meerjarenplanaanpassing nr. 5 2020-2026. Het bedrag van de gewone dotatie stemt niet overeen en zal moeten gewijzigd worden in de loop van 2025. Het bedrag van de buitengewone dotatie stemt wel overeen.
Art. 1: |
De exploitatiedotatie van de gemeente Gavere aan Politiezone Schelde-Leie voor het dienstjaar 2025 wordt vastgesteld op € 1.913.595,01 en opgenomen op beleidsitem 0400-00 en algemene rekening 649300 “toelagen aan andere overheidsinstellingen” van boekjaar 2025 van het gemeentelijk meerjarenplan. |
Art. 2: |
De investeringsdotatie van de gemeente Gavere aan Politiezone Schelde-Leie voor het dienstjaar 2025 wordt vastgesteld op het bedrag van € 106.445,62 en opgenomen op beleidsitem 0400-00 en algemene rekening 664300 “toegestane investeringssubsidies aan andere overheidsinstellingen” van boekjaar 2026 van het gemeentelijk meerjarenplan. |
Art. 3: |
Een eensluidend afschrift van deze beslissing wordt, overeenkomstig artikel 71 van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst op twee niveaus, binnen de twintig dagen bezorgd aan de provinciegouverneur van Oost-Vlaanderen en voor goedkeuring aan de Federale directie politiezaken en wapens. Een eensluidend afschrift wordt eveneens bezorgd aan de voorzitter van het politiecollege met het oog op de kennisgeving aan de politieraad. |
Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, artikel 48.
Het centraal kerkbestuur dient de budgetten van de kerkfabrieken gecoördineerd in te dienen bij de gemeente nadat het advies van het erkend representatief orgaan werd ontvangen. De gemeente beschikt over een termijn van 50 dagen om zich uit te spreken over het ingediend budget. Deze termijn vangt met betrekking tot het budget 2025 van de kerkfabriek Sint-Martinus Asper aan op 11 oktober 2024 en eindigt op 30 november 2024.
De gemeentelijke exploitatietoelage bedraagt volgens het meerjarenplan € 18.863,77. De door de gebudgetteerde gemeentelijke bijdrage voor 2025 bedraagt € 5.386,38. De gemeentelijke exploitatietoelage blijft bijgevolg binnen het bedrag van het goedgekeurd meerjarenplan.
De gebudgetteerde gemeentelijke investeringstoelage bedraagt € 2.046,16. Deze toelage is in overeenstemming met het meerjarenplan.
Art. 1: | Kennis te nemen van het budget 2025 van de kerkfabriek Sint-Martinus Asper. |
Art. 2: | Een afschrift van deze beslissing zal overgemaakt worden aan het Bisdom Gent, aan de kerkfabriek Sint-Martinus Asper, aan het Centraal Kerkbestuur en aan de dienst Financiële Organisatie. |
Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, artikel 48.
Het centraal kerkbestuur dient de budgetten van de kerkfabrieken gecoördineerd in te dienen bij de gemeente nadat het advies van het erkend representatief orgaan werd ontvangen. De gemeente beschikt over een termijn van 50 dagen om zich uit te spreken over het ingediend budget. Deze termijn vangt met betrekking tot het budget 2025 van de kerkfabriek Sint-Bavo Baaigem aan op 11 oktober 2024 en eindigt op 30 november 2024.
De gemeentelijke exploitatietoelage bedraagt volgens het meerjarenplan € 11.758. De door de gebudgetteerde gemeentelijke bijdrage voor 2025 bedraagt € 6.145,27. De gemeentelijke exploitatietoelage blijft bijgevolg binnen het bedrag van het goedgekeurd meerjarenplan.
De gebudgetteerde gemeentelijke investeringstoelage bedraagt € 0. Deze toelage is in overeenstemming met het meerjarenplan.
Art. 1: | Kennis te nemen van het budget 2025 van de kerkfabriek Sint-Bavo Baaigem. |
Art. 2: | Een afschrift van deze beslissing zal overgemaakt worden aan het Bisdom Gent, aan de kerkfabriek Sint-Bavo Baaigem, aan het Centraal Kerkbestuur en aan de dienst Financiële Organisatie. |
Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, artikel 48.
Het centraal kerkbestuur dient de budgetten van de kerkfabrieken gecoördineerd in te dienen bij de gemeente nadat het advies van het erkend representatief orgaan werd ontvangen. De gemeente beschikt over een termijn van 50 dagen om zich uit te spreken over het ingediend budget. Deze termijn vangt met betrekking tot het budget 2025 van de kerkfabriek Sint-Petrus Dikkelvenne aan op 11 oktober 2024 en eindigt op 30 november 2024.
De gemeentelijke exploitatietoelage bedraagt volgens het meerjarenplan € 19.283,72. De door de gebudgetteerde gemeentelijke bijdrage voor 2025 bedraagt € 5.020,74. De gemeentelijke exploitatietoelage blijft bijgevolg binnen het bedrag van het goedgekeurd meerjarenplan.
De gebudgetteerde gemeentelijke investeringstoelage bedraagt € 15.837,50. Deze toelage is in overeenstemming met het meerjarenplan.
Art. 1: | Kennis te nemen van het budget 2025 van de kerkfabriek Sint-Petrus Dikkelvenne. |
Art. 2: | Een afschrift van deze beslissing zal overgemaakt worden aan het Bisdom Gent, aan de kerkfabriek Sint-Petrus Dikkelvenne, aan het Centraal Kerkbestuur en aan de dienst Financiële Organisatie. |
Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, artikel 48.
Het centraal kerkbestuur dient de budgetten van de kerkfabrieken gecoördineerd in te dienen bij de gemeente nadat het advies van het erkend representatief orgaan werd ontvangen. De gemeente beschikt over een termijn van 50 dagen om zich uit te spreken over het ingediend budget. Deze termijn vangt met betrekking tot het budget 2025 van de kerkfabriek Sint-Amandus Gavere aan op 11 oktober 2024 en eindigt op 30 november 2024.
De gemeentelijke exploitatietoelage bedraagt volgens het meerjarenplan € 43.044,67. De door de gebudgetteerde gemeentelijke bijdrage voor 2025 bedraagt € 21.341,30. De gemeentelijke exploitatietoelage blijft bijgevolg binnen het bedrag van het goedgekeurd meerjarenplan.
De gebudgetteerde gemeentelijke investeringstoelage bedraagt € 60.000. Deze toelage is in overeenstemming met het meerjarenplan.
Art. 1: | Kennis te nemen van het budget 2025 van de kerkfabriek Sint-Amandus Gavere. |
Art. 2: | Een afschrift van deze beslissing zal overgemaakt worden aan het Bisdom Gent, aan de kerkfabriek Sint-Amandus Gavere, aan het Centraal Kerkbestuur en aan de dienst Financiële Organisatie. |
Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, artikel 48.
Het centraal kerkbestuur dient de budgetten van de kerkfabrieken gecoördineerd in te dienen bij de gemeente nadat het advies van het erkend representatief orgaan werd ontvangen. De gemeente beschikt over een termijn van 50 dagen om zich uit te spreken over het ingediend budget. Deze termijn vangt met betrekking tot het budget 2025 van de kerkfabriek Sint-Pietersbanden Semmerzake aan op 11 oktober 2024 en eindigt op 30 november 2024.
De gemeentelijke exploitatietoelage bedraagt volgens het meerjarenplan € 21.492,83. De door de gebudgetteerde gemeentelijke bijdrage voor 2025 bedraagt € 18.662,49. De gemeentelijke exploitatietoelage blijft bijgevolg binnen het bedrag van het goedgekeurd meerjarenplan.
De gebudgetteerde gemeentelijke investeringstoelage bedraagt € 156.829,24. Deze toelage is in overeenstemming met het meerjarenplan.
Art. 1: | Kennis te nemen van het budget 2025 van de kerkfabriek Sint-Pietersbanden Semmerzake. |
Art. 2: | Een afschrift van deze beslissing zal overgemaakt worden aan het Bisdom Gent, aan de kerkfabriek Sint-Pietersbanden Semmerzake, aan het Centraal Kerkbestuur en aan de dienst Financiële Organisatie. |
Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, artikel 48.
Het centraal kerkbestuur dient de budgetten van de kerkfabrieken gecoördineerd in te dienen bij de gemeente nadat het advies van het erkend representatief orgaan werd ontvangen. De gemeente beschikt over een termijn van 50 dagen om zich uit te spreken over het ingediend budget. Deze termijn vangt met betrekking tot het budget 2025 van de kerkfabriek Sint-Martinus Vurste aan op 11 oktober 2024 en eindigt op 30 november 2024.
De gemeentelijke exploitatietoelage bedraagt volgens het meerjarenplan € 10.684,47. De door de gebudgetteerde gemeentelijke bijdrage voor 2025 bedraagt € 9.525,24. De gemeentelijke exploitatietoelage blijft bijgevolg binnen het bedrag van het goedgekeurd meerjarenplan.
De gebudgetteerde gemeentelijke investeringstoelage bedraagt € 0. Deze toelage is in overeenstemming met het meerjarenplan.
Art. 1: | Kennis te nemen van het budget 2025 van de kerkfabriek Sint-Martinus Vurste. |
Art. 2: | Een afschrift van deze beslissing zal overgemaakt worden aan het Bisdom Gent, aan de kerkfabriek Sint-Martinus Vurste, aan het Centraal Kerkbestuur en aan de dienst Financiële Organisatie. |
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 40, 41 2e lid 3°, 249-256 en 259.
De gemeente en het OCMW hebben een geïntegreerd meerjarenplan dat bestaat uit drie onderdelen:
Het meerjarenplan wordt in zijn globaliteit aangepast. Hierbij worden evenwel geen beginkredieten van 2025 vastgesteld, de kredieten van de jaren 2024-2026 worden gewijzigd en de kredieten van 2023 worden overschreven met de cijfers uit de laatst vastgestelde jaarrekening. De termijn van het aangepast meerjarenplan blijft 2020-2026.
Bij het ontwerp van het aangepast meerjarenplan wordt aanvullende documentatie gevoegd met bijkomende achtergrondinformatie nuttig om dit meerjarenplan te beoordelen. Deze aanvullende documentatie geeft bijkomende duiding bij de geplande verrichtingen die zijn ingeschreven in het ontwerp van het meerjarenplan dat in bijlage bij dit besluit zit.
Het aangepast meerjarenplan 2020-2026 zoals gezien in bijlage is financieel in evenwicht en werd tijdig bezorgd aan de raadsleden.
De gemeente en het OCMW behouden hun eigen bevoegdheid voor de vaststelling van hun geïntegreerd meerjarenplan. Zowel de gemeenteraad als de raad voor maatschappelijk welzijn moet eerst zijn eigen deel van het meerjarenplan vaststellen. Daarna kan de gemeenteraad het deel van het meerjarenplan dat de raad voor maatschappelijk welzijn heeft vastgesteld, goedkeuren, waardoor het meerjarenplan definitief is vastgesteld.
De goedkeuring van de gemeenteraad is nodig omdat de gemeente de financiële gevolgen moet dragen van de keuzes die de raad voor maatschappelijk welzijn maakt. Als de gemeenteraad het deel van het meerjarenplan dat de raad voor maatschappelijk welzijn heeft vastgesteld, niet goedkeurt, vervalt de vaststelling van het deel door de raad voor maatschappelijk welzijn en moet de procedure herhaald worden.
De besluitvorming verloopt dan ook het best als volgt:
Art. 1: |
De gemeenteraad stelt het deel van de gemeente binnen de meerjarenplanaanpassing nr. 5 2020-2026 vast, zoals gezien in bijlage. |
Art. 2: |
De gemeenteraad keurt het deel van het aangepast meerjarenplan 2020-2026 goed dat de raad voor maatschappelijk welzijn heeft vastgesteld in haar zitting van 18 november 2024. |
Art. 3: |
Het aangepast meerjarenplan 2020-2026 wordt onverwijld in digitale vorm aan de Vlaamse Regering bezorgd. |
Art. 4: |
Dit besluit wordt bekend gemaakt volgens de bepalingen van artikel 285 en 286 van het decreet over het lokaal bestuur (publicatie lijst, besluit en inhoud op webtoepassing). De toezichthoudende overheid wordt in kennis gesteld volgens de bepalingen van artikel 330 van het decreet over het lokaal bestuur. |
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 40 §1.
De parochiekerk Sint-Bavo wordt sinds februari 2017 niet langer gebruikt voor de eredienst. In het addendum 1 van het kerkenbeleidsplan (2021) werd de parochiekerk Sint-Bavo aangewezen om op de korte termijn (2020-2025) herbestemd te worden. Om de herbestemming te faciliteren werd een uitgiftedossier opgemaakt dat weliswaar niet het gewenste resultaat opleverde. Het college besliste daarom om de vervolgprocedure van het uitgiftedossier stop te zetten. De gemeenteraad besliste vervolgens principieel om de kerk te herbestemmen tot multifunctionele ontmoetingsruimte.
De herbestemming van de kerk van Baaigem tot multifunctionele ontmoetingsruimte kwam in aanmerking voor de oproep van Leader Vlaamse Ardennen tot Dender meer bepaald voor:
Het project werd aangemeld en weerhouden door Leader Vlaamse Ardennen tot Dender en kon verder uitgewerkt worden voor indiening. De projectaanvraag werd ingediend op 7 maart 2024 en goedgekeurd op 13 mei 2024.
In het project zijn uitgaven opgenomen die de ingebruikname van de kerk moeten faciliteren:
De uitgaven worden voor 65% gesubsidieerd door Leader Vlaamse Ardennen tot Dender voor een maximaal bedrag van van € 61.380,64.
De bisschop besloot op 28 juni 2024 bij decreet om de Sint-Bavokerk Baaigem aan de eredienst te onttrekken. Het decreet krijgt pas uitwerking wanneer de gemeente het beheer van de kerk overneemt van de kerkfabriek. Door deze handeling wordt de Sint-Bavokerk Baaigem tevens onttrokken aan het openbaar domein. De Sint-Bavokerk Baaigem komt hierdoor in het privaat domein van de gemeente Gavere terecht, zodat er zakelijke rechten op gevestigd kunnen worden.
Het Leaderproject voorziet in de overdracht van het beheer aan een vzw, de intussen opgerichte vzw B(r)avo.
Om praktische redenen is het wenselijk om de overname en de overdracht van het beheer gelijktijdig te laten plaatsvinden. Voor de overdracht van het beheer werd in overleg met vzw B(r)avo een beheersovereenkomst opgesteld.
Art. 1: | De gemeenteraad keurt de overname van het beheer van de Sint-Bavokerk door de gemeente Gavere goed met ingang van 1 december 2024. |
Art. 2: | De gemeenteraad keurt de overdracht van het beheer van de Sint-Bavokerk aan vzw B(r)avo goed met ingang van 1 december 2024. De gemeenteraad keurt de beheersovereenkomst met vzw B(r)avo goed, zoals gezien in bijlage. |
Art. 5: | Een afschrift van deze beslissing over te maken aan:
|
Decreet van 28 januari 1977 tot bescherming van de namen van de openbare wegen en pleinen, artikel 5.
De gemeentelijke adviesraden voor cultuur en voor toerisme en erfgoed stellen in volgorde van voorkeur en meerderheid van stemmen volgende namen voor:
Het college van burgemeester en schepenen stelde de naam 'Heideken' voor op 26 augustus 2024, aangezien deze naam historisch gezien reeds gebruikt werd voor dit gebied.
Heedland (Heideland) met mogelijke varianten: Ter Heiden (zoals het gebied daar ook wel genoemd wordt, maar deze benaming lijkt te 'groot/wijd' voor dat klein gebied. De Potter-Broeckaert p. 3, p. 5).
De gemeenteraad stelde de straatnaam Heideken voorlopig vast op 9 september 2024.
Het onderzoek de commodo et incommodo liep van 7 oktober 2024 tot en met 7 november 2024.
Het onderzoek de commodo et incommodo leverde geen bezwaar op.
Art. 1: | De straatnaam voor het bouwproject gelegen in de Sint-Martinusstraat als volgt definitief vast te stellen: Heideken. |
Art. 2: | Een afschrift van deze beslissing over te maken aan
|
Art. 3: | Een afschrift van deze beslissing over te maken aan de gemeentelijke adviesraden voor cultuur en voor toerisme en erfgoed. |
Het meerjarenplan 2020-2025, goedgekeurd door de gemeenteraad op 16 december 2019, voorziet in actie 264 de evaluatie en bijsturing van ruimtelijke plannen.
Het college van burgemeester en schepenen besliste om het RUP "Sint-Rochus - Sint-Amandswijk", goedgekeurd door de Deputatie op 29 januari 2009, te herzien en gaf hiertoe opdracht aan Veneco op 14 februari 2022.
De bedoeling van de herziening is om het RUP in overeenstemming te brengen met de visie en de doelstellingen van het RUP “Herziening RUP Markt en omgeving”, dat definitief is vastgesteld door de gemeenteraad op 20 juni 2022 (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 16 augustus 2022) en waarvan het plangebied grenst aan het plangebied van het RUP Sint-Rochus – Sint-Amandswijk. Eén van de voornaamste ambities van dit RUP is om het typerende, historische karakter van het kerngebied, meer bepaald de Markt en de omgevende straten, te vrijwaren en te beschermen tegen de appartementiseringsdruk, en de verdichting van de kern op een kwalitatieve manier vorm te geven.
Het is tevens de bedoeling om alle stedenbouwkundige voorschriften en grafische bestemmingszones van het RUP te evalueren en indien nodig aan te passen aan de actuele situatie, noden en behoeften.
De procesaanpak van het RUP is gebaseerd op de procedure zoals voorzien in de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO), artikels 2.2.18 t.e.m.2.2.25 en bestaat uit vijf fasen:
De startnota werd goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen op 06 februari 2023. Er werd over deze startnota een publieke raadpleging georganiseerd vanaf 13 maart 2023 t.e.m. 11 mei 2023, met een participatiemoment op 17 april 2023. Er werd over deze startnota advies gevraagd aan het departement omgeving van de Vlaamse overheid, de adviserende instanties van de Vlaamse overheid, de provincie Oost-Vlaanderen en de gemeentelijke commissie ruimtelijke ordening (gecoro).
De resultaten van de publieke raadpleging en adviesronde over de startnota zijn terug te vinden in bijgevoegde scopingnota, goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen op 03 juli 2023.
Er werd ontheffing van de plan-MER plicht bekomen door het departement omgeving, afdeling gebiedsontwikkeling, omgevingsplanning en -projecten, dienst milieueffectrapportage op 04 augustus 2023.
Op basis van de "ruimtelijk veiligheidsrapport-toets (RVR-toets)" werd door het departement omgeving op 17 augustus 2023 beslist dat er geen ruimtelijk veiligheidsrapport dient opgemaakt te worden.
Na de scopingnota werd het voorontwerp-RUP opgemaakt en goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen op 08 april 2024.
Er werd over het voorontwerp-RUP advies gevraagd aan de gecoro en de andere bevoegde instanties.
Alle adviezen zijn bijgevoegd bij dit besluit.
Voorliggend ontwerp-RUP werd t.o.v. het voorontwerp-RUP gewijzigd op basis van de uitgebrachte adviezen en kan voorlopig vastgesteld worden.
Art. 1: |
Het ontwerp-ruimtelijk uitvoeringsplan "Herziening RUP Sint-Rochus - Sint-Amandswijk", omvattende
|
Art. 2: |
Het college van burgemeester te gelasten met de organisatie van het openbaar onderzoek en de adviesvraag over dit ontwerp-RUP. |
Art. 3: |
Een afschrift van deze beslissing over te maken aan de ontwerper van het RUP (Veneco) en de afdeling Ruimte. |
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 186.
De algemeen directeur zorgt in overleg met het managementteam voor het voorontwerp van de rechtspositieregeling.
Het managementteam besprak het voorontwerp tijdens zijn vergadering van 6 september 2024 en gaf een positief advies.
Het bijzonder onderhandelingscomité besprak het ontwerp tijdens zijn vergadering van 23 september 2024 en 21 oktober 2024, en sloot een protocol van niet-akkoord af.
De belangrijkste wijzigingen hebben betrekking op:
De overige wijzigingen worden geduid in het ontwerp.
Art. 1: | De rechtspositieregeling vast te stellen, zoals gezien in bijlage. |
Art. 2: | Behoudens andersluidende bepalingen treedt de rechtspositieregeling in werking op 1 januari 2025. Onderhavige beslissing vervangt bij zijn inwerkingtreding het gemeenteraadsbesluit van 19 december 2022 houdende rechtspositieregeling gemeentepersoneel - vaststellen (vervangen gemeenteraadsbesluit van 20 juni 2022). |
Art. 3: | Deze beslissing wordt in toepassing van artikel 286 van het decreet lokaal bestuur bekend gemaakt op de gemeentelijke website. Deze beslissing wordt in toepassing van artikel 330 van het decreet lokaal bestuur gemeld aan de toezichthoudende overheid. |
Art. 4: | Een afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan de afdeling Interne Zaken (dienst Administratieve Organisatie). |
Gemeenteraadsbesluit van 25 februari 2019 houdende huishoudelijk reglement en deontologische code van de gemeenteraad (vervangen gemeenteraadsbesluit van 28 januari 2019).
De briefwisseling gericht aan de voorzitter van de gemeenteraad en die bestemd is voor de gemeenteraad, wordt meegedeeld aan de gemeenteraadsleden.
De verslagen en de einddocumenten van de gemeentelijke adviesraden en overlegstructuren worden ter kennisname voorgelegd aan de gemeenteraad.
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 31.
Gemeenteraadsbesluit van 25 februari 2019 houdende huishoudelijk reglement en deontologische code van de gemeenteraad (vervangen gemeenteraadsbesluit van 28 januari 2019).
De gemeenteraadsleden hebben het recht aan de burgemeester en aan het college van burgemeester en schepenen mondelinge en schriftelijke vragen te stellen.
De voorzitter sluit de zitting op 18/11/2024 om 20:39.
Namens Gemeenteraad,
Serge Ronsse
algemeen directeur
Jean-Pierre Sprangers
voorzitter van de gemeenteraad